HELDERSCHE- NIEUWEDIEPER COURANT Jaargang 48. M 30. Zondag 9 Maart 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. YAN BALEN. TWEEDE BLAD. ,Eb deaeipernrt nimmerI* JtM Pietersc. Coen. Het Vaderlandt glietrouwe Blijf ick tot in den doot. 1 Wilhelmuslied. Verichijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post f 0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, Terschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75. Voor de abonnés dezer Courant in de gemeentef 0.30. mam m m buiten de 0.35. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 eent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement, naar gelang van de boeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden .3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3 u n Uit onze Koloniën. Aan het verslag der voornaamste gebeurtenis sen in het gouvernement Atjeh en onderhoorig- heden, loopende van den 7 den tot en met den 29sten Januari wordt het volgende ontleend Groot Atjeh. De posten in de linie werden nu en dan zwak beschoten. Op 8 Januari sneuvelden een Europeesch en een inlandsch fuselier der dekkingstroepen. In den nacht van 16 op 17 Januari tusschen 9 en 11 uur werden opvolgend 8 kanonschoten op de versterking Lampeneroet gelost van uit den niparand, die den noordelijken voet van Tjot Coe begrenst. Buiten de linie brandde volk uit de III Moe- kims Daroe een gedeelte van Passar Lam Hassan in de VI Moekims af. Onderhoorigheden. Onze versterking te Segli wordt slechts in geringe mate beschoten. Den 31 December tuchtigde Zr. Ms. ramtoren- schip Koning der Nederlanden, Koewala Batoe met 28 granaten, omdat van daar uit eene stoomsloep der Koninklijke Marine, die eene met handelsgoederen beladen prauw wilde aanhalen, van landzijde werd beschoten. Het ziektecijfer was iets grooter, het sterftecijfer was hooger. De tweede expeditie, waarmede de heer Van Schelle waarschijnlijk naar Flores zal vertrekken voor het weder opnemen der gestaakte mijn- bouwkundige onderzoekingen, zal worden ge ëscorteerd door een compagnie soldaten, ook om voldoening te eischen voor den schandelijken en verraderlijken aanval, waaraan de eerste heeft blootgestaan. Uit Madioen schrijft men aan de „Locomo tief' Een ergerlijk schandaal heeft in deze residen tie plaats gehad. Op last van den resident zijn in eene der afdeelingen de woningen van goed ter naam en faam bekend staande inlandsche ambtenaren en Europeanen door de politie met den opiumjager, vergezeld van den hoofddjaksa van Madioen, onderzocht, zonder dat er een spoor van opium bij die personen is achterhaald. Maar wat nog erger is den volgenden dag is op dezelfde wijze bij den regent van die af- deeling door de politie huiszoeking gehouden en evenmin eenig spoor van opium gevonden. Dit feit behoeft geen nadere omschrijving. Als een resident meent, dat hij zóó in het belang van ons Hollanders op Java werkzaam is, dan geloo- ven vele ingezetenen van Madioen met schrijver dezes, dat hij zich deerlijk vergist. Het vol strekt onnoodig beleedigen en van ons vervreem den van de voornaamste inlandsche hoofden is in lijnrechten strijd met alle regelen van gezonde politiek. En wanneer men niet zeker is van zijne zaak en niettemin klakkeloos, op losse praat- Feuilleton van de Heldersobe- en Nieuwedieper Courant. 30) ELZENKONINGIN. lioman door N. VON ESCHSTRUTH. Sangoulème liet liet hoofd op de borst zakken. //Ook in dit opzicht moeten de plichten jegens broeder en vaderland vervuld worden," zei hij ern stig, /,raaar 'tzal een vervelende vanrt zijn zonder u, Hoogheid, even saai en eentoonig als het voor anker liggen in het stof der residentie." «In ieder geval zie ik je nog voor je aanstaande vertrek, mijn vriend riep de jonge vorst haastig uit. «Ik moet er bij wezen, als de Nelson haar trotsche wieken ontplooit, al zou ik daarvoor tegen pe hel zelf moeten strijdenIk schrijf je, geef me het adres maar op. En kom nu mee, ik zal je een eind weegs vergezellen door de stad, je gaat stellig naar je nichtje om afscheid te nemen? Mij is 'twel, 't begint me hier tusschen de muren ver duiveld te vervelen 1" En de prins smeet het raam dicht en lesde een erwtenblazer uit de hand. «Van louter verveling heb ik al op honden en katten jacht gemaakt," vervolgde hij lachend, "dat is nog zoo'n herinne ring aan mijn kinderjaren en de. eenige oefening, die aan groot en klein evenzeer behaagt. Jammer maar, dat er op het plein tegenwoordig geen markt meer gehouden wordt, dat leverde vroeger tal van mikpunten voor mijn leemen kogeltjes, en ik ver zeker je, Sangoulème, dat de eerzame Meisenheim zicli dikwijls slap gelachen heeft, als er onder de boerinnen kijverij ontstond, Heer in den hemel, wat konden die wijven te keer gaan Leopold gaf een druk op de tafelschel en beval den binnen- tredenden lakei hem mantel en hoed te brengen vervolgens wendde hij zich weer lot Norbert en stak hem in een opwelling van zijn vriendschaps gevoel beide handen toe. «En nu nog eens, San- jes afgaande, huiszoekingen houdt bij Europea nen en inlandsche hoofden, te meer bij een re gent, dan kweekt men eene verbittering, die bij de eerste gelegenheid de beste noodlottig kan zijn voor onze rust op Java. Marine en Leger. De gepensionneerde schout-hij-nacht F. H. P. van Alphen, door de Staten van Zuid-Holland benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, heeft eene hoogst eervolle loopbaan bij de Marine achter zich. Na op verschillende bodems in Nederland en in de koloniën te hebben gediend en aan Indische ex-, peditiën te hebben deelgenomen, werd de heer Van Alphen in 1867 tijdelijk gedetacheerd bij het de partement van Marine, ter waarneming van de be trekkingen van inspecteur van den stoomvaartdienst en van lid der commissie tot het examineeren van zeeofficieren. In 1872 voerde hij het bevel over Zr. Ms. ramscliip «Buffel", waarna hij weer in zijne vorige betrekking gedetacheerd werd bij het Minis terie van Marine, om in 1881, toen hij de betui ging van 's Konings tevredenheid mocht ontvangen over de uitstekende wijze waarop door hem gedu rende een belangrijk tijdvak de betrekking was waar genomen, te worden belast met het bevel over eene oefeningsdivisie. In 1883 werd hem opgedragen de waarneming der betrekking van commandant der zeemacht en chef van het departement van Marine in Ned.-In- dië, ter opvolging van nu wijlen den vice-admiraal Van Gogh. De schout-bij-nacht Van Alphen bleef in Indië tot 1885 als commandant der zeemacht, in welk jaar hij wegens ziekte moest repatrieeren. In Nederland teruggekeerd, bleef hij eerst eeni- gen tijd non-actief en werd hij met 1 Maart 1886 op zijn verzoek op pensioen gesteld, onder dankbe tuiging voor de vele gewichtige en langdurige dien sten den lande bewezen. Gedurende zijn diensttijd verwierf de heer Van Alphen de eere-sabel voor betoonde dapperheid en tot belooning van zijn moedig en beleidvol ge drag bij eene expeditie op Sepora, terwijl hij eervol vermeld is ter zake van zijne deelneming aan de expeditie op de Zuider- en Oosterafdeeling op Bor- neo. Ook heeft hij een belangrijk aandeel genomen in de samenstelling van het exercitie-reglement met torengeschut op ramschepen en monitors, terwijl hij tevens eene tevredenheids-betuiging mocht ontvan gen voor zijne hulp bij de stranding van de «Voor waarts" in de straat van Messina. Z. M. de Koning gaf den heer Van Alphen her haalde malen bewijzen van tevredenheid en van persoonlijke waardeering, o. a. door zijne benoeming tot adjudant in buitengewonen dienst, tot ridder van de Willemsorde en van den Nederlandschen Leeuw tot commandeur van de Eikenkroon en van den Gouden Leeuw van Nassau. De minister van koloniën brengt ter kennis van gegadigden, dat voor een ongehuwd, gediplo meerd Nederlandsch apotheker, niet ouder dan 35 goulème, blijf toch hier Hoeveel ik met je opheb weet jehoe graag mijn broeder en zijn vrouw je mogen lijden, behoef ik je niet te betuigen, en evenmin is het noodig je te verzekeren, dat ik je overal missen zal met je ernstig, vriendelijk schoolmees tersgezicht en je verwijtende blikken, die tegen mijn dolle streken beter helpen, dan al dezedepree- ken van het broederlijk gezag. Beloof me ten minste, dat je terug zult komen, ga dan in Godsnaam nu je bloedverwanten bezoeken, als je er toch niet van te weerhouden bent, maar laat me ten minste de lioop op een langdurig weerzien hier!" «Hoogheid, laat mij liever geen belofte doen, die ik misschien niet kan houden," riep Norbert uit en zag daarbij den jongen man trouwhartig in de oogen, «God weet, hoe gaarne ik in uwe nabijheid ben; door onwankelbare vriendschap, voel ik me aan u verknocht, al blijft 'tme misschien ontzegd, er door daden bewijs van te leveren Op ons een zaam schip konden wij elkaar ongehinderd toebe- liooren, daar kon ik u met raad en daad steunen, daar hadt ge mij noodig, prinsHier echter in de residentie dringt zich een vreemde wereld vol bonte afwisseling tusschen ons, hier wordt gij om geven door liefde en vriendschap. Hier kunt gij mij veilig missenhoud me niet terugIk ben een zonderling; mijn door de wereld vergeten schip op den wijden oceaan was mij liever dan al het ge woel der groote wereld, waarin ik geen belang stel en die ik niet kan begrijpen. Iu het woud zal ik weer ruimer ademen, ik snak naar kalmte en wil werken, niet alleen de hand, ook het hoofd van den zeeman moet geoefend zijn. Tot weerziens aan boord van de Nelson, Hoogheid, daar is het terrein voor een ware vriendschap De kamerdienaar trad weer binnen Leopold wees hem, dat hij het meegebrachte op een stoel moest leggen, en bleef zwijgen tot de man de deur weer achter zich dichtgedaan had. «Gij verkeert in een dwaling, Sangoulème, als gij. gelooft, dat ik uw vriendschap hier ontberen kan," zei hij ernstig. «Juist hier heeft een trouwe jaar, de gelegenheid bestaat om zich tijdelijk voor vijf jaar te verbinden als militair apothe ker 2e kl. (le-luit.) bij de landmacht in YVest- Indië voorloopig met bestemming naar Cura- <joa tegen genot van vrijen overtocht naar YYest- Indie heen en teru?, en van eene gratificatie voor uitrustinsr ad f 2000. Behalve vrije woning of schadeloosstelling deswege, is aan de vermelde be trekking in West-Indië verbonden een traktement van 2200 'sjaars. Gegadigden béhooren zich bij gezegeld rekest te wenden tot den minister voor noemd onder voorlegging van: a. het apothekers diploma; b. een bewijs van voldoening aan de wet op de nationale militie; c. een extract geboorte register d. een bewijs of bewijzen van goed gedrag afgegeven door het hoofd der gemeente, of door de hoofden der gemeenten, alwaar de adressant ge durende liet laatste jaar gevestigd is geweest, en e. eene verklaring van het hoofd der gemeente zijner vestiging, dat hij aldaar bekend staat als te zijn ongehuwd. De minister van Oorlog lieeft voorschriften ge geven, waardoor wordt verkregen, dat ieder onder officier en> soldaat steeds zooveel eenigszins mo gelijk voorzien zij van kleeding en uitrusting in zoodanig behoorlijken staat, dat hij daarmede te velde kan trekken, terwijl tevens de voorraden in de garnizoensmagazijnen van kleeding zijn geregeld. O. a. is bepaald, dat in de garnizoensmagazijnen in den aanvang van elk kwartaal moet voorhanden zijn een voorraad kleeding .en uitrusting, ruim vol doende voor de gewone behoefte in vredestijd ge durende drie maanden, waarin geene lichting mili ciens onder de wapenen komt. De aanvragen om goederen worden daarnaar ingericht. De voorraad, welke in elk magazijn aanwezig moet zijn, wordt door den hoofdintendant bepaald, in overleg met de toeziende chefs over de maga zijnen. Tot dat einde wordt al dadelijk, zoodra mogelijk, door gemelde chefs aan den hoofdintendant een voorstel gedaan. Een staat van den bepaalden voorraad wordt in het magazijn opgehangen, opdat elkeen, die daartoe geroepen is, zich kunne over tuigen, dat het voorschrift wordt nageleefd. Op den vastgestelden voorraad moet voortdurend het oog worden gehouden en dus moeten zoo dié te groot of te klein blijkt voorstellen tot wijzi ging gedaan worden. Evenals het vorig jaar een Russisch cavalerie- officier geheel alleen van Moskou naar Parijs reed, zal een onzer jonge ruiter-officieren, de 2de luitenant D. H. Brondgeest, van het 3de regiment huzaren te 's Gravenhage, eerstdaags een groote afstmdsril van ongeveer 3000 KM. maken, waartoe hij een maand denkt noodig te hebben. Deze rit gaat uit van Utrecht over Breda, Ant werpen, Brussel, Parijs, Straatsburg, Frankfort, Dresden, Berlijn en Ilannover naar 's Gravenhage. De heer Brondgeest gaat geheel alleen met zijne beide paarden, welke hij getraineerd heeft en die hij zelf op reis zal verzorgen. Reeds heeft hij toe stemming ontvangen voor een buitenlandseh verlof van 6 weken. vriend dubbele waarde, nu het noodlot mij een positie heeft toegedeeld, die maakt, dat ik door kruipende vleiers omringd word. Zelden dringt de waarheid tot ons hooggeplaatsten door, en de op rechtheid hult zich voor ons steeds in het fluwee- len manteltje der hoofsche vormen." «Nog eens, Sangoulème, ik doe geen afstand van uw vriendschap en laat u ongaarne vertrekken, maar ik denk er niet aan, van mijn genegenheid voor u een kluister te smeden; wilt ge dus heengaan, het zij zoo, maar keer, als 't ecnigzins mogelijk is, spoe dig terug 1" „Dat beloof ik, Hoogheid, op mijn woord." Met warmte drukte hij 's prinsen hand, daarop wendde Leopold zich om en greep naar zijn mantel, „ik zal u een eind begeleiden." Norbert deed een stap nader om hem behulpzaam te zijnonwillekeurig viel zijn blik op de geopende schrijftafel, en een plotselinge gloed steeg hem naar de slapen. Daar lag de roos, die Ruth zoo belee- digend uit heur haar had weggeschonken. Onstuimig joeg Norbert's hart, snel besloten trad hij op den jongen vorst toe en keek hem strak ïn de oogen. „Prins," zei hij bijna somber, „vóór ik afscheid neem nog ééne vraag en een openhartig antwoord daarop „Ten allen tijde, Sangoulème, vraag gerust!" „Gisterenavond droegt ge een roos op uw borst, Hoogheid en zeide aan freule von Nievendloh, dat 't een geschenk was van een dame. Was dat wer kelijk zoo, of diende 'tmaar om de nieuwsgierig heid op een dwaalspoor te brengen Met vorschcnden blik staarde hij in het eerlijk gelaat van den vriend, het scheen, alsof hij hem bij voorbaat het antwoord van de lippeu wilde lezen. „Die roos?" Leopold knoopte doodbedaard zijn overjas dicht„die was van Elzenkoningin, heb ik je dat nog niet gezegd? Maar dat zij me die geschonken had, was natuurlijk gelogen, ik wilde alleen mijn vriendin Nievendloh een beetje ergeren. Och neen, ouwe jongenzuchtte hij eensklaps Landbouw en Veeteelt. Schagen. Door den heer A. T. Marlet van Delft, werd, van wege het hoofdbestuur der Holl. Maatschappij van Landbouw, in de afdeeling Bar- singerhorn, eene hoogst belangrijke Voordracht ge houden, op Maandagavond 3 Maart jl. over „land bouwkunde in 't algemeen." In een zeer geanimeerd debat werden vragen uit en van het practisch landbouwleven, op de meest duidelijke, eenvoudige wijze aan de wetenschap ge toetst, en kon het welsprekend woord van den voor zitter, hem dankende, mcér dan verdiend heeten, waar zijn spreken, zijn .onderwijzen zóó nuttig, zóó verdienstelijk bleek. Slechts een twintigtal belangstellenden bezocht de bijeenkomst. Waarlijk, ook hier hadden de afwe zigen ongelijk(Sch. Ct.) Burgerlijke Stand van: Wervershoof. GehuwdS. Commandeur, weduwn. van M. Nieuweboer, cu T. Schouten. D. Blokdijk en B. Rigter. Geboren: Catliariun, d. v. K. de Boer en M. Bakker. Jacob, z. v. P. Roazendaal en A. Tceman. Wilhelmina, d. v. A. Vlugt cn T. Oud. Johanues, z. v. H. Pennekamp en P. Vlamiug. Overleden: A. Weel, 5 w. T. Steltenpool, 17 j. C. Ruiter, geh. m. N. Vlaar, 39 j. P. Kay, 24 j. J. Smit, weduwn. v. M. Neuvel,a85 j. Medemblik. Gehuwd: L. de Haan en D. Jissing. Geboren: Maria. d. v. P. Mooij en J. Gieling. Elisabeth, d. v. J. Mnnshande en C. Keizer. Johaunea Hendrikus Jozef, z. v. H. Raat eu J. B. Ramakers. Johanna Maria, 'd. v II. van Gastel en A. C. Timmcr3. OverledenR. S. Jounsma, geh. met L. J. de Jeng, 32 j. J. Verhagen, 45 j. Venhuizen. Geboren Pieter, d. v. K. Loon en M. Plouwier. Maartje, d. v. M. Hoogland en J. Beerse. Jan, z. v. J. de Wit en A. Leguit. Hoogkarspel. OndertrouwdD. Kas en M. do Jong. M. Kool, van Venhuizen, en D. de Wit. Geboren: Me rijtje, d. v. C. Bierhaalder cn K. Vijselnar. Westwoud. Geboren Jan, z. v. P. Oostwouder en M. Hoogland. Overleden: K. Dekker, 22 j. G. Sweers, echtg. v. J. Vlaming, 80 j. Andijk. Geboren: Pieternelln, d. v. C. Groot en A. Tenscn. Overleden: T. Groot, geh. m. A. Geerlink, 48 j. Enkhuizen. GehuwdR. Kaan en G. Bok. W. Vis cn T. Zwiep. Geboren: Johanncs, z. v. J. Zwier en P. Mol. Adriana Cornelia, d. v. C. Blom en C. Boer. Maria Josephina, d. v. J. Stok en T. Leitcl. Klaas, z. v. J. Docdes en A. de Boer. Alida, d. v. J. Dral en G. Roemer. Overleden: J. de Vries, geh. met M. Laan, 76 j. J. Sterk, 19 j. T. Buisman, wed. v. W. Harms, 81 j. M. Last, 67 j. Wognum. GeborenAagje, d. v. T. Wit en M. Karaten. Ariaantje, d. v. G. van Zelm en E. van Velzen. Jan; z. v. J. Slot en G. Vet. Jan, z. v. G. Pronk en E. M. van Zelm. Lieuwe, z. v. J. Zander en G. Jonker. Afra, d. v. L. Com mandeur 011 N. van Zelm. Overleden: A. Ligthnrt, 23 j. A. de Boer, echtg. v. P. Mol, 58 j. J. Appel, echtg. v. T. Vlamiug, 73 j. J. Pronk, 5 u. J. Leisenaar, wed. v. A. Bnij, 89 j. op een koddige manier, „mijn leven lang heeft nog geen enkele jonge dame mij een bloem vereerd, en zelfs die kleine, blonde Ruth stribbelde zoo wanho pig tegen, alsof ze met een tandarts te doen had Maar ik gaf 't zoo gauw niet op, hoe meer waarde zij aan de roos bleek te hechten, des te begeerlijker werd ze ook voor mij, en het eind van 't liedje was natuurlijk, dat ik als toekomstige beheerscher dezer landen de bloem annexeerde en als een aan denken hoop te bewaren. Daar ligt ze op mijn schrijftafel niet aanraken alsjeblieft, alleen met de oogen bewonderen, cher baron! zulke dingen moeten uitterst voorzichtig behandeld worden, enkel met liefde, en daar gij, zooals bekend is, u met dat gevoel niet ophoudt, zou de aanraking van uwe prozaïsche vingers slechts ontwijding zijn Ja, wat ik zeggen wou, Sangoulème; weet je, wat me zoo verbazend verwonderd heeft? Dat Ruth bij mijn leugens zoo bedaard bleef. Als ik in haar plaats geweest was, zou ik me zeiven een beetje aan de kaak gesteld hebben met te zeggen „Hoogheid met uw verlof, u moest niet zoo pochen Door tante Josephine zou 't al licht aan den dag kunnen ko men, dat de bloem aan haar heeft toebehoord. A propos, hoe komt ge zoo in eens op dat geval, wat moet 't beteekenen, dat gij als een rechter van in structie voor me gaat staan om me over de teerste aangelegenheden in verhoor te'nemen Luister eens, oude vriend, die belangstelling „Is zeer vergeeflijk, Hoogheid viel Norbert hem bijna met een juichkreet in de rede, „die roos was eigenlijk van mij afkomstig, en de wijze, waarop de jonge dame er mee gehandeld heeft, beleedigde mij. Maar laten we er niet verder over spreken, ik ben volkomen tevreden gesteld en er hartelijk blij om, dat die lieve twistappel nu in uwe porte feuille de onsterflijkheid deelachtig zal worden Daar slaat 't juist drie uur," Norbert greep haastig naar zijn pet, „en ter eere van ons zendt de zon zelfs een paar heldere stralen in het parklaten we van dat gunstig oogenblik gebruik maken, prins!" (Vervolg in het Eerste Blad.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 5