HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M 34. Woensdag 19 Maart 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
BEKENDMAKING.
K i e z e 1* s 1 ij s t e n.
«Ei deacspereert nimmer
Jan PieterttCoen,
Het Vaderlandt ghetrouwe-f
Blijf iek tot in den doot.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post f 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voor de abonnés dezer Courant in de gemeente f 0.30.
v 0 buiten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER:
Molenplein 162/163.
Prgs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdndige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand8
Zij. die zich mei I April a. s. op ons blad
abonneeren, ontvangen de van af heden ver
schijnende nummers gratis.
Vaststelling
DER
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder
maken bekend, dat de lijsten der personen, be-
I voegd tot het kiezen van Leden van de Tweede
l Kamer, van de Provinciale Staten en van den
Gemeenteraad, zijn vastgesteld en aangeplakt,
terwijl die lijsten met de vastgestelde schattingsstaten,
waarop alle aangiften model A voorkomen, en de
verslagen der ambtenaren betreffende de aangiften
model B, gedurende veertien dagen, van den 14
Maart tot en met den 28 Maart aanstaande, ter
Gemeente-Secretarie voor een ieder ter inzage liggen.
Bezwaren tegen de kiezerslijsten kunnen binnen
veertien dagen na de dagteekening dezer bekend
making, en alzoo voor den 28 Maart aanstaande,
bij verzoekschrift, door de noodige bewijsstukken
gestaafd, aan den Gemeenteraad worden ingediend,
door elk inwoner van het kiesdistrict, of, zoo het
de kiezerslijst voor Leden van den Gemeenteraad
I betreft, door elk ingezetene der gemeente, hiertoe de
j vereischten bezittende, wanneer daarop
j 1°. zijn naam of die van een ander, in strijd
met de Wet, niet of niet behoorlijk voorkomt
2°. de naam van iemand, die, hetzij een of meer
der in de kiezers gevorderde vereischten mist of
uitgesloten is, hetzij °P de kiezerslijst eener andere
Gemeente staat, is gebracht.
Betreft het bezwaarschrift de schatting der jaar-
lijksche huurwaarde van gedeelten van woonhuizen
(ongestoffeerd), dan zorgt de Voorzitter van den
Baad onverwijld voor herschatting door drie
beëedigde herschatters. De kosten der herschatting,
die vier gulden en vijftig cents bedragen, zijn voor
rekening van dengene, die het bezwaarschrift tegen
de schatting indientdeze is verplicht dit bedrag
tegelijk met bet bezwaarschrift, bij het Gemeente
bestuur te storten. Verzuimt hij deze storting, dan
■wordt op het bezwaarschrift betreffende de schatting
geene beschikking genomen.
De namen van hen, die bij de herziening van de
lijsten zijn geschrapt, worden hiernevens bekend
gemaakt.
Afgekondigd en aangeplakt te Helder, den 14
Maart 1890.
De Burgemeester,
C. A. BEUKENKAMP.
De Secretaris,
C. BOON.
Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwediepcr Courant.
85) ELZENKONINGIN
Boman door N. VON ESCIISTRUTH.
Prins Leopold stond Ruth getrouw ter zijdeals
Sen veer tilde hij bet hulpelooze lichaam der oude
'larae op, droeg haar met angstige zorgvuldigheid
van den ziekestoel naar het bed en drukte gerust
stellend haar vergrijsd hoofd aan zijn borst, als onder
iet overdragen de koorts haar zwakke leden deed
rillen.
Buiten huilde de storm en joeg de sneeuw tegen
le ruiten, de hoornen kraakten en knapten, als een
chrille weeklacht klonk het gekras van den weer-
aan op het dak't was een onstuimige, angstwek-
:ende nacht.
Josephinc schrikte wakker; „Stephanie! Hoor je
t? hij roept buiten telkens opnieuw en niemand
.oet hem openGa, Stephanie, jij bent niet bang
oor bleeke schimmen, die op den stormwind voort-
tuiven, ze doen ook niets, ze steunen en zuchten
oaar! Hoor je 't daar niet weer? nu kloppen ze
oet hun knokkelige vingers aan het raam, en de
onge, witte doodshemden flappen tegen den muur
üag ze weg, lieve Stephanie, ik huiver voor hen!
Ia! wat worden ze ongeduldig! lachen ze niet?
I, dat was de stem van gravin Leubwitz. Ha, ha,
a, ha, hoor je wel, hoe ze pret heeft over haar
ïheïinstuk? O, wat fonkelen die briljanten aan
nar hals als louter goud, en daar komt eensklaps
duj.vel met zijn zwarte vlerken en lacht nog
ider en vroolijker dan zij en grijpt het schoone
amante nsnoer vast en haalt 't hoe langer hoe meer
5 om d.en hals, precies als de strop van een beul
a, wat gilt zc en wat verwringt ze haar gezicht!
sterft n/et graag, het leven was zoo prettig, en
thardt haa' geloof geslagen aan dat kleine, valsche
irift, hoera!1, luister toch, hoe woest liet nu over
NEDERLAND.
HELDER, 18 Maart
Uit Brussel wordt aan het „Hbld." ge
meld, dat de Luiksche hoogleeraar Higuet is
uitgenoodigd naar het Loo te komen, ten einde
zijn advies te geven over den toestand des Ko-
nings, die weder minder wel zou wezen. Wij
deelen dit natuurlijk onder alle voorbehoud
mede.
Volgens inlichtingen, die wij hebben inge
wonnen, is van dergelijk plan op het Loo niets
bekend. Dat de toestand des Konings niet on
gunstig is, blijkt wel uit het feit, dat hedenavond
bij Z. M. een kunstbeschouwing wordt gehouden
van teekeningen van het genootschap „Pulchri
Studio" uit 's Gravenhage.
De heeren Snijder van Wissenkerke en Struvej
Nederland's vertegenwoordigers ter arbeids-cor,-
ferentie te Berlijn, zijn heden derwaarts vertrokkenj
De heer Thon, die door het bestuur der
Amsterdamsche markthallen naar Hongarije is
gezonden om den uitvoer van Hongaarsche land-
bouw-en tuinbouwproducten naar onze markten
te bevorderen, werd door de Hongaarsche Re
geering in alle opzichten ondersteund. Hij had
o. a. een audiëntie bij den minister voor Han
delszaken Baross en aan den heer Thon werd
een hoofdambtenaar toegevoegd om verschillen
de landbouwvereenigingen in het land te gaan
bezoeken.
Die rondreis slaagde volkomen. Gretig grepen
de landbouwvereenigingen de gelegenheid aan,
betere prijzen voor haar artikelen te kunnen be
dingen, en dat men met de uitvoering niet talm
de, blijkt uit het feit, dat reeds prachtig gevo
gelte, waaronder puike kalkoenen, hier werd
aangevoerd. Waggons kippen en eieren zijn ins
gelijks hier aangekomen, weldra te volgen door
nog belangrijker zendingen. Ook Hongaarsch
rundvee en varkens kan men verwachten. Hon
gaarsche wijnen zullen hier eveneens in aanzien
lijke hoeveelheid komen.
Men was inmiddels te Budapest reeds zoo
zeer-voldaan over den goeden uitslag van het
bezoek, door den heer Thon aan de landbouw
vereenigingen gebracht, dat een feestmaal werd
aangericht, waarop de minister Baross menigen
dronk wijdde aan de nieuwe handelsbetrekkin
gen met Nederland.
Bij die gelegenheid roerde de minister een
punt aan, dat bijzonder de aandacht verdient.
Hij wees er op, dat de Hongaarsche boeren door
hun geringe ontwikkeling niet in staat waren
den grond zoodanig te ontginnen als voor een
veel belangrijker productie gewenscht was. Daar
om zou men gaarne zien, dat de Hollandsche
het huis jaagt, 't is vandaag een huiveringwekkende
nacht, alle graven hebben zich geopend. Maar ga
dan toch, Stephanie, laat hem niet zoo lang wachten,
hij zal in den wintertuin in het prieel van oranje-
boomen zitten en weer een roode roos iu de hand
houden! O, hij heeft nooit gelogen, nooit! Je
hebt immers gezegd, Stephanie, dat hij niet slecht
is, en ik heb 't ook geloofd! maar gravin Leubwitz
verdroot het, dat wij elkaar zoo liefhadden, en toen
is zij een slang geworden, die zich om de roode
roos gekronkeld heeftweg, weg daar komt ze op
mij aan gekropen en heeft briljanten om den lials
en steekt me met haar tong, zie, in het hart, ach,
Stephanie!"
Met stuipachtige trekkingen zakte Josephine
achterover en loosde een. diepen, smartelijken zucht.
Hare handen lieten Ruth's arm los en gleden van
de zijden kussens slap naar omlaag.
Tranen vulden de oogen van Elzenkoningin, met
droeven blik zag zij naar prins Leopold op, die
met het hoofd in de hand in een grooten leunstoel
naast het ledikant zat; hij knikte haar meewarig
toe en zweeg.
Plotseling richtte de prinses zich op, haar oog
stond niet meer strak en verwezen, een vleugje van
helder bewustzijn leefde op in haar verwarden geest.
//Leopold, hen je hier, mijn jongen?" vroeg zij
verwonderd, «wat wil je toch, 't is al nacht, de
lamp brandt immers! Ei, Ruth ook al? Och ja,
kinderen, ik begrijp al waarom ge hier zijt, je wilt
me bescheid brengen omtrent de brieven, nietwaar
Leo, en Ruth wacht daaropnu zeg 't me dan maar,
al dat geschrevene was valsch, Stephanie heeft me
niet bedrogen
«Neen tante, nooit!" antwoordde de jonge vorst,
haar hand streelend, ,,'t is bewezen dat het geschrift
onrecht wasdaaraan hebben wij ook nooit getwij
feld. Maar kom, mijn pleegmoedertje, tracht nu wat
te slapen wilt ge zoo in mijn arm liggen kijk,
zoo steun ik u het bestSluit de oogen maar, en
ik zal voor u het liedje zingen, waarmee ge mij zoo
dikwijls in slaap hebt
jongelieden, toegerust met voldoende kennis van
landbouw, zich genoopt zouden gevoelen over
te komen naar een land, waar groote behoefte
bestaat aan degelijke kennis van ontginning. Hij
verzocht den heer Thon diens bemiddeling in
deze, terwijl hij de verzekering gaf, de jonge
lieden, die zich tot overkomst genoopt gevoel
den, konden rekenen op den steun der Regee-
ring.
Het is aan de landbouwmaatschappijen om
zich dit. punt nader aan te trekken
Door den minister van Binnenlandsche Zaken
is aan de Commissarissen des Konings in de
onderscheidene provinciën een schrijven gericht,
houdende het verzoek, om de burgemeesters te
wijzen op het groote belaag, dat de Nederland-
sche handel heeft bij het behoud van den uitvoer
van vee en vleeschwaren naar het buitenland, en
dat het van groot gewicht is, dat, voor zoover dit in
hun macht staat, zij zoo nauwkeurig mogelijk
toezien, dat worde voldaan aan de voorwaarden,
door de buitenlandsche autoriteiten voor den
invoer uit Nederland gesteld. Bepaaldelijk ten
opzichte van den uitvoer naar Duitschland is het
volgens den minister wenschelijk, dat de burge
meester, zooveel doenlijk, zich overtuige van de
herkomst der uit te voeren varkens en van het
varkensvleesch en van den omvang en den aard
der handelszaak van dengene, die een bewijs van
oorsprong vraagt,en dat hij, zoo mogelijk, maat
regelen neme, dat het certificaat van oorsprong
ook werkelijk gebruikt worde voor de waren,
waarvoor 'bet is afgegeven, en dat daarvan geen
misbruik worde gemaakt.
Ten opzichte van de benoeming van den
heer Fabius tot inspecteur van het Lager Onder
wijs zegt de „Fakkel":
Hoe is het gesteld mec zijne geschiktheid voor
de belangen, die hij voortaan zal hebben te be
hartigen
Geschikfiieid. Gelijk bekend is, vertegenwoor
digt de heer Fabius sedert geruimen tijd het
district Delft in de Tweede Kamer; vóór-hij op
het Binnenhof zitting nam, was hijluitenant bij
de artillerie en werd sedert bevorderd tot kapi
tein. Het is derhalve niet aan zijn' vroegeren
werkkring, dat hij de bekwaamheden kan ont
leend hebben, die hem in het oog van den mi
nister Lohman waardig maken, om de opvolger
van Moens te zijn.
In de Kamer heeft de heer Fabius zich veel
met onderwijsaangelegenheden ingelaten. Dat
zijne kennis er van eenigszins gefivenredigd was
aan zijnen ijver is daarbij niet gebleken. Hij
althans was het, op wiens aandringen de Minis
ter Heemskerk indertijd het ongelukkige besluit
nam, om de opvoedkunde van het programma
voor de hoofdonderwijzers-acte te schrappen, eeu
besluit, dat door alle deskundigen diep werd be
treurd. En toen deze afgevaardigde in de zitting
van 7 Maart '85 eene heftige philippica hield
tegen de inrichting der onderwijzers-examens,
werd hem door den heer Borgesius terecht ver
weten, dat hij het rapport, waarop zijne af keu-
Met een zaligen lach zakte het hoofd der hoogge
plaatste vrouw tegen zijn schouder en treffend was
't, hoe voorzichtig en behoedzaam de forsche man
voor hare kranke leden zorg droeg en zijn zware
stem tot het zacht geneurie van een slaapdeuntje
dwong.
«Maar de brieven?" zei de prinses op eens weer
onrustig den blik opslaande.
«Die krijgt gij morgen, slaap nu maar, tante!"
en hij lei zijn hand op het gloeiend voorhoofd en
verzocht Ruth met een nauw merkbaar knikje, de
bedgordijnen wat dicht te schuiven.
Elzenkoningin draaide de lamp nog wat lager en
hurkte vervolgens neer op een voelenbank naast het
ledekant der ziekezij was moe, doodmoe.
De pendule tikte zacht en uit de zijkamer hoorde
men het diepe ademhalen der verpleegsterspoedig
zou het rijtuig van den lijfarts voorkomen. Al lager
zakte het blonde kopje, en de kleine handen werden
saamgevouwen in den schoot.
«Goddank, zij slaapt vast en kalm," hoorde zij
zich eensklaps toefluisteren, en prins Leopold raakte
even haar schouder aan, ,,'t heeft daar juist twee
uur geslagen, freule Ruth, ga nu ook wat rusten
Elzenkoningin keek op en streek het verwilderde
haar van het voorhoofd.
„Om drie uur zal de diakones mij aflossen, Hoog
heid, tot zoolang moet gij me vcroorlooven hier te
blijven, ik zal een boek nemen, en wat lezen, dat is
een goed middel tegen slaperigheid
Leopold zag haar openhartig in 't gelaat. „Uw
aanwezigheid is Diet noodig, freule, ik ben als waker
voldoende zoolang tante Josephine slaapt en gij
ziet er bleek uit, zeer bleek en afgemat. Kom, laat
ik u door de gang brengen
„Ja, moe ben ik," antwoordde het jonge meisje
zacht, „maar toch ga ik enkel onder ééne voorwaarde."
„En die is Hij vatte hare hand vriendelijk in
de zijne.
„Dat ge me onverwijld roept, prins, zoodra Hare
Hoogheid naar me vraagt
„Dat beloof ik u z.ei hij haastig en bracht het
ring gebaseerd was, niet bestudeerd, ternauwer
nood zelfs gelezen had.
Heeft derhalve de vroegere werkkring van
dezen heer niet medegewerkt, om hem te vormen
tót een onderwijs-specialiteit tenzij voor het
onderricht in de samenstelling van het geschut,
evenmin heeft hij blijken gegeven, dat hij zich
als kamerlid bijzonder op de studie van het
onderwijs heeft toegelegdwel, dat hij steeds
bereid is er over mee te praten op zijne
wijze.
Gelijk bekend is, wordt hij bezield door een
verterenden ijver voor de school met den Bijbel
maar in gelijke mate is hem de openbare school
en de openbare onderwijzer eene ergenis.
De onderwijzers noemt hij zoogenaamde des
kundigen" aan wier eischen b. v. Ifen opzichte
van de grootte der klassen niemand, hoe dwaas
ook, zal toegeven. Als hij de bewering weer
legt, dat de besturen der bijzondere scholen te
zuinig zijn, dan doet hij het met de woorden
„mochten wij dan te zuinig zijn, en te veel van
onze meesters vergen, dan vinden wij de te
royale en te weinig van hunne krachten vergende
openbare schoolmannen tegenover onszoo blijft
er evenwicht
Geschiktheid en liefde voor de behartiging
der in zijne handen gestelde belangen, ziedaar
een eisch, waaraan ieder, die een ambt aan
vaardt, behoort te voldoen.
Naar dien billijken eisch is bij de benoeming
van den heer Fabius niet geluisterd. Indien het
der regeering, wie de grondwet de aanhoudende
zorg voor het openbaar onderwijs als plicht
voorschrijft, te doen ware geweest, om de open
bare school te knakken, kweek- en normaal
scholen aan eene langzame uittering te doen be
zwijken, de vrijheid van den openbaren onder
wijzer ambtelijk aan banden te doen leggen,
dan had zij die bedoeling niet beter kunnen
toonen dan door_de benoeming van den heer
Fabius.
Zijne aanstelling is een valsche zet op het par
lementaire schaakbord, een dreigement tegen de
openbare school.
Geestverwanten, waakt
De Katholieke kiesvereeniging te Goes heeft,
na zoowel van den heer J. H. C. Heijse als van-
mr. Keuchenius de verklaring ontvangen te hebben
dat een wetsontwerp, waarbij de verplichte per
soonlijke dienstplicht wordt voorgesteld, op hun
steun zou kunnen rekenen, besloten bij de a. s.
Kamerverkiezing zich van stemming te onthouden.
Zij heeft haren katholieken medekiezers verzocht,
haar voorbeeld te volgen als protest tegen het
streven naar invoering van den persoonlijken
dienstplicht.
Met afwijking van de bepaling in het re
glement van orde van de Tweede Kamer der
Staten Generaal, is door den heer Rooseboom
voorgesteld de beraadslaging te heropenen over
de artt. 9 en 25 van het wetsontwerp tot regeling
van de pensioenen der burgerlijke ambtenaren,
waarover de eindstemming is bepaald op 19
Maart a. s.
blanke handje aan de lippen om het met vurige
kussen te overdekken. „O freule Ruth, hoe dank
ik u voor het offer, dat gij ons brengtHoe zal
ik u al die slapelooze nachten, die opoffering, die
teedere zorg vergelden Is er wel een loon voor
te bedenken Misschien één, dat tot dusver nog
niet gegeven werd, de bekentenis namelijk, Ruth,
hoe gij het ideaal verwezenlijkt, dat mij als een
liefelijk tooverbeeld voor oogen heeft gezweefd, waar
naar ik jaren lang vergeefs heb gezocht en dat mij
nu zoo zaligend het geloof aan trouw en vrouwelijke
zachtmoedigheid hergeeft
Josephine bewoog zich in haar slaap. Leopold
zweeg oogenblikkelijk en geleidde de jonge dame
zonder eenig gedruisch naar de deur.
„Ga nu slapen, freule," fluisterde hij met beklemd
geluid, „uw bleeke wangen zijn me tot een verwijt
Ruth glimlachte. „Daarvoor helpt geen rust,
Hoogheidals maar eerst de toestand van onze
dierbare zieke genoegzaam verbeterd is, zal de blijd
schap daarover de beste artsenij voor mij wezen
en wat betreft den dank voor mijn geringe hulp,
ik acht 't een voldoende belooning, dat mijne aan
wezigheid geduld wordtGoeden nacht, Hoogheid,
ik ga maar wat op de sofa liggen en ben elk oogen-
blik bij de hand
„Zoo God wil, zullen we uw bijstand niet behoe
ven," zuchtte Leopold droevig, „maar mocht die
noodig zijn, dan houd ik u aan uw woord en roep
u!" en hij drukte haar haastig de hand en sloop
voorzichtig weer door de deur terug.
Hoe stil was 't in de ziekenkamer, hoe ledig en
eenzaam, nu het blonde meisjeskopje niet meer naast
de sponde der kranke waakteDe prins trad over
het mollige tapijt naar het raam en schoof het zware
gordijn open.
Grillig gevormde wolken stoven langs het zwerk,
een eerste straal der maan glinsterde over de sneeuw,
en over den breeden parkweg joeg de zwarte schaduw
van een tuindershond, het groote traliehek knarste
op de roestige hengsels en van de torenklok weer
galmden doffe slagen.