HELDERSCHE- NIEUWEDIEPER COURANT. Jaargang 48. M 35. Vrijdag 21 Maart 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. BERICHT. BERICHT. „En detespereert nimmer Jan Pieterts. Coen. Het Vaderlandt ghetrouwe*,' Blijf ick tot in den doot. Wilhelmuslied. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post 0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdngavond. Abonnementsprijs per 3 maanden0.75. Voor de abonnés dezer Courant in de gemeente0.30. m m buiten de 0.35. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3 Zij. die zich met I April a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen de van af heden ver schijnende nummers gratis. In het begin van April zal in ons ZONDAGSBLAD een aanvang worden gemaakt met een der nieuwste Russische romans van DOSTOJEWSKY, getiteld „D e S p e I e r". Wij verzoeken daarom hun, die zich met 1 April alsnog op het Zondagsblad wenschen te abonneeren, daarvan ten spoedigste opgave te doen. Zooals men weet is de prïj3 van het Zondagsblad, voor l»c»i die op de pouraiit geabonneerd zijn, slechts 30 cents per drie maanden binnen de gemeente en 35 cents buiten de ge meente, terwijl men zich slechts voor een kwartaal hcliocft te verbinden. Ter bevordering van eene ge regelde administratie zal voortaan over het bedrag der abonnementsgelden, ook bnitcu deze gemeente, per kwartaal beschikt worden. Wij verzoeken onzen inteekenaren buiten de gemeente daarom beleefd, ons aan het einde van elk kwartaal het bedrag oer postwissel te willen zenden, daar anders loorons moet worden beschikt met verhooging van 10 cenls voor de kosten. NEDERLAND. HELDER, 20 Maart. Naar het „Vad." verneemt heeft de heer 'abius, benoemd tot inspecteur van het lager nderwijs, tegen i April ontslag uit den militairen ienst verzocht, terwijl hij eerstdaags zijn ontslag eemt als lid der Kamer. Daaruit volgt dus, it zijn non-activiteit slechts van zeer korten duur en klaarblijkelijk alleen de bedoeling heeft een srplichte aftreding als gemeenteraadslid te Delft voorkomen. „Het bezwaar voor 's lands schatkist dus zeer gering, zegt het „Vad.", ja eigenlijk ;s de regeling voor de schatkist nog voordeelig, daar de heer Fabius anders, zij 't ook over korten tijd, activiteitstractement zou genieten." Feuilleton van de Heldcrsche- en Nieuwedieper Courant. 80 ELZENKONINGIN. Roman door N. VON ESCHSTRUTH. Langzaam, heel langzaam won prinses Josephine rcer in krachten. Reeds begon de sneeuw te smel- en en de eerste sprietjes braken door de nog harde ardkorst, toen de edele vrouw aan den arm van iaar neef de eerste schreden waagde door haar kamer. Dagelijks vertoefde Ruth op het kasteel en als een zonnestraal bracht hare nabijheid blijdschap en opgewektheid mede voor de bejaarde dame. Leo- pold was weer de oude, zijn wat ruwe geestigheid ontkiemde weer in tal van luimige gezegden en denkbeelden, als een krachtig verweermiddel tegen eiken trek naar het sentimenteele, dat zich zoo onverwachts in zijn karakter had willen indringen. Men schreef het toe aan de ziekte zijner zoo innig geliefde pleegmoeder en brak er zich verder het hoofd niet mee; dat echter de ware reden dieper school, ja zelfs in zijn hart geworteld was, ver moedde niemand. Alleen Josephine zelve wist, hoe het met haar lieveling geschapen stond. Had hij niet aan hare voeten gezeten en met een bewolkt voor hoofd zijn lot vecwenscht, dat hem tot toekorastigen beheerscher had aangewezen, benijdde hij niet den armsten onderdaan, omdat die onbelemmerd mocht jkiezen, terwijl zijne handen door de gouden slaven ketenen van conventie en etiquette op het knellendst geboeid waren Wat hielp 't Albrecht den Beer, 5at hij de krachtige vuist ophief en het hoofd trotsch in den nek wierp? Zijne boeien rekten wel wat, maar vaneenspringen deden ze nieten al ware 't hem gelukt de kluisters los te rukken, toch aou een haarfijne gouden draad hem als met too- ■vermacht omsponnen hebben en wel als de zachte, overtuigende stem der zieke, die met liefdevolle woorden den jongen heethoofd zoo wist te omstrik- l Den 31 Januari jl. is te 's Gravenhage eene bijeenkomst gehouden van voorstanders der oprichting van een Nederlandsche Vereeniging tot voorkoming van ongelukken in fabrieken en werkplaatsen. Op 1 Maart zijn de statuten van die Vereeni ging samengesteld en Amsterdam werd als voor- loopige vestigingsplaats der Vereeniging aange nomen met het oog op de a. s. tentoonstelling. Ten allen tijde zijn voor belanghebbenden de statuten en inschrijvingsbiljetten beschikbaar ge steld bij den secretaris, mr. H. J. A. Mulder, Marnixstraat 5, te 's Gravenhage en bij den heer Westerouen van Meeteren, P. C. Hoofdstraat 133, te Amsterdam. In «de vacature" komt, onder het opschrift z/Eene gewichtige Benoeming" het volgende voor „Wat voor eenige weken als een los gerucht in de bladen werd medegedeeld, is door de „Staats courant' bevestigd. De heer J. C. Fabius, kapitein der artillerie op non-activiteit en lid der Tweede Kamer der Staten-Generaal, is tot inspecteur van het Lager Onderwijs benoemd. Die benoeming heeft ons verbaasd en gegriefd. Wel hadden wij verwacht, dat in ééne der beide vacatures een voorstander van het hijzonder onder wijs zou worden gekozen, en in de bestaande omstandigheden was eene zoodanige keuze volkomen gewettigd, doch dat de Regeeriug den lieer Fabius zoude benoemen, konden wij niet gelooven. Dat wij die benoeming betreuren, vindt dus niet zijn grond in de richting van den nieuw benoem den inspecteur, doch in het feit, dat bij die be noeming de politiek den doorslag heeft gegeven. Wij zijn niet in staat de bekwaamheden van den heer Fabius als officier der artillerie of als lid der Tweede Kamer te beoordeelen, doch dat hij door zijne betrekking en zijne studiën de aangewezen man zoude zijn-, de hoogste betrekking bij het Lager Onderwijs te bekleeden, zal niemend kunnen be weren. Men had het recht van de Regeering te verwachten, dat zjj hare keuze had gevestigd op iemand, die uit den aard zijner betrekking op de hoogte is van het Lager Onderwijs. Onder de dis- tricts- of arrondissemenls-schoolopzieners. onder de hoofden van lagere scholen van de richting der Regeering, zijn een aantal eminente mannen, die hunne sporen bij het Lager Onderwijs verdiend hebben. Hoe kan de Regeeriug er dan toe over gaan, iemand te benoemen, wiens eenige verdienste jegens het Lager Onderwijs hierin gelegen is, dat. hij zoowel in de Kamer als in den Delftschen Ge meenteraad het Openbaar Lager Onderwijs heeft trachten te benadeelen Men zal toch niet in ernst willen beweren, dat zijne betrekking tot de veree niging van Christelijk nationaal onderwijs hem tot een' deskundige op het gebied van het Lager On derwijs heeft gestempeld Wij kunnen dan ook iu die benoeming niets anders zien dan eene partijbenoeming van de slecht ste soort, eene benoeming n.1., waarop de belangen van het onderwijs geen invloed hebben uitgeoefend, doch die alleen het uitvloeisel is van de zucht der Regeering, te doen uitkomen, dat het haar met hare ken, dat de zwakke mazen van dat net zelfs Albrecht den Beer machteloos maakten. Josephine was het gelukt de naargeestige wolken te verdrijven, die zoo eensklaps boven het hoofd van den jongen man zich samenpakken, langzamer hand wist zij vonk na vonk de oude opgewektheid weer in 't leven te roepen, onvermoeid, tot einde lijk het volle zonlicht weer glansde en de prins met denzelfden goeden luim als vroeger Elzenkoniugin's nabijheid zocht. De voorjaarshemel spande zich blauw en helder uit over de residentie, welke hooge boomtoppen in park en tuinen het eerste zachte groen der herle ving droegen. In den wintertuin bloeide en geurde het uit dui- zende pas ontloken knoppen, in bijna verblindenden lichtglans viel het zonlicht door het gewelfde glazen koepeldak en teekende de fijne langgerekte schadu wen der ranke plalmbladercn op de zandpaden en kort geleden geschoren grasperken af. Zacht klet terend kwam de waterstraal in de rooddooraderde marmeren fonteinkom neer, die twee overmoedige tritons hoog boven hunne hoofden ophielden, terwijl zij er genot in schenen te vinden, als de glasheldere stroom er overheen schoot, om als een glinsterende motregen in het ruime, met dolfijnen bevolkte bek ken neer te-storten. In de aangrenzende zaal klonk het dof gedreun van een rolstoel, daarna werd de deur haast zonder gedruisch geopend en geleund op den arm vrn Ruth en op dien van de trouwe vrouw Rössel waggelde Josephine tusschen al den bloesemgeur en de bonte kleurenpracht door. In het prieel van oranjeboomen was het stil en schemerig, het groene mos vormde donzige kussens op de lage banken, en de prinses zette zich met peinzenden blik onder de wiegelende takken neer. Met een vriendelijk handgebaar wendde zij zich tot hare geleidsters, en juffrouw Rössel vatte zacht- kens de recherhand van het jonge meisje en trok Ruth met zich mede door de hooge boachjes van oleanders en cederpalmen. beloften van pacificatie, zoo herhaaldelijk bij het behandelen van het wetsontwerp op het Lager Onderwijs gègeven, geen ernst meer is, nu de heer Lobman den zetel van den heer Mackay heeft inge nomen. De heer Lobman, voorgelicht door zijn inspecteur Fabius, zal de wet op het Lager Onderwijs uitvoe ren. Wien zal het verwonderen, dat de combinatie van die twee namen, gedragen door de heftigste tegenstanders van het openbaar onderwijs, ons met angst en zorg vervult, nu er zoovele gewichtige besluiten met betrekking lot bet Lager Onderwijs moeten genomen worden. Toen wij voor eenige maanden onze stem voegden bij die van ben, die aanrandden de hand der verzoening aan te nemen, door de Regeeriug aangeboden, rekenden wij er "Stellig op, dat de uitvoering der wet zoude blijven opgedragen aan den heer Mackay, die zich ver bonden had tot eene eerlijke handhaving der be ginselen van de wet. Wij vreezen thans ernstig, dat de houding, toen door ons in den schoolstrijd aangenomen, ons nog langen tijd zal berouwen". De „Dordr. Ct." meldtIn ons nummer van 5 Jan. jl. deelden wij mede dat van Ter- nate, dd. 6 November, het bericht was ontvan gen, dat Zr. Ms. stoomschip „Java" naar Nieuw- Guinea was vertrokken, ten einde de Papoea's te bestrijden, die den oorlog aan ons gouverne ment hadden verklaard. Aan een heden van daar ontvangen particu lier schrijven, ontleenen wij dienaangaande het volgende De „Java" is 24 Jan. van zijne zending naar Nieuw-Guinea te Ternate teruggekeerd. De „Java" heeft met de hulptroepen van den sultan van Tidor 15 kampongs verbrand en geplunderd. De Papoea's, van de komst des vijands verwit tigd, waren reeds gevlucht. Toch zijnereenigen gesneuveld, die zich nog in de buurt bevonden. De buit is grootendeels ten voordeele der in- landsche hulptroepen gekomen, die ten getale van 15000 man medegegaan zijn. Zij hebben, zeer verstandig, gewacht totdat wij hun vooruit gingen. Toch hebben eenigen van die vrienden wonden bekomen. Van den vijand is het opper hoofd omgekomen. Hetmeeste succes is behaald nadat de com mandant, door de omstandigheden gedrongen, be sloten had zijne instructie, om in geen geval het binnenland in te gaan, wat breeder op te vatten. De hulptroepen zijn toen mede landwaarts inge gaan. Men verwacht eene nieuwe expeditie als de overgeblevenen ten minste geen vergiffenis komen vragen. Alle toegangen tot het bosch waren on veilig gemaakt met bamboespunten en kuilen, zeer netjes met gras bedekt en eveneens met scherpe werktuigen voorzien, om de daariu tui- melendcn op te vangen. Doch als men voor zichtig is en niet in de moerassen stikt, dan is daarbij niet veel gevaar. Josephine vouwde de handen cn drukte haar bleek gelaat tusschen het koele gebladerte naast haar, de oranjebloesems geurde evenals vroeger, een enkele zonnestraal trilde voor hare voeten en twee donkere oogen lachten haar tegen, die indertijd met vlam mende blikken van liefde hadden gesproken, juist op deze zelfde plek. Acht en twintig jaren waren sedert verloopen, en heden zag zij voor het eerst den wintertuin terug! De verwelkte roos op het kleine pastelportret trilde als van grenzeloozen weemoed, lager bogen zich de witte bloesems der twijgen over haar neer, maar Josephine sloeg de handen veor het gelaat en schreide bitter. NEGENDE HOOFDSTUK. Ruth von Altingen stond in haar kamer een brief te lezen. Een gloeiend rood overdekte haar voorhoofd, en de dunne lippen werden krampachtig saaragenepen „Dat is 't dusprevelde zij met somberen blik. „Mijn lieve Ruth zoo las zij, „je zult je ver wonderen een paar regels van mij te ontvangen. Uw vader is echter in den laatsten tijd zoo zwak en gebrekkig, dat hij noch in brieven noch in iets anders ter wereld eenig belang stelt. Plotseling heeft hij zich in het hoofd gezet, dat we weer naar onze heerlijke residentie terug moeten, en dat wel op dit oogenblik, nu ik me hier in een zee van genoegens en vermakelijkheden beweegHij ziet dagelijks, hoe kostelijk ik me in dit aanbiddelijke Monaco amuseer, maar zijn eigenzinnigheid grenst aan het ongelooflijke, hij wordt met den dag ouder en on- hebbelijker. De hemel beware je er voor, mijn beste een oud man te trouwen, zulke martelaarsneigingen wreken zich steeds op het bitterstAltingen maakt't me verbazend lastig, hij verlangt zelfs, dat ik met hem op zijn kamer dineeren zal, en dan heb ik nog wel zoo'n STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Woensdag 19 Maart De Tweede Kamer heeft heden aangenomen het ontwerp tot herziening van de consulaatrechten (verlaging van het recht voor de expeditie van een schip). Op voorstel van den heer van Bylandt is het tarief voor attestatiën de vita niet verhoogd, maar onveranderd gebleven. Vervolgens werd behandeld het voorstel Ree kers tot opheffing van het verbod van te visschen met de wonderkuil in de Zuiderzee. Het voorstel werd bestreden door de heeren Zaaijer, T. Makkay en Oppedijk, die he* status quo willen handhaven, totdat de Regeering tot eene stellige overtuiging zal geraakt zijn, en ver dedigd door de heeren Visser van Hazerswoude en Reekers. Binnenlandsch nieuws. Helder. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het postkantoor alhier, gedurende de tweede helft der maand Februari V. Koopmans, J. van Pelt, Mej. O. M. Scholty, Mej. M. Stam, Jacoba Hooiberg en J. O. Smit, allen te Amsterdam. Mej. U. Kokje en Kooi man, beiden te Nieuwediep. E. Pettenson, te Weesp. G. M. Offerman en O. L. Miltenburg, woonplaats onbekend. Van Anna Paulowna G. Wit, te Groetpolder. Briefkaarten A. Nederloff, te 's Gravenhage. Warder. „Nieuwe heeren, nieuwe wetten,'' zegt het spreekwoord. De waarheid er van blijkt ook in onze gemeente. Sinds de heer S. Berman alhier als burgemeester fungeert, wordt met kracht de hand gehouden aan de handhaving van Zondagsrust en het weren van bedelarij. Onze gemeente-veldwachter heeft het er niet gemakke lijker door gekregen zijne jaarwedde is dan ook met f 40 verhoogd. Intusschen komt hier van tijd tot tijd eenige verbetering tot stand. Zoo is reeds een begin gemaakt met ophooging en ver fraaiing van 't kerkhof, iets dat trouwens hoog noodig was. Wanneer zal nu nog de hand eens géslagen worden aan onzen gemeenteweg? Ook deze eischt dringend verbetering Schagen. In de „Schager Ct." vinden wij het volgende ingezonden stuk Het ijzer smeden, terwijl 't heet is. Waar blijft de Lijst, ter inteekening tot onderzoek der kosten tot het maken van een kanaal Veel onder den boerenstand verkeerende, is het mij gebleken, dat niet alleen Schagers dit gaarne zouden zien, maar ook velen daar buiten. Waar men ook komt in den omtrek, iedereen beaamt direct het noodzakelijke hiervan. Want zoo precies uitstekend gezelschap aan dc talie d'hdte, een alleraan- genaamsten Vicomte, voor wien geheel Parijs knielt eu om wien al drie vrouwen zich van haar verwaande echt- genooten hebben laten scheiden. Natuurlijk beeft hij geen van drieën genomen 't is allerbelachelijkst Ik raak geheel van streek als ik er aan denk, hoe ik nu van hier vertrekken moetde menschen heb ben er hier 700 uitstekend slag van zich te amu seeren „Schept vreugde in 'tleven!" ziedaar het devies, en dan volstrekt geen gewauwel of achter klap, alles wordt hier luchtig opgenomen en men maakt zich van alles met een grap afkostelijk niet waar? „Nu dan lieve Ruth, als uw vader werkelijk zijn gril wil doorzetten en mij als offerlam meesleept, komen we reeds over acht dagen op villa Olivia laat dus alles in orde brengen en vergeet niet een nieuwe volière te bestellen, maar keurig hoor? De Vicomte heeft me onlangs twee incéparalles ten geschenke gegeven, allerliefste kleine beestjes, die ik natuurlijk meebreng. Ik hoop je nog een paar dagen bij ons te zien, ook uw vader is daar zeer op gesteld, hij spreekt veel over je. Die houtvestersdochter zul je natuurlijk wel vooruit'/enden, met zulk gezelschap kan je ons toch niet opschepen, mijn hartje Tot weerziens dus, car'mema Altingen laat je hartelijk groeten en wees van mijn innige genegenheid over tuigd. Help me toch een handje, dat we nog eeu poosje hier blijven Uw zeer gekwelde moeder Adina von Altingen geb. von Nordenwerth. N.B. Zijn er soms bij 11 nog een paar bals in 't zicht, of zijn de brave luidjes uit de residentie zoo kieskèurig op hun vastentijd Ruth frommelde den brief driftig ineen, tranen van spijt glinsterden in haar heldere kinderoogen en met een gebaar van walging smeet zij het gepar fumeerde vel papier op den haard. Vervolgens deed zij eenige passen zijwaarts en trok aan het schelkoord. „Ik kan nietriep zij driftig uit en wrong daarbij de handen«ik kan de nabijheid van die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1