HELDERSCHE- NIEUWEDIEPER COURANT Jaargang 48. M. 36. Zondag 23 Maart 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. TWEFDE BLAD „En detespereert nimmer Jan Pieterig. Coen. Het Vaderlandt ghetrouwe Bl^jf *ck >n den doot. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per lcwnrtaal0.70, franco per post f 0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75. Voor de abonnés dezer Conrant in de gemeente0.30. buiten de 0.35. RED ACTEUR-UITGE VER Molenplein 162/163. Trijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden .3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3 Uit onze Koloniën. Een door de Regeering van den Resident van Palembang ontvangen telegram, gedagteekent 8 Februari jl., meldt het volgende „Gisternamiddag via Tebing Tinggi telegra- phisch bericht ontvangen, dat etablissement te Soerolangoen in nacht 2 op 3 dezer door bende circa 150 Djambidrs onverhoeds is aangevallen slechts dak gevangenis door schoten licht bescha digd." Nader verneemt de „N. R. Ct." dat de kapitein var. Heutz een kogel door den arm en de lin kerborst gekregen heeft. De kogel is verwijderd, maar had de long aangetast, zoodat de toestand van den gekwetste door ontsteking spoedig ge vaarlijk werd. Nadere berichten ontvingen de naaste bloedverwanten van kapitein van Heutz tot dusverre niet, zoodat er hoop bestaat dat deze verdienstelijke officier voor het vaderland en zijn gezin bewaard zal blijven. Met leedwezen verneemt het „Bat. Nbl." dat de ie luitenant der infanterie B. P. Engelbert van Bevervoorde, ridder der militaire Willems orde, in garnizoen ter Sumatra's Westkust, zich door middel van een revolverschot van het leven heeft beroofd. De overledene moet aan hypochon drie geleden hebben. Het gerucht van oneenigheden op een feest bij den regent te Cheribon, is blijkbaar afkom stig van het volgende dat de „Tjerimami', heeft gemeld Zateidag 8 Februari is te Cheribon iets voor gevallen dat bij menschengeheugen daar nog niet gebeurd was. Op een feest dat de regent bij het huwelijk zijner dochter gaf en in tegenwoor digheid van een groot deel van het Europeesch publiek, is er amok gemaakt, met het gevolg dat, in veel korter tijd dan het geschreven kan worden, acht lieden onder den voet gestoken werden. Een eenvoudige inlander, die als koelie met een der gasten van den regent, een gepen sioneerd wedana, was meegekomen, voelde zich zoo verongelijkt over de behandeling van zijn heer, die hem zonder eenige betaling liet, dat hij op een gegeven oogenblik op zijn heer meende los te a toot en, maar verkeerdelijk een assistent- wedana raakte, en daarna voortging met succes sievelijk 2 hoofden te vermoorden en 4 hoofden en minderen te verwonden. Men kan begrijpen dat de feestvreugde in eens gebroken was, en de gasten uit zich zelf of op verzoek zich ver wijderden. Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Conrant. ELZEN KON IN GIN. Roman door N. VON ESCHSTRUTH. Heszbach sloeg overmoedig eenige volle accoorden aan. „Nu nog eens, juffrouw Anna," zei hij heel luid en ernstig, „vooral dolce, dolce en waar't past geeft con moto." Daar ging 't weer: „Gij mijner ziele schoonste droom en toen het couplet uit was, riep Heszbach in ver voering: „Bravo, juffrouw Anna! Nu eerst zingt ge uitmuntend Ruth had van de hertogelijke familie en hare verdere bekenden afscheid genomen. 't Kostte Josephine moeite van haar te scheiden „Met u verlaat me mijn goede engel," had ze met tranen in de oogen glimlachend gezegd, en er wat zachter bijgevoegd, „laat er althans éen enkele zonnestraal voor mij overblijven, en zend me dikwijls tijding van Altingen, mijn hartedief; als ik den aanstaanden zomer nog beleef, zal ik woord houden en je komen bezoeken op het lieve riddor- slot, waar de geest van mijn Stephanie nog rond waart." Leopold had in de voorkamer zijner tante aan het raam geleund gestaan, zeker bij toeval. Hij zag er bleek en ernstig uit en scheen eenige jaren ouder geworden. „Vaarwel Elzenkoningin, en als gij ooit in uw leven een trouwen vriend noodig hebt, dan weet gij, waar hij te vinden is. God zegene u, en kom spoedig bij ons terug." En hij boog zich over haar hand heen en drukte die haastig aan de lippen, Juist op dat oogenblik trad freule von Nievendloh binnen. „Nu ja, als tante Josep hine bij u komt, zult ge mij als reisgenoot op den koop toe moeten nemenvervolgde hij met gedwon gen vroolijkheid, „cm revoir dus op Altingen Hij groette met een vluchtig handgebaar en ver- Aan het verslag der voornaamste gebeurte nissen in het gouvernement Atjeh en Onder- hoorig'ieden, loopende van 21 Januari tot en met 3 dezer wordt het volgende ontleend: Groot-A tjeh. Op 26 Januari was het open- kappen van het terrein tusschen onze verster kingen Kota PohamaPakan Kroeng Tjoet en de stellingen Koia BaroeKota Toeankoe afge- loupen, werden de twee laatstgenoemde kota's geslecht en keerden de troepen naar Kota Radja terug. Niet ver van Kaijoelen, buiten de linie, werd door aanhangers van Tengkoe di Tiroe een bloedverwant van Toekoe Baid vermoord. De vermoorde was rijk, woonde in de V Moekims Montasik en was aan den hoeloebalang van dat district verbonden, die de hulp van Panglima Polim tegen Tengkoe di Tiroe en diens aanhang is gaan inroepen. Onderhoorigheden. Den 25ste en 27ste vertoonden zich benden van respectievelijk 15 en 20 man ter hoogte van Kota Pasir, niet ver van Melaboei. Beide malen werden zij door de bezetting teruggejaagd, de eerste maal met een verlies van twee dooden en drie gewonden. Ter Noordkust werd onze versterking te Segli nu en dan, en minder dan vroeger beschoten. Elders was het rustig. De weersgesteldheid was afwisselend. Voor dit jaargetijde viel er betrekkelijk weinig regen. De gezondheidstoestand was onder de inlandsche bevolking bevredigend, onder het garnizoen iets ongunstiger. Het gemiddeld aantal lijders per dag in het militair hospitaal te Pantei Perak opgenomen, bedroeg 26.6 tegen 23.4 gedurende den vorigen verslag .ijd; daarvan leden aan berri-berri 8.2, tegen 9.8 gedurende den vorigen verslagtijd. Het ziektecijfer was grooter, het sterftecijfer lager. In het begin van de maand Maart a. s. zal opnieuw eene expeditie naar Flores vertrekken onder leiding van den mijn-ingenieur van Schell aan wien wederom zal worden toegevoegd de civiele gezaghebber van Baban E. F. Kleian. En militair geleide van 150 bajonnetten, verge zeld van een kapitein van den generalen staf, zal de expeditie beschermen, voldoening eischen voor de aanranding van den heer van Schelle en tevens van de gelegenheid gebruik maken om de noodige gegevens te verzamelen ten behoeve van eventueele latere krijgsverrichtingen. Bij besluit van den gouverneur-generaal is: de dank der Regeering betuigt aan den inge nieur C. J. van Schelle, voor het beleid en den moed, waarmede hij den verraderlijken aanval der inboorlingen van Flores, heeft weten af te slaan; idem aan E. F. Kleian, civiel gezaghebber van de afdeeling Timor, voor hetzelfde; terwijl voorts de bronzen medaille voor burger- wijderde zich. Toen freule von Altingen de reis aanvaarde, prijkte er een kostelijke ruiker van geurige rozen in haar hand; niemand wist te zeggen wie dien gezonden had, maar toen dwars door het veld een eenzaam ruiter met den trein een wedren scheen te houden, stak Elzenkoningin het hoofd halver wege uit het portierraampje, hief de sierlijke hloem- kelken in de hoogte, en wuitde er mee als ter be groeting. „Was dat niet prins Leopold?" vroeg mademoi- selle Marion, ijverig naar haar lorgnet zoekend, „ik zou me erg moeten vergissen als hij 't niet was." „Ja, hij was 't," knikte Ruth, zonder het gelaat naar haar toe te keeren. „Hij is stellig uitgereden om de oefeningen in den velddienst bij te wonen," en zij vlijde zich behaaglijk in den hoek der coupé en sloot de oogen. Anneke verbeeldde zich, dat de geur der bloemen de eigenares van Altingen slaperig maakte. Eindelijk ruischte weer het welige groen boven de hoofden en speelde de frissche, harsige woud- lucht weer door de lokkenvrij en hoog welfde zich de hemel, en geen enkel geluid in het rond dan het gej.ubel der vogelkelen. Ver het dal in hoedde de oudfi Petermann zijn grazende kudde schapen, ouder gewoonte met zijn blauwe kous in de hand en den vervaarlijk grooten, slapgeranden hoed in den nek. „Puterma.u!" juichte Ruth in haar blijdschap, hief de lichtgekleurde parasol op en wuifde er mee uit het open rijtuig. De oui^e man keek op en hield de hand boven de oogen. was de equipage van den huize Altingen, o'*® daar ginds den rijweg van Kirchbach uitkwam hj kende de twee zwartjes op een prik, en achteraan volgde een groote boerenwagen met pakkage. Wel heeremijntijd, zou de Elzen koningin einde terugkomen?" „Jongen!" rc hij zijn halfvolwassen zoon toe, die vlak bij he»11 °P de bruine heidestruiken zich lekkertjes in de wn ligt te koesteren, „hei, roept lijke verdienste en gratificatie van f 50 is toe gekend aan Pao, politie-oppasser, voor den moed en de plichtsbetrachting, door hem bij boven bedoelde gelegenheid betoond. Naar de „West-Indier" bericht, moet thans in de Boven-Suriname, het volgende zijn voorge vallen In Februari moesten eenige arrestatien op den grond Rac k Rac, ter zake van het niet betalen der personeele belasting, plaats hebben. De districts-commissaris, vergezeld van een wacht meester en vijf of zes man, begaf zich dienten gevolge met twee stoombarkassen, waarop de Nederlandsche vlag woei, naar gemelde plaats en sommeerde de wanbetalers te betalen of zich o\er te geven en de hun door de rechterlijke macht opgelegde straf te ondergaan. Werd aan deze vermaning gevolg gegeven, dan zouden de vrouwen voortaan vrijgesteld worden van het betalen van de personeele belasting. In plaats van aan den goeden raad gevolg te geven, werd, kort en bondig, op brutalen toon gerntwoord, dat men niet zou betalen en dat, mocht de politie er toe overgaan slechts een poging tot in hechtenisneming te doen, er als dan geen beambte levend de plaats zou verlaten. Toen de politie-beambten den hun opgedragen last wilden ten uitvoer leggen en den hoofdbe woner gevangen nemen, verzette deze zich ge wapend, met een, zooals men zegt, vooraf op zettelijk ten scherpste geslepen houwer, zoodat een marechaussée aan de hand werd verwond en de commissaris met zijne politiemacht gedwongen werd af te trekken. Later is de man toch in hechtenis genomen en tot eenige maanden gevangenisstraf veroor deeld. Gemengd nieuws. Omtrent den vermisten notaris IC. te Warga verneemt men nader het volgende. Woensdag voor acht dagen verliet hij 's avonds omstreeks acht uren zijne woning. Zijne echtgenoote was dien dag naar Groningen vertrokken om aldaar een paar dagen bij familie door te brengen. Toen hij diep in de nacht nog niet teruggekeerd was, begonnen de dienstboden ongerust te wordei Terstond werden nasporingen in het werk ge steld, en weldra werd zijn hoed drijvende ge vonden, wat natuurlijk deed vermoeden, hat hij in het water zijn dood had gevonden. Alle pogingen om het lijk te vinden zijn tot dusverre te vergeefs geweest. Daar hij belangrijke geld sommen onder zijne berusting had, verkeeren vele ingezetenen in eene zeer verklaarbare span ning. In eene doleerende gemeente in Gelderland heeft de predikant bij het nagebed aan het einde der godsdienstoefening, kort na de afstemming der begrooting van koloniën door de Eerste Kamer, gebeden, dat het Gode mocht behagen eens hoera, want daar komen de Altingers terug!" En de zwartoogige Krelis springt overeind, zet beide handen als een roeper aan den mond en schreeuwt uit alle macht: „Hoera!" zoodat het naar alle kanten weerklinkt. Daar komt een toren opdoemen, een stuk muur, nog een volgende kromming van den weg, en het vriendelijke woudkasteel ligt voor hen. Anneke staat rechtop in het rijtuig en heeft een kleur als vuur van plezier en verrukking. Ruth drukt de handen tegen haar boezem en laat haar oogen weiden over het haar zoo dierbare tafereel. De ophaalbrug rammelt de opperhoutvester, grootmoeder, Hans, allen staan op het plein en wachten met ongeduld de vurig teruggewenschte trekvogels. „Thuis, thuis!" klinkt het als een juichkreet van Elzenkoningin's lippen, met uitgebreide armen snelt zij hare woning te gemoet en 't is alsof haar hart van een zwaren last bevrijd geraakt. Nu is ze weer kind, nu is ze weer gelukkig, hier is haar rijk, hier behoort ze thuis! Als een nevelbeeld verzonk de residentie, en 't was Ruth, alsof alles slechts een droom geweest was! TIENDE HOOFDSTUK. "Een kille, scherpe wind [floot door de berijpte takken, joeg met een woest gegier over de eenzame heide en deed den donkeren mantel wapperen van den wandelaar, die met gebukt hoofd voortstapte. De grond was hard bevroren, een glinsterend sneeuw kleed lag er over uitgespreid en het vlokkig wit tooide ook struikgewas en dennetoppen als met een bruidssluier. Te midden van al die wintersche pracht wandelde de man met het ernstige gelaat steeds voort. De duisternis zonk al meer en meer, maar hjj scheen de streek goed te kennenmet vasten blik overzag hij de klaverweide, bleef een oogen blik staan en bracht weifelend de hand boven de oogen. den Koning kracht te geven om te kiezen tus schen Christus en Belial. De firma Perry C°. is gereed gekomen met een langdurig en kostbaar werkje: het uit- wisschen van den indruk der roode reclame mutsen. Op niet minder dan 80 kostelooze scholen van allerlei richting zijn sierlijke blauwe petten, in acht verschillende vormen, uitgedeeld. Zóó goed is de firma ditmaal geslaagd, dat 't thans dankbetuigingen bij haar regent, o. a.van de „Vereeniging van de hoofden der openbare lagere scholen iste klasse." t De Rechtbank te Wiesbaden heeft nu uit spraak gedaan in het geding van Dr. Mezger tegen de maatschappij „Wiesbadener Bade-Eta- blissement". Zij besliste, dat de gedaagde maat schappij verplicht is, aan den eischer, tegen over name van diens huis te Amsterdam, terstond f 50.000 te betalen, met de rente (3^ percent van 1 Juli 1889 tot 1 Jan. 1890 en na dien datum 5 percent), hem voor de rest der koop som een eerste hypotheek van f 45.000 k 4°/0 op dat huis te geven. Voorts moet zij de kos ten van het geding dragen. De maatschappij moet Dr. Mezger, in plaats van de verschuldigde f 50.000, een som van 30.000 Mark (f 18.000) aangeboden hebben, maar dit aanbod werd afgewezen. Dr. Mezger wil echter het huis te Amsterdam (Ruyschstraat 2) terugnemen en afstand doen van wat de maatschappij hem verschuldigd is, als deze er in toestemt, dat alle betrekkingen tusschen hem en het „Wiesbadener Bade-Etablissement" afgebroken worden. Over die schikking wordt nu beraadslaagd. In vele bladen komt een groote advertentie voor, waarin een „onfeilbaar" middel tegen „zenuwkwalen en beroerte" wordt te koop ge boden, dat zekere dr. Weissmann tot heil der menschheid heeft uitgevonden. De Utrechtsche hoogleeraar Wefers Bettink waarschuwt tegen dat middel, dat tegen i van den prijs in een apotheek te verkrijgen is onder den naam arnica-tinctuu::. De hoogleeraar zegt, dat het beroemde genees middel volkomen onschadelijk- is, maar ook vol komen doelloos, en wijst er op, dat, volgens de advertentie, eerst aan den nieuwen tijd de eer toekomt, langs den weg der huid beroerte te kunnen voorkomen en genezen, dat de deug delijkheid gedurende eene ondervinding van vijftig jaar gebleken is, dat dus de nieuwe tijd reeds voor meer dan een halve eeuw begon en deelt als curiosum mede, dat, in weerwil van zijne lange rige ondervinding, Weissmann in 1888 aan een beroerte stierf. Aanleiding tot deze waarschuwing vond de hoogleeraar in het feit, dat iemand gebrek leed om zich de zoo hoog geroemde druppels tegen den buitensporig hoogen prijs te verschaffen. 't Was zoo plechtig stil in het rond; als met een versteend gelaat, op welks wangen heimelijk tranen blonken, staarde het dal hem aan. De grauwe wolken trokkeu voorbij, al hoogeren donkerder welfde zich de hemel, reeds flikkerde hier en daar een enkele ster. Norbert trok zijn mantel wat enger om de schouders en worstelde tegen den wind op. Weldra werd het bosch ijler, het voetpad maakte een kromming en in deversche sneeuwlaag ontdekte Norbert den afdruk van een paardenhoef en daarnaast op ongelijkmatige afstanden de sporen van een begeleidenden hond. Onwillekeurig begon zijn voorhoofd te gloeien, maar de glimlach bestierf hem op de lippen en hij schudde met een bijna v bittere uitdrukking op ziju gelaat het hoofd. „Oom is naar huis gereden en Nimrod heeft hem verge zeld!" prevelde hij bij zich zei ven. „Maar zij! waar zou zij thans zijnVer weg in de residentie, misschien wel bezig aan haar schitterend toilet voor een hofbal, waar ze, getoond met briljanten en golvend atlas, ^enijd door hare vriendinnen, omzwemrd zal worden door een stoet van aanbidders en met onderscheiding behandeld door de vorstelijke per sonen. Zij zal tevreden zijn met zulk een lot! Haar kerstboom zal schitterender licht uitstralen dan hier in het stille woud, hare feestgenooten zullen vroo- lijker zijn dan de gast in de houtvesterswoning!" En in gedachten verzonken stapte hij voort. Opeens schoot er een helder licht door het duister, het gezellige schijnsel eener lamp wenkte hem door het struikgewas nader en de wandelaar versnelde zijn pas en begroette den vriendelijken glans. Weer stond hij voor het oude huis, onder de kale linde, waar grootmoeder hare sprookjes vertelde, en behoedzaam trad hij aan het helder verlichte raam en gluurde naar binnen. Daar zat in het midden aan de ronde tafel de bejaarde vrouw met haar vriendelijk gelaat onder de zilveren lokken, zij knikt de blozende Anna toe en schuift een mandje met appelen over de tafel; de jonge man aan de zijde harer kleindochter geze ten doet er een greep in en kiest de heerlijkste vrucht uit, hij slaat den arm om Annekes hals en biedt haar den appel aan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1