HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M 39. Zondag 30 Maart 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
BERICHT.
BEKENDMAKING.
Vergadering van den Raad
„En dewspereert nimmer
Jan Pieterat. Coen.
Het Vaderlandt ghetronwo*
Blijf ick tot in den doot.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaal 0.70, franco per post f 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden0.75.
Voor de abonnés dezer Courant in de gemeentef 0.30.
n buiten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bfj
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand.3
Ter bevordering van eene geregelde
administratie zal voortaan over het
bedrag der abonnementsgelden, ook buiten
deze gemeente, per kwartaal beschikt
worden. Wij verzoeken onzen inteekenaren
buiten de gemeente daarom beleefd, ons
aan het einde van elk kwartaal het bedrag
per postwissel te willen zenden, daar anders
door ons moet worden beschikt met verhooging
van 10 cents voor de kosten.
der gemeente Helder,
op DINSDAG den 1 APRIL 1890, des
avonds ten zeven ure, aan het Raadhuis.
Helder, den 28 Maart 1890.
De Burgemeester,
C. A. BEUKENKAMP.
Onderwerpen ter behandeling:
1. Vaststelling 1ste gedeelte voljaarskohier hoofdei,
omslag.
2. Vaststelling voljaarskohier belasting opdehonden.
3. Benoeming van een onderwijzer.
4. Ontslag onderwijzeres.
5. Wijziging der vacantiën aan de school van den
Heer Vasten ou.
6. Plan geldleening.
7. Aansluiting van den weg naar de begraafplaats
door den heer J. Verfaille.
8. Mededeeling ingekomen stukken.
NEDERLAND.
HELDER, 29 Maart.
In het „N. v. d. D."' komt onder den titel
hSchipbreuken aan het strand", een ingezonden stuk
voor van den hr. S. te Gempt te Callantsoog, waarin
hij eene loffelijke poging doet om de aandacht
op practische pogingen tot redden van schipbreu
kelingen te vestigen. Genoemde heer steekt den
draak met hetgeen in den laatsten tijd in dezen
is gedaan. Hij spreekt van „een aardig toestel
letje van een Tesselaar, dat echter beter bruikbaar
schijnt op een gracht of kanaal"het middel,
door den heer Albada te Valkoog aangegeven, een
hond een lijn naar het schip te doen, brengen,
Feuilleton van de Helderache- en Nieuwedieper Conrant.
ELZENKONINGIN.
Roman door N. VON ESCHSTRUTH.
(Slot.)
Aan weerskanten der ophaalbrug flikkerden de
pektoortsen, wierpen een bloedrood schijnsel over
het glinsterende sneeuwkleed en hulden hoogopvlam-
mend de grauwe muren in een dansenden, onrustig
heen en weer bewegenden vuurgloed. Daarboven
welfde zich een loodzware, starrelooze sneeuwlucht,
die onophoudelijk zijn witte vlokken neerstrooide
onhoorbaar en zacht dwarrelden ze om de huiveren
de dennen heen en plakten zich vast aan de wild
dooreengegroeide rozen- en klimopranken tegen de
muren van het slot, dat er uitzag, alsof Elzenko-
ningin het overtrokken had met een schitterend weef
sel van kant, waaruit de ouderwetsche torens met
sneeuw gekroond zich ophieven.
Een' verblindende lichtglans stroomde uit de ra
men, men hoorde de zachte, ernstige klanken van
den kerstzang en dan weer het uitgelaten, dartele
gejubel der kinderenbeneden, gelijkvloers, werden
onder het heldere dennegroen tal van tafeltjes ge
dekt voor al de bedienden, groot en klein, oud en
jong.
Vervolgens begon boven in de zaal het eene lichtje
na het andere aan den kerstboom te flikkeren
freule Ruth gleed vlug en bedrijvig onder de geu
rende takken door, hier en ginds met haar fijn ge
vormde hand de geschenken schikkend, bij elkaar
voegend of verdeelend, en ten slotte met een kort
gebed voor de kribbe des Heeren neerknielend om
den milden, heerlijken kerstzegen over nl de liuis-
.genooten af te smeeken.
"Nog nooit had de eigenares van Altingen er
indrukwekkender, lieftalliger en innemender uitge
zien, dan juist op dezen avond.
Eindeljjk gingen degroote vleugeldeuren open.
„Wat scheelt er aan, Norbert?" fluisterde Anneke
„is eeu uiterst zwak middel"de vlieger der
Harlinger uitvinders deugt evenmin, de blikke
doos „door de Tesselaars geknutseld, waarin een
mensch moet gestoken worden", vindt natuurlijk
evenmin genade in de oogen van den heer S.
te Gempt.
Men zal nu meenen, dat die heer zelf een
beter middel weet en dat is ook zoo. De heer
te G., die het betwijfelt of men op een schip in
stormweer wel een vlieger zal kunnen oplaten,
die waarschuwt, er toch vooial aan te denken,
dat hier sprake is om menschen te redden van
een schip onder vliegend stormweer, soms 5 A
600 m. van de kust, menschen, die soms doornat
en verkleumd zijn, wil de menschen redden met
een luchtballon, gevuld met waterstofgas. Die
luchtballon moet van boord worden opgelaten
en tusschen de kust en het schip worden heen
en weer getrokken. De te redden personen
moeten dan in een broek of strop onder aan
dien ballon hangen.
Waarlijk, het is wel noodig alles af te
breken wat anderen voorstelden, om dan ten
slotte voor den dag te komen met zooiets en
dan heel naïef te durven beweren, dat zoo'n ding
kan gebezigd worden onder de moeielijkste om
standigheden en dat het onfeilbaar de menschen
aan het strand brengt.
Zou de geachte inzender niet beter hebben ge
daan de pogingen van anderen niet af te keuren
of belachelijk te maken en zou hij zelf het ons
niet eens aan boord van een in storm op de
kust liggend schip willen voordoen
Omtrent het voorgevallene te Bassorah
(Klein-Azie) bestaan volgens de „Haarl. Ct." de
volgende lezingen Volgens de Turksche berich
ten zouden bedienden van den Nederlandschen
vice-consul te Bassorah een soldaat van het
Turksche garnizoen, op wien zij zich wreken
wilden, binnen het consulaatgebouw hebben ge
sleept en hem daar .afgeranseld hebben; een
Turksch officier, die met eenige soldaten toeval
lig voorbijkwam, hoorde hem schreeuwen en
drong, zoo het heet, niet wetende dat dit het
verblijf van den consul was, binnen en bevrijdde
hem. Waarschijnlijker is de lezing van den
consul, den heer Rulofs, die tevens directeur is
van de Ned. firma Hotz en Co. aldaar. Volgens
deze hadden Turksche soldaten al lang gedurig
gebruik gemaakt van de schuiten van den con
sul, wiens huis aan de Tiger ligt; vandaar her
haalde twisten met de schuitenvoerders van den
consul. Daarbij kreeg laatstelijk een Turksch
soldaat een goed pak slaag. Deze drong later
m.et een aantal kameraden het huis van den
consul van de straatzijde binnen, drongen in
diens vertrekken door, sloegen zelfs zijn secre
taris en ontruimden niet zonder tegenstand het
huis toen de consul zelf verscheen. De consul
beklaagde zich terstond bij dèn Gouverneur van
Bassorah en bij onzen gezant teKonstantinopel,
den heer van Tets van Goudriaan. Dit is nu
drie maanden geleden en eene genoegdoening
plotseling onder al het gejuich en gejubel door:
1,je staat daar als een steenen beeld, wat is er toch
O hoe mooi, hoe prachtig, wat beteekent dat?"
Het dochtertje van den houtvester had wel gelijk.
De jonge zeeman stond roerloos voor de plek, waar
heen Ruth hem blozend geleid had. In zijn hand
trilde een wit carton, een aquarel leekening, waarop
zijn oog maar steeds met strakke uitdrukking onaf
gewend gericht bleef. Het voorgestelde was een
vluchtige, maar met echt kunstenaarsgevoel ontwor
pen schets. Het verbeeldde een weiland bij nacht
er «tonden grillig vergroeide, op sclüramen gelij
kende wilgen en elzen, doorsneden door een
beek, die bij het schijnsel der maan glinsterde als
esn zilveren lint. Midden in de kabbelende golfjes
staat de rijzige, slanke gestalte van een jongeling,
wien een donkere mantel om de leden fladdert,
terwijl een bleek kind, in een spookachtig wit gewaad,
zich aan zijn borst vastklemt. Het neergebogene
van het hoofd en de haren, die er verward omheen
waaien, maken het gelaat onherkenbaar.
„Elzenkoningin" is al wat er onder -geschreven
staat.
i,0 hoe mooihoe prachtigWat moet dat
voorstellen vraagt Anneke nogmaals over zijn
schouder heen, en opeens laat hij het blad papier
zakken en schrikt op als uit een droom. Zijn blik
zoekt haastig Ruth met gevouwen handen en pein
zend opgeslagen oogen staat zij naast den grijzen
geestelijke uit Kircbdorfals een heiligenkrans
glinstert het blonde haar om heur kopje en een
vluchtige, blijde lach glijdt over het aanminnig
gelaat.
Met een paar haastige schreden staat hij naast
haar „Hebt ge dat schilderstuk zelve gemaakt, freule
von Altingen?"
Zij kijkt op, de uitdrukking van zijne oogen jaagt
haar een gloeiend rood naar de wangen.
„Ja, 't is het werk van mijn ledige uren, ik wist
u niets gepasters te schenken, en iK wilde u toch
gaarne op uw aanstaande reis een aandenken mee
geven
„Ik dank uzei hij enkel, doch zijn blikken
troffen de hare. Daar komt Hans op oom den
is aan den consul nog niet gegeven. De Ned.
Regeering heeft nu op verzoek van den heer
Van Tets een oorlogskruiser naar Bassorah ge
zonden, om een onderzoek te eischen en te
controleeren. De Porte heeft verzocht, dat de
kruiser de rivier niet zou opvaren en althans aan
het fort Fao blijven, en den Nederlandschen
gezant beloofd een onpartijdig onderzoek te
zullen doen plaats hebben. Wat hiervan komen
zal, staat te bezien.
Uit het verslag over 1889 van de Noord
en Zuidhollandsche Redding-maatschappij blijkt
het volgende
De volbrachte reddingen waren dertien in
getal, waardoor honderd twee-en-negentig personen
gered werden en het aantal geredden sedert de
oprichting der Maatschappij tot 3385 is ge
klommen.
Pogingen tot redding werden in het werk ge
steld 8 Februari te Callantsoog, 9 Februari te
Callantsoog, 9 Februari te Terschelling, 10 Fe
bruari te Katwijk aan Zee, 21 Augustus te Vlie
land, 21 Augustus te Ameland, 24 November te
Nieuwediep, 27 November te West Terschelling,
28 November te Amel&nd.
De boot te Schiermonikoog werd vervangen
door eene bij ons in reserve, waarvan de doften
verder van elkander zijn geplaatst, ten einde het
roeien te vergemakkelijken.
De levering der benoodigde vuurpijlen uit
Londen en Delft vond geregeld plaats. In laatst
genoemde plaats betoonden hh. officieren der
pyrotechnische inrichting den meesten ijver om
te trachten verbetering te brengen in het gehalte
der pijlen. Hunne pogingen werden aanvankelijk
met zeer gunstigen uitslag bekroond, gelijk bleek
uit eene den 4den Juni te Scheveningen gehouden
proefneming met een drietal nieuw vervaardigde
pijlen met dubbele ontbranding, die in alle
opzichten voldeden en een afstand bereikten resp.
van 389, 390 en 401 meter. Een woord van
dank aan genoemde officieren is dan ook zeker
niet misplaatst.
Met dankbaarheid wordt melding gemaakt van
de volgende giften en legaten in 1889 ontvangen
Van de commissie uit de reederijen te Sche
veningen, door den heer A. Hoogenraad f75;
van heeren bestuurderen der maatschappij tot
redding van drenkelingen f 2000van den heer
Van der Kooij, te Velp f 10van heeren be
stuurderen der Oosterschen handel en reederijen,
door mr. Th. Heemskerk f 2000, van N. N. uit
Utrecht, door den heer C. Roosmale Nepveu
f 500, door den heer B. J. van Hengel van
kapitein O. H. Staal, zeilschip „Tjadawine", bij
verrekening der gages f 1.21; legaat van den
heer A. Langerhuizen, te Amsterdam f 300van
het zeemanscollege de Groninger Eendracht, door
den heer Van der Meer, te Groningen f 15, en
van diverse kapiteins f 6.37 van het college
„Voorzorg" te Nieuwe Pekela, door den heer
IC. E. Dik fi)2s; totaal f 4932.58.
kapitein losstuiven en trekt hem ongeduldig met
zich mee om al de schatten te bewonderen, en
Anneke's verloofde komt met een van blijdschap
stralend gezicht de eigenares van Altingen ten dank
de kleine hand kussenzijn vurigste wensch, een
keurige verzameling van Wagner's gezamenlijke
werken, lachte hem onder den kerstboom, tegen.
Welk een bont gejoel, welk een drukte in de
stille voorvaderlijke zaal van Altingen
„Daar komen Hans en Anneke plotseling met
een groote, geheimzinnige kist aansjouwen. Groot
moeder pakt uitallerlei vreemde, kostbare voor
werpen uit de tropische gewesten. Ze worden van
de omhulsels ontdaan en de bonte pracht met luide
uitroepen van bewondering begroet.
„Norbertroept de houtvestersvrouw, „wil jeje
geschenken niet liever zelf uitdeelen De geroe
pene wendde zich om, hij stond nog altijd ter zijde
het schilderstuk te bekijken.
„Ik ben zoo weinig bekend met den smaak der
damesbracht hij haperend en half verlegen uit,
„ik zou wel willen verzoeken, dat ieder maar naar
eigen welgevallen een keus deed 1"
„Hoera! dan krijg ik dien dolk en dien drink-
horen van ivoor!" schreeuwde Hans uit alle macht.
„Mag ik ook nog een kokosnoot hebben Och
toe, en een paar schelpen en dan deze zeester," en
reeds had hij op al het genoemde beslag gelegd.
„Och, Norbert, mij die sjaalJongens, wat is
ze prachtigen dan die roode ketting wat zijn dat
toch voor paarlen en reeds bengelden de kost
baarheden om 'Anneke's hals„zeg eens, Norbert,
die Turksche pijp geef je toch zeker aan mijn vrijer
O, kijk eens, wat een keurige koralen zoo'n hals
sieraad heb ik al lang bij mijn rose japon gewenscht."
„Maar kinderen, moet jullie nu de eersten zijn
riep grootmoeder ontdaan en half boos uit, „och,
lieve Ruth, doe gij eerst eens-een keus uit die kost
baarheden, er schiet anders niets over, als die plun
deraars nog langer zoo in de kist aan het snorren
blijven."
Ruth bladerde in een muziekboek van den jongen
kapelmeester, nu keek ze glimlachend naar de oude
vrouw op en schudde plaagziek het hoofd: „Wat
De minister van Financien, zegt het „Hbld."
heeft jl. Woensdag de indiening van eqn wijzi
ging der personeele belasting voorgespiegeld,
laat ons aannementoegezegd. Hij meent, dat
dit het beste middel is om de meest gedrukte
burgers te ontheffen, want er zijn thans te velen
„ten volle" in die belasting aangeslagen.
Het voorstel zal dus - gesteld dat het inkomt
een hoogere huurwaarde bepalen, waarop-
men eerst ten volle wordt aangeslagen. Van
dien vollen aanslag hangt thans echter af of
men kiezer is. Het gevolg van het toegezegde
ontwerp zal dus zijn dat het getal kiezers aan
merkelijk da-alttenzij de Regeering tevens
voorstelt de regeling van het kiesrecht te wijzigen.
Zij heeft echter verklaard, aan deze regeling voor
eerst niet te willen raken.
Vrage nuzal vrees om aan het kiesrecht te
raken, niet een nieuwe „Kapstok" worden om
het toëgezegde ontwerp op het personeel aan op
te hangen De minister is, zooals men weet,
specialiteit in het Vinden van kapstokken.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag, 22 Maart.
De Kamer heeft heden het debat voortgezet
over de belastingvoorstellen-Borgesius. De heer
A. van Dedem verklaarde, dat uit zijne stem
tegen artikel 1 niet is af te leiden absolute tegen
stand tegen elke inkomstenbelasting.
De heer van der Kaay was zeer teleurgesteld
door de toezeggingen des ministers.
De heer E. Cremers betoogde, dat het grondbezit
door de grondbelasting niet bovenmatig was
gedrukt en in een inkomstenbelasting moest getrof
fen worden. Hij zal, als eene inkomstenbelas
ting niet verkregen kan worden, ook steunen eene
belasting op roerend vermogen. Voorts betoogt
hij, dat de liberalen wel degelijk verlichting van
belastingdruk voor de arbeiders hebben tot stand
gebracht.
De heer Travaglino raadt den minister aan alvo
rens eene effectenbelasting aan te vatten, de auto
riteiten van den effectenhoek te Amsterdam en
Rotterdam te hooren. Hij constateert tegenover
den heer Cremer, dat de rechterzijde vrij is in
haar stemmen en spreken.
De heer Vermeulen protesteert tegen den aan
drang van den heer Schaepman op éene belasting
van het roerend vermogen. Hij ontraadt den
minister dien raad op te volgen. Hij en vele
vrienden en duizenden in den lande verlangen
geen nieuwe drukkende belasting. Onthouding
beveelt hij den minister aan.
De heer Zijlker verdedigde krachtig de liberalen
en hunné maatregelen, en bestreed de onrecht
vaardige verwijten van den heer Domela Nieu-
wenhuis en anderen.
Zitting van Vrijdag 28 Maart.
In de Kamer werd heden beraadslaagd over het
ontwerp houdende verbodsbepalingen tegen het
dragen van wapenen.
voor waarde heeft een geschenk, als men 't zelf kiest
Hoogstens zou ik 't beschouwen als iets bewonde
renswaardig uit een vreemd land, maar nooit als
een aandenken aan den zeevaarder Sangoulème, als
't niet uit zijn eigen hand komt
Norbert was ijlings naderbij getreden, met neer
geslagen oogen stond hij naast haar en liet haastig
zijn blik gaan over den inhoud der kistplotseling
speelde er een glimlach om zijne lippen en snel
besloten pakt hij een keurig bewerkte bronzen schaal
van grilligen vorm op, om die met een gefluisterd
verzoek de jonge dame aan te bieden.
Verrast richtte Ruth haar blikken op het geschenk.
Onder levendige dankbetuiging bekeek zij het zeld
zame stuk van alle kanten, zonder dai,ze,eeiiige
verklaring kon vinden voor de zonderlinge krullen
en arabesken, die er op gegraveerd Stonden.
„Waar komt dit kunststuk toch vandaan Wat
beteekent het vroeg zij eindelijk met glinsterende
oogen.
Nu kwam er opeens leven in zijn strakke ge
laatstrekken. „Dit is nu een drinkschaal, waarmee
de meisjes van Malmen op den heiligsten dag uit
de Salue scheppen, om bij den feestelijken optocht
door de stad den uitverkoren jongeling met water
druppels tot het dingen naar heur hand aan te
moedigen."
Bevende hield Ruth het beteekenisvolle voorwerp
vast, haar hoogblozend hoofd zonk haar op de borst
en zij vroeg niet verder, maar de blik, die op zijn
geschenk gericht bleef, gaf niet op de trotsche ma
nier te kenimn„Ik ben de eigenares van Al
tingen
De houtvester was spoedig na de uitdeeling
weer naar huis gereden, mademoiselle Marion liet
in de aangrenzende kamer den langen disch met
de overblijfselen van den avondmaaltijd opruimen
en grootmoeder zat al wel een kwartier heel ge
heimzinnig met Ruth te praten. „Kijk eens, tante
Ruth glimlacht en toch staan er tranen in haar
oogen!" fluisterde Hans hoofdschuddend zijne zuster
Anneke toe.
„Loop heen, malle jongen 1" klonk het ondub
belzinnige antwoord, en hetkleine bruidje: ging