HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M 42. Zondag 6 April 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
"f
E N
J. H. VAN BALEN.
TWEEDE BLAD.
KENNISGEVING.
Seintoestellen aan de
Koopvaardersschutsluis.
BEKENDMAKING.
4> 0 A S G A M A L A.
BEKENDMAKING.
J
«En desespereert nimmer
Ja» Fielertx. Coen.
Het Vaderlnndt ghetrnuwt«j
Blijf ick tot in den doot.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post f 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voor de abonnéa dezer Courant in de gemeentef 0.30.
t u w m b buiten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der A'd verten ti-ë nVan 15 regels 30 oent, elke regel meer 6 cent. Bij
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden '6 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Mededeelingen en aanbevelingen10
De Commissaris des Konings in Noord -
holland,
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat met ingang van 15 April e. k. op de
Koopvaardersschutsluis te Nieuwediep sein
toestellen in werking zullen worden gebracht,
ten einde aan vaartuigen, welke uit de Noord
zijde de haven „het Nieuwediep" of uit de
Koopvaardersbinnenhaven de sluis naderen,
kenbaar te maken of de sluis gereed is voor
de doorschutting.
Het ronde bord van elk toestel is aan de
eene zijde wit, aan de andere zijde rood
geverfd.
Indien aan de naderende vaartuigen de
witte zijde wordt vertoond, beteekent zulks
dat de sluis van die zijde tot schutting
gereed is.
De roode zijde duidt aan dat de sluis
daartoe niet gereed is.
Indien ingevolge art. 7 van het Bijzonder
Reglement van Politie voor het Noordhol-
landsch Kanaal schutting van zeeschepen bij
nacht is toegestaan, worden de bedoelde
seinen aan dezelfde toestellen gegeven door
middel van wit en rood licht.
Haarlem, 2 April 1890.
De Commissaris des Konings voornoemd,
SCHORER.
Tweede Zitting van den Militieraad.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder
geven bij deze kennis, dat de Militieraad van
het derde district in Noordholland de tweede
zitting zal houden te Alkmaar, en wel voor
zooverre deze gemeente betreft op Dinsdag
15 April 1890, des voormiddags ten elf ure.
Feuilleton van de Helderscbe- en Nieuwedicper Courant.
lloman door N. VON ESCHSTRUTH.
Volgens art. 88, in verband met artikel 92 der
wet op de Nationale Militie moet voor die zitting
verschijnen, hij, die voor een loteling als plaats
vervanger of als nummerverwisselaar verlangt op te
treden.
Iu die zitting wordt tevens uitspraak gedaan
omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken.
Helder, 29 Maart 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
(Vervolg van het Eerste Blad.)
Gravin Dolores hief langzaam haar bleek gelaat
op. „Wat zullen wij u ook antwoorden, mama
Al drie uur lang vraagt ge zonder ophouden het
zelfde," ging ze op bijna doffen toon voort„daar
straks sloeg het elf uur, thans twaalf en het zal
misschien nog wel een uur worden vóór Lothar
komt. Wachten en geduldig zijn, dat is nu een
maal de bestemming van den Christen, hetzij hier
of hiernamaals," en Dolores wees plechtig met de
magere hand ten hemel en voegde er op zalvenden
toon bij„Die ten einde toe volhardt, zal zalig
worden
Een bijna vijandige blik uit de schitterende
oogen der gravin trof de spreekster. „Amen
klonk het spottend, terwijl ze smadelijk liet hoofd
boog en de handen over de borst samenvouwde,
„ik ben u zeer dankbaar voor uwe stichtende rede,
HoogeerwaardeHet is toch werkelijk wel wat
waard, als men vrome dochters heeftging ze met
een snijdenden lach voort, „dan kan men het ten
minste beleven dat het kuiken de kip op liaar
plaats zet en haar geestdoodende herhalingen in liet
discours verwijt. O hemel, waarom ben ik, onge
lukkige vrouw, gedoemd, ora het" beetje leven, dat
mij nog rest, in deze wildernis te midden van
zedepreoksters en krankzinnigen door te brengen.
Gebedenboeken en altaarkleeden moeten mij hier
strekken tot verlustiging mijner oogen, iedere mi
nuut reken ik verspilt, die ik in dit levend graf
doorbreng, en in wat korten tijd is een menschen-
leven niét verbeuzeld
„En hoe gewichtig is het uur, waarin we reken
schap zullen moeten geven van dit ons nietig be
staan Gravin Dolores legde het zwartfluweelen
kleed neder, waarop zij bezig was met gouddraad
Gemeente Helder.
Uitkomsten der beproeving van bet gas voor
de straatverlichting in de maand
Maart 1890.
Bij het
contract
bepaald.
Bij de beproeving
bevonden.
Lichtsterkte iu knarsen
13
13.3
Zwavelgehalte iu 100
kub. voet gas, ingreins
30
12.6
mag niet
Zwavelwaterstof
aanwezig
niet aauwezig.
Ammoniagehalte iu 100
kub. voetga9, in greins
6
3.4
Druk iu millimeters op
den watermanometer.
Van zonsondergang tot
middernacht.
25
35 tot 25
Van middernacht tot zons
opgang
18
20 tot 18
Gedurende den overigen
tijd des dnags
15
18
NEDERLAND.
HELDER, 5 April.
In de te 's Hage gehouden vergadering der
Katholieke Kiesvereeniging is de volgende motie
met algemeene (96) stemmen aangenomen:
„De R.-K. Kiesvereeniging te 's Gravenhage,
gelezen t. de „verklaring", voorkomende in „de
Tijd" en andere dagbladen van 7 Maart; 2. het
manifest van den Z.-holl. Bond van Kiesvereeni-
gingen van 21 Maart; overwegende, dat door
dergelijke verklaringen en manifesten de zelf
standigheid der Kiesvereenigingen in de hoogste
mate wordt bedreigd betreurt, dat de open
baarmaking dier stukken is geschied zonder dat
alvorens de tot den Bond toegetreden Kiesver
eenigingen over den inhoud daarvan zijn gehoord,
keurt het eigenmachtig optreden af van hen, die
het kruis en den beker in het midden te borduren,
en zag met hare grijze oogen hare moeder door
dringend aan. „Ik dacht dat gij het leven genoten
had, mamaen wellicht meer dan ge kunt verant
woorden
De gravin sprong van haren zetel op en balde
haar witte hand op de leuning. „Dat waagt ge
tot mij, mij, uwe moeder te zeggen baande het
zicli sissend een uitweg tusschen de dunne lippen.
„Het is meer dan ongehoord Ga de kamer uit,
ellendige comediante, kom mij niet weer onder de
oogen, of zoo waar God leeft, ik vergeet mij-
zelve, en ik zal u met deze eigen handen den eer
bied leeren, dien een kind aan zijne ouders ver
schuldigd is! Gij zoudt u vermeten mij ter verant
woording te roepen, gij
„Genoeg van al uwe fraaie woorden, moeder,
maak het u niet zoo druk Met deze woorden
sneed de eentonige stem der freule een verdere uit
barsting van drift af. Groot en tenger teekende
hare magere gestalte zich in het licht der lamp af,
gehuld in een grijs wollen gewaad, glad en zonder
versiering als het kleed eener non. „Gij zijt ver
toornd op mij als dochter, ik vergeef u alsjongere
van den lieerGij doelt op het vergeten van
mijn plicht en dringt mij terug binnen de perken
van den kinderlijken eerbied ik echter antwoord
u dat thans alleen de Christin tot de Christin, de
dienstmaagd Gods tot hare zuster in den geloove
spreektIk doorzie u, moeder, ik zie den breeden
weg van hoovaardij en ijdelheid dien gij bewandelt;
ik heb met eigen oogen gezien door wat schijn ver
tooning ons vermogen opgezwolgen wordtIk leerde
den luister verachten, achter welks grijm.end masker
de donkere nacht loert. Welken weg gingen de
banknooten en de stapels geld op in de residentie?
Ze werden omgezet in voddige snuisterijen, ver
kwanseld aan de speeltafel, die door huichelachtige
vrienden in de elegante wereld was binnengesmok
keld Wie heeft daaraan voorgezeten en stroomen
gouds in dien afgrond der hel laten vloeien Gij
- wie heeft uit Parijs fluweel en zijde laten komen
GijWie heeft zichzelf den strop om den hals
tot de samenstelling en openbaarmaking dier
stukken hebben medegewerkt, en geeft aan het
bestuur van den Bond te kennen, dat zij ook
voor het vervolg haar volkomen zelfstandigheid,
haar gewaarborgd bij art. 1 van het Bondsre-
gleinent, krachtig zal handhaven."
Verder werd besloten de bekende motie der
Noordbrabantsche presidenten eenvoudig voor
kennisgeving aan te nemen.
De Katholieke Kiesvereeniging te Haarlem
heeft, na kennis te hebben genomen van het
manifest van den Provincialen Bond van R. K.
Kiesvereenigingen in Zuid-en" Noordholland van
den 21 Maart, de volgende motie aangenomen:
„overwegende dat het doel, hetwelk daarmede
wordt beoogd, geenszins zal bereikt worden door
het in dit manifest aangegeven middel, waarvan
de toepassing voor onze partij ongetwijfeld scha
delijke gevolgen zal hebben
„overwegende dat de houding van het bestuur
van den Bond in zake de bekende verklaring
verdient te worden afgekeurd;
„verklaart te protesteeren tegen de wijze waar
op het bestuur van dien Bond uitvoering wenscht
te geven aan het mandaat, verstrekt op de alge
meene vergadering van 13 Februari 1890;
„verklaart ten opzichte der quaestie van den
persoonlijken dienstplicht het volste vertrouwen
te stellen in het beleid der Katholieke afgevaar
digden in de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal
„verzoekt haar bestuur van dit besluit kennis
te geven aan den Voorzitter van voornoemden
Bond, benevens aan de redactiën van eenige
Katholieke bladen."
De minister van Marine brengt ter kennis
van zeevarenden, dat op een of meer daartoe
geschikte dagen in het tijdvak van 313 April
a. s., van zonsopkomst tot zonsondergang, schiet
proeven zullen plaats hebben uit den pantserkoepel
op het fort te IJmuiden, in noord-westelijke
richting, zullende in het belang van de veiligheid
der scheepvaart de noodige maatregelen worden
genomen.
Overzicht der Pers.
Burgerambtenaren. Naar aanleiding van
de schutterquaesties, leest men in de Haagsche
Courant
Zeker is het hard ook voor een schutter-offi-
cier, zoo hij onheusch bejegend wordt. Maar
schutterofficier behoeft niemand te zijn het is,
om 't zoo eens te noemen, een liefhebberij- of
bijbaantje. Hoe is het echter, wanneer een bur-
gelijk ambtenaar, wiens betrekking zijn bron
van bestaan is, zoodat hij niet zoo gemak
kelijk ontslag kan nemen, onverschillig van welke
soort of rang, wordt gekweld, zedelijk mishan
deld, achteruit gezet, onheusch bejegend door
iemand die op den hiërarchische» ladder boven
hem staat? Hoe is 't, wanneer zoo iemand het
ongelukkige „macht gaat boven recht", willekeur
boven redelijkheid, voelt Hoe, wanneer zijn
geworpen en den weg doen betreden die. op dit
verbanningsoord moest uitloopen Gij! Draag
daarom uw lot met geduld en onderwerping, en
dank den hemel dat hij u niet zwaarder bezocht
heeft! Gij noemt mij gek en schijnheilig? Wat
rest mij anders dan de hemel, als mijne eigen
moeder mij een eerlijk bestaan in de wereld on
mogelijk heeft gemaakt Gij hebt uwe kinderen
voor altijd bedrogen E11 de eenige wraak, die,
hun daarvoor is overgebleven, is dat ze u dit rond
uit in het gezicht zeggen Er lag een meed00-
génlooze rust in de stem der jonge dame en de
blik der oogen, die geen erbarmen kende, werkte
als verlammend op het denkvermogen der gravin.
Aan al hare leden zenuwachtig trillende, zonk
de gravin in haar stoel terug. „Zij vermoordt mij
met hare krankzinnige taal," klonk het uitgeput
van hare lippen. „En dat is dus het loon voor
al mijne liefde en opoffering. Wat ik gedaan heb,
deed ik voor mijne kinderen om 11 met al den
luister, aan uw naam verbon dén, in de wereld te
brengen, stond ik alles af wat ik bezat, veel wierp
ik in de weegschaal des levens, in de hoop veel te
bemachtigen om mijne dochters een schitterende
toekomst te verzekeren, maakte ik mijzelve tot bede
lares, en dit is nu de dank, liet medelijden dat ik
inoogst
„Neen moeder, ik ken geen medelijden meer
antwoordde Dolores koud, „ten minste niet voor
lafheid. Waarom beproeft gij al uwe schuld thans
op ons te werpen en dat wel op eene wijze, zoo
krankzinnig, dat elk mensch er slechts om lachen
kan Isabella en mij hebt ge in de wereld ge
bracht, nadat we reeds geruïneerd waren. Ik heb
twee seizoenen gedanst, mijne arme zuster slechts
één korten winter, waarin de ontelbare rekeningen,
gevoegd bij uwe prikkelbare stemming elk genoegen
vergalden; Isabella is thans achttien jaar, doch 'de
eerste tien jaren van uw weduwstaat hebben ons
vermogen verzwolgen, dien tijd, toen we bijna ver
geten in het klooster werden opgevoed, en we enkel
uit uwe vluchtige brieven hoorden, hoe hemelsch
het zijn moet, te leven en te genieten." Een harts-
chef, gehoor gevende aan leugen en laster, zon
der onderzoek hem krenkt en zedelijk trapt?
Hoe, wanneer een chef laf en karakterloos ge
noeg is, zijn begaan onrecht niet te erkennen en
goed te maken Hoe, wanneer hoogere autori
teiten dat onrecht niet willen zien of het hand
haven
Waar moet en kan zulk een burgerambte
naar zich dan beklagen en recht krijgen
Waarde heer, wil ik u eens wat zeggen Dan
moet die ondergeschikte nog dankbaar zijn, als
men hem niet heelenal op zijde zet; hij moet
zwijgen en dulden, uit vrees voor erger.
Bij wien moet hij aankloppen Bij wien on
derzoek, recht en erkenning van de waarheid
vragen? Bij niemand. Want.het gezag moet
immers hoog worden gehouden (Alsof dat ge
schiedde door onrecht dood te zwijgen
En er wordt zoo hemelschreiend onrecht ge
pleegd.
De burgerambtenaren moeten zich dus aan
eensluiten, alle kinderachtige overwegingen op
zijde zetten en van de Regeering vragen, dat de
wet raden van onderzoek en discipline instelle,
voor de helft door den Koning, voor de helft
door de daartoe stemgerechtigde ambtenaren ge
kozen. Dat is de eenige weg tot beterschap.
Wie neemt daartoe het initiatief?
Binnenlandsch nieuws.
Helder. De heeren A. F. Theewis, P. Smits
en H. Zoetendorp alhier zijn als eereleden in de
Kon. Vereeniging Kruis voor Krijgsverrichtingen
te Amsterdam opgenomen.
Helder. Voor eene algemeen geachte familie
dezer gemeente, zijn op 't onverwachts treurige
dagen aangebroken. Eene korte ongesteldheid
namelijk, maakte Woensdagavond plotseling een
einde aan het leven van den heer L. Jelgersma
Gz. Alle die hem gekend hebben, zullen niet
alleen de smart der familie, maar ook die van
de talrijke vrienden, welke den overledene zich
gemaakt had, beseffen. Als apotheker vervulde
de overledene alhier gedurende bijna 48 jaren eene
even nuttige als dankbare.werkkring. Eenieder
is het bekend, hoe hij ten alle tijde bereid was
tot helpen, waar hij kon niet alleen met woorden,
maar bovenal ook met daden. Behalve boven
genoemde werkkring, was hij jaren lang lid van
den Gemeenteraad, commissaris van het Gemeen
te-ziekenhuis, directeur der Nuts-spaarbank en
lid van het College van zetters van 's Rijks be
lastingen. En nog tot het einde van zijn leven
de heer Jelgersma bereikte den gezegenden
leeftijd van 71 jaar was hij met ijver werk
zaam. Zijn heengaan jal diep betreurd worden
cn in den kring zijner familie eene leegte achter
laten, die zeer gevoeld zal worden.
Texel. Aan het Postkantoor alhier en de
daaronder ressorteeren de Hulpkantoren werd ge
durende de maand Maart 1S90 in de Rijkspost
spaarbank ingelegd f 499.68 terugbet. f 1721.70.
tocbtelijko bitterheid klonk in de stem van het
jonge meisje, de gravin echter drukte met een snij
denden lach de handen tegen de ooren.
„Genoeg, Dolores, genoeg; waarom, arm kind,
moest ge in een eeuw leven, die den openbaren
schandpaal heeft afgeschaft, en de kinderen alleen
de. tong heeft laten behouden om daarmede hun
eigen moeder te geeselen, o Lothar Lothar, mijn
lieveling, waarom komt ge niet om mij te helpen
Eu gravin Echtersloh verborg haar gelaat in de
kussens en brak in een onstuimig snikken los.
Dolores stond nog steeds onbewegelijk en zag op
liaar neer, terwijl een koude lach over haar gezicht
gleed toen zette zij zich gelaten neer op haar stoel
en begon weer het gouddraad door het zware fluweel
te trekken. Vlak over haar stond haastig een
jong meisje op en trad op den zetel der gravin
toe.
„Mama, lieve mama, ween toch zoo nietvleide
eene zachte stem, en Isabella bracht haar bloeiend
gezichtje vlak bij de wang der oude dame, „dat liet
toch ook altijd tot zulke scènes tusschen u beiden
moet komen geen dag gaat er meer voorbij zonder
dat ge twist zoekt
„Ge hebt het nu zelve gehoord, kind, hoe Dolo
res mij getergd heeft wierp de gravin haar
tegen.
„Ik kon niet. tusschenboide komen, mama, omdat
ik met de afrekening van het huishouden bezig
was en daar al mijne gedachten wel bij noodig
bad Gij kent echter de strenge beginselen mijner
zuster en moet alles niet zoo woordelijk opnemen,
ge kunt nu eenmaal niet met elkander over weg."
„Dat weet God zuchtte gravin Echtersloh, ter
wijl ze een vijandigen blik wierp op de onbe
wegelijke gelaatstrekken harer oudste dochter.
„E11 laat bet nu weer 111 orde zijn tusschen u
beiden, en pruilt niet dagen lang. Wat zou Lothar
zeggen, als hij u hier in zulk een stemming aantrof,
het zou hem reeds te voren zijn gansche verblijf
hier vergallen
(Wordt vervolgd.)