HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 48. M 44. Vrijdag 11 April 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. KENNISGEVING. 6> CASGAMALA. (En dewespereert nimmer Jm* Piet mi. Coen. Het Vaderlaudt ghetrouwe Blijf ick tot in den doot. Wilhelmutlied. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post 0.90. Het Zondagsklad, behoorende bij deze Courant, Terschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75. Voor de abonnés dezer Courant in de gemeentef 0.30. t a a buit»n de 0.35. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. Prijs der Advertentiën: Van 1—5 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. B^ abonnement, naar. gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3» Mededeelingen en aanbevelingen10 De Voorzitter van den Raad der gemeente Helder brengt ter openbare kennis, dat de lijsten der Kiezers van leden der Tweede Kamer der Staten-Geueraal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad op heden door hem zijn gesloten, opnieuw aangeplakt en op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage neder- gelegd. Helder, 9 April 1890. De Voorzitter van den Raad voornoemd, C. A. BEUKENKAMP. Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder brengen, tengevolge eener ontvangen aanschrijving van den Heer Commissaris des Konings in deze provincie, ter algemeene kennis, dat bij 's Konings besluit van den 10 Maart 11. No. 26 is bepaald, dat krachtens art. 125 der militiewet, van de militie te land, voor het tijdvak van 14 April tot en met 26 April 1890, zullen worden opgeroepen om in den wapenhandel te worden geoefend a. van het regiment Grenadiers en Jagers, het 4de en het 7de regiment Infanterie de verlofgangers der lichting 1885. b. van het 1ste, het 5de en het 8ste regiment Infanterie de verlofgangers der lichting 1888, die vóór den lsten September 1889 in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld geworden. Helder, 5 April 1890. Burgemeester eir Wethouders vooruoemd, C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder, brengen ter openbare kennis, dat door TERRA Co. alhier aanvrage is gedaan voor den verkoop van sterken drank in het klein in eene op het duin aan het strand onder deze gemeente gebouwde inrichting tot het gebruik van zee- en binnenbaden. Helder, 8 April 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Courant. Roman door N. VON ESCHSTRUTH. Men verdrong zich in zwermen om Gravin Leóntine heen, zocht haar van geest tintelend onderhoud, en bewonderde de vaak verfijnde pracht barer toiletten men was ten volle overtuigd, dat de schoone gravin zeer coquet was, en dat noch hare oogen, noch haar mond aanspraak op schoonheid konden maken, en niettegenstaande dit, kuste men hare kleine handen en dacht„Iedereen vereert haar, en de groote menigte heeft altijd gelijk, aUons donc, laten wij ook maar met de wolven in het bosch huilen Jaar in, jaar uit, zweefde de schitterende verschijning in de salons der residentie Leóntine lachte, danste en vermaakte zich, en wanneer al eens de inkomsten geen gelijken tred hielden met de buitensporige uitgaven, dan sprak zij het kapitaal aan, en toen dit meer en meer versmolt, gunde zij haar schuldeischers rekeningen te schrijven. O, -heerlijke nachten, als de gravin van de speeltafel of van het bal terugkeerde, in wolken van zijde en crêpe gehuld, schitterend van goudpoeder en geurend van oranjebloesems, en als zij dan op de pianokruk neerzonk, het hoofd in zoete droomen achterovergeleund, de donkere lokken nog bijeen gehouden dooï een ontbladerden krans, dan greep zij in. de toetsen om door middel der tonen uit drukking te geven aan een lieflijk beeld der her innering, saamgeweven uit de triomfen der laatste uren, uit haat en liefde, hangen en verlangen duizenderlei raadselen in het hart van eene harts tochtelijke vrouwJa, dat was een ver rukkelijke tijd, dat waren de dagen der vreugde en wat is er van deze overgebleven Daar in NEDERLAND. HELDER, 10 April. Op 15 November 11. is tusschen Nederland en Duitschland eene verklaring gewisseld nopens maatregelen tot het tegengaan van den z.g. handel in vrouwen en meisjes. Vermits daarbij door het Rijk geldelijke ver plichtingen worden aanvaard, is die verklaring nu aan de goedkeuring der Staten-Generaal onderworpen. In art. 1 is bepaald, dat de bewuste personen zooveel mogelijk aan een verhoor moeten worden onderworpen, ten einde te doen blijken, vanwaar zij komen en wie haar heeft doen besluiten haar land te verlaten. In art. 2 en 3 is het voorbehoud gemaakt, dat de wettelijke grenzen niet zullen mogen worden overschreden bij het verleenen van hulp. De briefwisseling tusschen de overheden der beide landen betrekkelijk de terugzending zal niet langs den omslachtigen diplomatieken weg, maar zooveel mogelijk rechtstreeks worden gevoerd. In geval de kosten, veroorzaakt door het on derhoud en de terugzending van vrouwen en meisjes tot de grens, niet kunnen worden terug betaald door die vrouwen en meisjes zelve, noch door hare echtgenooten, ouders of voogden, zullen die kosten gedragen worden door den Staat, die de terugroeping heeft bewerkstelligd. „De Tijd" vindt het een onrustbarend teeken dat de leermeester van „onze" Kroon prinses, de heer Gedeking, blijkens een stuk in „De Schoolwereld" niets op heeft met hel en duivel en dat hij zich dus laat beheerschen „door vijandschap tegen de leer der Heilige Schrift." Het blad vindt het echter een geluk dat „het koninklijk echtpaar" zulke ongeloovigheden wel weer uit „het Koningskind" zal verwijderen. Het hoofdbestuur van den Oranjebond, welke zich ten doel stelt de afschaffing van de eonscriptie langs wettigen weg te bevorderen, heeft een manifest uitgevaardigd, waarin het mededeelt besloten te hebben „nooit of te nimmer steun te verleenen aan candidaat-kamerleden, die tot de invoering van den persoonlijken dienstplicht zouden medewerken." Een aantal dames uit verschillende plaatsen des lands hebben een beroep gedaan op de mild dadigheid van ons volk, ter verwezenlijking van van prof. Donders' lievelingsdenkbeeld een te Utrecht op te richten, naar de eischen van den tegen woordigen tijd ingericht, Nederlands gasthuis voor ooglijders. Nog ongeveer f80.000 moeten worden bijeengebracht, en dan kan het, met behulp van het reeds beschikbare kapitaal, tot stand komen. de eenzame torenkamer van Casgamala, niet meer dan geduld op het goed en den grond van haar gehaten stiefzoon, zit gravin Leóntine en vervloekt haar noodlot. Haar hoofd is vergrijsd onder de ontgoocheling en de niet te weren armoede, toch draagt zij een coquet kanten kapsel met rose keelbanden, en op de toilettafel komt half verscholen, haast blozend een kleine flacon achter de waschkom kijken „haarverf" staat er in goed Duitsch, zoo onverbloemd mogelijk, op te lezen. Mager en strak komen de trekken van haar gelaat één voor écn te voor schijn, als geel perkaraent is het vel er over ge spannen, doch alleen in den laatsten tijd, toen blanketsel en rouge te groote luxe voor deze eenzame plaats, en als verspild voor het domme boerenvolk werden bevonden. De tanden, die men vroeger tusschen de purperroode lippen bewonderde en on bescheiden kleine paarlen noemde, komen thans on aangenaam uit den bleeken mond te voorschijn, even leelijk als de harde uitdrukking van het oog, waariu de geheele verbittering van een ziel te lezen staat, die van zijn dwaling is bekomen. En nog altijd vermogen de lippen zich tot een lach te plooien, en de magere schouders worden nog steeds gaarne met geurige kanten gedrapeerd ook thans is een overvloed van blonde er losjes omheen geworpen en op den ingezonken boezem prijken drie helgele anjelieren. Gravin Echtersloh is moeder van drie ^kderen, Dolores, Lothar en Isabella. Lothar, haar trots, haar lievelingHij ligt bij het regiment huzaren in de residentie, is schoon als een God, vrij en vermetel als een echte zoon van Leotine „Mijn Helios!" noemt de verrukte moeder hem. Met hem sympathiseert zij in alle opzichten, zijne liefhebberijen zijn de hare, zijne inzichten vinden weerklank bij haar, in de schoonheid van den zoon vindt ze haar eigene, die tot het verleden behoort, nog eenmaal terug. Waarom moest STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Vergadering van Dinsdag 8 April, 's av. 8£ u., tot hervatting der werkzaamheden. Ingekomen zijn de geloofsbrieven vran de heeren Nijsingh en van Alphen, nieuwbenoemde leden der Tweede Kamer voor Drente en Zuidholland. Gesteld in handen eener commissie, welke, na onderzoek, voorstelt, genoemde heeren toe te laten, waartoe wordt besloten. De heeren Nijsingh en van Alphen leggen in handen des voorzitters de eeden af en nemen plaats. Mededeeling wordt gedaan van eene missive van mevr. de wed. H. Smits, houdende kennis geving van het overlijden van den heer N. M. Smits, in leven lid der Kamer. De Voorzitter wijdt eenige woorden van hulde aan de nagedachtenis van den heer Smits, die, nog niet lang lid dezer Kamer, door een smar telijk lijden geruimen tijd verhinderd was de vergaderingen bij te wonen, waardoor hij in de Kamer veel minder ten nutte van het algemeen kon werkzaam zijn. Het schrijven is reeds met een brief van rouw beklag beantwoord. Mededeeling wordt gedaan o. a. van de op dracht aan het lid der Tweede Kamer mr. Ree kers, om het door de Kamer aangenomen wets voorstel betreffende de zeevisscherijen in de Eerste Kamer te verdedigenvan ingekomen stukken en de laatstelijk door de Tweede Kamer aan genomen wetsontwerpen. Deze laatste worden verzonden naar de af- deelingen. Vervolgens wordt overgegaan tot het trekken der afdeelingen, waarna de vergadering wordt gescheiden. Binnenlandsch nieuws. Texel. De burgemeester dezer gemeente brengt ter algemeene kennis, dat van en met de tweede helft der maand April tot de maand November 1890, schietoefeningen van het artil- lerie-instructieschip „Aruba", met geschut en draagbare wapenen plaats vinden. Met geschut op de Hors in noordwestelijke richting, en met draagbare wapenen aan de bin nenzijde der Stuifdijk in oostzuidoostelijke rich- ling. Er zal een roode vlag waaien tijdens het vuren met geschut van genoemden bodem, en met draagbare wapenen aan eene vlaggestok die op het strand geplaatst is. Texel. - Het reddingtoestel van den heer Koning alhier, schijnt meer de aandacht te trekken. De uitvinder is namelijk, op verzoek van de hooge regeerjng, voornemens die toestellen op de tentoonstelling te Amsterdam en te Toulon te exposeerendat de beoordeeling daarvan met verlangen wordt tegemoet gezien, is zeer begrij pelijk. De uitvinder zelve zegt van zijn toestel Lothar de zoon wezen, die niet het eerst geboren werd Waarom voert het noodlot dien leelijken, gekken man in den koepel als een walgingwekkende hindernis op zijnen roemrijken levensweg, terwijl hij hem door zijn zoo goed als onzichtbaar bestaan van het majoraat beroofde, in welks schoot de schatten van den rijkdom sluimerden? Desidèrehad toch reeds van moeders zijde een aanzienlijk vermogen, waarom werd hij dan bovendien nog met al deze zegeniugen van de fortuin overladen, hij, die als een doode tusschen de ruïnen en in de uitgestorven bosschen leefde O, heb maar geduld, Lothar, mijn lieveling, wij zijn er nog niet Dolores werd door hare moeder gehaatals vuur en water stonden de beide vrouwen tegenover el kander. Hoe kwam gravin Leóntine over het ge heel aan zulk eene dochter Het is onbegrijpe lijk streng en ongenaakbaar bewandelt Dolores haar weg. Haar grijs oog kent geen mededoogen, hare lippen weten van geen vergifl'eniszij ziet er uit als een steenen beeld op welks jeugdig voorhoofd het uoodlot een huiveringwekkend merk gedrukt heeftdicht in elkander gegroeide wenkbrauwen, waarachter haat en onnoemelijke verbittering wonen. Dolores is fanatiek roomsch uren lang ligt ze in de grafkapel op de kniën en prevelt gebeden een grijs wollen gewaad, lang en zonder eenigen op schik en dat aan een tabbard doet denken, golft in buigzame plooien om hare gestalte, op zij slingert de rozenkrans, en vilten zolen maken haar gang onhoorbaar, als ware zij Vrouw Zorg uit de fabel, die over het pad harer medemenschen zweefde. Het aschblonde haar is glad gestreken aan de slapen en aan het achterhoofd tot een dunnen, kleinen knoop tezamen gedraaid, die door Lothar, tot groot vermaak der gravin, „het heilige uitje" was gedoopt. Lothar's geestigheid was dikwijls onbetaalbaar Freule Isabella, de jongste der drie kinderen, was de lieveling van den reeds vroeg gestorven graaf. Haar bloeiend gezichtje, friscli en liefe- Schipbreuk, dikwijls in donkere nacht of dikke mist en slecht gezicht, met vliegend weder en hevige branding in buitengronden onzer kusten, zooals o. a. de Haaks, Razende bol, Eijerland- sche gronden enz. (van de wal geen gezicht) doen alle pogingen van af het schip tot redding en redmiddelen verloren gaan, de oogenblikken van bestaan zijn dan kort en beslissend, de tijd, de gelegenheid ontbreekt om iets van af het schip te kunnen doen om gemeenschap te ver krijgen met de kust; noch vliegertoestel, noch luchtballon, noch Amerikaansch kanon, niets helpt; de branding vernielt en verbrijzeld direct alles van dek en doet het schip kraken en breken de equipage klimt in het tuig. In dien wanho- pigen toestand, als alles de schipbreukeling be geeft, alsdan deed de reddingtoestel Koning goede diensten. Een eenvoudige koperen bus, waarom een schietlijn van 1000 meter, wordt in zee geworpen; zooveel harder storm, hooger branding en sterker vloed, zooveel sneller overtocht. Het reddingtoestel Koning is met gunstig ge volg beproefd bij storm boven de Noorderhaaks, aan boord „Hercules" en later bij marszeils- koelte aan boord van Zr. Ms. oorlogsschip „Alk maar.". Oosterend, (Texel) 7 April. Zaterdag jL werd in eene gecombineerde vergadering der leden van de hier bestaande Vereenigingen, alge meen bekend onder de namen „Ziekenfonds" en „Begrafenisfonds," door den directeur der beide fondsen het gewone jaarlijksche verslag over het verloopen jaar 1889 uitgebracht. Daaruit bleek, dat het eerste fonds, niettegen staande het groot aantal ziektegevallen, meteen klein voordeelig saldo gewerkt had. Omtrent de tweede Vereeniging bleek, dat deze zich in bijzonder gunstige omstandigheden mocht verheugen. Het verloopen jaar had maar ééne uitkeering geeischt, zoodat het een groot voor deelig saldo opleverde, niettegenstaande de leden maar negen maanden contributie hadden betaald. Het geheele saldo dezer Vereeniging is alzoo geklommen tot een bedrag van ongeveer f1500, waardoor het bestuur vrijheid vond, om in minstens 4 maanden van dit jaar geene contributie te zullen heffen. Oudesluis. Bij de laatste lichting van de busjes der Schoolspaarbank op 29 Maart 11. was de inleg in 21 busjes f 4657. Door 10 leer lingen werd een bedrag van f 94.86 opgevraagd, zoodat de geheele inleg met f48.29 verminderde, Burgerbrug. Lichting Spaarbussen. Door 12 spaarders ingebracht gedurende het iste kwartaal 1890, f 12.57!, door 2 spaarders terug gevraagd f 20. Schagen. Het muziekfeest, bij gelegenheid van het tienjarig bestaan van „Schagen's Mannen koor Euterpe", alhier, zal op Zaterdag 26 April a. s. beginnen met een des avonds door de feest vierende vereeniging te geven feestconcert, waarop als solisten zullen optreden de beer Joh. M. Mes- schaert, van Amsterdam, en mej. Lenamie Denijs, uit Schagen, leerlinge-violiste van het conservatorium te Amsterdam. Ook met medewerking van het lijk als een pas ontlokeu knop, die door de eerste zonnestralen is wakker gekust, is door donkere lok ken omgeven twee groote, reebruine oogen schit teren er in, wier zijdeachtige wimpers hetfluweelig waas der wangen beschaduwen. Het open voor hoofd is echter sedert eenigen tijd dikwijls bewolkt, het mondje wordt zuchtend geplooid en het praat zoo verstandig en met overleg, als had het zijn levenlang als een klein huismoedertje over boter, eieren en huishoudelijke zaken onderhandeld. O, had (le gravin van tijd tot tijd eens in de koele karnkelder kunnen kijken, om het met zenuwschok ken aan te zien, hoe hare jongste dochter, met een voorschot en een hoog opgeschort katoenen kleedje aan, te midden van den schaarschen voorraad bezig is om de manden der brave vrouw Laubmann met hare ijverige handjes te vullenwaarbij ze ten laatste een smeekenden blik op het gelaat der oude vrouw werpt en haar geheimzinnig toefluistert „Maar voorzichtig hoor Sibylle, dat geen mensch merkt dat ik op de markt verkoopeu laat geef het in Godsnaam maar een stuiver goedkooper dan de vorige maal, doch breng geld mede, Sibylle, want anders weet ik niet hoe ik rond zal komen En wat een vreugde, als vrouw Laubmann dan uit de stad terugkomt, meesmuilend haar licht beursje in Isabella'z hand uitschudt en met een zelfvoldaan hoofdknikje zegt„Hier, lieve, beste freule, vandaag is het nog een halve gulden meer dan laatst Een halve gulden, wat een rijkdomDaar be taalt Isabella dadelijk het laatste paar duiven van in het dorp, dat mevrouw de gravin verleden voor haar ontbijt had gelast. Thans zit zij naast hare moeder in het boudoir in den toren en schudt de kaarten. „Er wil heelemaal geen eind aan komen, mama!" zei ze ten laatste en keek op, „we hebben alle pa- tiences geprobeerd, de een na de anderweet u, wat ik geloof de gravin keek haar vragend aau»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1