HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M. 46. Woensdag 16 April 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
CASGAMALA.
„En deacspereerl nimmer
Jan Pieterts. Coen.
Het Vaderlnndt photronwe
Blyf ick tot in den doot.
Wilhelmutlied.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voor de abonnés dezer Courant in de gemeente0.30.
buiten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der A drertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. B^j
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand...3„
Mededeelingen en aanbevelingen10
NEDERLAND.
HELDER, 15 April.
Wij ontvangen van den heer Tindal een adres,
dat door dien heer aan de Tweede Kamer is aan
geboden. Onze beperkte ruimte laat ons niet toe
dit adres in zijn geheel op te nemen. In het kort
bevat het 't volgende
.Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Henry
Tindal wonende te Amsterdam.(No..l2Sarphatikade);
.dat hij voortdurend op verschillende wijven de
aandacht van de Regeering, de volksvertegenwoor
diging en van gt eel het volk heeft trachten te
vestigen op het grot e gevaar dat onze onafhanke
lijkheid onder (le tegen roordige omstandigheden moet
loopen bij het uitbrekt.i van een oorlog.
Bij al deze gelegenheden deed hij opmerken hoe
zeer de residentie, de zetel van het krijgsbestuur,
blootstaat aan een bombardement.
Hij wees er op, welke treurige gevolgen het hebben
zoude als een eventueele'vijand, bij den aanvang van
den oorlog, hiertoe overging.
Het is hem tot nu toe niet mogen gelukken gedaan
te krijgen dat in dezen gevaarvollen toestand eenige
verandering werd gebracht. Alleen vernam hij, dat
naar het oordeel van de Regeering, eene dergelijke
beschieting van den Haag nooit zoude plaats hebben,
daar dit, volgens de Regeering, geheel in strijd zou
den zijn met het volkenrecht.
Deze opvatting van het volkenrecht werd door
Adressant met nadruk bestreden en wel voornamelijk
op d$ volgende gronden
1. Den Haag is de zetel van de Regeering, al
dè bureaux van het Departement van Oorlog en van
^liet Departement van Marine zijn daar gevestigd.
Van uit deu Haag worden dc bevelen gegeven tot
mobilisatie van het leger, concentratie der troepen,
enz., in een woord alle bevelen die noodzakelijk zijn
voor de verdediging des vaderlands. Voor de mogend
heid waarmede wij in oorlog zijn is dus den Haag,
bij het uitbreken van den oorlog, de plaats waar
liet hoofdkwartier van het vijandelijke leger geves
tigd is.
2. In den Haag ligt garnizoen. Het is de grootste
garnizoensplaats van Nederland. Dit garnizoen wordt
bij het uitbreken van den oorlog in den Haag ge
mobiliseerd. Het is dus voor onzen tegenstander
eene stad waar zich een groot aantal vijandelijke
troepen bevinden, die aldaar gemobiliseerd worden
of anders gezegd, die bezig zijn zich slagvaardig te
maken.
3. Bevindt zich in den Haag onze geschutgieterij.
In tijd van Oorlog is het dus voor de tegenpartij
eene stad waar zich militaire etablissementen van den
vijand bevinden.
Door dit een en ander kunnen groote militaire
voordeelen behaald worden door eene beschieting
van den Haag bij het uitbreken van een oorlog.
Zoolang dit alles blijft bestaan, zou dit bombarde
ment dus geenszins eene onnoodige wreedheid zijn,
Feuilleton van de Heldersclie- en Nieuwedieper Courant.
Roman door N. VON ESCHSTRUTH.
Achteloos glijdt haar voet over de ranken en het
weelderig, laag struikgewashet breede traliehek
voor het park van graaf Desidcre wijkt schuw uit
zijne hengsels, gravin Casga schrijdt voort door de
heerlijke, bloeiende rozenpracht, voor haar voet danst
de roode vlam op en neder. Onbewegelijk houdt
zij haar blik op den toren gericht, hare lippen
heven en haar gelaat wordt verwrongen, een wilde,
waanzinnige lach weerklinkt door den nachtplot
seling echter zweeft zij niet meer, neen, ze vaart
als een demon door bosch en heide tot in de mar
mergroeven. Dan hoort men het ritselen van haar
zijden gewaad en het roode licht vlamt weêr op en
wordt al grooter en grooter, en God zij den een
zamen wandelaar genadig, die thans den weg van
het dwaallicht kruist
Nog altijd waren de groenzijden venstergordijnen
in de kamer van graaf Lothar naar beneden gelaten.
Hij zelf lag in het ledikant met hoogen hemel,
bleek en ziek nog, met een breed verband om de
lokken en eene nauwelijks geheelde wond aan het
voorhoofd.
„Isabella," verzocht hij ten laatste, er klonk
iets wreveligs in den toon zijner stem, //laat toch
eindelijk eens wat lucht en licht in dit ziekenhol
binnenstroomen, ik stik onder de duffe gordijnen,
en blijf me ook met die afschuwelijke medicijnen
van het lijf, ik heb geep lust om mij door dien
krankzinnigen plattelands kwakzalver te laten dood
maken Hij greep mét zijné slanke 'vingers onge
duldig in de zware, damasten plooien der bedgor
dijnen, en schoof ze op zij.
het is derhalve alsdan niet in strijd met het vol
kenrecht.
Men zal dus slechts te kiezen hebben. Of wel
men verzette zich niet van af het oogenblik der
oorlogsverklaring tegen eenigen vijandelijken troep
die den Haag, met alles wat het bevat, wil bezetten.-
In dit geval is de oorlog voor ons niet vol te hou
den, de verdediging is als het ware verlamd. Of
wel men verzette zich "wel tegen de vijandelijke
troepen en dan zal de vijand door een bombardement
in - korten tijd hetzelfde resultaat bereikt hebben.
Ziende dat de Regeering ten deze opzichte niets
deed, achtte de ondergeteekende zich verplicht geen
moeite te ontzien om de zaak tot klaarheid te brengen.
Ten einde dit belangrijke vraagpunt voorgoed
te doen uitmaken besloot hij het te onderwerpen
aan het oordeel van de meest bekende deskundigen
van Europa. Hij begaf zich op reis en had het
voorrecht vele van de meest bekende autoriteiten
op gebied van volkenrecht en op militair gebied
van België, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Rus
land en Zwitserland te spreken.
Adressant verklaart thans bij dezen, dat hij onder
alle deskundigen, die hein de eer hebben aangedaan
met hein van gedachten te wisselen, er niet één
heeft aangetroffen, die ten deze opzichte het gevoe
len van onze Ilegeering deelt.
Bovendien hebben de volgende bekende man
nen van gezag hem gemachtigd namens hen te
verklaren
„dat wanneer onder de tegenwoordige bovenge
noemde) omstandigheden den Kaag in tijd van oor
log gebombardeerd werd, dit bombardement volgens
hun gevoelen niet in strijd zoude zijn met het vol
kenrecht."
I)e deskundigen die adressant tot deze verklaring
machtigden zijn
Zijne Excellentie de lnit.-generaal Brialmont, in
specteur-generaal der fortificatiën enz. enz., België.
Zijne exelentie Ch. Calvo, gevolmachtigd ministe,
enz. lid van het Institut de Droit International.
Argentijnsche Republiek.
Professor C. Demangeat, hoogleeraar, enz. lid
van liet Institut de Droit Intern., Frankrijk.
Zijne Excellentie Ecl. Engelhardt, gevolmachtigd
minister, enz, lid van het Inst. de Droit Intern.
Frankrijk.
L. Gessner, Gezantschapsraad, enz. lid van het
Inst. de Droit Intern., Duitschland.
Professor L. Goldschraidt, hoogleeraar, enz. lid
van het Inst. de Droit Int., Duitschland.
W. E. Hall, rechtsgel. lid v. h. Inst. de Droit Intern.,
Engeland.
Prof. C. II. Lyon-Caen, hoogl. enz. lid v. h. Inst.
de Droit Intern., Frankrijk.
Zijne Excelentie de generaal-veldmaarschalk Graaf
von Moltke, president van de commissie van lands
verdediging enz. enz., Duitschland.
Professor Nys, Hoogleeraar, enz. lid van het
Inst. de Droit Intern., België.
E. de Parieu, lid van het Inst. de France, eere
lid en oud-president van het Inst. de Droit Intern.,
Frankrijk.
Professor L. Renault, Hoogleeraar, enz. vice-pre-
sident van het Inst. de Droit Intern., Frankrijk.
Professor Alph. Rivier, Hoogleeraar, enz. presi
dent van het Inst. de Droit Intern., Zwitserland.
De freule stond lachend op en trad naar haar
broeder toe.
z/Nu,. al wat ge daar wenscht is het beste bewijs
voor uw beterschap, Lothar!" riep ze vroolijk uit,
z/en ik zal de laatste wezen, die u den heerlijken
zonneschijn daar buiten onthoudtVoelt ge u
werkelijk zooveel beter vandaag?" Zij nam met
een ernstig gezichtje zijn hand in de hare, „0 ja,
de koorts is bijna geheel weg, en uwe lippen be
ginnen er al weêr rood uit te zienGod zij geloofd
en gedankt, dat we weer zoover zijn Ze streek
liefkoozend het volle haar van zijn voorhoofd weg,
en liet haar blik lang en innig op het schoone
gelaat van den kranke rusten.
z/Ge dóet alsof ik op den dood had gelegen,
zusje," antwoordde hij wat zachter gestemd //gek
heid, zoó gemakkelijk sterft men niet en ondanks
dat vervloekte dwaallicht sta ik op den besten voet
met vrouw Fortuna. Doe nu echter de ramen
open
Isabella liep vlug op de hooge spiegelruiten toe
en trok voorzichtig de gekleurde gordijnen opde
eene verblindende zonnestraal na den andere viel
in het vertrek, eerst op het donkere houtwerk van
den vloer, daarna op de meubels en de wanden,
tot eindelijk de geheele kamer zich in den stralenden
gloed baadde.
Lothar richtte zich steunend overeind. Bijna
nieuwsgierig vloog zijn blik door het ouderwetsche
vertrek en bleef ten laatste op de slanke gestalte
van het jonge meisje rusten, dat zich bekoorlijk
in het helle licht dat van den lichtblauwen hemel
straalde, tegen den achtergrond afteekende.
«Kijk toch eens aan, hoe groot ons nestkuikentje
geworden is!" riep hij knipoogend uit. «Op mijn
woord van eer, Isabella, ik hel), zoolang ik hier in
het donker heb gelegen, nog niet kunnen zien hoe
we op elkaar gelijken!" En graaf Lothar lachte
zachtjes en ondersteunde zijn hoofd met de hand,
het jonge meisje echter kleurde tot in haar hals
Professor G. Rolin-Jacquemijns, Oud-Minister,
Secret.-Generaal en oud-president van het Inst. de
Droit Intern., België.
Professor John Westlake, Hoogleeraar, oud vice-
president van het Inst. de Droit Intern., Engeland.
- Ifot moet een ieder, die maar eenigszins op de
hoogte is van wat over het volkenrecht is geschre
ven, opvallen, dat men onder bovenstaande namen
ook die aantreft van mannen die zich steeds afkee-
rig hebben getoond van bombardementen.
Het gewicht van deze verklaringen kan en mag
door niemand onderschat worden. Van nu af aan
kan elke mogendheid, die met ons in oorlog komt,
als het ware van af het oogenblik der oorlogsver
klaring den Haag bombardeeren, of wel liet bezet
ten, waardoor verdere tegenstand onmogelijk wordt.
Een bombardement van den Haag zal, onder de
tegenwoordige omstandigheded, niet strijden met het
volkenrecht. Diegenen die zulk- een bombardement
onderneemt kan zich beroepen op het gevoelen van
de meest gezaghebbende deskundigen op gebied van
volkenrecht van geheel de wereld.
De zaak is thans voorgoed uitgemaakt, de kwestie
is beslist. Verdere aarzeling van onze zijde zoude
eene //Onvergeeflijke roekeloosheid" zijn.
Adressant mag echter wel zeggen, dat geen een
der vele deskundigen, die hem hun persoonlijk
oordeel mededeelden, het in deze eens is met onze
Regeering. Ook ontmoette hij niemand die onze
aarzeling, om thansnu het nog tijd iste handelen,
niet verschrikkelijk roekeloos vond. Enkele van
bovenbedoelde autoriteiten machtigden adressant
hun persoonlijk gevoelen mondeling aan onze regee
ring hekend te maken en waren zeer genegen het
zelfde te verklaren aan den Nederlandsclien gezant,
wanneer deze namens de Regeering met die vraag
tot hen kwam.
Het zoude roekeloos, ja zelf misdadig tegenover
het vaderland zijn langer te aarzelen.
De ondergeteekende doet hierbij een beroep op
de vaderlandsliefde van de vertegenwoordigers van
he( Nederlandsche volk in de Tweede Kamer der
Slaten-Generaal, hij' bezweert hen thans alle partij
schap ter zijde te stellen, en over alle andere con-
sideratiën heen te stappen. Hij verzoekt dat het
hun moge behagen deze aangelegenheid onmiddellijk
vóór iets anders ernstig ter sprake te brengen, en
aan te dringen bij de regeering om onverwijld zoo
danige maatregelen te nemen, waardoor het bom
bardement van den Haag, bij den aanvang van een
cventueelen oorlog, niet meer de meergenoemde
noodlottige gevolgen kan hebben en daardoor opboude
eene gerechte oorlogshandeling te zijn. Blijft de
tegenwoordige toestand voortbestaan, dan blijft de
onafhandelijkheid des vaderlands steeds in gevaar
verkeeren. 't Welk doende, enz.
Amsterdam, 10 April 1S90.
De Regeering zal voortaan aan ieder, die
het eerst bij de bevoegde overheid kennis geeft
van de stranding van een vaartuig op onze kusten,
eene belooning van f25 a f50 uitreiken, uit te
betalen door den inspecteur van het loodswezen.
Bij hét Departement van Binnenlandsche
Zaken zijn reeds van de bureaux der provinciale
besturen opgaven ontvangen omtrent de groote
volkstelling, zoodat daar langzamerhand met de
en opende de hooge vensterramen heerlijke geuren
stroomden van de rozenperken naar binnen, en de
frisscbe luchtstroom bracht de kleine vlokjes op het
voorhoofd der freule in beweging.
«Kom wat dichter bij, donker Gretchen ging
Lothar op matten toon voort, «en laat u eens van
nabij bekijken. Parbleu, ik geloof waarachtig, dat
ik mijn bekoorlijk verpleegstertje nog niet eens tot
dauk de hand heb gekust," hij bracht de witte
vingprs zijner zuster op ridderlijke wijze aan de
lippen «en moet er mij eerst door het zonlicht
opmerkzaam op laten maken, wat een smakelooze
landjonker er reeds uit me gegroeid is in dit
kraaiennest! Ga zitten, petite, en vertel me nu
eens alles van u zelve!"
Isabella gehoorzaamde. Ze sloeg de handen om
haar knie, schudde de donkere lokken naar achter,
en lachte haar eigen verlegenheid weg.
«Dat zou een waar kunststuk zijn, broertje, en
omgekeerd zou het wel zoo goed wezen. Gij komt
uit de residentie, uit de vroolijke, bonte wereld die
altijd wat nieuws oplevert en ik hen hier sinds
vijf maanden het eenige achttienjarige meisje, vier
mijlen in den omtrek
Lothar streek zijn glanzende snor op, zijn blik
rustte onafgewend op het bloeiende gezichtje. «Arm,
klein ding!" mompelde hij, «troost u maar, het zal
spoedig wel anders worden. Hm zeg eens, hoe
gaat het dan eigenlijk wel met de oude, als het zóó
gesteld is De barometer teekent zeker gewoonlijk
slecht weer."
«Mama Isabella zuchtte zacht, «ze schikt zicli
met gelatenheid in het onvermijdelijke, beter eigenlijk
dan wij durfden denken ja, ik ben overtuigd dat
zij hier gelukkig zelfs kon wezen, wanneer d'
«Nu! ga verder, ma belle!
«Wanneer Dolores slechts wat meer mei haar kon
sympathiseeren Maar in plaats van beter, wordt
de verhouding van dag tot dag meer gespannen,
ze hebben nauwelijks vijf minuten noodig om bij
werkzaamheden een begin kan worden gemaakt.
Ter bespoediging van den omvangrijken arbeid
zal aan het gewone personeel aan het Departe
ment tijdelijke hulp worden toegevoegd, voor-
loopig een iootal personen.
De minister van Waterstaat heeft zifch. niet
kunnen vereenigen met de voorstellen derdirec-
tien van de Holl. IJzeren, de Nederl. Rhijn- en
de Nederl. Centraalspoorwegmaatschappij om,
met ingang van 4 Mei, den prijs van de retour-
biljetten op sommige lijnen te verhoogen.
Door de vrijzinnige Kiesvereeniging „Bur
gerplicht" te Delft is jl. Donderdag met op twee
na algemeene stemmen tot candidaat voor de
Tweede Kamer gekozen Jhr. A. P. C. van Kar-
nebeek, oud-minister van Buitenlandsche Zaken.
De Anti-rev. Kiesvereeniging „Nederland en
Oranje", heeft den heer mr. H. A. van de Velde,
burgemeester van Loosduinen, tot haren candidaat
gekozen.
Mr. P. F. Hubrecht, secretaris-generaal bij
het Departement van Binnenl. Zaken, heeft aan
de Eerste Kamer verzocht, bij de behandeling
van de Pensioenwetten van de Regeering eene
categorische verklaring uit te lokken, dat de vraag
omtrent den eigendom van het bestaande We-
duwenfonds later, bij de nadere bestemmingsre
geling, zal behandeld worden. Art. 24 van het
wetsontwerp op de weduwenpensioenen bepaalt
namelijk o. a., dat bij de wet de bestemming
zal worden geregeld van dat bestaande Wedu-
wenfonds, en adressant wenscht nu, dat de Eerste
Kamer er voor wake, dat uit hare goedkeuring
van dat artikel ten aanzien van het eigendoms
recht dat aan de deelgerechtigden in het
fonds behoort eenigerlei praejudice geboren
worde, waardoor dat recht zonder vorm van
proces zou te gronde gaan en door den Staat
verbeurd verklaard zou worden.
Volgens „R. v. A." is besloten, om den isten
Mei niet als rustdag te vieren, omdat de gevaren,
daaraan verbonden, te groot zijn. Op dien dag
zullen zooveel mogelijk overal openbare verga
deringen worden gehouden, waar dezelfde eisch
„invoering van den arbeidsdag van acht uren",
zal worden gesteld.
Overzicht der Pers.
De Grondbelasting. In «Vragen des Tijds"
van April bespreekt de Groninger hoogleeraar mr.
Cort van der Linden de vraag, die bij de behan
deling van de voorstellen der vijf liberale Kamer
leden weder is ter sprake gekomen of de grond
belasting inderdaad eene belasting is dan wel eene
grondrente? Met andere woorden of men bij de
verdeeling van lasten rekening moet houden met
de grondbelasting, dan wel of deze een bijzondere
inkomst is van den Staat, buiten bet belastingstelsel
De schrijver bestrijdt die laatste meening, altans
bij ongebouwde eigendommen bij gebouwde is de
belasting van bijzonderen aard. De grondbelasting,
zoo betoogt bij, is geen zakelijke last, want de per
soon is aansprakelijkde waarde van bet goed is
wel maatstaf van heffing, maar het inkomen blijft
elkaar te zijn, of de vijandschap slaat aan alle kan
ten uit."
Lotbar's blank voorhoofd rimpelde zich. «Dolores
is bet koekoeksei in onzen vredigen familiekring,"
zei hij scherp, «ze schijnt mij toe juist rijp te wezen
om met baar gekken broeder uit den koepel te
gelijk in het dwangbuis gestoken te worden ik
herinner mij zoo flauw, tijdens mijn ijlen in de
koorts, een grijsachtig spook hier aan mijn bed
gezien te hebben, met strakke, gevoellooze oogen
was dat soms mijne hooggeboren oudste zuster
Isabella knikte toestemmend, terwijl een lichte
blos haar gelaat overtoog. «Dat hebt ge goed gezien,
eenmaal is ze hier geweest om dat heiligenbeeld
daar boven bed op te hangen, anders was zij
«Meestal in de kapel om voor den verloren zoon
te bidden?" viel de jonge officier haar in de rede,
terwijl hij luidkeels lachtedaarna viel hij onder
het slaken van een zucht weer in de kussens terug
en ging op bijna hoonenden toon voort«Ik ben
de vrome dame zeer dankbaar voor hare moeite,
maar hoop toch zonder het ja en amen van de
goede lieden daar boven, mijn leven ten einde te
brengen Hare martelaarsprenten mag ze zelve bo
ven haar bed hangen voorhands huldig ik nog de
prentjes van de speelkaarten." En hij bracht zijne
vermagerde hand omhoog, rukte de beeltenis der
heilige Barbara haastig van den wand en slingerde
ze geheel verfrommeld een eind de kamer in.
Isabella sprong met een lichten kreet van schrik
op. «Om Gods wil, Lothar, wat doet ge daar
riep ze uit, terwijl ze de plaat opraapte en met zorg
weer glad streek. «Wilt ge u levenslang DoloreB
tot vijandin maken Zij zal het vernielen van deze
prent als eene persoonlijke beleediging opvatten I"
«Als haar dat genoegen doet, waarom niet?"
Lothar ontbladerde kalm de heerlijke roos, die in
een kelk naast het bed stond, «ik zal er nooit een
geheim van maken, dat ik schijnheilige vrouwen
nog erger verafschuw dan kruisspinnen 1 Werd