HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 48,
M 47. Vrijdag 18 April 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
«L^CASGAMALA.
!n deMspcreert nimmer
Jan Pieterts. Coen.
Het Vaderlnndt ghetrouwe-
Blijf iele tot in den doot.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post f 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voor de abonnés dezer Courant in de gemeente0.30.
aam a buiten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der Advertentiën: Van 1—5 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. B§
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Mededeelingeu en aanbevelingen10
NEDERLAND.
HELDER, 17 April.
De Hofdignitarissen, dienstdoende ten paleize
het Loo, zullen op 17 dezer vervangen worden
door de heeren Baron van Hogendorp, adjudant,
Jhr. de Ranitz, adjudant en part. secretaris, Jhr.
van den Bosch, ordonnance officier, Jhr. Huyssen
van Kattendijke, kamerheer, en Jhr. Gevers
Deynoot, referendaris bij het Kabinet.
De heer mr.' E. N. Rahussen heeft aan den
Koning ontslag gevraagd uit zijne betrekking
van lid en voorzitter van het College voor de
zeevisscherijen. Deze aanvrage om ontslag schijnt
te zijn voortgevloeid uit de ervaring, dat samen
werking tusschen het college en de tegenwoor
dige regeering gebleken is onmogelijk te zijn.
Jl. Zondagmorgen werd in de kapel van
het Paleis het Loo eene godsdienstoefening ge
houden in tegenwoordigheid van H. M. de Ko
ningin en een 5otal peisonen uit Apeldoorn. H,
M. zat mede aan bij de bediening van het Heilig
Avondmaal. Ds. Hattink, predikant te Apeldoorn,
leidde de godsdienstige bijeenkomst.
In de politieke rede, door den heer Van
Dedem voor de Hoornsche kiezers gehouden,
had hij zich voornamelijk ten taak gesteld de
oplossing der onderwijskwestie te verdedigen,
vooral omdat daardoor een natuurlijker partijver-
deeling zou worden bevorderd. Hij wees op de
lichtpunten in de aangenomen oplossing en toonde
voor een leegpompen der openbare school zich
niet bevreesd, terwijl hij van de wet verbetering
van 't bijzonder onderwijs wachtte.
Om te debatteeren, was de sociaal-democraat
Fortuyn overgekomen, die op de gewone manier
het zonden register der liberalen opsloeg. In zijn
antwoord erkennende, dat niet alle gewichtige,
politieke vraagstukken door de liberale partij
reeds waren opgelost, merkte de heer Van Dedem
op, dat de belasting-hervorming en de leerplicht
thans op het program zijn gekomen, en dat de
grondwetsherziening de belemmeringen, die vroe
ger aan hervormingen in den weg stonden, heeft
weggenomen. Drong de heer Fortuyn op onmid
dellijke invoering van algemeen stemrecht aan,
de heer Van Dedem had bezwaar stemrecht te
geven aan hen, die nog door leerplicht moeten
gedwongen worden hunne kinderen naar school te
zenden.
De Nederlandsche Regeering heeft ter ken*
nis gebracht van het Fransche kabinet, dat zij
de kwesrie der grensregeling in Guyana, even
als Frankrijk, zou overlaten aan de beslissing
van een scheidsrechter, wie die ook zijn moge.
„Het Centr." verneemt, dat binnenkort een
Regeeringsvoorstel bij de Tweede Kamer zal in
komen tot wijziging der kiestabel en ter verdee
ling van de thans nog meervoudige in enkel
voudige kiesdistricten.
Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Conrant.
Roman door N. VON ESCHSTRÜTH.
„Als het stuivertje maar goed rollen wil, waarom
niet? Het komt alleen daarop aan, wie ditmaal
de bedrogene is. Geen zorgen nog, we hebben nog
altijd wat op hem voor, Lothar, wij houden het
heft in handen."
„Maar omzichtig, mama, omzichtig en de zieke
legde tegelijkertijd zijn vinger op den mond en wees
toen naar de deur, waarachter Isabella's lichte tred
weer hoorbaar werd.
Mevrouw de gravin leunde als te voren met haar
vroolijksten lach achterover in haar stoel en haalde
een brief uit haar zak. Lothar sloot afgemat de
oogen en greep haastig naar het glas, dat de freule
op een wit blad hem aanbood.
„Kom nu eens bij ons zitten, Bella wenkte de
hooggeboren vrouw met een genadig lachje, „en hoor
nu ook eens mede aan welk een genoegen ik in
stilte voor mijne twee lievelingskinderen heb bedacht.
Kent ge deze hand, petite?" Ze hield het jonge
meisje het buitenmate elegant couvert voor, op welks
achterzijde een luisterrijk, veelkleurig monogram
onder een baronnenkroontje prijkte. Met een lichten
uitroep van vreugde greep Isabella naar het witte
blad. „Van Dagmar0 toe, mama, ik smeek u,
geef hier
De gravin trok den brief lachend uit hare handen.
„Geduld, mon angedezen keer is het adres gericht
aan de Hooggeboreu Vrouwe Gravinne von Echters-
loh
„Een brief van freule von der Ropp, mama
Lothar richtte zich als geëlectriseerd overeind en
staarde de oude dame met wijdgeopende oogen aan,
terwijl op hetzelfde oogenblik zijn bleek gelaat zich
bloedrood verfde.
Overzicht der Pers.
Over het adres-Tindal zegt het „Hbld."
Men leze hunne verklaring (d. i. die der Europ.
legeraanvoerders, diplomaten en rechtsgeleerden)
en wat ze den heer Tindal hebben medegedeeld.
Men overwege ernstig, zonder hartstocht en
wrok, in het belang van het vaderland, wat deze
verklaringen beteekenen.
De stelling-Amsterdam worde eindelijk in orde
gemaakt. Amsterdam worde met geschutgieterij
en garnizoen in waarheid de hoofdstad, het
centrum der verdediging.
Er is een dier, dat men belastert. Men beticht
geheel ten onrechte den armen struisvogel, die
dit niet verdient, van zijn kop in het zand te
verbergen, om het gevaar liever niet te zien.
Wat de struisvogel niet doet, omdat hij er te
slim en wijs voor is, zij nu niet onze politiek.
De heer Tindal heeft aan het buitenland niets
nieuws medegedeeld. Men kent er onzen toestand
beter, dan, helaas! de overgroote meerderheid dien
hier kent.
Laat ons dus niet op den heer Tindal razen,
maar liever de waarschuwing aannemen, welke
hij ons geeft.
Un homme averti en vaut deux.
De „Stand." laat op het adres volgen
Reeds nu zij opgemerkt, dat door dit manifest
de quaestie-Tindal eene geheel nieuwe phase
intreedt.
Het blijkt thans, dat de mannen, die „vrede,
vrede en geen gevaar 1" riepen, zij het al te
goeder trouw, volk en vaderland misleid hebben.
We zeggen dit niet uit leedvermaak, al is het
bekend, hoe de „Stand." steeds op het niets-
beduidende onzer huidige defensie gewezen heeft,
maar opdat nu althans gehandeld worde, en
gehandeld zonder verwijl.
Binnenlandsch nieuws.
De besturen van een aantal waterschappen in
Noordholland, zich bezwaard gevoelende, dat,
naar aanleiding van het wetsontwerp tot vast
stelling van bepalingen betreffende Rijkswater-
schapswerken (nader gewijzigd ontwerp van wet)
in art. 1 onder 40. aan de Regeering de mach
tiging gegeven zou worden om bij algemeenen
maatregel van bestuur bepalingen vast te stellen
betreffende het afleiden van water uit en het
afvoeren van water in openbare wateren, onder
beheer van het Rijk, waaronder in deze wet
mede verstaan worden de territoriale wateren,
hebben een adres aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal gericht.
Gaarne geloovende, dat door den tegenwoor-
digen minister van Waterstaat geen misbruik zal
worden gemaakt van de hem verleende macht,
wijzen zij er op, dat de minister niet kan in
staan voor zijne opvolgers, en dat zich gemak
kelijk omstandigheden zouden kunnen voordoen,
waarin eene toekomstige Regeering bepalingen
„Juist, van Dagmar von der Ropp zei mevrouw
Leontine met zelfgenoegxamen lach, den wang van
den zieke tikkend met het geparfumeerde papier,
„niet waar, daar stelt ge belang in, mijn jongen
Maar hoor nu eerst, wat het lieve meisje mij schrijft."
„Laat het mij zelf lezen, moeder, als 't u belieft
klonk het haastig van zijne lippen en reeds hield
hij den brief in de hand en ontvouwde hem zichtbaar
ontroerd.
„Wat schrijft ze dan toch, mamaatje?" vleide
Isabella, terwijl ze zich over den stoel der gravin
heenboog, en ademloos het gelaat van den lezende
gadesloeg. „Nieuws uit de residentie?"
„Beter dan dat!" De gravin opende opnieuw
den waaier, om dien langzaam voor zich heen en
weder te bewegen. Gespannen rustte haar blik op
Lothar's gelaat.
Jubelend klonk plotseling een kreet door de kamer
de jonge officier zwaaide met den brief in de lucht,
daarop greep hij hartstochtelijk de handen der gravin
en trok haar tot zich in zijne armen.
„Ze komt hier, mama, waarachtig, ze komtDat
hebt ge mooi klaar gespeeld, gewikste der vrouw
tjes En Lothar wierp Isabella lachend den brief
toe. „Daar, lees zelf maar, petite, hoe allerliefst
uwe toekomstige schoonzuster brieven schrijven kan."
„Dagmar komtmijne schoonzuster stot
terde Isabella, vuurrood wordend. „Lothar, lieve,
goede Lothar, zou het mogelijk zijn
De gravin liet zich met een diepen zucht in de
zachte kussens der stoel terugvallen. „Stil kinderen,
wat ik u bidden mag, niet zoo luid," zeide zij, „het
gansche slot zou anders ons teeder geheim te weten
komen Maar, God zij dank, mijn plan de cam
pagne schijnt geluktDagmar heeft mijn uitnoodi-
ging in dit tooverpaleis met genoegen aangenomen,
dat is voor mij het beste en zekerste teek en,
dat zij niet zoo geheel ongestraft in de donkere
oogen van mijn krijgsman gekeken heeft. Alle gek
heid op een stokje, kinderen, er dient nu ernstig
over den toestand nagedacht, en laten wij er uit
zou kunnen maken, waardoor hunne belangen
zeer zouden worden benadeeld.
De feitelijke toestand, betreffende het loozen
en het inlaten van water door de waterschappen,
hoewel in vele gevallen nu reeds door wettelijke
bepalingen geregeld, heeft zich in de meeste
gevallen, vooral in Noord- en Zuidholland, door
het gewoonterecht van honderden jaren geregeld.
De waterschappen zijn hierdoor gebaat, en aan
de besturen der provinciën is de zorg opgedra
gen, dat misbruiken, die nadeel zouden kunnen
toebrengen, worden verhinderd.
De genoemde besturen zijn overtuigd, dat in
dezen goed geregelden en op het gewoonterecht
gegronden toestand zelfs door de Wetgevende
Macht niet zoo gemakkelijk verandering zou
worden gebracht, en het is om die reden, dat
zij aan de Kamer verzoeken niet aan de Regee
ring het recht te geven om eenvoudig „bij
maatregel van inwendig bestuur" in den zoo
ingewikkelden, maar toch zoo geregelden afvoer
en invoer van water wijziging te kunnen brengen.
Het adres is onderteekend door de besturen
der navolgende waterschappen: de Amsterdam
mer polder, de Anna-Paulowna-polder, de polder
Assendelft, de Beemster, de polder de Beetskoog,
de polder Beschoot, de Bijlermeerpolder, de
Bloemendaler polder, Drechterland, de Groote
IJpolder, de Groote Limmerpolder, de Polder
Hensbroek, de Houtrakpolder, Heemraadschap
Mijzen, de Niedorperkogge Strijkmolens, de
Nieuwe Keverdijksche polder, het Ambacht van
Westfriesland, genaamd de Vier Noorderkoggen,
de Purmer, de polder de Rondehoep, het Am
bacht van Westfriesland, genaamd de Schager-
en Niedorperkoggen, Heemraadschap der Strijk
molens, de Schagerkogge, de Schermeer, de Uit-
geester en Heemskerker Broek, de Uithoornsche
polder, de Velserbroek, Molenmeesteren van de
Wester-Kogge, de polder Westzaan, het Heem
raadschap Wormer, Jisp en Nek, de Wijde
Wormer, de Zeevang en de Zuidpolder.
Texel. - De bemanning der post- en passa
giersboot „Ada van Holland" vaart het geheele
jaar onafgebroken driemaal per dagdus ook
des Zondags. Nu worden er met den Zondag-
namiddagdienst noch in de heen- noch in de
terugreis brieven of postpakketten verzonden.
Zou het nu niet wenschelijk zijn, dat de Regee
ring en de ondernemer van den dienst, de heer
O. Bosman, den derden op Zondag lieten ver
vallen, opdat de bemanning ook eens vrijaf
hebbe De postdienst kan er, in de gegeven
omstandigheden niet door lijden.
Wieringen. Er beginnen op ons eiland
zich teekenen van leven op te doen. In den
gemeenteraad is besloten, dat er twee leden van
den Raad naar den minister van Waterstaat
zullen gaan om de belangen van de haven te
bepleiten. Het is werkelijk hoog noodig, want
de toestand is thans zoo ellendig als hij ooit
geweest is. Er wordt niets meer gedaan aan het
zoo noodige onderhoud en de verbetering van
trap, wierdijk, enz-, enz.alles wacht op de haven
nu schijnt het dat de afgevaardigden den min.
halen wat er uit te halen valt. Waarom zou ik
niet voor mijne wenschen uitkomen en zeggen, (laf
ik graag Dagmar met Lothar vereenigd zie? De
kleine is zeer rijk, nog een jaar en ze is meerder
jarig en onbeperkte meesteres over haar vermogen,
daarbij mooi, amusant, wel is waar wat verwend,
n'importe! Vooralsnog zou ik geen betere vrouw
voor je weten. De gevierde kleine prinses te over
winnen, kan voor den schoonsten officier der resi
dentie slechts kinderspel zijn, en hoe diep haar
interest voor u reeds wortel geschoten heeft, kan
men het best opmaken uit hare keuze om aan een
verblijf hier de voorkeur te geven boven een reisje
naar Ostende."
„Eigenlijk heb ik haar volstrekt niet zoo het hof
gemaakt, mama!" zeide Lothar, lachend zijn baard
in een punt draaiend„ik wilde haar alleen wat
prikkelen tant mieux, wanneer ik reeds zoo goed
geslaagd ben Ha ha ha ik weet zoo'n beetje, hoe
de vrouwen behandeld willen zijn, en ik verwed
er mijn pink onder, dat de verveling in deze een
zaamheid alleen al voldoende is, om haar verliefd
te maken 1"
„Ach, deze eenzaamheid!" riep Isabella plotseling
zuchtend en verschrikt uit, „hoe zal Dagmar zieh
kunnen voegen iu onze bescheiden levenswijze
Bedenk toch, mama, hoe klein onze bediening is,
hoe eenvoudig ons middagmaal, en hoe weinig af
wisseling wij kunnen bezorgen aan een verwend
stadskind
„Wat dat aangaat, beoordeelt gij de kleine waar
schijnlijk verkeerd, zusjelief," antwoordde Lothar,
onverschillig de schouders ophalend. „Freule von
der Ropp is op liet platte land groot geworden, de
twee laatste winters eerst bracht zij in de residentie
dooroverigens, zijn de omstandigheden hier zoo
pauvre, dat men niet eens gasten ontvangen kan
Beslist richtte de gravin zich overeid. JBétise
zeide zij scherp, „het zal mijne zaak zijn voor het
comfort van Dagmar te zorgen De oude- Christi-
aan wordt in livrei, gestoken, eveuzoo kau Laubmann
bepaald zullen verzoeken de haven op de be
grooting te brengen, en als dat niet kan, dan
zal men met eigen Wieringer krachten maar doen,
wat men kan om de zaken wat in orde te brengen.
Het zou werkelijk treurig zijn, als wij nu weer
geen haven kregen. De kleine visschersvloot
breidt zich hoe langer hoe meer uit en de com
municatie met den vasten wal neemt toe, en
nergens is er onder de eilanden een, waar het zoo'
moeielijk valt aan wal te komen.
Overigens gaan op Wieringen de zaken goed.
De lammeren zijn verbazend duur, en het rundvee
haalt goede prijzen, en op die twee zaken komt
het voor onze boertjes het meest aan. Die be
ginnen zich dus aardig wat van de kwade jaren
te herstellen.
Ook den visschers gaat het goed, vooral den
kleinen visschers. Door den zachten winter konden
ze bijna altijd uittrekken om alikruiken te
vangen, en dat heeft nogal heel wat opgeleverd.
Nu is die visscherij zoo wat gedaan en bereidt
men zich voor op de geepvangst.
De garnalen-visscherij daarentegen heeft dit
voorjaar slechts weinig opgebracht.
Overigens gaat alles hier zijn kalmen gang.
Strijd van kerkelijken of politieken aard tiestaat
hier weinig. Het kiesbewustzijn is hier ook nog
weinig ontwikkeld. Wel bestaat hier eene liberale
kiesvereeniging, doch zij laat weinig van zich
hooren. Zij heeft dan ook weinig te doen, daar
zij in beginsel heeft aangenomen zich met de
verkiezingen voor den gemeenteraad niet te
bemoeien. (N. R. Ct.)
Wieringen. De uitslag der verkiezing
van één lid voor den Gemeenteraad, jl. Dinsdag
gehouden, is als volgt
Uitgebracht 94 stemmen van de 315 kiezers,
en wel op de heeren J. Kooijman 26 stemmen,
S. A. Klein 19, P. S. Kuut 13, Jb. Engel 8, D.
Duijnker 6. C. C. Koorn 3, J. N. Mulder en
C. Kroon ieder 2, F. Kuut, J. Bakker, F. Kuijt,
P. Kuut en C. J. J. H. van Kempen ieder 1 stem.
Schagen. Dezer dagen had alhier de aan
besteding plaats van den aanleg van een nieu
wen verbindingsweg tusschen de gemeente en
het stationsgebouw. Eén perceel van het werk
werd aangenomen door D. Kramer voor f 1384,
het andere door J. Boekei voor f 480. De weg
voor f 480. De weg moet 15 Juli worden op
geleverd.
Alkmaar. Deze gemeente verloor giste
renavond een harer geachtste en meest gewaar
deerde ingezetenen. Dr. J. J. de Gelder, oud
Rector der Latijnschen school alhier, lid van
verschillende geleerde genootschappen, algemeen
bekend en bemind om zijne groote wetenschap
pelijke kennis, is van ons heengegaan, eene leegte
achter latende in de vereenigingen waarvan hij
veelal de ziel uitmaakte, die niet zoo spoedig
zal worden aangevuld.
Niettegenstaande zijn hoogen leeftijd (87 jaar)
was hij tot in zijne laatste dagen even helder
van hoofd als onvermoeid werkzaam aan de
zaken waarin hij steeds zooveel belang stelde.
Hij was Ridder der orde van de Eikenkroon.
als koetsier eu jager tegelijk fungeeren. Sybille
moet mijne kamenier zijn, Lore, als eenig bekwaam,
geroutineerd overblijfsel uit de oude heerlijkheid,
zal Dagmar bedienen. Een volmaakte keukenmeid
zullen wij iii ieder geval voor een paar weken moeten
Liten komen, benevens diverse bussen en delicatessen,
mon Dieu, een paar kisten wijn en champagne zullen
ook nog wel te bekostigen zijn, en wanneer het geldt
een goede vangst te doen, mag men tegen de kosten
niet opzien. Het geheele kasteel, zijne inrichting
en omgeving mankt den indruk van uiterst solide,
welnu, ten slotte zal de kleine het Iieel natuurlijk
vinden, dat een „land-idylle" en moderne bombast
niet band in hand gaan. Wij zelf, wij vinden het
zeer origineel en amusant Robinson Crusoe te spelen
in dit rottennest
„Natuurlijk, mama, dat spreekt van zelf!" stemde
Lothar koel, onverschillig toe. „Het komt er altijd
maar op aan, van welke zijde men eene zaak be
schouwt. En wat dunkt u van kleine fétes Cham-
pétres Men zou vuurwerk kunnen afsteken, roei
tochten en picnics op touw kunnen zetten, bijvoor
beeld op een Italiaanschen avond, als ik van plan
ben mij te declareeren. Geen noemenswaardige
buren, hé
„Buren genoeg, al wonen ze ook wat ver ant
woordde mevrouw von Echtersloh met lichten zucht
„oude, zeer rijke landadel, waar ik mij in mijne
tegenwoordige positie niet wilde presenteeren. Nu
wordt het iets anders." Vast besloten richtte de
gravin zich uit de ruggeleuning op. „Heden nog
zullen Isabella en ik naar het kasteel Gralsdort"
rijden, naar baron von Friesachs en u en Dolores
verontschuldigen. Dan gaan wij morgen naarRohr-
bach, overmorgen naar graaf Leuchtenbergwe
moeten bepaald onze visites achter den rug hebben
als Dagmar komt." Bij die woorden stond ze op.
„Ik ga direct mijne toiletten uitkiezen, petitena
den eten kan Laubmann inspannen. Bonjour
mon ange!" en ze drukte de lippen op het voorhoofd
van Lothar» «tracht nu wat te slapen, om vau