van niet zware voorwerpen, tusschen twee plaat-
sen, die geen andere gemeenschap kunnen hebben
dan door de lucht, kan een vlieger aangewend
worden, hetzij als optisch seintoestel, ook bij nacht,
hetzij door electriciteit langs een daarvoor inge-
richten draad.
Ook voor militaire doeleinden ware dit toe te
passen.
Doch, houden wij ons thans, zonder verdere
uitweiding, bij het onderwerp „redding bij schip
breuk".
Het zal menigeen nog versch in het geheugen
liggen, hoe, nu acht jaar geleden, de vreeselijke
ramp, aan de „Adder" overkomen, een rilling
van ontzetting deed gaan door het gansche land.
Eene bijzonderheid bij de „Adder" ramp, die
in hooge mate opmerking verdient, is het feit,
dat, hoewel het ongeluk slechts 6000 meter uit
de kust is voorgevallen, van de geheele beman
ning geen enkele gered is, terwijl toch de lijken,
die gevonden zijn, allen voorzien waren van zwem
gordels.
Is aan de mogelijke oorzaak van dit feit al
de aandacht geschonken, welke het verdient
Kan wellicht het volgende eene verklaring geven,
althans wijzen op een weg om eene verklaring te
vinden
Men weet wat verstaan wordt door kramp bij
het zwemmen en dat zelfs ervaren zwemmers,
soms plotseling en zonder merkbare oorzaak er
door overvallen, machteloos naar de diepte zinkeu.
Over het algemeen wordt die kramp beschouwd
als een gevolg van de werking der koude of van
het vocht of van beide op huid, zenuwen en
spieren, maar, indien dit zoo is, waarom dan'nu
eens wèl, dan weer niet die werking.
Onlangs deelde een dagblad mede, dat zekere
professor, op grond van zijne onderzoekingen tot
het besluit gekomen is, dat die zoogenaamde
kramp bij zwemmers niet een gevolg is van een
uitwendig, maar van een inwendig werkende
oorzaak, nl., dat zij is een plotselinge verlamming,
tengevolge van het indringen van vochtdeeltjes
in de longen.
Indien dit waar is, dan laat zich veel, zoo niet
alles, verklaren.
Waarom kan niet ieder mensch van zelf zwem
men, terwijl toch alle of bijkans alle dieren het
wel kunnen
Waarom zinkt een mensch, die niet zwemmen
kan, zoo spoedig weg, terwijl een beest, dat dit
ook niet kan, zoo lang kan blijven drijven
Het is hier de plaats niet voor wetenschappe
lijke beschouwingen, gesteld, ik ware er toe in
staat, maar naar mijn gevoelen is dit verschijnsel
alleen toe te schrijven aan de gevolgen van
zen u wachtigheid.
Eigpn ervaring toch leerde, dat een mensch
van gewonen lichaamsbouw in het water drijven
en zich t*huis gevoelen kan zonder het maken
van eenige der bewegingen, die bij het zwemmen
voorkomen en wel alléén door kalm, flink met
het hoofd achterover op den rug liggende, zorg
vuldig de ademhaling te beheerschen, zóódanig
dat deze stelselmatig plaats vinde. Het lichaam
beweegt zich alsdan zachtkens op en neer in het
water naarmate de longen gevuld worden of ledig
komen,, bij welke beweging zoowel de traagheid
als de wederstand in vloeistof, in werking tredende,
in aanmerking komen. Het in juiste overeen
stemming brengen dezer factoren met de tijd
stippen en den duur van liet in- en uitademen
houden mond en neus boven water en in staat
hunne functién te verrichten.
Gaat dit voor elk mensch, zoodat iedereen kan
blijven drijven als een stuk hout, dan is toch
een volkomen kalmte en rustigheid daarvoor
onmisbaar, en juist deze zullen, bij een on-
gewenscht te water geraken, bijna altijd ontbre
ken, tengevolge van schrik, angst, gejaagdheid,
kortom zenuwachtigheid.
En aangezien de in dit opzicht gelukkige bees
ten, hieraan minder onderhevig zijn, schijnt dit
eene oplossing van de gestelde vraag. Hoe hier-
gebruik is te maken, zullen wij nader zien.
Laat het meerendeel der elementen ons in
den steek bij het dreigen van één, klampen wij
ons dan vast aan dat, hetwelk overblijft. Hier
van zouden wij kunnen zeggen
Waar Aarde ons geen hulp kan biên,
Als Water dreigt met dood,
En zelfs het Vuur zijn macht ziet vliên,
Zij lucht onz' bondgenoot
Men denke zich een ballon met een inhoud
van ongeveer een halven kubieken meter en
vervaardigd van een voor het doel meest ge
schikte stof.
Door een pijpje met afsluiter staat de ballon
in verbinding met een metalen doosje, waarin
zich het voor de vulling benoodigde gas, of wel
de elementen voor de onmiddellijke voortbrenging
er van, in samengepersten, vloeibaren of vasten
toestand, bevinden.
Bij het openen van den afsluiter stroomt het
gas in den ballon en vult dezen zooveel als
vereischt wordt; het sluiten houdt den in het
doosje aanwezigen voorraad in bewaring.
Geheel gevuld, zal de ballon een draagvermogen
hebben van omstreeks 1 KG.
De ballon neemt, ledig zijnde, zoo weinig
ruimte in, dat de geheele toestel geborgen kan
worden in een gewone doos.
Zulk een doos wordt onafscheidelijk en op
de meest doelmatige wijze verbonden aan den
zwemgordel, zoodat een man, voorzien van zijn
drijfmiddel, te allen tijde en dus ook als hij reeds
te water ligt, zonder eenige moeite zijn ballon
vullen kan en zich, de wind dienende, met dezen,
door zee en branding heen, naar den wal kan
laten slepen.
Het vorenstaande is in grove trekken het
denkbeeld, de toepassing zal vereischen ver
schillende zaken in aanmerking te nemen
Bij slecht water en weinig wind zal er geen
bezwaar zijn met volle kracht te werken door
den ballon geheel te vullen, maar bij zee en
harden wind kunnen hiertegen bezwaren bestaan.
Immers, hoezeer snelheid van voortbeweging
gewenscht, zelfs hiernaar gestreefd is, zou deze
te groot kunnen worden, zjo groot namelijk, dat
de man, met kracht door de golven heen ge
trokken, hierin smoort of wél de toestel breekt.
Nu is het waarschijnlijk niet bekend, maar
voor deze aangelegenheid allernoodzakelijkst liet
te onderzoeken, hoeveel weerstand het lichaam
van een man bij verschillende toestanden in het
water ondervindt.
De geheel gevulde ballon zal een doorsnede
hebben met een middellijn van 0.96 M.stelt
men dat een derde van deze kan worden aan
gemerkt als de maat van dat gedeelte van den
ballon waar de volle winddruk op werkt, zoodat
dit een oppervlakte heeft van 0.1 M2, dan zal
bij een winddruk van 60 Kg., een trekkende
kracht van 6 Kg. in werking treden.
Is dit genoeg? is het veel? Alleen proef
nemingen kunnen dit uitmaken.
Een geringe steun of opwaartsche druk, wellicht
nog veel meer dan van x Kg., onder de kin
van een op den buik te water liggend persoon,
is voldoende om dezen het hoofd boven water
te doen houden.
De gevulde ballon, 1 Kg. hefvermogen bezit
tende, zou, doelmatig bevestigd, zelve reeds als
drijfmiddel kunnen werken.
Al wat in het vorenstaande opgemerkt is, aan
gaande het gebruik maken van vliegers, is ook
van toepassing op ballons.
In meerdere mate zelfs, omdat de eerste, ten
einde te kunnen opstijgen en staan blijven, gebon
den zijn aan de aanwezigheid van wind van
zekere kracht en zij een vast steunpunt behoeven,
terwijl de laatste het vermogen om te stijgen in
zich zelve hebben en zelfs bij het flauwste zuchtje
voortgedreven worden.
Door een vereeniging van beide, namelijk door
vlieger en ballon te vereenigen tot éen toestel,
zóo, dat deze laatste genoeg stijgvermogen bezit
voor het geheel, kan de volle druk van den wind
op den vlieger aangewend worden als trekkracht.
Een ballon te laten dalen boven een gewild
punt is niet, evenals bij een vlieger, te verkrijgen
door eenvoudig het touw snel te vieren, maar
men kan er een inrichting aan maken, die het
gas kan doen ontsnappen of wel het doosje doen
loslaten en neervallen.
Wellicht is hiertoe met vrucht gebruik te maken
van een electrischen stroom langs of door het
touw.
Het doel van dit schrijven is toch alleen het
vestigen van de aandacht op het allerbelangrijkste
onderwerp, ten einde door samenwerking en weder-
keerigen steun van belangstellenden, met weten
schap en kunst als bondgenooten, tot een prac-
tische uitkomst te geraken, althans er naar te stre
ven met al den ernst, dien de zaak verdient.
Moge dit opstel, door de macht der pers ge
steund en in wijden kring verspreid, opwekken
om hiertoe mede te werken.
NEDERLAND.
HELDER, 19 April.
Volgens de „Augsb. Allg. Zeitung" staat het
reeds vast dat, ten gevolge van de laatste ont1
hullingen van den heer Henry Tindal, de minis
teries van Oorlog en van Marine naar Amster
dam zullen worden verplaatst, terwijl de over
brenging der andere Departementen van algemeen
bestuur en de verhuizing van het Hof dan nog
slechts een kwestie van tijd zou zijn.
Uit deze verrassende inededeeling blijkt, dat
de aandacht van het buitenland door de bewe
ging, welke de heer Tindal in het leven heeft
geroepen en wakker houdt, niet enkel op onzen
verdedigingstoestand gevestigd blijft, maar
dat men daar ook druk bezig is den heer Tindal
zijn zin te geven.
Voor Den Haag is het echter geruststellend,
dat die verplaatsing van den Regeeringszetel
naar Amsterdam alleen in de kolommen van de
Duitsche pers is beslist en niet in de daartoe be
voegde kringen, die toch ook een woordje mee
te praten hebben. (Vad.)
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een
wetsvoorstel tot wijziging van de kiestabel, tot
splitsing van de meervoudige districten, en niet
zooals de vorige Ministers beoogden tot ver
andering van andere districten.
Bij de indeeling van de vijf groote steden is
het voorstel-Schaepman, dat tijdens de behande-,
ling van de Additioneele Artikelen der Grond
wet werd voorgedragen, gevolgd.
Gedeputeerde Staten der provinciën zijn niet
opnieuw gehoord.
In de laatste gemeenteraadszitting van Dinx-
perlo was ingekomen een schrijven van den
Commissaris des Konings der provincie van den
volgenden inhoud
„De Commissaris des Konings in de provincie
Gelderland.
Gelezen een besluit van den Raad der Ge
meente Dinxperlo dd. 21 Dec. 1889 no. 22,
waarbij den Commissaris des Konings in dit ge
west verzocht wordt, wel te willen bevorderen,
dat de geheime correspondentie door den Bur
gemeester der gemeente over gemeentezaken
gevoerd, voor den Raad worde opengelegd;
Gezien de over deze aangelegenheid o. a. ook
met de Regeering gevoerde briefwisseling;
Overwegende, dat de bevoegdheid van den
Burgemeester om vertrouwelijke brieven te schrij
ven en daarvan copie te houden in een register,
boven allen twijfel verheven is; dat de verplich
ting om den Raad van zoodanig register inzage
te geven bij geen enkele wetsbepaling aan den
Burgemeester wordt opgelegd.
Heeft goedgevonden.
Den Raad der gemeente Dinxperlo, onverdeeld
dc afkeuring van den toon en van de taal van het
hierbedoelde raadsbesluit, bij afschrift dezes, mede
te deelen, dat 's Raads voormeld verzoek niet
voor inwilliging vatbaar is."
Naar uit Parijs gemeld wordt, heeft de
Keizer vari Rusland thans de uitnoodiging, om
als scheidsrechter op te treden in de kwestie
tusschen Nederland en Frankrijk betreffende de
grensregeling van Guyana, aangenomen
In de jl. Donderdag gehouden buitengewo
nen Vergadering der Provinciale Staten van
Noord-Brabant is tot lid der Eerste Kamer (va-
cature-Smitz) gekozen de heer VV. Merkelbach,
lid der Staten te Breda, met 29 stemmen.
Overzicht der Pers.
De tusschenkomst der bisschoppen.
Naar aanleiding van het advies van „De Tijd"
om in den strijd over den persoonlijken dienst
plicht de beslissing over te laten aan de bis
schoppen in Nederland, schrijft de „Standaard"
„De bisschoppen alzoo zouden te beslissen
hebben i°. of de plaatsvervanging mag afge
schaft eri 20. indien niet, of dan ter oorzake
van dit geschil het liberalisme ten onzent weer
op het paard moet geholpen worden.
Nu heeft Leo XIII zelf in zijn encycliek ver
klaard, dat de bisschoppen mis kunnen tasten
maar dat, als de bisschoppen, zij het ook ver
keerd, gesproken hebben, elk bon-CatJwlique ge
hoorzamen moet.
„Vindt dus deze raad ingang, dan is is het
met het politiek karakter van de Roomschestem
bus-organisatie uit. Dan is er geen Roomsche
staatspartij meer. Maar dan treedt het episco
paat zelf als politieke commissie van advies op;
krachtens zijn mandaat beschikkende over alle
Roomsche stemmen.
„We zijn dan ook zeer benieuwd, om te weten,
of deze raad doorgaat, en of de bisschoppen tot
het geven van zulk eene beslissing zich leenen
zullen.
„Om tweeerlei oorzaak.
„Vooreerst, omdat de bisschoppen in Duitsch-
land en Oostenrijk dan in strijd komen met het
episcopaat ten onzent, daar in deze beide landen
de afschaffing van het remplaceeren hunnerzijds
geen verzet uitlokte.
„En ten tweede, omdat, vindt eenmaal deze
wijze van handelen ingang, in het vervolg elk
Roomsch staatsman, die vooraf de opinie der
bisschoppen inwon, de macht bezit, om zijn af
wijkende geestverwanten te ontwapenen".
Aan de militaire penkrassen van Marius in liet
„Vad." ontleenen wij het volgende over de wen-
schelijkheid eener te benoemen opperbevelhebber
van leger en vloot.
Sedert een drietal jaren is onze Grondwet hemen,
de Grondwet, die zoo langen tijd het struikelblok
was, dat alle militaire verbeteringen heette te be
lemmeren. Wij schrijven thans April 1890, en nog
is het tijdstip niet bij benadering te berekenen,
waarop wij een behoorlijk leger en eene voldoende
vloot zullen bezitten.
Wij willen thans niet in beschouwingen treden
over de heilzame gevolgen, die het hebben zou, als
éen enkel persoon eens met dictatoriale macht was
bekleed, met het doel om Nederland aan een behoor
lijke krijgsmacht te helpen.
Maar wat wel, zelfs in Nederland, bestaanbaar
ware, is het reeds meermalen door ons verdedigde
benoemen van een opperbevelhebber over leger en
vloot, en het aan hem opdragen van het reorgani-
seeren van de krijgsmacht. Ware dit bijv. terstond
bij de aanneming der Grondwet geschied, dan had
deze genernal of admiraal, bijgestaan door een
zeker aantal hulporganen, zeker reeds zes maanden
later met zijn ontwerp-organisatiën. wetsvoorstel, enz.
gereed kunnen zijn. In het begin van 18S8 had
men dan met de parlementaire behandeling van de
recruteeringswet kunnen gereed komende aan
gevraagde extra-credieten voor de nieuw aan te
schaffen schepen, voor uitbreiding der kazerneering,
aanschaffing van veldmaterieel, enz. kunnen voteeren
en in den zomer van dat jaar reeds krachtig met
de reorganisatie, aanbouw, enz. kunnen aanvangen.
Er dient in liet oog gehouden, dat er in oorlogs
tijd toch een persoon zal moeten zijn, die aan leger
en vloot beide bevelen geeft. Zooals het nu is, zal
er van opperste leiding geen sprake zijn. Z. M.
onze Koning zal wegens zijn hoogeu ouderdom en
steeds zorgvollen gezondheidstoestand, hoe ongaarne
ook, het opperbevel wel aan andere handen moeten
overlaten. De minister van Marine en van Oorlog
zullen dan opeens van uit hun rustige administra
tieve kabinets-bezigheden in een werkkring worden
geplaatst, waarvoor zij niet zijn berekend. Feitelijk
zal de chef van den generaleu staf de opperbevel
hebber van de landmacht zijn, en deze dus uit zijn
onmisbaren werkkring worden gerukt, terwijl de
verschillende maritieme autoriteiten nu eens geheel
aan eigen inzichten overgelaten, dan weder door een
Regeeringstelegram opgejaagd zullen worden.
Deze toestand blijkt spoedig onhoudbaar.
Het eerste werk van den alsdan te benoemen
opperofficier zal nu moeten wezen om in aller haast
nog eenigermate aan het reorganiseeren te gaan.
Volgt hier nu niet vanzelf uit, dat reeds in vre
destijd die opperbevelhebber moet er zijn
Het is echter meermalen verteld, dat Z. M. onze
Koning, deze waardigheid als een zijner prerogatieven
beschouwende, ongeneigd zou worden bevonden oni
er een zijner onderdanen mede te bekleeden. Het
wil ons voorkomen, dat het hier geheel en al af
hangt van de wijze, waarop uien de zaak aan het
oordeel van Z. M. onderwerpt.
In het tegenovergestelde geval echter, zou bijv.
de benoeming van een inspecteur van land- en
zeemacht wellicht minder bezwaren ontmoeten.
Het is nog niet te laat om dit te doen.
Binnenlandsch nieuws.
Alkmaar. De aanleg van het telefoonnet,
waarvoor den heer J. Pot, zooals men weet,
concessie is verleend door het bestuur dezer ge
meente, is reeds zoover gevorderd, dat onder
scheidene aansluitingen konden worden aange
bracht.
Amsterdam. Jl. Dinsdagmorgen is een
eerste stukje van het Merwedekanaal voor het
verkeer opengesteld. Het is het gedeelte van
het „Smal VVeesp" tot de Oude Vecht bij Nich-
tevecht.
Deze openstelling is met eenige feestelijkheid
gepaard gegaan.
Des morgens vertrok van de Weerdsluis te
Utrecht een door een sleepboot getrokken reeks
van schuiten van schipper Boelhouwer.
Bij de in aanbouw zijnde sluis tusschen Zuilen
eu Maarsseu werd' een ovatie gebracht aan de
heeren Lekker en Van Seters, aannemers, die
aan den wal stonden.
Te Nieuwersluis werd het door de bemanning
aangeheven volkslied door de op den oever in
gelid geschaarde pupillen bloothoofds aangehoord.
Te Nichtevecht werd de vloot ontvangen door
den burgemeester en werd tot op de nieuwe
sluis staande vertegenwoordigers van den water
staat, met den hoofdinspecteur Conrad aan het
hoofd, door schipper Boelhouwer een toespraak
gehouden, waarin hij, namens de gansche schip
perij, daDk betuigde aan de ontwerpers en uit
voerders van het werk. In de bescherming van
den minister van Waterstaat beval de spreker de
schipperij verder aan.
De heer Conrad dankte met een kort woord.
Hij verblijdde zich over het voordeel, dat de
schipperij bij den nieuwen weg zou hebben.
Daarna werd de sluis onder luid gejuich van de
schippers opengedraaid en voer men, onder het
zingen van het volkslied, het gereed gekomen
kanaaldeel op.
Ter-Apel. Werkstakingen zijn alhier aan
de orde van den dag. Ook in den Weerdinger-
mond eischen de veenarbeiders meer loon.
Jl. Maandag trok reeds een troep arbeiders door
den Weerdingermond. Dinsdagmorgen omstreeks
10 uur was de berichtgever ooggetuige van een
optocht van verschillende groepen arbeiders, die
zich voor het huis van den vervener en winke
lier P. Beugel tot één hoop vereenigden. Daar
werden ze toegesproken door een baggerman, een
vreemden arbeider. Deze zeide o. m., dat ze
zich rustig moesten houden; hij verzocht hun,
uit elkaar te gaan en zich te begeven öf naar
hunne woningen óf naar hunne z. g. keten
geen drank te gebruiken (ofschoon de gelegen
heid daarvoor was benomen, daar de herbergiers
niet mochten tappen), en niet aan het werk te
gaan vóór alle veenbazen hun een bewijs hadden
geteekend om meer loon te geven.
't Is te begrijpen, dat er wel politie aanwezig
was, zoomede de maréchaussees te paard achter
de menigte.
Toen de baggerman uitgesproken had, ging
de hoop kalm uiteen, om Donderdagavond 6
uur, zoo zeide de spreker weer appèl te houden.
„Houdt vol, mannen al duurt het nog een week,
wanneer we bedaard blijven en volhouden, dan
krijgen we onzen zin", zoo zeide onze impro
visator.
Marine en Leger.
Aangezien door verschillende bladen het antwoord
van den minister van Binnenlandsche Zaken op het
adres van officieren der dd. schutterij te Gouda onjuist
is weörgebleven, hebben die officieren thans besloten
dat antwoord openbaar te maken.
Het antwoord luidt aldus
„Ik heb de eer u te berichten, dat, indien de
verzochte mededeeling aan alle commandanten van
dienstdoende schutterijen in het belang der schutterij
in het algemeen en van de officieren in het bijzon
der had kunnen strekken, zij niet zou zijn nagela
ten. Het feit, dat die mededeeling niet heeft plaats
gehad, moge u en den overigen adressanten de over
tuiging geven, dat dit vermeend belang inderdaad
niet bestaat.
De minister van Binnenl. Zaken,
De Savornin Lobman."
Vijftien van de Itotterdamscheschuttersofficieren,
die het bekende adres aan den minister van Binnen
landsche Zaken onderteekenden en blijkens de
„Staatscourant" van jl. Maandag op hun verzoek
eervol ontslag hebben ontvangen, hebben naar aan
leiding van de vergadering, door schuttersoffieieren
te Amsterdam gehouden, den 11 den April een
schrijven gericht aan den heer A. Tromp van
Holst, kommandant der Amersfoortsche schutterij,
waarin zij uiteenzetten, waarom zij volhard hebben
bij hun verzoek om ontslag.
Zij verklaren daarin, dat zij, indien de minister
het eenvoudig afgekeurd had, dat zij niet langs
hiërarchischen weg hunne klachten tot hem gericht
hadden, daarin zouden berust hebben.
Het departement van Binnenlandsche Zaken heeft
echter naar aanleiding van het adres een onderzoek
ingesteld. Geen van hen, die zich beklaagden, doch
alleen die hoofdofficieren van wie men aan het de
partement weet, dat zij met requestreerende
officieren op een uiterst gespannen voet stonden,
werden gehoord. „Wij weten", zeggen de onder-
tcekenaars van dit schrijven, „uit goede bron, dat
zij adviseerden het antwoord zoo in te richten, dat
adressanten genoodzaakt zouden zijn hun ontslag te
nemen, onder bedreiging van anders zelf hun aan
vraag om ontslag in te dienen".
Dit advies is gevolgd en alzoo bleef voor de
adressanten, hoezeer het hun leed deed op zulk
een wijze te scheiden van een werkkring, dien zij
lief hadden, geen andere weg open dan ontslag te
vragen en daarbij te volharden.
De 1ste luit. der mariniers J. C. van Hoek wordt
met 1 Mei a. s. overgeplaatst van het 1ste bat. te
Arasterdam naar het 3de bat. te Botterdam.
Generaal Knoop is zeer ernstig ongesteld.
Naar omstandigheden was de toestand jl. Don
derdag bevredigend.
Gedetacheerd bij de Normaal Schietschool te
's Gravenhage uit Hoorn, de 1ste luit. F. W. J. de
Witt Huberts.
Bij beschikking van Z.E. den minister van oorlog
is de gouden medaille met de daaraan verbonden
gratificatie van f 50 voor 36 jarigen trouwen dienst
toegekend aan den sergeant-raajoor-vuurwerker J.
van den Bosch, van het 4de reg. vesting art. Dit
onderscheidingsteeken zal op 23 dezer bij het houden
eener parade door den kolonel regiments-commandant
M. van Aken uitgereikt worden.
Aan het verlangen van de Tweede Kamer tot
spoedige oprichting van de inundatie-middelen in de
Amsterdamsche stelling, wordt nu met spoed voldaan.
Den 30sten dezer maand wordt het bouwen van
de inundatiesluis voor het waterschap de Beemster,
geraamd op f 76300, door den eerstaanwezend inge
nieur te Amsterdam aanbesteed, terwijl spoedig die
voor den Eilandspolder zal volgen.
Ook de veranderingen aan de sluizen, dieScher-
merhorn gemeenschap geven met de Zuiderzee, die
nende tot inlating van inundatiewater, zullen binnen
korten tijd worden uitgevoerd.
Is het Haagschc „Dagblad" wel or dorricht, dan
worden er pogingen aangewend tot het stichten