van niet zware voorwerpen, tusschen twee plaat- sen, die geen andere gemeenschap kunnen hebben dan door de lucht, kan een vlieger aangewend worden, hetzij als optisch seintoestel, ook bij nacht, hetzij door electriciteit langs een daarvoor inge- richten draad. Ook voor militaire doeleinden ware dit toe te passen. Doch, houden wij ons thans, zonder verdere uitweiding, bij het onderwerp „redding bij schip breuk". Het zal menigeen nog versch in het geheugen liggen, hoe, nu acht jaar geleden, de vreeselijke ramp, aan de „Adder" overkomen, een rilling van ontzetting deed gaan door het gansche land. Eene bijzonderheid bij de „Adder" ramp, die in hooge mate opmerking verdient, is het feit, dat, hoewel het ongeluk slechts 6000 meter uit de kust is voorgevallen, van de geheele beman ning geen enkele gered is, terwijl toch de lijken, die gevonden zijn, allen voorzien waren van zwem gordels. Is aan de mogelijke oorzaak van dit feit al de aandacht geschonken, welke het verdient Kan wellicht het volgende eene verklaring geven, althans wijzen op een weg om eene verklaring te vinden Men weet wat verstaan wordt door kramp bij het zwemmen en dat zelfs ervaren zwemmers, soms plotseling en zonder merkbare oorzaak er door overvallen, machteloos naar de diepte zinkeu. Over het algemeen wordt die kramp beschouwd als een gevolg van de werking der koude of van het vocht of van beide op huid, zenuwen en spieren, maar, indien dit zoo is, waarom dan'nu eens wèl, dan weer niet die werking. Onlangs deelde een dagblad mede, dat zekere professor, op grond van zijne onderzoekingen tot het besluit gekomen is, dat die zoogenaamde kramp bij zwemmers niet een gevolg is van een uitwendig, maar van een inwendig werkende oorzaak, nl., dat zij is een plotselinge verlamming, tengevolge van het indringen van vochtdeeltjes in de longen. Indien dit waar is, dan laat zich veel, zoo niet alles, verklaren. Waarom kan niet ieder mensch van zelf zwem men, terwijl toch alle of bijkans alle dieren het wel kunnen Waarom zinkt een mensch, die niet zwemmen kan, zoo spoedig weg, terwijl een beest, dat dit ook niet kan, zoo lang kan blijven drijven Het is hier de plaats niet voor wetenschappe lijke beschouwingen, gesteld, ik ware er toe in staat, maar naar mijn gevoelen is dit verschijnsel alleen toe te schrijven aan de gevolgen van zen u wachtigheid. Eigpn ervaring toch leerde, dat een mensch van gewonen lichaamsbouw in het water drijven en zich t*huis gevoelen kan zonder het maken van eenige der bewegingen, die bij het zwemmen voorkomen en wel alléén door kalm, flink met het hoofd achterover op den rug liggende, zorg vuldig de ademhaling te beheerschen, zóódanig dat deze stelselmatig plaats vinde. Het lichaam beweegt zich alsdan zachtkens op en neer in het water naarmate de longen gevuld worden of ledig komen,, bij welke beweging zoowel de traagheid als de wederstand in vloeistof, in werking tredende, in aanmerking komen. Het in juiste overeen stemming brengen dezer factoren met de tijd stippen en den duur van liet in- en uitademen houden mond en neus boven water en in staat hunne functién te verrichten. Gaat dit voor elk mensch, zoodat iedereen kan blijven drijven als een stuk hout, dan is toch een volkomen kalmte en rustigheid daarvoor onmisbaar, en juist deze zullen, bij een on- gewenscht te water geraken, bijna altijd ontbre ken, tengevolge van schrik, angst, gejaagdheid, kortom zenuwachtigheid. En aangezien de in dit opzicht gelukkige bees ten, hieraan minder onderhevig zijn, schijnt dit eene oplossing van de gestelde vraag. Hoe hier- gebruik is te maken, zullen wij nader zien. Laat het meerendeel der elementen ons in den steek bij het dreigen van één, klampen wij ons dan vast aan dat, hetwelk overblijft. Hier van zouden wij kunnen zeggen Waar Aarde ons geen hulp kan biên, Als Water dreigt met dood, En zelfs het Vuur zijn macht ziet vliên, Zij lucht onz' bondgenoot Men denke zich een ballon met een inhoud van ongeveer een halven kubieken meter en vervaardigd van een voor het doel meest ge schikte stof. Door een pijpje met afsluiter staat de ballon in verbinding met een metalen doosje, waarin zich het voor de vulling benoodigde gas, of wel de elementen voor de onmiddellijke voortbrenging er van, in samengepersten, vloeibaren of vasten toestand, bevinden. Bij het openen van den afsluiter stroomt het gas in den ballon en vult dezen zooveel als vereischt wordt; het sluiten houdt den in het doosje aanwezigen voorraad in bewaring. Geheel gevuld, zal de ballon een draagvermogen hebben van omstreeks 1 KG. De ballon neemt, ledig zijnde, zoo weinig ruimte in, dat de geheele toestel geborgen kan worden in een gewone doos. Zulk een doos wordt onafscheidelijk en op de meest doelmatige wijze verbonden aan den zwemgordel, zoodat een man, voorzien van zijn drijfmiddel, te allen tijde en dus ook als hij reeds te water ligt, zonder eenige moeite zijn ballon vullen kan en zich, de wind dienende, met dezen, door zee en branding heen, naar den wal kan laten slepen. Het vorenstaande is in grove trekken het denkbeeld, de toepassing zal vereischen ver schillende zaken in aanmerking te nemen Bij slecht water en weinig wind zal er geen bezwaar zijn met volle kracht te werken door den ballon geheel te vullen, maar bij zee en harden wind kunnen hiertegen bezwaren bestaan. Immers, hoezeer snelheid van voortbeweging gewenscht, zelfs hiernaar gestreefd is, zou deze te groot kunnen worden, zjo groot namelijk, dat de man, met kracht door de golven heen ge trokken, hierin smoort of wél de toestel breekt. Nu is het waarschijnlijk niet bekend, maar voor deze aangelegenheid allernoodzakelijkst liet te onderzoeken, hoeveel weerstand het lichaam van een man bij verschillende toestanden in het water ondervindt. De geheel gevulde ballon zal een doorsnede hebben met een middellijn van 0.96 M.stelt men dat een derde van deze kan worden aan gemerkt als de maat van dat gedeelte van den ballon waar de volle winddruk op werkt, zoodat dit een oppervlakte heeft van 0.1 M2, dan zal bij een winddruk van 60 Kg., een trekkende kracht van 6 Kg. in werking treden. Is dit genoeg? is het veel? Alleen proef nemingen kunnen dit uitmaken. Een geringe steun of opwaartsche druk, wellicht nog veel meer dan van x Kg., onder de kin van een op den buik te water liggend persoon, is voldoende om dezen het hoofd boven water te doen houden. De gevulde ballon, 1 Kg. hefvermogen bezit tende, zou, doelmatig bevestigd, zelve reeds als drijfmiddel kunnen werken. Al wat in het vorenstaande opgemerkt is, aan gaande het gebruik maken van vliegers, is ook van toepassing op ballons. In meerdere mate zelfs, omdat de eerste, ten einde te kunnen opstijgen en staan blijven, gebon den zijn aan de aanwezigheid van wind van zekere kracht en zij een vast steunpunt behoeven, terwijl de laatste het vermogen om te stijgen in zich zelve hebben en zelfs bij het flauwste zuchtje voortgedreven worden. Door een vereeniging van beide, namelijk door vlieger en ballon te vereenigen tot éen toestel, zóo, dat deze laatste genoeg stijgvermogen bezit voor het geheel, kan de volle druk van den wind op den vlieger aangewend worden als trekkracht. Een ballon te laten dalen boven een gewild punt is niet, evenals bij een vlieger, te verkrijgen door eenvoudig het touw snel te vieren, maar men kan er een inrichting aan maken, die het gas kan doen ontsnappen of wel het doosje doen loslaten en neervallen. Wellicht is hiertoe met vrucht gebruik te maken van een electrischen stroom langs of door het touw. Het doel van dit schrijven is toch alleen het vestigen van de aandacht op het allerbelangrijkste onderwerp, ten einde door samenwerking en weder- keerigen steun van belangstellenden, met weten schap en kunst als bondgenooten, tot een prac- tische uitkomst te geraken, althans er naar te stre ven met al den ernst, dien de zaak verdient. Moge dit opstel, door de macht der pers ge steund en in wijden kring verspreid, opwekken om hiertoe mede te werken. NEDERLAND. HELDER, 19 April. Volgens de „Augsb. Allg. Zeitung" staat het reeds vast dat, ten gevolge van de laatste ont1 hullingen van den heer Henry Tindal, de minis teries van Oorlog en van Marine naar Amster dam zullen worden verplaatst, terwijl de over brenging der andere Departementen van algemeen bestuur en de verhuizing van het Hof dan nog slechts een kwestie van tijd zou zijn. Uit deze verrassende inededeeling blijkt, dat de aandacht van het buitenland door de bewe ging, welke de heer Tindal in het leven heeft geroepen en wakker houdt, niet enkel op onzen verdedigingstoestand gevestigd blijft, maar dat men daar ook druk bezig is den heer Tindal zijn zin te geven. Voor Den Haag is het echter geruststellend, dat die verplaatsing van den Regeeringszetel naar Amsterdam alleen in de kolommen van de Duitsche pers is beslist en niet in de daartoe be voegde kringen, die toch ook een woordje mee te praten hebben. (Vad.) Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wetsvoorstel tot wijziging van de kiestabel, tot splitsing van de meervoudige districten, en niet zooals de vorige Ministers beoogden tot ver andering van andere districten. Bij de indeeling van de vijf groote steden is het voorstel-Schaepman, dat tijdens de behande-, ling van de Additioneele Artikelen der Grond wet werd voorgedragen, gevolgd. Gedeputeerde Staten der provinciën zijn niet opnieuw gehoord. In de laatste gemeenteraadszitting van Dinx- perlo was ingekomen een schrijven van den Commissaris des Konings der provincie van den volgenden inhoud „De Commissaris des Konings in de provincie Gelderland. Gelezen een besluit van den Raad der Ge meente Dinxperlo dd. 21 Dec. 1889 no. 22, waarbij den Commissaris des Konings in dit ge west verzocht wordt, wel te willen bevorderen, dat de geheime correspondentie door den Bur gemeester der gemeente over gemeentezaken gevoerd, voor den Raad worde opengelegd; Gezien de over deze aangelegenheid o. a. ook met de Regeering gevoerde briefwisseling; Overwegende, dat de bevoegdheid van den Burgemeester om vertrouwelijke brieven te schrij ven en daarvan copie te houden in een register, boven allen twijfel verheven is; dat de verplich ting om den Raad van zoodanig register inzage te geven bij geen enkele wetsbepaling aan den Burgemeester wordt opgelegd. Heeft goedgevonden. Den Raad der gemeente Dinxperlo, onverdeeld dc afkeuring van den toon en van de taal van het hierbedoelde raadsbesluit, bij afschrift dezes, mede te deelen, dat 's Raads voormeld verzoek niet voor inwilliging vatbaar is." Naar uit Parijs gemeld wordt, heeft de Keizer vari Rusland thans de uitnoodiging, om als scheidsrechter op te treden in de kwestie tusschen Nederland en Frankrijk betreffende de grensregeling van Guyana, aangenomen In de jl. Donderdag gehouden buitengewo nen Vergadering der Provinciale Staten van Noord-Brabant is tot lid der Eerste Kamer (va- cature-Smitz) gekozen de heer VV. Merkelbach, lid der Staten te Breda, met 29 stemmen. Overzicht der Pers. De tusschenkomst der bisschoppen. Naar aanleiding van het advies van „De Tijd" om in den strijd over den persoonlijken dienst plicht de beslissing over te laten aan de bis schoppen in Nederland, schrijft de „Standaard" „De bisschoppen alzoo zouden te beslissen hebben i°. of de plaatsvervanging mag afge schaft eri 20. indien niet, of dan ter oorzake van dit geschil het liberalisme ten onzent weer op het paard moet geholpen worden. Nu heeft Leo XIII zelf in zijn encycliek ver klaard, dat de bisschoppen mis kunnen tasten maar dat, als de bisschoppen, zij het ook ver keerd, gesproken hebben, elk bon-CatJwlique ge hoorzamen moet. „Vindt dus deze raad ingang, dan is is het met het politiek karakter van de Roomschestem bus-organisatie uit. Dan is er geen Roomsche staatspartij meer. Maar dan treedt het episco paat zelf als politieke commissie van advies op; krachtens zijn mandaat beschikkende over alle Roomsche stemmen. „We zijn dan ook zeer benieuwd, om te weten, of deze raad doorgaat, en of de bisschoppen tot het geven van zulk eene beslissing zich leenen zullen. „Om tweeerlei oorzaak. „Vooreerst, omdat de bisschoppen in Duitsch- land en Oostenrijk dan in strijd komen met het episcopaat ten onzent, daar in deze beide landen de afschaffing van het remplaceeren hunnerzijds geen verzet uitlokte. „En ten tweede, omdat, vindt eenmaal deze wijze van handelen ingang, in het vervolg elk Roomsch staatsman, die vooraf de opinie der bisschoppen inwon, de macht bezit, om zijn af wijkende geestverwanten te ontwapenen". Aan de militaire penkrassen van Marius in liet „Vad." ontleenen wij het volgende over de wen- schelijkheid eener te benoemen opperbevelhebber van leger en vloot. Sedert een drietal jaren is onze Grondwet hemen, de Grondwet, die zoo langen tijd het struikelblok was, dat alle militaire verbeteringen heette te be lemmeren. Wij schrijven thans April 1890, en nog is het tijdstip niet bij benadering te berekenen, waarop wij een behoorlijk leger en eene voldoende vloot zullen bezitten. Wij willen thans niet in beschouwingen treden over de heilzame gevolgen, die het hebben zou, als éen enkel persoon eens met dictatoriale macht was bekleed, met het doel om Nederland aan een behoor lijke krijgsmacht te helpen. Maar wat wel, zelfs in Nederland, bestaanbaar ware, is het reeds meermalen door ons verdedigde benoemen van een opperbevelhebber over leger en vloot, en het aan hem opdragen van het reorgani- seeren van de krijgsmacht. Ware dit bijv. terstond bij de aanneming der Grondwet geschied, dan had deze genernal of admiraal, bijgestaan door een zeker aantal hulporganen, zeker reeds zes maanden later met zijn ontwerp-organisatiën. wetsvoorstel, enz. gereed kunnen zijn. In het begin van 18S8 had men dan met de parlementaire behandeling van de recruteeringswet kunnen gereed komende aan gevraagde extra-credieten voor de nieuw aan te schaffen schepen, voor uitbreiding der kazerneering, aanschaffing van veldmaterieel, enz. kunnen voteeren en in den zomer van dat jaar reeds krachtig met de reorganisatie, aanbouw, enz. kunnen aanvangen. Er dient in liet oog gehouden, dat er in oorlogs tijd toch een persoon zal moeten zijn, die aan leger en vloot beide bevelen geeft. Zooals het nu is, zal er van opperste leiding geen sprake zijn. Z. M. onze Koning zal wegens zijn hoogeu ouderdom en steeds zorgvollen gezondheidstoestand, hoe ongaarne ook, het opperbevel wel aan andere handen moeten overlaten. De minister van Marine en van Oorlog zullen dan opeens van uit hun rustige administra tieve kabinets-bezigheden in een werkkring worden geplaatst, waarvoor zij niet zijn berekend. Feitelijk zal de chef van den generaleu staf de opperbevel hebber van de landmacht zijn, en deze dus uit zijn onmisbaren werkkring worden gerukt, terwijl de verschillende maritieme autoriteiten nu eens geheel aan eigen inzichten overgelaten, dan weder door een Regeeringstelegram opgejaagd zullen worden. Deze toestand blijkt spoedig onhoudbaar. Het eerste werk van den alsdan te benoemen opperofficier zal nu moeten wezen om in aller haast nog eenigermate aan het reorganiseeren te gaan. Volgt hier nu niet vanzelf uit, dat reeds in vre destijd die opperbevelhebber moet er zijn Het is echter meermalen verteld, dat Z. M. onze Koning, deze waardigheid als een zijner prerogatieven beschouwende, ongeneigd zou worden bevonden oni er een zijner onderdanen mede te bekleeden. Het wil ons voorkomen, dat het hier geheel en al af hangt van de wijze, waarop uien de zaak aan het oordeel van Z. M. onderwerpt. In het tegenovergestelde geval echter, zou bijv. de benoeming van een inspecteur van land- en zeemacht wellicht minder bezwaren ontmoeten. Het is nog niet te laat om dit te doen. Binnenlandsch nieuws. Alkmaar. De aanleg van het telefoonnet, waarvoor den heer J. Pot, zooals men weet, concessie is verleend door het bestuur dezer ge meente, is reeds zoover gevorderd, dat onder scheidene aansluitingen konden worden aange bracht. Amsterdam. Jl. Dinsdagmorgen is een eerste stukje van het Merwedekanaal voor het verkeer opengesteld. Het is het gedeelte van het „Smal VVeesp" tot de Oude Vecht bij Nich- tevecht. Deze openstelling is met eenige feestelijkheid gepaard gegaan. Des morgens vertrok van de Weerdsluis te Utrecht een door een sleepboot getrokken reeks van schuiten van schipper Boelhouwer. Bij de in aanbouw zijnde sluis tusschen Zuilen eu Maarsseu werd' een ovatie gebracht aan de heeren Lekker en Van Seters, aannemers, die aan den wal stonden. Te Nieuwersluis werd het door de bemanning aangeheven volkslied door de op den oever in gelid geschaarde pupillen bloothoofds aangehoord. Te Nichtevecht werd de vloot ontvangen door den burgemeester en werd tot op de nieuwe sluis staande vertegenwoordigers van den water staat, met den hoofdinspecteur Conrad aan het hoofd, door schipper Boelhouwer een toespraak gehouden, waarin hij, namens de gansche schip perij, daDk betuigde aan de ontwerpers en uit voerders van het werk. In de bescherming van den minister van Waterstaat beval de spreker de schipperij verder aan. De heer Conrad dankte met een kort woord. Hij verblijdde zich over het voordeel, dat de schipperij bij den nieuwen weg zou hebben. Daarna werd de sluis onder luid gejuich van de schippers opengedraaid en voer men, onder het zingen van het volkslied, het gereed gekomen kanaaldeel op. Ter-Apel. Werkstakingen zijn alhier aan de orde van den dag. Ook in den Weerdinger- mond eischen de veenarbeiders meer loon. Jl. Maandag trok reeds een troep arbeiders door den Weerdingermond. Dinsdagmorgen omstreeks 10 uur was de berichtgever ooggetuige van een optocht van verschillende groepen arbeiders, die zich voor het huis van den vervener en winke lier P. Beugel tot één hoop vereenigden. Daar werden ze toegesproken door een baggerman, een vreemden arbeider. Deze zeide o. m., dat ze zich rustig moesten houden; hij verzocht hun, uit elkaar te gaan en zich te begeven öf naar hunne woningen óf naar hunne z. g. keten geen drank te gebruiken (ofschoon de gelegen heid daarvoor was benomen, daar de herbergiers niet mochten tappen), en niet aan het werk te gaan vóór alle veenbazen hun een bewijs hadden geteekend om meer loon te geven. 't Is te begrijpen, dat er wel politie aanwezig was, zoomede de maréchaussees te paard achter de menigte. Toen de baggerman uitgesproken had, ging de hoop kalm uiteen, om Donderdagavond 6 uur, zoo zeide de spreker weer appèl te houden. „Houdt vol, mannen al duurt het nog een week, wanneer we bedaard blijven en volhouden, dan krijgen we onzen zin", zoo zeide onze impro visator. Marine en Leger. Aangezien door verschillende bladen het antwoord van den minister van Binnenlandsche Zaken op het adres van officieren der dd. schutterij te Gouda onjuist is weörgebleven, hebben die officieren thans besloten dat antwoord openbaar te maken. Het antwoord luidt aldus „Ik heb de eer u te berichten, dat, indien de verzochte mededeeling aan alle commandanten van dienstdoende schutterijen in het belang der schutterij in het algemeen en van de officieren in het bijzon der had kunnen strekken, zij niet zou zijn nagela ten. Het feit, dat die mededeeling niet heeft plaats gehad, moge u en den overigen adressanten de over tuiging geven, dat dit vermeend belang inderdaad niet bestaat. De minister van Binnenl. Zaken, De Savornin Lobman." Vijftien van de Itotterdamscheschuttersofficieren, die het bekende adres aan den minister van Binnen landsche Zaken onderteekenden en blijkens de „Staatscourant" van jl. Maandag op hun verzoek eervol ontslag hebben ontvangen, hebben naar aan leiding van de vergadering, door schuttersoffieieren te Amsterdam gehouden, den 11 den April een schrijven gericht aan den heer A. Tromp van Holst, kommandant der Amersfoortsche schutterij, waarin zij uiteenzetten, waarom zij volhard hebben bij hun verzoek om ontslag. Zij verklaren daarin, dat zij, indien de minister het eenvoudig afgekeurd had, dat zij niet langs hiërarchischen weg hunne klachten tot hem gericht hadden, daarin zouden berust hebben. Het departement van Binnenlandsche Zaken heeft echter naar aanleiding van het adres een onderzoek ingesteld. Geen van hen, die zich beklaagden, doch alleen die hoofdofficieren van wie men aan het de partement weet, dat zij met requestreerende officieren op een uiterst gespannen voet stonden, werden gehoord. „Wij weten", zeggen de onder- tcekenaars van dit schrijven, „uit goede bron, dat zij adviseerden het antwoord zoo in te richten, dat adressanten genoodzaakt zouden zijn hun ontslag te nemen, onder bedreiging van anders zelf hun aan vraag om ontslag in te dienen". Dit advies is gevolgd en alzoo bleef voor de adressanten, hoezeer het hun leed deed op zulk een wijze te scheiden van een werkkring, dien zij lief hadden, geen andere weg open dan ontslag te vragen en daarbij te volharden. De 1ste luit. der mariniers J. C. van Hoek wordt met 1 Mei a. s. overgeplaatst van het 1ste bat. te Arasterdam naar het 3de bat. te Botterdam. Generaal Knoop is zeer ernstig ongesteld. Naar omstandigheden was de toestand jl. Don derdag bevredigend. Gedetacheerd bij de Normaal Schietschool te 's Gravenhage uit Hoorn, de 1ste luit. F. W. J. de Witt Huberts. Bij beschikking van Z.E. den minister van oorlog is de gouden medaille met de daaraan verbonden gratificatie van f 50 voor 36 jarigen trouwen dienst toegekend aan den sergeant-raajoor-vuurwerker J. van den Bosch, van het 4de reg. vesting art. Dit onderscheidingsteeken zal op 23 dezer bij het houden eener parade door den kolonel regiments-commandant M. van Aken uitgereikt worden. Aan het verlangen van de Tweede Kamer tot spoedige oprichting van de inundatie-middelen in de Amsterdamsche stelling, wordt nu met spoed voldaan. Den 30sten dezer maand wordt het bouwen van de inundatiesluis voor het waterschap de Beemster, geraamd op f 76300, door den eerstaanwezend inge nieur te Amsterdam aanbesteed, terwijl spoedig die voor den Eilandspolder zal volgen. Ook de veranderingen aan de sluizen, dieScher- merhorn gemeenschap geven met de Zuiderzee, die nende tot inlating van inundatiewater, zullen binnen korten tijd worden uitgevoerd. Is het Haagschc „Dagblad" wel or dorricht, dan worden er pogingen aangewend tot het stichten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 2