HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M 62. Vrijdag 23 Mei 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
DOOR EIGEN SCHULD,
30> C A S G A M A L A.
,En deicspereert nimmer
Jan Pieterts. Coen.
Het Vaderlandt ghetronwe
Blijf ick tot in den doot.
Wilhelmuslied.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voor de abonnés dezer Conrant in de gemeente f 0.30.
aam a n buiten de H 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der Adrertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent.- Bij
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Mededeelingen eu aanbevelingen10
BERICHT.
De Premie-roman:
kan tegen betaling van 40 cents en inwisse
ling van den bon aan ons bureel worden
afgehaald van 95 ure.
Nieuwe abonnés hebben eveneens recht op
den premieroman.
NEDERLAND.
HELDER, 22 Mei.
Onlangs is melding gemaakt van het voor
nemen dat bij de directie der Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen bestaat om een
proef te nemen met het zoogenaamd zonen- of
kringentarief, dat aanmerkelijk lager is voor vele
afstanden dan de bestaande vrachtprijzen.
Dit plan hangt te zamen met d© spoorweg
overeenkomsten, die nu bij de Tweede Kamer
aanhangig zijn. Voor het geval .deze tot stand
komen, vvenscht de Expl. Mij. die verbetering
in te voeren, met goedkeuring der Regeering.
Bij deze is dit vraagstuk thans in onderzoek.
De minister van Financien maakt bekend dat
het saldo van 's Rijks schatkist op 17 dezer
bedroegbij deNederlandscheBankf17,270,721.13
en bij de betaalmeesters f 1,809,725.64, te zamen
f 19,080,446.67
Gisterenmiddag is te 's Hage in het „Hotel
des Indes", aan mr. L. W. C. Keuchenius,
namens een drieduizendtal zijner vrienden over
handigd het geschenk, op initiatief van de redactie
van „De Standaard" hem aangeboden.
Men seint aan het „Hbld." daaromtrent uit
's Hage:
Een deputatie van 30 heeren, waartoe minister
De Savornin Loman, de Kamerleden van By-
landt en von Löben Seis, de hoogleeraren der
Vrije Universiteit, dr. Kuyper, dr. Rutgers, en
mr. Fabius behoorden, vertegenwoordigende de
christelijke vereenigingen hier te lande, zoomede
de Vrije Universiteit, de anti-rev. pers, de anti-
revol. club en de kiesvereenigingen van Ede,
Goes en Gorinchem, die den heer Keuchenius
afvaardigen. Mr. Keuchenius werd met drie
zijner hier te lande aanwezige kinderen in twee
rijtuigen afgehaald en om twee uur in degroote
zaal van het hótel binnengeleid.
Feuilleton van de Helderache- en Nieuwedieper Conrant.
Roman door N. VON ESCHSTRUTH.
De jonge jager breidde de armen uit in onstui
mige gelukzaligheid. „Zes weken lang mijn meisje
en dan door Gods genade vrouw van den bosch
wachter riep hij beslist„en Kirschner zal bruids
jonker zijn! Maar dan, mijn lieveling," en Malzhoff
trad nader en legde hartstochtelijk perzik en
gebak vergetend den arm om haar slanke ge
stalte, dan zegt ge jij tegen mij en noemt mij
Sacha, zooals mijn goed, Russisch moedertjeZie
mij in de oogen, hebt ge mij lief, wilt ge mij
hebben
„Ja Sacha, ik heb je lief!" fluisterden hare
roode lippen met lichte beving; „maar voordat wij
ons verloven, moet ge mij eerst leeren kennen
Ik ben maar een arm meisje, zonder vermogen
„Daarom trouwt ge een rijken man, die jacht
meester is en behalve zijn buks, zijn vos en jacht
hond juist genoeg heeft en verdient, om eene
vrouw met bescheiden wenschen te onderhouden
Op dit oogenblik knerste achter hen het zand
onder haastige schreden en als uit den grond verrezen
stond plotseling, den hoek omslaand, dekorpulente
Sibylle voor hen. „Jozef Maria schreeuwde deze
uit, terugspringend.
„Ach Sibylle, wees kalm om Gods wil!" riep
Isabella niet minder verschrikt uit, terwijl ze op de
kleine vrouw toeliep. „Ik ben het maar en mijnheer
von Malzhoff, Sibylle!"
„Barmhartige God, wat hebt ge mij doen schrik
ken met uw lichte japon alle heiligen, ik dacht
niet anders of de dwaalgeest stond voor mij," hijgde
de oude met goedhartigen lach, „maar freulelief,
hier om dezen tijd?"
Dr. A. Kuyper hield een toespraak, wees er
op, dat geenszins een politieke demonstratie bedoeld
was, maar men alleen een bewijs van broederlijke
sympathie wilde schenken voor de kloeke en
kordate wijze, waarop mr. Keuchenius jals Kamer
lid en als minister, voor de belijdenis van den
Christus was opgekomen.
Deze toespraak werd door den heer Keu
chenius op zeer hartelijke en minzame wijze be
antwoord.
Het geschenk bestaat uit een keurig gebeeld
houwde boekenkast met twee „Atlanten", voor
stellende geuzenfiguren op de zijden en waar
boven het borstbeeld in brons van mr. Groen
van Prinsterer prijkt, opzettelijk hiervoor ver
vaardigd door den beeldhouder Bart van Hove
te Amsterdam. De boekerij zelve bestaat uiteen
godsdienstige verzameling van werken van schrij
vers uit alle eeuwen en alle landen, met uit
sluiting van nog levende auteurs. Al deze werken
zijn door den boekbinder van Waarden in antieke
banden gebonden.
Onder de planken is een diepe lade, waarin
links een keurig gebonden exemplaar van den
bijbel en rechts een album en een catalogus,
vermeldende de volledige titels der boekwerken,
gelegd zijn.
Het album bevat de namen der schenkers,
gerangschikt naar provinciën en gemeenten.
In eene nota, naar aanleiding van het
verslag der Tweede Kamer omtrent de bekrach
tiging van overeenkomsten met de gemeente Am
sterdam nopens de afschaffing der kanaal- en
havengelden op het Noordzeekanaal en de over
dracht van het entrepotdok te Amsterdam, heeft
de minister van Financien verklaard aan den
wensch om een staat van vergelijking te ontvan
gen van de kosten, welke in de verschillende
havens, waaromtrent mededeelingen verstrekt zijn,
geheven worden, geen gevolg te kunnen geven,
omdat het wegens het verschil der grondslagen
van berekening in verschillende havens niet mo
gelijk is een zuiveren en tevens eenvoudigen staat
van vergelijking, gelijk die door de commissie
van rapporteurs kennelijk bedoeld is, te ver
vaardigen.
Het komt der Regeering voor, dat de vraag,
hoe tegenover provinciën, gemeenten en andere
belanghebbenden te handelen zal zijn, wanneer
eventueel tot afschaffing van alle heffingen, die
alsnog op de rijkswegen en vaarten geschieden,
mocht besloten worden, voor eene algemeene
beantwoording niet vatbaar is.
Is eenerzijds, om tot afschaffing van alle hef
fingen op wegen en vaarten te geraken, samen
werking van de verschillende belanghebbenden
noodzakelijk, aan den anderen kant ligt het in
den aard der zaak, dat niet bij elk werk in het
bijzonder de belangen van het Rijk, van de
provinciën, van gemeentebesturen of waterschap
pen, of van particulieren, in dezelfde verhouding
tot elkander staan.
Met die verschillende belangen zou dus in elk
bijzonder geval rekening zijn te houden.
„Ik wilde naar je kinders om het beloofde lekkers
te brengen," viel Isabella haar in de rede met een
angstigen blik op Malzhoff.
„De freule zelf? Is het mogelijk? Midden
uit het feest vandaan, waar de dans in vollen
gang is
Strak als een steen en beeld stond de jager daar
en beschouwde met onrustbarend groote oogen
Isabella's gebogen gelaatlangzaam ging hij van
hare zijde naar Sibylle toe.
„Ge noemt deze dame freule, vrouw Laubman,"
zeide hij dof, „is zij misschien niet de nicht van
mijnheer Kirschner?"
„De nicht van mijnheer Kirschner Goede hemel,
die was maar twee weken hier, maar kent ge
onze freule Isabella niet? U sprak toch
„Freule Isabella?" Als een gil doorklonk het in
de stilte van de nacht, de jonge man sloeg beide
handen voor het gezicht en tuimelde een pas terug,
„zij zij, freule Echtersloh
Persiken en gebakjes rolden over het zand, met
angstige haast de armen tot hem opheffend, ijlde Isa
bella de tuinvrouw voorbij op hem toe, om hem
smeekend te omvatten. „Sacha, lieve Sacha, wees
niet boos op mij, ik kan het niet helpen, dat
ik het benriep zij smeekend.
Hij zag haar aan, bleek en ontdaan, maakte zacht
hare handen los, en week terug: „Ge hebt een ge
wetenloos spel gedreven met een hart, gravin, een
hart, dat trouw, zuiver en innig voor u sloegIn
een overmoedige gril, met een onschadelijk masker,
hebt ge de kloof tusschen ons willen overbruggen,
en toen die ineenstortte, verzonk mijn jeugdig levens
geluk in de diepte. Leef gelukkig, freule, en ver
geef mij mijne vermetelheid, waarmee ik een gravin
Echtersloh nooit zou hebben lastig gevallen 1"
Hij boog vluchtig, een lange, onuitsprekelijke
blik trof haar oog, zijn schreden klonken over de
kiezelsteenen en de welgevormde gestalte verdween
achter de goudenregenboschjes»
Overzicht der Pers.
In een artikel van het „Handelsblad" lezen
we o. a.
De nieuwe Duitsche legervoorstellen vermeer
deren de krachten tot aanval van het groote rijk
^an alle grenzen.
De werking der legerkorpsen, die aan de gren
zen des rijks gelegerd zijn, moet in de eerste plaats
in geval van oorlog zijn het verstoren der mo
bilisatie van het vijandelijk leger, dadelijk na het
uitbreken van den oorlog.
Het zal tevens de plicht van dezen korpsen
zijn, den vijand te beletten, de mobilisatie van
de andere legerkorpsen te verhinderen.
De nieuwe organisatie strekt om het leger in
staat te stellen aan deze dubbele verplichting te
voldoen.
Daartoe moeten de korpsen steeds, ongeveer
onmiddellijk na bekomen order, marschvaardig
zijn.
Een vereischte is het dus, dat de batterijen dier
legerkorpsen reeds in vredestijd op zes stukken
gebracht wordendat de escadrons ten alle
tijde nagenoeg op oorlogsvoet kunnen uitrukken
dat ook een gedeelte van den trein van het
legerkorps steeds mobiel zij.
En dit is nog niet allesmaar meer werd
ons niet medegedeeld
Wel vernamen we nog dat het de wensch is
van Z. M. den Keizer, dat alles zóó worde inge
richt, dat de legerkorpsen drie uur na bekomen
order marschvaardig kunnen zijn.
Zou er niet iets voor te zeggen zijn, dat wij
ons spiegelden aan het voorbeeld van een bevriend
groot volk, dat zijn wetenschappelijke zin en
voortreffelijk organisatie-vermogen ook aan zijn
leger wijdt?
Wij hoorden ook een en ander over de Tin-
dal-quaestie.
Heeft onze Regeering thans officieus en officieel
eenige inlichtingen verzocht aan de deskundigen
van naam, door den heer Tindal geraadpleegd
Het is toch geen zonde tegen de Spaansche
etiquette welke wij soms nabootsen om
door tusschenkomst onzer gezanten eenige nuttige
kennis op te doen Als de Regeering die inlich
tingen niet vraagt, verzuimt ze, dunkt ons, haar
plicht. Maar ze bespaart zich zeker iets. Niet
zoo zeer moeite dan welergernis. Want
wij gelooven dat er in het buitenland eenige
militairen zijn van grooten naam, die rondweg
de struisvogelpolitiek gispen, welke in ons land
de defensie zoo ergerlijk doet verwaarloozen.
Arbeidersbewegingen.
Appelscha. Jl. Maandagnacht 1 uur zijn
weder patrouilles politie en militairen uitgetrok
ken in de veenderij, om hen die willen werken
te beschermen.
Naar men meldt, is tegen een persoon proces
verbaal opgemaakt wegens bedreiging. Er waren
Maandag vele schepen in lading; overigens staat
het veenwerk stil, behoudens eene enkele uitzon
dering. Het was Maandag rustig in de veenkolo
niën. De arbeiders van elders, die in de veen-
„Sibylle!" met een zachten snik zonk Isabella
aan <le borst der jonge vronw en verborg haar bleek
gelaatzij beefde, en tranen, met verwelkte rozen
bladeren uit haar balbouquet vermengd, vielen
onhoorbaar tusschen kant en crêpe neer.
Met trillende lippen streelde de trouwe vrouw
het hoofd harer lieveling. „Arme, arme freule,"
fluisterde zij verbitterd, „wat hebt gij het noodlot
gedaan, dat het u vervolgt om de zonden van
anderen
„De vloek der Echterslohs mompelde het jonge
meisje vol somberen hartstocht. „De vlam verteert
liet geluk, doet het verbranden tot a9ch en stof!"
Boven, uit de lichtende vensters van de balzaal
klonken de bruischende tonen van een dansgraaf
Lotliar rende een galop.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Wo willsfc mich denn hinfiiliren
Ach Gott, was linst gedacht.
Wohl in der finatern Nacht?
Aus dem "Wunderhorn.
Dagraar had zich door graaf Lothar in het kleine
salon laten leiden, van waar men door de wijdgeopende
vensters een vrij uitzicht had op het terras, door
groen omzoomd, waariu enkele roode lampions
schommelden, om het geheel in een tooverachtig
schemerlicht te hullen. De jonge dame lag in een
lagen stoel, teeder en gracieus als een schitterende
bloem, die. zich tegen het donker groen der blade
ren heeft aangevleid. Glanzend wit teekenden zich
de slauke hals en armen af tegen het donkerrood
der fluweelen kussens, waarover de plooien van
haar japon als een gouden wolk lagen uitgespreid,
om uit te vloeien in een langen sleep op het don
kere tapijt.
derij hadden gewerkt, keerden als gewoonlijk
zonder de minste stoornis huiswaarts.
Tegen Maandagmiddag 6 uur was eene verga
dering bepaald in het logement van H. Zwart.
Deze werd uitgeschreven door de besturen der
Werklieden-Vereen iging „Eendracht" en der
Vrouwenvereniging, waarbij verveners werden,
uitgenoodigd.
Tegen dien tijd kwamen genoemde besturen
in het bepaalde lokaal, doch geen enkele verve-
ner verscheen.
Beide besturen hebben besloten vol te houden,
en Dinsdagmorgen 9 uur is eene vergadering
van de vrouwen en om 2 uur 's namiddags
eene bijeenkomst van de mannen gehouden.
De toestand blijft tot nog toe volkomen dezelfde.
Nader wordt gemeldDe vergaderde vrouwen
besloten Maandag de werkstaking vol te houden.
De socialist Emmenes voerde weder het woord.
Er is meer volk aan den arbeid in de veenderij
sommigen zijn aan het turfgraven.
Eksloerveen. Alhier is de socialist Van
der Laan uit Weerdingermond, die in het vorige
jaa, gevangenisstraf onderging wegens beleediging
van den Koning, en die nu aldaar propoganda
trachtte te maken, door het volk verdreven.
Valkenburg. Zooals gemeld werd, hebben
de blokbrekers den arbeid hervat in de onmid-
delijke nabijheid van het afgesloten gedeelte.
Door de marechausées is thans opnieuw tegen
hen proces-verbaal opgemaakt, ter zake van het
breken en vervoeren van blokken uit genoemde
groeve.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Gemeenteraad. Zitting van Woensdag
20 Mei 1890.
Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig
zijn 15 leden; afwezig de heeren Hordijk en Hoogeu-
bosch.
De tribuue is matig bezet.
Na de opening der vergadering worden de notulen
van de vorige zitting voorgelezen. De heer
Verfaille merkt op dat hij, met betrekking tot den
door hem aangelegden weg langs de algemeene
begraafplaats en het daaruit gerezen geschil, in
bijzijn van de beide Weihouders, den Burgemeester
heeft verklaard, bereid te zijn de toestemming voor
het aanlegden van den bedoelden weg bij den Raad
aan te vragen, indien Burg. hem slechts voldoende
inlichtte, door welke wet hij daartoe zou kunnen
worden verplicht. Door den Burgemeester waren
daarop wetsartikelen aangehaald, uit welken spr.
deze verplichting niet was gebleken. Dit is onjuist
in de notulen weergegeven, waarom de heer Verfaille
verzoekt de aantcekeningen betreffende deze aange
legenheid te wijzigen. Nadat hieraan is voldaan,
worden de notulen goedgekeurd.
Hierop wordt het tweede gedeelte van het kohier
van den hoofdelijken omslag, voor het dienstjaar
1890, met eenparige stemmen vastgesteld tot een
bedrag van f 3233.23£.
Lothar zat aan hare zijde op een lage tabouret.
Hij liet de zijden kwasten der kussens werktuige
lijk door de vingers glijden en het hoofd in den
nek rusten om zijn als onweerstaanbaar erkenden
dwependen blik op het bekoorlijk gelaat zijner vis-
d-vis te kunneu richten.
„Ge wilt dus aan mijn verzoek voldoen, graaf
Lothar?" vroeg Dagmar luid.
„Hoe kunt ge daaraan nog twijfelen, baronesse,"
antwoordde Lothar met zijne welluidende stem,
verwijtend. „Ge weet immers, dat ge over mijn
goed en bloed kunt beschikken!"
rEh hien Straks zal daarboven de oude klooster-
ruïne mei bengaalsch vuur verlicht worden, er zal
vuurwerk zijn en het gekroonde naamcijfer van het
grafelijke huis Echtersloh in vlammen opgaan, voor
zoover ik weetis dat zoo
Cest jonkvrouw."
„Welnu, luister dan, graaf. Ik heb wat aardigs
bedachtHebt ge niet gehoord, hoe men daareven
tante Leontine bestormde om eene beschrijving van
de raadselachtige spookgestalte van den dwaalgeest
Zij schilderde die als een schoone, rusteloos dwalende
vrouw, wier aanblik den mannen hun zielenheil
kost ha ha ha! Ik vind het buitengewoon
aardig, dat sommige landjonkers, als mijnheer von
Boyen of monsieur de Eicher, bevend van angst,
nieuwsgierigheid en liefde het hazenpad zullen
kiezen, eu daarom heb ik de volgende grap ver
zonnen wij beiden sluipen nu heimelijk naar de
ruïne, ik neem een wit laken en een wapperenden
sluier mee, gij zorgt voor de spookachtige vuurvlam,
wat ge bewerkstelligt met een van de honderden
fakkels uit de muurdecoratie, en op het oogenblik
dat de naam Echtersloh uitgedoofd is, verschijn ik
boven op de ruïne in het tweede boogvenster, of
beter nog, ik beproef over dit muuroverblijfsel heen
te loopen als een witte schimachtige gestalte, die
er in het helle licht dubbel fantastisch zal uitzien
(Wordt vervolgd.)