HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M 65. Vrijdag 30 Mei 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
Nationale Militie.
Inspectie voor de verlofgangers.
34> CASGAMALA.
BEKENDMAKING.
,En dei03pereert nimmer
Jan Pieterts. Coen.
Het Vaderlandt ghetrouvre
Blijf ick tot in den doot.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.70. franco per post 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, Terschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75.
Voor de abonnés dezer Courant in de gemeentef 0.30.
t p buiten de 0.35.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
Prijs der A drertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer G cent. Bij
abonnement, nsar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdndige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Mededeelingen en aanbevelingen 10 t
Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder
brengen ter openbare kennis f
Dat bet onderzoek over de verlof
gangers van de Militie te land, bedoeld bij
art. 138 der wet op de Nationale Militie, voor
deze gemeente is bepaald op Donderdag den 5 Juni
1890, des voormiddags ten 10 ure, in de Bouw-
zaal achter het Bureau voor Gemeentewerken, naast
het Weesbuis alhier.
Anti dat onderzoek moeten deelnemen alle ver
lofgangers der Militie te land, die vóór den Isteu
April 11. in het genot van onbepaald verlof zijn
gesteld, onverschillig tot welke lichting zij behooren.
De belanghebbenden worden herinnerd aan de
volgende wetsbepalingen
Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Regle
ment van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande
zijn op dc manschappen der militie te land, die
zich onder de wapenen bevinden, van toepassing
en met opzicht tot de verschillende gevallen van
desertie op al de bij de militie te land ingelijfden.
Die manschappen worden geacht onder de wa
penen te zijn
1. zoolang zij zich hij hun corps bevinden; 2.
gedurende den tijd, dien het in art. 13S bedoeld
onderzoek duurt; 3. in het algemeen, wanneer zij
in uniform zijn gekleed.
Art. 140. Dc verlofganger verschijnt bij het
onderzoek in uniform gekleed, en voorzien van de
kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek
met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van
zijn verlofpas.
Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130
kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan
in de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring of arrest, door den
militie-commissaris worden opgelegd aan den ver
lofganger
1. die zonder geldige redenen niet bij het onder
zoek verschijnt; 2. die, daarbij verschenen zijnde,
zonder geldige redenen, niet voorzien is van de in
het voorgaand artikel vermelde voorwerpen3.
wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onder
zoek niet in voldoenden staat worden bevonden
4. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander
toebehoorende, als de zijne vertoont.
Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens
het voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het
onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder
verzekerd geleide in arrest worden gebracht.
Is hij niet tegenwoordig, en onderwerpt hij zich
niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op
schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris,
te richten aan den Burgemeester der woonplaats
van dien verlofganger, aangehouden en onder ver
zekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of
Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Courant.
Roman door N. VON ESCHSTRUTH.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Was kommst du bei uachtlicher Weile
Durcliwiililen das nlte Gcstein
Und förderst herauf nu den Grabern
Nur Staub und Todtcngcbein.
Adalb von Chamisso.
Freule von der Ropp had een zeldzame vondst
gedaan. Voortgedreven door een onverteerbaar ver
langen om het verborgen grafteeken van den dwaal
geest te ontdekken, had zij Dolores en Isabella naar
de slotkapel gebracht en nu stond zij voor den
wonderlijken steen op welks omgekeerd wapen een
roode vlam en eene geknakte roode roos te zien
waren. Een wonderlijk symbool, door geen letter
nader ..angeduid alleen de naam „Casgamala" stond
met gouden letters daaronder gegrift. Casgamala
Wie was zij Geen stamboom wee8 baar naam
aan, want toen in het jaar 1802 het oostelijk en
middengedeelte van het slot door brand vernield
werden, waren ook de kronieken en familieoorkonden
tot op eenige na een prooi der vlammen geworden.
Wel vertelde de legende, dat eens een graaf Ech-
tersloh in het gezantschap van den keizer naar
Spanje getogen was en uiet eene overschoone vrouw
was teruggekeerd, „Casgamala" genaamd, ter wier
eere hij zijn oud riddergoed door een nieuw gebouw,
geheel in Spaauschen stijl opgetrokken, luister had
doen bijzetten, tot grooten nijd der Duitsche ridder
schap. Maar wie kan zulke dingen gelooven Ja,
waren niet de puinlioopen der verzonken heerlijk
heid de beste bewijzen voor deze bakersprookjes
geweest, bet zou dan immers al lang met zijne
betooverende heldin tot molm en stof vergaan
zijn.
het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest over
gebracht.
Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141
vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe
door den militie-commissaris te bepalen tijd en
plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze,
voor hem te verschijnen om te worden onderzocht.
Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling
schuldig maakt aan het feit, sub. 4. van art. 141
bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den
militie-commissaris verschijnt, of aldaar verschenen
zijnde, in het geval Verkeert, sub. 2 en 3 van art.
141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen
en van 3 tot 6 maanden gehouden.
Art. 145. De verlofganger der militie, die niet
voldoetaan eene oproeping voor den werkelijken dienst,
wordt als deserteur behandeld.
Helder, den 12 Mei 1890.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Helder,
C. A. BEUKENKAMP.
De Secretaris,
C. BOON.
De Burgemeester der gemeente Helder maakt,
ter voorkoming van ongelukken, bekend, dat in den
loop van dezen zomer van de Hors nachtelijke
schietoefeningen met geschut zullen plaatshebben.
Dat, wanneer die oefeningen zullen gehouden
worden, er aan boord van Zr. Ms. instructieschip
„Aruba", tot het invallen der duisternis, een roode
vlag zal waaien en een uur vóór den aanvang der
oefeningen van dien bodem twee kanonschoten
zullen gedaan worden.
Helder, 28 Mei 1890.
De Burgemeester voornoemd,
C. A. BEUKENKAMP.
NEDERLAND.
HELDER, 29 Mei.
In het wetsontwerp tot regeling van het militair
onderwijs bij de landmacht, voor zoover betreft
de opleiding tot officier, zijn door de Regeering
eenige wijzigingen gebracht.
In het ontwerp wordt nu uitdrukkelijk ver
klaard, dat er slechts één cadettenschool zal zijn,
waarop aanvankelijk jaarlijks een sotal jonge
lieden zullen worden geplaatst. De programma's
van de toelatingsexamens, zoowel voor die
Cadettenschool als voor de Militaire Academie,
zijn in het ontwerp opgenomen. De plaatsen
van vestiging der inrichtingen van militair onder
wijs zullen bij algemeenen maatregel van bestuur
worden bepaald.
In hoofdzaak wordt de voordracht overigens
door de Regeering onveranderd gehandhaafd.
Dagmar stond voor den grafsteen, ernstig en
peinzend. Zij nam de roode roos uit haar ceintuur
en wilde die als een uitdrukking van haar piëteits-
gevoel aan den rand van het wapenschild steken;
de doornachtige stengel wilde evenwel niet blijven
zitten en toen Dagmar hem steviger tusschen de
voegen wilde dringen, begon het schild te bewe
gen, te wijken voor de blanke vingers en draaide
een weinig knarsend op zijde. Een holle ruimte
werd zichtbaar. Isabella en Dolores traden verbaasd
naderbij en daar Dagmar in zenuwachtige haast het
wormstekige hout nog verder uit zijne hengsels
bewoog, bótnerkte men plotseling, dat het omge
keerde wapenschild een soort draaischijf was, waar
achter zich een smal vak bevond.
Trillend van aandoening beschouwden de meisjes,
wat daarin te zien was.- een zwart kistje metzilver
beslagen een verroest slot hield met een stevigen
grendel het deksel gesloten, en verder niets dan
fijn stofzand, dat daar eeuwen moest gelegen hebben.
Dagmar droeg hare kostbare vondst haastig naar
het boudoir der gravin, waar ook Lothar gezeten
was naast de schrijftafel zijner moeder, met eene
fijne cigarette tusschen de vingers.
Hij sprong op en kwam de jonge meisjes rid
derlijk tegemoet, hij scheen tegenover Dagmar ge
heel de oude, haast nog vertrouwelijker dan gisteren
avond, toen hij aan het einde van het bal hare
hand gekust en den dwaalgeest een jaloersche mede
minnaar genoemd had, die hem zelfs een aangenaam
antwoord niet gunnen wilde Hij wachtte nog steeds
daarop.
Het geheimzinnige kistje bracht een storm van de
levendigste nieuwsgierigheid teweeg.
„De familiediamanten juichte de gravin buiten
zichzelf van verrukkingtwee brandend roode vlekken
vertoonden zich op de spitse wangbeenderen, en de
magere handen staken zich vol hebzucht uit naar
het eeuwenoude geheim.
„Geduld, niamour, laat het mij eerst openmaken
zei Lothar, met zenuwachtige haast zijue moeder
werend, „de familiediamanten, goede hemel, dat
ware geen slecht steentje, wat freule Dagmar uit
In de memorie van antwoord, waarbij deze
wijzigingen zijn ingezonden, verklaart de minister
van Oorlog, dat de kosten der nu voorgestelde rege
ling ongeveer f 30.000 's jaars lager zullen zijn
dan de tegenwoordige.
De studietijd, ook voor de infanterie en de
cavalerie, zal belangrijk uitgebreid en op 3 jaren
bepaald worden.
Met het denkbeeld van een algemeene oplei
ding tot officier bij het leger, daarna aanstelling
tot 2den luitenant bij de infanterie en vervolgens
bijzondere opleiding voor hen, die het verlangen,
tot luitenant der artillerie of genie, kan de Re
geering zich niet vereenigen.
Met proefnemingen om op andere wijze in de
behoefte aan cadetten te voorzien, wenscht de
Regeering zich niet in te laten, daar zij vol
komen zeker is van de onvoldoendheid.
Tegenover den heer Seijffardt blijft de Regee
ring van oordeel, dat door alle adspiranten voor
de Militaire Academie, ongeacht hun herkomst,
een examen van gelijken omvang moet worden
afgelegd.
In het voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over het ontwerp tot goedkeuring van
de op 15 November 1889 tusschen Nederland
en Duitschland uitgewisselde verklaring nopens
de van weerszijden te nemen maatregelen tegen
den handel in vrouwen en meisjes, wordt ver
meld dat de groote meerderheid zeer is ingeno
men met de strekking van het ontwerp. Enkele
leden wenschten echter aan de politie bij de wet
meer macht te zien toegekend, dan tot nu toe
het geval is.
De gewone audiëntie van den minister van
Marine zal morgen niet plaats hebben.
Te Maastricht is plotseling overleden de
heer J. G. Van den Bergh, oud-minister van
Waterstaat. De heer Van den Bergh was een
onzer bekwaamste ingenieurs van den Waterstaat,
wiens naam met de geschiedenis van den aanleg
onzer Staatsspoorwegen onafscheidelijk verbonden
is. De heer Heemskerk nam hem, als speciali
teit in waterstaatszaken, in 1883 op in zijn Ka
binet, maar 't is niet als minister dat hij zijn
duurzaamste lauweren heeft verdiend. In i887
verliet hij het Ministerie en leefde sinds dien
tijd ambteloos, eerst te 's Hage, daarna te Maastricht.
De minister van Buitenlandsche Zaken,
Jhr. Hartsen, werd gisterenavond van zijn reis
naar Wiesbaden te 's Gravenhage terugverwacht.
H. M. de Koningin en het Prinsesje hebben
jl. Zondagmorgen de inwijding van de hulpkerk
te Apeldoorn bijgewoond. Ds. Hattink had tot
tekst gekozen Handel. 2 14, Gezang 15 r vers
1, Psalm 84 vers 1, Psalm 118 vers 12.
Arbeidersbewegingen.
Appelsga. Het Kamerlid Domela Nieu-
wenhuis werd gisterenmorgen' per rijtuig van
Smilde afgehaald door het comité van de werk-
het zand opgescharreld heeft, maar, mille diantres
dat kleine satansche ding is als toegemetseld, reik
mij eens dat scherpe vouwbeen, Isabella, misschien
kan dat als breekijzer dienst doen, of wacht, petite,
ik zal eerst met het instrument voor de champagne-
flesschen probecre»
„Ge wilt het slot doen springen, graaf Lothar?"
vroeg freule von der Ropp verbaasd, „hoe jammer
van het kunstige, oude maakselEen smid zou
het zeker kunnen openmaken zonder het te bescha
digen
„Om dan onze kostbare vondst de gebeele wereld
aan den neus te hangen, zeker?" Lothar barstte in
een schril lachen uit, „dat zou voor het minst ge
nomen zeer christelijk eenvoudig van ons zijn.
Want zoolang als wij het geheim bewaren, blijft
zijn gouden zegen aan ons alleen als wij liet aan
de groote klok hingen, zouden zoowel Desidère, als
neef Maguus en Frits hunne rechten doen gelden en
ik gevoel voor geen van de drie heeren zulk eene
zelfverloochenende liefde, dat ik aan hun goudstroom
nog andere bronnen zou toevoegen."
„Ge hebt gelijk, darlingMon dieu, wat kan
dezen inillionairs een paar blanke schijven schelen,
en ons zijn ze lief en voor ons hebben ze waarde
reeds om de herinnering van de vrouw van ons
voorgeslacht alleen, die men heiligen moet!" En
de gravin krulde de lippen tot een huiehelachtigen
glimlach, schoof nader tot den jongen officier, die
ondertusschen met geweldige krachtsinspanning het
deksel van het kastje in splinters uit elkaar had
doen barsten.
Dolores liet haren ironischen blik over hare moe
der glijden.
„Heiligen, door ze zoo gauw mogelijk in klin
kende munt om te zettenwierp zij onbarmhartig
tusschenbeide. „Den bewusten robijnen balsketting,
dien de ongelukkige gemalin van Gustaaf Adolf
eigenhandig mijn grootvader moet hebben omge
hangen, maaktet gij voor een ouderwetsch prul uit,
en ondertusschen vondt ge dit vod toch goed ge
noeg, om het tegelijk met de kostbare ordeketen
ran mijn grootvader aan een uitdrager te Yer-
staking. Eerst was het plan, dat hij in eene
gecombineerde vergadering van mannen en
vrouwen zou optreden, doch daar de localiteit
voor zulk eene bijeenkomst te klein was, werd
besloten, dat hij eerst voorde vrouwen en daarna
voor de mannen het woord zou voeren.
Lang voor het bepaalde uur was de herberg
van K. Zwart geheel met vrouwen gevuld, men
schatte het aantal op 250, terwijl vele mannen
mede aanwezig waren, ook uit de omliggende
dorpen, die nieuwsgierig waren de leider der
sociaal-democraten in Nederland voor de vrouwen
te zien optreden. Domela Nieuwenhuis was ver
gezeld van den socialist Urban, te Groningen,
die de vergadering leidde. Domela Nieuwenhuis
spiak over werkstakingen in het algemeen en
verblijdde er zich in, dat ook de vrouwen
gingen striken. Hij wees op het gedrag van
Kenau Hasselaar en Louise Michel, en zei dat
de geheele arbeidersbevolking in Nederland
het oog gevestigd had op den uitslag dezer strike.
Des namiddags sprak hij tot de werkstakers
in een bijeenkomst, die door pl. 500 personen
werd bijgewoond. Ook daar spoorde hij aan de
werkstaking vol te houden. Zijn beide rede
voeringen werden met applaus begroet. Niemand
maakte gebruik van de gelegenheid tot debat.
Alleen beklom een vervener den catheder, die
de arbeiders aaumoedigde vol te houden,
doch zich ongenegen betoonde de eischen in te
willigen.
De heer Domela Nieuwenhuis vertrok des
middags per rijtuig weer naar Assen. In de
veenderij was weinig volk aan het werk. De
burgemeester was in het dorp aanwezig, terwijl
een gedeelte infanterie in de tijdelijke kazerne
geconsigneerd was.
Binnenlandsch nieuws.
Kolhorn. Jl. Zaterdag werd bij openbare
inschrijving aanbesteed het beharden van een
rijweg van Kolhorn naar Barsingerhorn. Van de
vijf inschrijvers was de laagste de heer J. Bruin,
alhier, voor f 3000. Het werk werd als te veel
boven de begrooting niet gegund.
Barsingerhorn. Bij de op jl. Zaterdag
alhier gehouden publieke aanbesteding van den
weg door den Schringkaagpolder, hebben Bur
gemeester en Wethouders dezer gemeente het werk
niet gegund, aangezien de inschrijvingen de
raming te zeer overtroffen.
Opperdoes. Met 1 Juni wordt alhier een
telegraafkantoor voor het publiek geopend.
Venhuizen. Tot lid van den Gemeenteraad
alhier is gekozen de heer P. Krijnsen.
Haarlem. Naar men aan de „N. R. Ct."
mededeelt, is er antwoord ontvangen op het
bekende adres van mr. R. H. J. Gallandat Heut
aan Zijne Majesteit den Koning.
Dit antwoord moet voor den adressant zeer
ongunstig luiden.
koopen
„Zwijg met uwe venijnige tong," viel mevrouw
Leontine op bijtende toon uit; „is het al niet treu
rig genoeg, dat men oude erfstukken ten offer moet
brengen cm aan de hcdendaagsche eischen van zijne
dochters tegemoet te komenmoet men dat daar
enboven voor vreemde ooren uitkraaien?"
„Eischen der dochters Dolores wierp een blik
van de diepste verachting op het vale gelaat der
graviu. „Voor dc collier van robijnen deed de
gravin een reis naar Italië en de diamanten uit de
ordeketen moesten de schulden van den zoon dekken,
die anders met- schande nit de gelederen was weg
gejaagd."
Lothar was van zijn stoel opgestaanzijne lippen
beefden van woede.
„Nog één woord, zuster, en gij zoudt mij er toe
brengen middelen aan te grijpen, die kras genoeg
zijn, om het onnoozele geleuter van een oude jonge
juffrouw paal en perk te stellen. Verontrust u niet,
beste moeder, ge weet toch dat men geduld moet
hebben met hare zwakke geestvermogensKom,
laten wij liever het geheim van den dwaalgeest
ontsluieren
Snel deed Dolores een paar stappen naar de tafel
en legde haar smalle hand met vasten druk op het
deksel der kistalle bloed was uit baar gelaat ge
vloden een steenen beeld gelijk, trotsch en onbe
weeglijk stond zij tegenover baar moeder en broeder.
„Halt klonk het toonloos van hare lippen,
„eerst mijn eed, vóór het deksel geopend wordt
Wat deze kist ook bevatten moge van waarde of
onwaarde, bet zal niet worden aangeraakt, vóórdat
de majoraatsheer van Casgamala, mijn broeder Desi
dère, ter plaatse aanwezig is. En ik verklaar voor
God en alle menschen een iegenlijk voor een eer-
loozen diefdie met deze vondst niet volgens wet
en recht zal handelen, maar het rechtmatig deel,
toekomende aan de bloedverwanten, zal onthouden
en verduisteren Snel als de gedachte rukte zij
het deksel open. „Perkamenten God zij geloofd
en geprezen
(Wordt vervolgd.)