de anderen willen niet. Dat komt, er is zulk eene groote, niet te dempen klove ontstaan tus- schen de verschillende klassen der maatschappij. Ik voor mij ben er van overtuigd, dat ze elkaar niet meer begrijpen, niet meer verstaan, eigenlijk niet meer met elkaar leven. „Ge moogt niet generaliseeren" zegt de heer Bax, „en alle werkgevers voor uitzuigersschelden." Ik zeg niet, dat ze het allen bewust en met op zet zijn, maar krachtens den grondslag onzer maatschappelijke instellingen moeten ze het zijn. De werkgever het is eene onomstootelijke waarheid verrijkt zich ten koste van anderen en is dus een dief. Wel te verstaan, een dief in economischen zin. Niet in wettischen zin. O neen, hoe zou dat ook? Die wetten zijn juist door fatsoenlijke dieven gemaakt. Ze blijven dus buiten schot. Als de heer Bax verklaart mede te willen werken aan de invoering van leerplicht, algemeene dienttplicht, verdeeling der belastingen overeenkom stig de draagkracht, enz., dan is ons antwoord: Waarde heer Bax, ge hebt ons heele program overgenomen en daarom, kom over en help ons. Maar 'tis zoo, velen willen wel alles voor het volk, maar niet door het volk. Van het echte protestantisme, gepredikt door den heer Bax, verwacht spr. niet veel. „Er wordt tegenwoordig zoo veel voor het volk gedaan." Natuurlijk; uit zelfbehoud, uit vrees; evenals men een blaffenden hond, die lust tot bijten heeft, een „kluifje" toegooit. Een verge lijking van zijne partij met die van het Roomsch- Katholicisme en het leerstellig protestantisme, wat betreft het behartigen van de belangen der ar beiders, raad ik den heer Bax niet aanze valt stellig uit ten nadeele van de eerste. De libe rale bourgeoisie, gesteund door het „ech" pro testantisme, is de partij der meest meedoogenloo- zen, der meest wreeden. Ik meen hiermede voldoende de bezwaren tegen onze partij weerlegd te hebben, en zeg nog iets over de hoofdzaak. Deze is, dat we thans leven onder een stelsel, waarbij het recht op het leven erkend wordt, maar de middelen om te leven onthouden. De loonstandaard is zóó, dat de meeste arbeiders te veel hebben om te sterven, maar te weinig om te leven. Voor en aleer dit stelsel is vernietigd, zal er geene verzoening komen tusschen de ver schillende klassen der maatschappij. De heer Bax, het woord weder verkregen hebbende, repliceert aldus: Ik heb hier voor mij het Program en de sta tuten van den Sociaal-Democratischen Bond in Nederland. Ik geef toe, daaruit werkelijk veel punten te hebben overgenomen. Mijn hoofd grief tegen de Sociaal-Democratie is, dat haar program nog niet voor verwezenlijking vatbaar is. Eigenlijk had ik van den heer N. een gron diger weerlegging van mijn hoofdbezwaar en van mijne stelling verwacht. Op dit punt ben ik een weinig teleurgesteld. De heer Nieuwenhuis heeft gezegd: ook de predikanten zijn in dienst van het kapitalisme. Is dat waar? Neen, integendeel, onder de pre dikanten, ook onder de arme moderne dominees, zijn er niet weinigen, die den moed hebben, zoo wel den rijken als den armen de waarheid te zeggen, daarbij ondervindend, dat waarheid haat, gelijk vleierij vrienden baart. Laat ik nu nog iets zeggen over het verband tusschen het vertrouwen op God en zelfwerk zaamheid van den mensch. 'tis van dien aard, dat instede van elkaar uit te sluiten, zooals de heer Nieuwenhuis schijnt te meenen, ze elkaar aanvullen en steunen. Ze zijn als twee stroomen, die in elkaar vloeien en daardoor krachtiger worden, als twee vlammen, die in elkaar grijpen en daardoor meer gloed, meer licht verspreiden. Ten slotte breng ik een woord van dank tot de vergadering voor hare aandacht ook aan mij verleend, en voor de orde, die er den geheelen avond heerschte. Eéne teleurstelling heeft mij deze avond gebaard. Ze is dezeik had ge hoopt met den heer N., meer dan we gedaan hebben, het wezenlijk belang der arbeiders te bespreken. Ik spreek den wensch uit, dat we op de aanstaande winteravonden nog eenige keeren, zij het eiken Woensdagavond, het ge noegen kunnen hebben met den heer N. te de- batteeren. Liefst dan over een bepaald onder werp, b. v. eigendom is diefstal. De heer Nieuwenhuis, het woord wederom bekomen hebbende, zegt ongeveer het volgende Om bij 'tslot van de repliek van den heer Bax te beginnen, doe ik hem opmerken, dat niet ik de keuze van het onderwerp bepaald heb, en dat, zoo hij zich teleurgesteld gevoelt, hij die teleurstelling zich zelf heeft te wijten. In hoofdzaak is de heer Bax het met ons pro gram eens. Alleen maar, bij ons aansluiten kan hij zich nog niet. Welnu, dat is ook juist niet noodig. Er is b. v. in Nederland ook een Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht, laat hij, voor stander van dat recht, zich daarbij aansluiten, en tevens bij eene volgende stemming voor leden der Tweede Kamer al zijn invloed aanwenden om te voorkomen, dat het tegenwoordig lid van Zaandam, die een tegenstander is van dat recht, weer herkozen worde. Overigens schijnt de heer Bax zelf geen groote vijand van de revolutie. Althans hij erkent, dat die van de vorige eeuw prachtige resultaten voor het volk heeft opgeleverd. De heer Bax komt met klem op tegen mijne bewering, dat de predikanten dienstknechten zijn der kapitalisten, en toch handhaaf ik die be wering, n.1. tegen den predikanten*fo>w?. Er schuilen enkele goeden onder, welnu, ook hier bevestigen de uitzonderingen den regel, 't is mijne ondervinding, dat de dominees de ijve rigste verkiezingsagenten zijn. Ze zijn middelen in de hand van 't ellendig kapitalisme om het volk er onder te houden. Waar zoeken de pre dikanten hunne meeste conversatie 't Is bekend, in de woning der aanzienlijken. Dat de mannen, door den heer Bax als voor beelden van geloofsvertrouwen en zelfwerkzaam heid aangehaald, zoo heel veel aan dat vertrouwen op een Hoogere Macht te danken hadden, be twijfel ik zeer. Dat ze er trouwens zelf niet altijd een heel groote gedachte van hadden, blijkt b. v. in Cromwell, die tot lijfspreuk had: „Bid, maar houd je kruid droog." Hiermede eindig ik. 't Spijt ook mij, dat we heden avond niet meer over het wezenlijk be lang der arbeiders hebben kunnen spreken. Ik dank den heer Bax voor de loyale wijze, waarop hij mij bestreed en voldoe gaarne aan zijn ver zoek om de volgende winteravonden het debat voort te zetten. Ik besluit met te herhalen wat ik reeds vroeger uitsprak en neerschreef: Al bleek het, waar te zijn, dat we streden voor een onbereikbaar ideaal, welnu, onstrooste het bewustzijn, dat we dan gedwaald hebben, omdat we de menschelijke natuur hooger schat ten dan ze werkelijk staat, en dat niet wij, maar de zelfzucht de schuld draagt van een vergeef- schen strijd. Hier nam het debat een einde en ging de vergadering, die zich steeds rustig had gehouden, zeer ordelijk uiteen. NEDERLAND. HELDER, 31 Mei. Jl. Zaterdagavond reed H. M. de Koningin en H. K. H. de Prinses in een victoria, bespan nen met twee paarden, toen de paarden op de hoogte van het station het Loo van den locaal- trein schichtig werden. H. M. sprong uit het rijtuig en hielp ook de Prinses er uit, maar zij struikelden beiden over den sleep van H. M. en vielen op den grond. Opgestaan zijnde, liepen beiden spoedig naar het paleis Het Loo, dat in de onmiddellijke na bijheid was, en kwamen met den schrik vrij. De tot groot-officier des Konings en opper hofmaarschalk benoemde generaal-majoor graaf Dumonceau blijft als adjudant en particulier secretaris aan Zr. Ms. dienst verbonden, maar wordt als secretaris der hof-commissie vervangen door den hofmaarschalk Baron De Constant Rebecque. Uit Den Haag wordt gemeld, dat verschil lende burgemeesters in de provincie Zuidholland ongunstige rapporten' hebben uitgebracht over de nieuwe methode van volkstelling, welke met 1 Januari jl. hier te lande is gevolgd, De lijst der hoogst aangeslagenen in de Rijks directe belastingen, verkiesbaar tot leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, in de provincie Noord-Holland, is opgenomen in de St.-Ct. No. 124. Eenige dagen geleden heeft „de St.-Ct." ge meld, dat tot opvolger van den hoogleeraar in de heelkunde dr. van Goudoever, aan de Utrecht- sche Universiteit een Duitsch geleerde is benoemd. In de „N. R. Ct." vinden wij in een ingezonden stuk de redenen nagegaan, waarom Nederland zich, bij het vervullen van professoraten in de geneeskunde, zoo vaak tot Duitschland moet wenden. De schrijver noemt twee oorzaken de onvoldoende voorbereiding van vele geneeskun digen en de schrielheid der Regeering tegenover het geneeskundig onderwijs. In een tijd dat er gebrek aan geneeskundigen bestond, heeft men de hoogeschool opengesteld ook voor jongelieden van onvoldoende ontwik keling, nl. hen, die een gymnasium niet verder dan de vierde klas hebben doorloopen en hen, die het gemakkelijk zoogenaamd literarisch ma thematisch examen hebben afgelegd. Dit heeft een overproductie van studenten in de genees kunde ten gevolge gehad, en tevens dat de prac- tische colleges worden bijgewoond door een veel te groot getal studenten; 60 of 70, waar twintig jaar geleden 20 kwamen. De onmisbare hulp van lectoren en adsistenten van eenige ervaring wordt den hoogleeraren echter onthouden, en de benoemden worden zoo karig bezoldigd, dat zij zoo spoedig mogelijk in de praktijk gaan en daardoor na eenige jaren ongeschikt worden voor het hoogleeraarsambt, dat voortdurende studie vereischt. Uit 's Gravenhage schrijft men aan het „Hbld.": Tot dusver was het gebruik, dat de attestatiön de vita voor de ontvangst van pensioen, aan gepensionneerden, die door ouderdom, gebreken of ziekte verhinderd waren in persoon ten stad- huize te komen, thuis werden bezorgd door ge meenteboden, die voor hunne moeite van de recht hebbenden een kleine belooning ontvingen, welke deze beambten voortaan zullen moeten missen. In den laatsten tijd zijn hierover moeilijkheden ontstaan, naar aanleiding van eene weigering van het hoofd der gemeente, om in de attestatie te verklaren, dat de bedoelde belanghebbenden ten stadhuize zijn verschenen. De namen van dezen worden op den lijst doorgehaald, zoodat de betaalmeester zich niet gerechtigd kon achten hun pensioen uit te be talen. De nieuwe maatregel heeft reeds tenge volge gehad, dat de tusschenkomst is ingeroepen van den minister van Financien, tot het ver- leenen van machtiging ter uitbetaling. Op den duur zal dit evenwel niet gaan en daarom wordt er reeds over gedacht de bij Sou- verein besluit vastgestelde regeling op dit punt te veranderen, ten einde de moeielijkheden, waarin zich thans vele gepensionneerden gebracht zien, weg te nemen. Marine en Leger. Aan boord van de pnntserdekkorvet «Sumatra", gebouwd bij de Koninkl. fabriek voor stoom- en andere werktuigen te Amsterdam, worden geplaatst de luits, ter zee 2de kl. L. E. Van Diggelen, J. F. B. Van Dijk. I. F. Van Slooten en A. Gelderman. Het bevel over voornoemden bodem wordt opgedragen aan den kapt.-luit. ter zee P. G. Bruch. Naar de „N. II. Ct." verneemt, is de luit. ter zee 1ste kl. W. Romer, thans commandant van Z. M. logementscliip „Amstel", bestemd om op te treden als 1ste officier aan boord van Z. M. pant serschip „Sumatra", commandant de kapt.-luit. ter zee P. G. Bruch. Dc marine-torpedobooten XV en XIX, onder scheidenlijk onder bevel van de luits. ter zee 1ste kl. J. P. van Rossum en W. D. H. Baron van Asbeck, vertrokken jl. Donderdag van hier naar Hellevoetsluis, om aldaar tijdelijk te dienen voor de oefeningen van het personeel van den Marine- torpedodienst. De schout-bij-nacht, directeur en commandant der Marine te Hellevoetsluis ontving jl. Woensdag de ministriëele beschikking omtrent den uitslag van het vergelijkend examen voor machinist-leerling 2de kl. bij de marine. In volgorde der behaalde punten zijn geplaatstE. van Dijk, van RottumeroogJ. 11. Voortluiijzen, van Leiderdorp S. van der Meulen, van Waddenooien F. N. Harteveld, van Alkmaar G. Bedeaux, van LeerdamM. J. H. van Alphen, van Utrecht G. H. Loman, van TielJ. J. VVeids, van Veenhuizen J. G. Jerschavek, van Utrecht J. A. Rietdijk, van DelftH. J. Schreuder, van Farmsum F. J. L. Swuste, van Den HangM. G. M. G. de Vries van ZeelstJ. W. M. Renkeu, van Nieuwer-AmstelW. Terwoert, van Kouddkerke; W. Krul, van ScheveningenJ. M. Brinckraan, van Den HaagK. J. G. Raue, van GeldropJ. G. W. van Dormolen, van Nijmegen en W. F. de Loenen, van Vlissingen. Om den Staat zooveel mogelijk voor schade te vrijwaren, is door den minister van Marine bepaald, dat in overeenkomsten betreffende bouw of levering, waarin gedeeltelijke betaling is bedongen, voordat de geheele oplevering is geschied, de bepaling moet worden opgenomen, dat alle deelen vóór de over neming, gedurende den bouw en nog niet voltooid, eigendom zijn van het Rijk. De aannemer moet wijders verklaren, dat hij al de deelen onder zich houdt en beheert voor het Rijk en dus niet voor zichzelven, maar voor het Rijk bezit. De luit.-kol. P. A. Scheltns, belast met het bevel over het detachement van het 4de reg. vesting artillerie te 's Hage, is aangewezen om bij de schiet oefeningen met kustgeschut, die dit jaar door genoemd reg. alhier worden gehouden, op te treden als serie- commandant. Deze oefeningen vangen aan op 2 Juni a. s. met de 1ste compagnie, in garnizoen te Hellevoetsluis, die daartoe op gemelden datum onder bevel van den kapitein W. J. G. van der Yenr naar hier vertrekt. Benoemingen, enz. De commissaris des Konings in Noordholland heeft benoemd tot zetters voor 's Rijks directe be lastingen te Anna Paulowna den heer P. Tijsen te Barsingerhoru den heer D. Raatte Haarlemmerliede en Spnarnwoude den heer J. A. Kaub te Hilversum den heer W. J. de Wit te Hoorn den heer F. A. J. Kaagte Me- demblik den heer C. Impetate Naarden den heer J. Sijpesteijnte Opmeer den heer D. Pijperte Terschelling den heer J. H. Stobbe te Zaandam den heer P. Dekker Fz. Kunst- en Letternieuws. Inhoud van «Het Album" (geïllustr. Zondagsblad van onze courant), No. 22. De Speler. (Uit de gedenkschriften van een Gouverneur). Russische roman van F. M. Dostojewski. (Vervolg.) Gelette de la Rocho. Historisch verhaal uit de Franscbe revolutie, door J. Hendrik van Balen. (Vervolg.) Schmerzenreich. Een vogel- en menschengeschie- denis. Uit het Duitsch, door L. Van alles wat. Kerknieuws. PREDIKBEURTEN. Herv. kerk te Noordzijpe: Zondag 1 Juni n. m. 1.30 u. ds. v. Kluyve, (doop.) Herv. kerk te Zuidzijpe Zondag 1 Juni v. m. 9.30 u. St. Maartensbrug ds. v. Kluyve. Doopsgezinde Gemeente Zondag 1 Juni v. m. 9.30 te Zuid Zijpe. ds. v. Calcar. Herv. kerk te St. Maarten Zondag 1 Juni geen dienst. Herv. kerk te Eenigenburg Zondag 1 Juni v. m. 9.30 ds. Calkoen, pred. te N. Niedorp. Noord- en Zuid-Zijpe. x Juni Ds. v. Kluyve, Oudesluis nam., St. Maar tensbrug voorm. 8 Juni Ds. Bommezijn, Schagerbr., voorm. Burgerbrug nam. 15 Juni Ds. Fetter, Schagerbr. nam., Burger- brug voorm. 22 Juni ds. Mühring, Oudesluis voorm., Sint- Maartensbrug nam. Huisduinen. 1 Juni Ds. Mühring, Huisd. voorm. 15 Juni Ds. te Gempt, Huisd. voorm. Wieringen. 1 Juni Ds. te Gempt, Oost. v., H. n. 8 Juni Ds. Bron, H. v., d. O. n. 15 Juni Ds. Pareau, Oost. v., H. n. 22 Juni Ds. v. Kluijve, W. v., d. O. n. Beroepen bij de Herv. gem. te Zijpe Th. B- Grampé Molière, O.-I. pred. met verlofte Kollummerzwaag (toezegging) den heer G. Tim mer, cand. te Alkmaar. Uit onze Koloniën. Naar de „Javabode" verneemt, is de „Loco motief' verkeerd ingelicht, als dit blad aan zijne lezers mededeelt, dat de gouverneur van Celebes en onderhoorigheden de expeditie naar Flores zal medemaken. Dat eiland behoort onder den Timor-Archipel en dus onder het gewest van het te Koepang resideerende bestuurshoofd. Daarom zal deze laatste autoriteit, de heer Hoogkamer, bij de krijgsbedrijven tegenwoordig zijn. Het treit echter toevallig, dat deze pas is op getreden en van de aangelegenheden op Flores nog niet veel kan afweten. Buitenland. Frankrijk. De arrestaties van nihilisten te Parijs, ten getale van 15, hadden jl. Donderdag morgen te 6 uur plaats. De arrestanten zijn jonge Russen, bij wie men een aantal papieren en ontplofbare stoffen in beslag heeft genomen. Zij zijn in verzekerde bewaring gesteld en zullen naar de Fransche wetten terechstaau. Alle mijnwerkers te Bessèges hebben onvoor waardelijk den arbeid hervat. Italië. In de Romagna blijft het onrustig. Te Masa Lombarda sprong een bom voor het politie bureel. De verbittering over het bloedbad te Concelice moet zeer groot zijn en is zeer ver klaarbaar, als de Carlino van Bologna waarheid bericht. Volgens dit blad is een jong luitenant de schuld van het treffen. Deze moet, toen het volk terugtrok en de orde hersteld was, als een wilde op de menschen zijn aangevallen, waarop uit de menigte steenen werden gegooid, waarvan een hem trof. Daarop vuurden de soldaten op de menigte, die grootendeels uit vrouwen en kinderen bestond. Drie vrouwen waren dadelijk dood, terwijl nog 21 personen, meest vrouwen of jonge meisjes, door kogels of bajonetsteken werden gewond. Trouwens de meeste Mani festanten waren vrouwen en meisjes, werksters op de rijstvelden, die verhooging van het dagloon van...zestig centimes op een lire kwamen vragen. Transvaal. De Volksraad is 5 Mei door President Kniger in het nieuwe vergaderhuis ge opend. Hij kondigde aan, dat met het Twee- Kamers-plan voortgang zou worden gemaakt, en dat genaturaliseerde personen in de Eerste Kamer zitting zouden nemen. Een afzonderlijk depar tement van Landbouw zou worden opgericht. Noord-Amerika. De gezondheidstoestand van president Harrisson geeft aanleiding tot ern stige ongerustheid. De president lijdt aan een hartkwaal. Gemengd nieuws. Een glas koud water, een galante koetsier en eene vroolijke jonge dame, deze 3 factoren brachten jl. Zaterdag te Warmenhuizen een goed afloopend rijtuigongeval teweeg. Een van het in 3 rijtuigen gezeten gezelschap, dat aldaar nl. in den namiddag doorreed, gaf een sterk ver langen naar een glas water te kennen, waarop stil werd gehouden en de galante koetsier als kelner dienst deed. Intusschen nam eene jonge dame, daartoe door omstanders aangezet, de rus tende leidsels en vooruit ging het gerij en spoedig tegen een handwagen aanalles in gespannen toestand rijtuig tusschen hek en hand wagen, handwagen tusschen hek en muur, passagiers in het rijtuig, elk op zijn manier. Een gebogen as, een beschadigde handwagen, een beknelde en bloedende vinger, een over haag en heg buitelende hulpaanbrenger en eene schade vergoeding waren de gevolgen. De passagiers van het abnormale rijtuig vonden bij dezen on- gewonen halt eene veilige plaats in de andere rijtuigen en de koetsier zorgde voor het overige. Wat een rit met een bruidspaar en een glas koud water al niet uitwerken kan(Alkm. Ct.) Jl. Dinsdagmiddag, ongeveer ten half vijf ure, ontdekte men dat een van de twee naast elkander geplaatste hooiklampen op het erf van den heer Koster te Twisk in brand was geraakt. Van alle zijden zag men spoedig een massa mannen bijeen om met de brandspuit het gevaar zooveel mogelijk te beperkenen, dank zij de kloeke houding derspuitgasten, wist men genoemde er naast staande klamp te bewaren, en verdere ongelukken te voorkomen. De brand moet ontstaan zijn volgens de algemeene meening, door met lueifers spelende jongens. Te Spanbroek komt af en toe iemand, die de goedgeloovige lieden op een bijzondere ma nier afzet. Daar hij elders zijne practijken ook wel zal voortzetten, is het dienstig, dat het bekend worde en ieder zich voor schade wachte. Ge noemde persoon is niet groot, gaat eenvoudig, fatsoenlijk gekleed en geeft voor orgelmaker te zijn. Hij moet, naar zijn zeggen, de orgels in eenige der kerken herstellen en komt derhalve bij een of ander, om een kosthuis te zoeken. Als de voorwaarden zijn vastgesteld en er niets meer is te verhandelen, vraagt hij öf iets ter leen, óf hij koopt, indien hij bij een winkelier is geweest, iets zonder te betalen. Over een paar dagen komt hij toch terug en zal men dit wel vinden. Maar wie men ziet, niet den zoo- genaamden orgelmaker. Naar men aan de „Midd. Ct." meldt, moet er te Kanter, gemeente Clinge, een moord op een kind gepleegd zijn. Een ongehuwde moeder zou, om met haar beminde te kunnen trouwen, dezen hebber, toegelaten haar kind van kant te maken. De dader zou voortvluchtig zijn. Een dame, die de feesten te Koningsbergen zou bijwonen, vroeg per telegraaf aan een harer bekenden, een hofdame, welke kleeding voor de feestelijkheid was voorgeschreven. Het antwoord luidde: „Kalter Aufschnitt, halb sauer", watten laatste bleek te beteekenen„Halber Ausschnitt, Halb trauer". V i s s c h e r Ij. Jl. Woensdag werd te Dordrecht in het hótel „Ponsen" de vierde jaarlijksehe algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging tot bevordering van dc Nederlandsche Via- scherij. De Voorzitter, dc heer T. A. O. de Ridder, burgemeester van Katwijk, opende de vergadering met eene uitvoerige rede, waarin hij, na op het nut der Vereeniging te hebben gewezen, uiteenzette, welke zaken hij nog eenmaal door dc Vereeniging verwezenlijkt hoopt te zien. Zoo zou het hoofdbestuur gaarne een visscherijtentoonstelling op touw willen zetten wellicht brengt het 't volgend jaar plannen daarvoor ter tafel. Misschien komt dan ook aan de orde het bespreken van de wenschelijkheid van betere statistische gegevenshet belangrijke verslag van dr. Hoek over de Zuiderzeevisscherij is eene nadere bespreking alleszins waard een betere regeling van den vischafslag te verkrijgen zal door de vergadering nader overwogen wordeneen goede regeling der fondsen voor oude en invalide visschera en voor de weduwen en weezen van vischers is hoog noodig. Met een enkel woord gaf de Voorzitter zijn leedwezen to kennen over de ontslag-aanvrage van het college voor zec- visscherijen. Do lieer de Ridder sprak de hoop uit, dat do minister van Waterstaat er in zou slagen de leden, die hun ontslag gevraagd hadden, op hun verzoek te doen terugkomen. De spreker eindigde zijne rede met er op te wijzen, dat, zal de Vereeniging nuttig werkzanm zijn, uitbreiding van het ledental daarvoor een eerste vereischte is. Hij spoorde daarom alle aanwezigen aan, leden of donateurs te werven. Daarna bracht de secretaris-penningmeester verslag uit. Door den betrokken minister is gunstig beschikt op de adressen, door liet Hoofdbestuur der Vereeniging gezonden ter verkrijging: 1. van eene opdracht aan de consulaire agenten om hunne aandacht te vestigen op de oestercnltnur en d«n oesterhandel in het onder hem ressorteerende gebied eu van die uitkomsten verslag uit te brengen2. van eciv

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 2