de anderen willen niet. Dat komt, er is zulk
eene groote, niet te dempen klove ontstaan tus-
schen de verschillende klassen der maatschappij.
Ik voor mij ben er van overtuigd, dat ze elkaar
niet meer begrijpen, niet meer verstaan, eigenlijk
niet meer met elkaar leven.
„Ge moogt niet generaliseeren" zegt de heer
Bax, „en alle werkgevers voor uitzuigersschelden."
Ik zeg niet, dat ze het allen bewust en met op
zet zijn, maar krachtens den grondslag onzer
maatschappelijke instellingen moeten ze het zijn.
De werkgever het is eene onomstootelijke
waarheid verrijkt zich ten koste van anderen
en is dus een dief. Wel te verstaan, een dief
in economischen zin. Niet in wettischen zin. O
neen, hoe zou dat ook? Die wetten zijn juist
door fatsoenlijke dieven gemaakt. Ze blijven
dus buiten schot.
Als de heer Bax verklaart mede te willen
werken aan de invoering van leerplicht, algemeene
dienttplicht, verdeeling der belastingen overeenkom
stig de draagkracht, enz., dan is ons antwoord:
Waarde heer Bax, ge hebt ons heele program
overgenomen en daarom, kom over en help ons.
Maar 'tis zoo, velen willen wel alles voor het
volk, maar niet door het volk.
Van het echte protestantisme, gepredikt door
den heer Bax, verwacht spr. niet veel.
„Er wordt tegenwoordig zoo veel voor het volk
gedaan." Natuurlijk; uit zelfbehoud, uit vrees;
evenals men een blaffenden hond, die lust tot
bijten heeft, een „kluifje" toegooit. Een verge
lijking van zijne partij met die van het Roomsch-
Katholicisme en het leerstellig protestantisme, wat
betreft het behartigen van de belangen der ar
beiders, raad ik den heer Bax niet aanze valt
stellig uit ten nadeele van de eerste. De libe
rale bourgeoisie, gesteund door het „ech" pro
testantisme, is de partij der meest meedoogenloo-
zen, der meest wreeden.
Ik meen hiermede voldoende de bezwaren
tegen onze partij weerlegd te hebben, en zeg
nog iets over de hoofdzaak.
Deze is, dat we thans leven onder een stelsel,
waarbij het recht op het leven erkend wordt,
maar de middelen om te leven onthouden. De
loonstandaard is zóó, dat de meeste arbeiders te
veel hebben om te sterven, maar te weinig om
te leven. Voor en aleer dit stelsel is vernietigd,
zal er geene verzoening komen tusschen de ver
schillende klassen der maatschappij.
De heer Bax, het woord weder verkregen
hebbende, repliceert aldus:
Ik heb hier voor mij het Program en de sta
tuten van den Sociaal-Democratischen Bond
in Nederland. Ik geef toe, daaruit werkelijk
veel punten te hebben overgenomen. Mijn hoofd
grief tegen de Sociaal-Democratie is, dat haar
program nog niet voor verwezenlijking vatbaar is.
Eigenlijk had ik van den heer N. een gron
diger weerlegging van mijn hoofdbezwaar en van
mijne stelling verwacht. Op dit punt ben ik
een weinig teleurgesteld.
De heer Nieuwenhuis heeft gezegd: ook de
predikanten zijn in dienst van het kapitalisme.
Is dat waar? Neen, integendeel, onder de pre
dikanten, ook onder de arme moderne dominees,
zijn er niet weinigen, die den moed hebben, zoo
wel den rijken als den armen de waarheid te
zeggen, daarbij ondervindend, dat waarheid haat,
gelijk vleierij vrienden baart.
Laat ik nu nog iets zeggen over het verband
tusschen het vertrouwen op God en zelfwerk
zaamheid van den mensch. 'tis van dien aard,
dat instede van elkaar uit te sluiten, zooals de
heer Nieuwenhuis schijnt te meenen, ze elkaar
aanvullen en steunen. Ze zijn als twee stroomen,
die in elkaar vloeien en daardoor krachtiger
worden, als twee vlammen, die in elkaar grijpen
en daardoor meer gloed, meer licht verspreiden.
Ten slotte breng ik een woord van dank tot
de vergadering voor hare aandacht ook aan mij
verleend, en voor de orde, die er den geheelen
avond heerschte. Eéne teleurstelling heeft mij
deze avond gebaard. Ze is dezeik had ge
hoopt met den heer N., meer dan we gedaan
hebben, het wezenlijk belang der arbeiders te
bespreken. Ik spreek den wensch uit, dat we
op de aanstaande winteravonden nog eenige
keeren, zij het eiken Woensdagavond, het ge
noegen kunnen hebben met den heer N. te de-
batteeren. Liefst dan over een bepaald onder
werp, b. v. eigendom is diefstal.
De heer Nieuwenhuis, het woord wederom
bekomen hebbende, zegt ongeveer het volgende
Om bij 'tslot van de repliek van den heer
Bax te beginnen, doe ik hem opmerken, dat
niet ik de keuze van het onderwerp bepaald heb,
en dat, zoo hij zich teleurgesteld gevoelt, hij
die teleurstelling zich zelf heeft te wijten.
In hoofdzaak is de heer Bax het met ons pro
gram eens. Alleen maar, bij ons aansluiten kan
hij zich nog niet. Welnu, dat is ook juist niet
noodig. Er is b. v. in Nederland ook een Bond
voor Algemeen Kies- en Stemrecht, laat hij, voor
stander van dat recht, zich daarbij aansluiten,
en tevens bij eene volgende stemming voor leden
der Tweede Kamer al zijn invloed aanwenden
om te voorkomen, dat het tegenwoordig lid van
Zaandam, die een tegenstander is van dat recht,
weer herkozen worde.
Overigens schijnt de heer Bax zelf geen groote
vijand van de revolutie. Althans hij erkent, dat
die van de vorige eeuw prachtige resultaten
voor het volk heeft opgeleverd.
De heer Bax komt met klem op tegen mijne
bewering, dat de predikanten dienstknechten zijn
der kapitalisten, en toch handhaaf ik die be
wering, n.1. tegen den predikanten*fo>w?. Er
schuilen enkele goeden onder, welnu, ook hier
bevestigen de uitzonderingen den regel, 't is
mijne ondervinding, dat de dominees de ijve
rigste verkiezingsagenten zijn. Ze zijn middelen
in de hand van 't ellendig kapitalisme om het
volk er onder te houden. Waar zoeken de pre
dikanten hunne meeste conversatie 't Is bekend,
in de woning der aanzienlijken.
Dat de mannen, door den heer Bax als voor
beelden van geloofsvertrouwen en zelfwerkzaam
heid aangehaald, zoo heel veel aan dat vertrouwen
op een Hoogere Macht te danken hadden, be
twijfel ik zeer. Dat ze er trouwens zelf niet
altijd een heel groote gedachte van hadden,
blijkt b. v. in Cromwell, die tot lijfspreuk had:
„Bid, maar houd je kruid droog."
Hiermede eindig ik. 't Spijt ook mij, dat we
heden avond niet meer over het wezenlijk be
lang der arbeiders hebben kunnen spreken. Ik
dank den heer Bax voor de loyale wijze, waarop
hij mij bestreed en voldoe gaarne aan zijn ver
zoek om de volgende winteravonden het debat
voort te zetten. Ik besluit met te herhalen wat
ik reeds vroeger uitsprak en neerschreef:
Al bleek het, waar te zijn, dat we streden
voor een onbereikbaar ideaal, welnu, onstrooste
het bewustzijn, dat we dan gedwaald hebben,
omdat we de menschelijke natuur hooger schat
ten dan ze werkelijk staat, en dat niet wij, maar
de zelfzucht de schuld draagt van een vergeef-
schen strijd.
Hier nam het debat een einde en ging de
vergadering, die zich steeds rustig had gehouden,
zeer ordelijk uiteen.
NEDERLAND.
HELDER, 31 Mei.
Jl. Zaterdagavond reed H. M. de Koningin
en H. K. H. de Prinses in een victoria, bespan
nen met twee paarden, toen de paarden op de
hoogte van het station het Loo van den locaal-
trein schichtig werden.
H. M. sprong uit het rijtuig en hielp ook de
Prinses er uit, maar zij struikelden beiden over
den sleep van H. M. en vielen op den grond.
Opgestaan zijnde, liepen beiden spoedig naar
het paleis Het Loo, dat in de onmiddellijke na
bijheid was, en kwamen met den schrik vrij.
De tot groot-officier des Konings en opper
hofmaarschalk benoemde generaal-majoor graaf
Dumonceau blijft als adjudant en particulier
secretaris aan Zr. Ms. dienst verbonden, maar
wordt als secretaris der hof-commissie vervangen
door den hofmaarschalk Baron De Constant
Rebecque.
Uit Den Haag wordt gemeld, dat verschil
lende burgemeesters in de provincie Zuidholland
ongunstige rapporten' hebben uitgebracht over de
nieuwe methode van volkstelling, welke met 1
Januari jl. hier te lande is gevolgd,
De lijst der hoogst aangeslagenen in
de Rijks directe belastingen, verkiesbaar tot
leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
in de provincie Noord-Holland, is opgenomen
in de St.-Ct. No. 124.
Eenige dagen geleden heeft „de St.-Ct." ge
meld, dat tot opvolger van den hoogleeraar in
de heelkunde dr. van Goudoever, aan de Utrecht-
sche Universiteit een Duitsch geleerde is benoemd.
In de „N. R. Ct." vinden wij in een ingezonden
stuk de redenen nagegaan, waarom Nederland
zich, bij het vervullen van professoraten in de
geneeskunde, zoo vaak tot Duitschland moet
wenden. De schrijver noemt twee oorzaken de
onvoldoende voorbereiding van vele geneeskun
digen en de schrielheid der Regeering tegenover
het geneeskundig onderwijs.
In een tijd dat er gebrek aan geneeskundigen
bestond, heeft men de hoogeschool opengesteld
ook voor jongelieden van onvoldoende ontwik
keling, nl. hen, die een gymnasium niet verder
dan de vierde klas hebben doorloopen en hen,
die het gemakkelijk zoogenaamd literarisch ma
thematisch examen hebben afgelegd. Dit heeft
een overproductie van studenten in de genees
kunde ten gevolge gehad, en tevens dat de prac-
tische colleges worden bijgewoond door een veel
te groot getal studenten; 60 of 70, waar twintig
jaar geleden 20 kwamen. De onmisbare hulp
van lectoren en adsistenten van eenige ervaring
wordt den hoogleeraren echter onthouden, en de
benoemden worden zoo karig bezoldigd, dat zij
zoo spoedig mogelijk in de praktijk gaan en
daardoor na eenige jaren ongeschikt worden voor
het hoogleeraarsambt, dat voortdurende studie
vereischt.
Uit 's Gravenhage schrijft men aan het
„Hbld.":
Tot dusver was het gebruik, dat de attestatiön
de vita voor de ontvangst van pensioen, aan
gepensionneerden, die door ouderdom, gebreken
of ziekte verhinderd waren in persoon ten stad-
huize te komen, thuis werden bezorgd door ge
meenteboden, die voor hunne moeite van de recht
hebbenden een kleine belooning ontvingen,
welke deze beambten voortaan zullen moeten
missen.
In den laatsten tijd zijn hierover moeilijkheden
ontstaan, naar aanleiding van eene weigering van
het hoofd der gemeente, om in de attestatie te
verklaren, dat de bedoelde belanghebbenden ten
stadhuize zijn verschenen.
De namen van dezen worden op den lijst
doorgehaald, zoodat de betaalmeester zich niet
gerechtigd kon achten hun pensioen uit te be
talen. De nieuwe maatregel heeft reeds tenge
volge gehad, dat de tusschenkomst is ingeroepen
van den minister van Financien, tot het ver-
leenen van machtiging ter uitbetaling.
Op den duur zal dit evenwel niet gaan en
daarom wordt er reeds over gedacht de bij Sou-
verein besluit vastgestelde regeling op dit punt
te veranderen, ten einde de moeielijkheden,
waarin zich thans vele gepensionneerden gebracht
zien, weg te nemen.
Marine en Leger.
Aan boord van de pnntserdekkorvet «Sumatra",
gebouwd bij de Koninkl. fabriek voor stoom- en
andere werktuigen te Amsterdam, worden geplaatst
de luits, ter zee 2de kl. L. E. Van Diggelen, J. F.
B. Van Dijk. I. F. Van Slooten en A. Gelderman.
Het bevel over voornoemden bodem wordt opgedragen
aan den kapt.-luit. ter zee P. G. Bruch.
Naar de „N. II. Ct." verneemt, is de luit. ter
zee 1ste kl. W. Romer, thans commandant van Z.
M. logementscliip „Amstel", bestemd om op te
treden als 1ste officier aan boord van Z. M. pant
serschip „Sumatra", commandant de kapt.-luit. ter
zee P. G. Bruch.
Dc marine-torpedobooten XV en XIX, onder
scheidenlijk onder bevel van de luits. ter zee 1ste
kl. J. P. van Rossum en W. D. H. Baron van
Asbeck, vertrokken jl. Donderdag van hier naar
Hellevoetsluis, om aldaar tijdelijk te dienen voor
de oefeningen van het personeel van den Marine-
torpedodienst.
De schout-bij-nacht, directeur en commandant der
Marine te Hellevoetsluis ontving jl. Woensdag de
ministriëele beschikking omtrent den uitslag van
het vergelijkend examen voor machinist-leerling 2de
kl. bij de marine. In volgorde der behaalde punten
zijn geplaatstE. van Dijk, van RottumeroogJ.
11. Voortluiijzen, van Leiderdorp S. van der Meulen,
van Waddenooien F. N. Harteveld, van Alkmaar
G. Bedeaux, van LeerdamM. J. H. van Alphen,
van Utrecht G. H. Loman, van TielJ. J. VVeids,
van Veenhuizen J. G. Jerschavek, van Utrecht
J. A. Rietdijk, van DelftH. J. Schreuder, van
Farmsum F. J. L. Swuste, van Den HangM.
G. M. G. de Vries van ZeelstJ. W. M. Renkeu,
van Nieuwer-AmstelW. Terwoert, van Kouddkerke;
W. Krul, van ScheveningenJ. M. Brinckraan,
van Den HaagK. J. G. Raue, van GeldropJ.
G. W. van Dormolen, van Nijmegen en W. F. de
Loenen, van Vlissingen.
Om den Staat zooveel mogelijk voor schade te
vrijwaren, is door den minister van Marine bepaald,
dat in overeenkomsten betreffende bouw of levering,
waarin gedeeltelijke betaling is bedongen, voordat
de geheele oplevering is geschied, de bepaling moet
worden opgenomen, dat alle deelen vóór de over
neming, gedurende den bouw en nog niet voltooid,
eigendom zijn van het Rijk.
De aannemer moet wijders verklaren, dat hij al
de deelen onder zich houdt en beheert voor het Rijk
en dus niet voor zichzelven, maar voor het Rijk
bezit.
De luit.-kol. P. A. Scheltns, belast met het bevel
over het detachement van het 4de reg. vesting
artillerie te 's Hage, is aangewezen om bij de schiet
oefeningen met kustgeschut, die dit jaar door genoemd
reg. alhier worden gehouden, op te treden als serie-
commandant. Deze oefeningen vangen aan op 2
Juni a. s. met de 1ste compagnie, in garnizoen te
Hellevoetsluis, die daartoe op gemelden datum onder
bevel van den kapitein W. J. G. van der Yenr naar
hier vertrekt.
Benoemingen, enz.
De commissaris des Konings in Noordholland
heeft benoemd tot zetters voor 's Rijks directe be
lastingen te Anna Paulowna den heer P. Tijsen
te Barsingerhoru den heer D. Raatte
Haarlemmerliede en Spnarnwoude den heer J. A.
Kaub te Hilversum den heer W. J. de Wit
te Hoorn den heer F. A. J. Kaagte Me-
demblik den heer C. Impetate Naarden den
heer J. Sijpesteijnte Opmeer den heer D.
Pijperte Terschelling den heer J. H. Stobbe
te Zaandam den heer P. Dekker Fz.
Kunst- en Letternieuws.
Inhoud van «Het Album" (geïllustr. Zondagsblad
van onze courant), No. 22. De Speler. (Uit de
gedenkschriften van een Gouverneur). Russische
roman van F. M. Dostojewski. (Vervolg.) Gelette
de la Rocho. Historisch verhaal uit de Franscbe
revolutie, door J. Hendrik van Balen. (Vervolg.)
Schmerzenreich. Een vogel- en menschengeschie-
denis. Uit het Duitsch, door L. Van alles wat.
Kerknieuws.
PREDIKBEURTEN.
Herv. kerk te Noordzijpe:
Zondag 1 Juni n. m. 1.30 u. ds. v. Kluyve,
(doop.)
Herv. kerk te Zuidzijpe
Zondag 1 Juni v. m. 9.30 u. St. Maartensbrug
ds. v. Kluyve.
Doopsgezinde Gemeente
Zondag 1 Juni v. m. 9.30 te Zuid Zijpe. ds.
v. Calcar.
Herv. kerk te St. Maarten
Zondag 1 Juni geen dienst.
Herv. kerk te Eenigenburg
Zondag 1 Juni v. m. 9.30 ds. Calkoen, pred.
te N. Niedorp.
Noord- en Zuid-Zijpe.
x Juni Ds. v. Kluyve, Oudesluis nam., St. Maar
tensbrug voorm.
8 Juni Ds. Bommezijn, Schagerbr., voorm.
Burgerbrug nam.
15 Juni Ds. Fetter, Schagerbr. nam., Burger-
brug voorm.
22 Juni ds. Mühring, Oudesluis voorm., Sint-
Maartensbrug nam.
Huisduinen.
1 Juni Ds. Mühring, Huisd. voorm.
15 Juni Ds. te Gempt, Huisd. voorm.
Wieringen.
1 Juni Ds. te Gempt, Oost. v., H. n.
8 Juni Ds. Bron, H. v., d. O. n.
15 Juni Ds. Pareau, Oost. v., H. n.
22 Juni Ds. v. Kluijve, W. v., d. O. n.
Beroepen bij de Herv. gem. te Zijpe Th. B-
Grampé Molière, O.-I. pred. met verlofte
Kollummerzwaag (toezegging) den heer G. Tim
mer, cand. te Alkmaar.
Uit onze Koloniën.
Naar de „Javabode" verneemt, is de „Loco
motief' verkeerd ingelicht, als dit blad aan zijne
lezers mededeelt, dat de gouverneur van Celebes
en onderhoorigheden de expeditie naar Flores
zal medemaken. Dat eiland behoort onder den
Timor-Archipel en dus onder het gewest van het
te Koepang resideerende bestuurshoofd. Daarom
zal deze laatste autoriteit, de heer Hoogkamer,
bij de krijgsbedrijven tegenwoordig zijn.
Het treit echter toevallig, dat deze pas is op
getreden en van de aangelegenheden op Flores
nog niet veel kan afweten.
Buitenland.
Frankrijk. De arrestaties van nihilisten te
Parijs, ten getale van 15, hadden jl. Donderdag
morgen te 6 uur plaats. De arrestanten zijn
jonge Russen, bij wie men een aantal papieren
en ontplofbare stoffen in beslag heeft genomen.
Zij zijn in verzekerde bewaring gesteld en zullen
naar de Fransche wetten terechstaau.
Alle mijnwerkers te Bessèges hebben onvoor
waardelijk den arbeid hervat.
Italië. In de Romagna blijft het onrustig. Te
Masa Lombarda sprong een bom voor het politie
bureel. De verbittering over het bloedbad te
Concelice moet zeer groot zijn en is zeer ver
klaarbaar, als de Carlino van Bologna waarheid
bericht. Volgens dit blad is een jong luitenant
de schuld van het treffen. Deze moet, toen het
volk terugtrok en de orde hersteld was, als een
wilde op de menschen zijn aangevallen, waarop
uit de menigte steenen werden gegooid, waarvan
een hem trof. Daarop vuurden de soldaten op
de menigte, die grootendeels uit vrouwen en
kinderen bestond. Drie vrouwen waren dadelijk
dood, terwijl nog 21 personen, meest vrouwen
of jonge meisjes, door kogels of bajonetsteken
werden gewond. Trouwens de meeste Mani
festanten waren vrouwen en meisjes, werksters
op de rijstvelden, die verhooging van het
dagloon van...zestig centimes op een lire kwamen
vragen.
Transvaal. De Volksraad is 5 Mei door
President Kniger in het nieuwe vergaderhuis ge
opend. Hij kondigde aan, dat met het Twee-
Kamers-plan voortgang zou worden gemaakt, en
dat genaturaliseerde personen in de Eerste Kamer
zitting zouden nemen. Een afzonderlijk depar
tement van Landbouw zou worden opgericht.
Noord-Amerika. De gezondheidstoestand
van president Harrisson geeft aanleiding tot ern
stige ongerustheid. De president lijdt aan een
hartkwaal.
Gemengd nieuws.
Een glas koud water, een galante koetsier en
eene vroolijke jonge dame, deze 3 factoren
brachten jl. Zaterdag te Warmenhuizen een goed
afloopend rijtuigongeval teweeg. Een van het
in 3 rijtuigen gezeten gezelschap, dat aldaar nl.
in den namiddag doorreed, gaf een sterk ver
langen naar een glas water te kennen, waarop
stil werd gehouden en de galante koetsier als
kelner dienst deed. Intusschen nam eene jonge
dame, daartoe door omstanders aangezet, de rus
tende leidsels en vooruit ging het gerij en
spoedig tegen een handwagen aanalles in
gespannen toestand rijtuig tusschen hek en hand
wagen, handwagen tusschen hek en muur,
passagiers in het rijtuig, elk op zijn manier.
Een gebogen as, een beschadigde handwagen,
een beknelde en bloedende vinger, een over haag
en heg buitelende hulpaanbrenger en eene schade
vergoeding waren de gevolgen. De passagiers
van het abnormale rijtuig vonden bij dezen on-
gewonen halt eene veilige plaats in de andere
rijtuigen en de koetsier zorgde voor het overige.
Wat een rit met een bruidspaar en een glas koud
water al niet uitwerken kan(Alkm. Ct.)
Jl. Dinsdagmiddag, ongeveer ten half
vijf ure, ontdekte men dat een van de twee naast
elkander geplaatste hooiklampen op het erf van
den heer Koster te Twisk in brand was geraakt.
Van alle zijden zag men spoedig een massa
mannen bijeen om met de brandspuit het gevaar
zooveel mogelijk te beperkenen, dank zij de
kloeke houding derspuitgasten, wist men genoemde
er naast staande klamp te bewaren, en verdere
ongelukken te voorkomen. De brand moet ontstaan
zijn volgens de algemeene meening, door met
lueifers spelende jongens.
Te Spanbroek komt af en toe iemand, die
de goedgeloovige lieden op een bijzondere ma
nier afzet. Daar hij elders zijne practijken ook
wel zal voortzetten, is het dienstig, dat het bekend
worde en ieder zich voor schade wachte. Ge
noemde persoon is niet groot, gaat eenvoudig,
fatsoenlijk gekleed en geeft voor orgelmaker te
zijn. Hij moet, naar zijn zeggen, de orgels in
eenige der kerken herstellen en komt derhalve
bij een of ander, om een kosthuis te zoeken.
Als de voorwaarden zijn vastgesteld en er niets
meer is te verhandelen, vraagt hij öf iets ter
leen, óf hij koopt, indien hij bij een winkelier
is geweest, iets zonder te betalen. Over een
paar dagen komt hij toch terug en zal men dit
wel vinden. Maar wie men ziet, niet den zoo-
genaamden orgelmaker.
Naar men aan de „Midd. Ct." meldt, moet
er te Kanter, gemeente Clinge, een moord op
een kind gepleegd zijn. Een ongehuwde moeder
zou, om met haar beminde te kunnen trouwen,
dezen hebber, toegelaten haar kind van kant te
maken.
De dader zou voortvluchtig zijn.
Een dame, die de feesten te Koningsbergen
zou bijwonen, vroeg per telegraaf aan een harer
bekenden, een hofdame, welke kleeding voor de
feestelijkheid was voorgeschreven. Het antwoord
luidde: „Kalter Aufschnitt, halb sauer", watten
laatste bleek te beteekenen„Halber Ausschnitt,
Halb trauer".
V i s s c h e r Ij.
Jl. Woensdag werd te Dordrecht in het hótel „Ponsen"
de vierde jaarlijksehe algemeene vergadering gehouden van
de Vereeniging tot bevordering van dc Nederlandsche Via-
scherij.
De Voorzitter, dc heer T. A. O. de Ridder, burgemeester
van Katwijk, opende de vergadering met eene uitvoerige
rede, waarin hij, na op het nut der Vereeniging te hebben
gewezen, uiteenzette, welke zaken hij nog eenmaal door dc
Vereeniging verwezenlijkt hoopt te zien. Zoo zou het
hoofdbestuur gaarne een visscherijtentoonstelling op touw
willen zetten wellicht brengt het 't volgend jaar plannen
daarvoor ter tafel. Misschien komt dan ook aan de orde
het bespreken van de wenschelijkheid van betere statistische
gegevenshet belangrijke verslag van dr. Hoek over de
Zuiderzeevisscherij is eene nadere bespreking alleszins waard
een betere regeling van den vischafslag te verkrijgen zal
door de vergadering nader overwogen wordeneen goede
regeling der fondsen voor oude en invalide visschera
en voor de weduwen en weezen van vischers is hoog noodig.
Met een enkel woord gaf de Voorzitter zijn leedwezen to
kennen over de ontslag-aanvrage van het college voor zec-
visscherijen. Do lieer de Ridder sprak de hoop uit, dat do
minister van Waterstaat er in zou slagen de leden, die hun
ontslag gevraagd hadden, op hun verzoek te doen terugkomen.
De spreker eindigde zijne rede met er op te wijzen, dat,
zal de Vereeniging nuttig werkzanm zijn, uitbreiding van
het ledental daarvoor een eerste vereischte is. Hij spoorde
daarom alle aanwezigen aan, leden of donateurs te werven.
Daarna bracht de secretaris-penningmeester verslag uit.
Door den betrokken minister is gunstig beschikt op de
adressen, door liet Hoofdbestuur der Vereeniging gezonden
ter verkrijging: 1. van eene opdracht aan de consulaire
agenten om hunne aandacht te vestigen op de oestercnltnur
en d«n oesterhandel in het onder hem ressorteerende gebied
eu van die uitkomsten verslag uit te brengen2. van eciv