HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
Jaargang 48.
M 67. Woensdag 4 Juni 1890.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
- C A S G A M A L A.
,En deBespereert nimmer
Jan Pieterts. Coen.
Het Vaderlandt ghetrouwe
Blijf ick tot in den doot.
Wilhelmuslied,
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post f 0.90.
Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden0.75.
Voor de abonnee dezer Courant in de gemeentef 0.30.
bniten de 0.85.
REDACT EUR-ÜITGE VER
Molenplein 162/163.
Prijs der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij
abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Mededeelingen eu aanbevelingen10 t n
De Burgemeester der gemeente Helder maakt
bekend, dat gedurende de maanden Juni en
Juli 1890 op enkele dagen, na afloop van de
schietoefeningen der Artillerie alhier, door de
Infanterie schietoefeningen zullen worden ge
houden op beweegbare doelen in zee, van af de
kustbatterij van Erfprins of van den Zeedijk in
de richting van „Onrust".
Op de dagen, dat die oefeningen plaats hebben,
zal de onveiligheid van het vaarwater en van
den Zeedijk worden aangekondigd door het
plaatsen van roode vlaggen op de batterij „Kaap-
hoofd" en op de batterij van „Erfprins".
Helder, 31 Mei 1890.
De Burgemeester voornoemd,
C. A. BEUKENKAMP.
Het Gemeentebestuur van den Helder brengt, ter
voldoening aan het bepaalde bij art. 22 van Zr.
Ms. besluit van den 2 December IS23, (Staatsblad
No. 49) bet volgende ter kennis van liet publiek
Bestuurders, tevens collatoren van bet HENDRIK
NANNE3 cn CATRIJN-EPE8-LEEN tc Bolsward,
op Vrijdag 4 Juli 1890, aldaar zullende overgaan
tot begeving, volgens bet bestaande reglement van
een deel der inkomsten van het Leen, teneinde een
jongeling, uit bet geslacht der stichters, tot de
Academische Studie op te leiden, roepen daartoe
de rechthebbenden op, die niet beneden de 12 en
niet boven de 24 jaren oud mogen zijn, en uit
eigen middelen, of die hunner ouders, de kosten
der Studie niet kunnen bestrijden.
Sollicitanten, die zich aan een vergelijkend exa
men zullen moeten onderwérpen, worden uitgonoo-
digd, zich schriftelijk bij den Ontvanger des Leens,
den lieer C. A. DARDENNE ANKRINGA te
Bolsward aan te melden, vóór den 24 Juni e. k.
met overlegging van hunne geboorteakte, een be
wijs van leering, afgegeven door het Hoofd dei-
School, waar zij onderwijs genieten, en ook wanneer
dit gevorderd wordt, van bewijs, dat zij uit het
geslacht der Stichters van het Leen afstammen.
Geene reis- of verblijfkosten worden vergoed.
Helder, 2 Juni 1890.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
Feuilleton van de Helderiehe- en Nieuwedieper Courant.
Roman door N. VON ESCHSTRUTH.
Wie zou het wagen dezen wonderlijken man te
beschrijven Een traan in mijn oog was hem on
dragelijke pijn en voor een glimlach van mij zou
hij zijn hartebloed gegeven hebben, indien dat ge-
eischt werdmaar daarbij was hij woest en ontem
baar als een wild bruisende bergstroom, hartstoch
telijk tot aan de grenzen van razernij en zacht en
tceder als een onschuldig kinderharthem moest ik
liefhebben, hem alleen-op de wereld en hij zou het
stof van mijne voeten kussen. Groot en vrij van
[alle zelfzucht was zijne liefde. Met zeer groote
opoffering liet hij voor mij den Oosterschen tuin
en den koepel bouwen, geen geld was hem te veel,
waar het gold het schoonste eu heerlijkste mij aan
iet te bieden ontzettende sommen verkwistte hij om
,n hier op Duitschcn bodem, op dit ontzettende berg-
Igevaarte een tooversprookje van Spaansche zuidelijke
e" weelde te doen leven. Murmelende beekjes en
ng bloeiende bosschages, rozen en myrthen, witte
lor beelden en verborgen grotten, een paradijs, waar
van ik meesteres washier vervloog mijn leven,
glimlachend in het bijzijn van Ruppert, in mijne
eenzaamheid verteerd van droefenis en zielsverlangen
naar mijn vaderland. Mijne goede Bredjje was
gestorven, ik was geheel alleen. Mijn echtgenoot
sloot mij op in den eenzamen, ouden koepel
zijn hart werd verteerd door krankzinnige,
ijverzucht, sinds ik begonnen was de Duit-
j* die taal te leeren en mijn hart snakte naar het
«gezelschap van vroolijke menschenhij had een
paradijspoort voor mij ontsloten, om het mij tot
een hel van de folterendstc verlatenheid te maken,
k werd moeder van een zoon en nog eens scheen
iet of de stralende zon van het geluk over mijn
ioofd zou opgaan Ruppert's volle,- warme liefde
eg.
Een onhandig vriend.
(Dominé Bax contra Domela Nieuwenhuis.)
Een onhandig vriend is erger dan een ver
klaard vijand, zouden wij geneigd zijn toete-
passen op het optreden van dominé Bax, indien
we maar zoover waren, dat we wisten tot welke
partij dominé Bax behoort.
Wij, die ZEd. niet kennen, hadden van zijn
optreden nogal verwachting; wij willen dit wel
bekennen. Wij waren van meening, dat een
dominé, die openlijk den strijd aanbindt met de
zoogenaamde sociaal-democratische partij in Ne
derland, goed onderlegen was en niet onbesla
gen ten ijs zou komen. Welnu, onze verwach
ting is bitter teleurgesteld.
Wij hadden gehoopt en verwacht, dat de hr.
Bax voornamelijk hierop zou hebben gewezen,
dat de sociale idéé niet verwezenlijkt werd door
de partij hier te lande, die zich dien naam aan
matigt, nóch de waarachtige democratie verte
genwoordigd wordt door de partij van den hr.
Domela Nieuwenhuis c. s.
In stede daarvan krijgen we (O, groote Goden
een stelling, die als volgt luidtaankweeking van
gemeenschapsgevoel -|- beoefening van zelfbeheer-
scliing zelfverloochening -f- vlijt -f- eerlijkheid
de beste weg tot behartiging van het wezenlijk be
lang der arbeiders."
Tel maar op en dan krijgt ge de vol
maakte mensch min humaniteit. Want
die eigenschap ontbreekt geheel in de stelling
van den hr. Bax. En iemand, die zoo'n stelling
tot uitgangspunt neemt, noemt, nota bene, het
streven van de sociaal-democraten een ideaal.
Wij gelooven, dat dat ideaal: een staat van za
ken, die mogelijk maaktdat de maatschappij aan
al hare leden toekenne de noodige arbeidsmiddelen
en arbeidsproductenberekend naar de algemeen ge
voelde behoefte van een ieder"vrij wat minder
ideaal is en meer kans tot verwezenlijking biedt,
dan het vormen van den model-mensch van den
hr. Bax.
Waarlijk, wij gelooven dat, in zake de be
strijding van de sociaal-democratie, dominé Bax
beter hadde gedaan met tehuis te blijven.
Over het algemeen is het oordeel omtrent 's hee-
ren Bax' rede saAm te vatten in de bekende
woorden van Nurks uit Hildebrand: „niet veel
zaaks". Het Roomsch-Katholicisme verdient
volgens hem hulde voor hetgeen het in dezen
reeds deed. Het Leerstellig-Protestantisme
eveneens. „Veel is het volk er aan verschul
digd. Hij wijst daartoe slechts op hetgeen de
laatste 25 jaar op het gebied der Inwendige
Zending is tot stand gebracht. En dit is slechts
een uit vele." Dit deugt echter evenmin, daar
■tortte zich in al haar zaligheid uit over moeder
en kindniets verduisterde meer ons geluk dan
dit óéne ik was nog heidin. Dicht hij het slot,
dat mijn echtgenoot ter mijner eere Casga-Mala
genoemd had, stond op de oostelijke berghelling
een klooster. Een innige vriendschapsband verbond
de graven Echterslob met de vrome kloosterbroe
ders en het was van oudsher bepaald, dat de
jongste zoon van het geslacht, indien er meer
graven op de burg geboren werden, de wapenrus
ting met de monnikspij zou verwisselen, om als
prior van het klooster de wereldlijke macht zijner
bloedverwanten door den oppermachtige» invloed
van het kruis krachtdadig te ondersteunen.
Naar dit klooster nu toog mijn gemaal, en hij
smeekte den geestelijke om hulp, teneinde de poorten
der eeuwigheid voor zijne berouwvolle gemalin te
openen en haar na voorafgeganen doop in den schoot
der alleenzaligmakende kerk op te nemen. Lang
reeds bestond er tusschen het slot eu het klooster
een geheime, onderaardsche gang, die reeds dikwijls
in oorlogstijden de gewichtige beraadslagingen der
hoofden van kerk en adel had afgeluisterd; deze
gewelven werden in verbinding gesteld met den
koepel en in de nachtelijke duisternis schreed de
statige prior over de steenen trappen, gevolgd
door een priester, die van nu afaan mijn leeraar
in den Cliristelijkeu godsdienst zou wezen. Hij
was een jonge man van slanke gestalte, deze pater
Benedictus vurig fanatisme glom in zijne schitte
rende zwarte oogen, die diep en ernstig in het
bleeke aangezicht lagen, oogen, waarin volkomen
afsterving van aardsche begeerte te lezen was
wanneer hij de dunne lippen tot spreken opende,
klonk het als zacht, welluidend gemurmel, aangroei
end tot stormachtig ruischen, stijgend tot het geloei
van den donder iu zijne geweldigste kracht en
overtuiging. Mijn man reed weder dikwijls uit in
de bosschen, de staalblauwe zomerlucht welfde zich
verschroeiend boven Casgamala en ik was eenzamer
dan ooit te voren. Een overweldigend, duldeloos
zielsverlangen naar mijn vaderland maakte zich
meester van mijn ziel, knaagde schrijnend aan
het 'tot eisch stelt een verouderde levens- en
wereldbeschouwing. Bij de bespreking van Pa-
trimonium's conditiën, dat n. 1. een ieder zal
geweerd icorden, die zich durft stellen tegenover de
ordonnantiën des Almachtige" zegt dominé Bax
„Maar de vraag kan rijzen welke die ordonnantiën
zijn en of God zelf niet veel in de tegenwoordige
maatschappij afkeurtnog steeds geëerbiedigd als
zijn ordonnantiën."
Wij kiezen nóch partij voor het Roomsch-
Kathplicisme, nóch voor boven omschreven leer
stelling Protestantisme, noch voor Patrimonium.
Maatf wij weten, door dominé Bax' eigen woor
den, Jiierboven aangehaald, dat hij de verouderde
levens- en wereldbeschouwing van dat Protestan -
tismei afkeurt en dat hij twijfelt aan de almacht
Gods, want volgens hem is het aan twijfel onder
hevig, of God zelf niet veel afkeurt in de tegen
woordige maatschappij, waaruit volgt dat God
dan onmachtig zou zijn dit te veranderen.
Welnu, wij gelooven dat als dominé Bax eer
lijk man is, hij, met die gevoelens, verplicht is
zijn ontslag te nemen als dominé en toga en
bef aan den kapstok te hangen. Laat hij in
dezen ten minste de eerlijkheid toonen, die de
hr. Domela Nieuwenhuis eens had en ronduit
breken met eene carrière, die voor hem geen roe
ping is.
E11 daar ZEd. alleen in de Sociaal-Democra
tie de zoolang gezochte geneeskundige ziet, die
onze kranke maatschappij kan genezen, „de
jonge krachtige medicuszoo pas van de acade
mie gekomentoegerust met goede getuigschrif
ten, en zij het dan ook zonder ervaringmet
uitstekende theoretische bekwaamheden van de
nieuwste ontdekkingen op medisch gebied, ge
steund door rijke waarnemingenlaat dominé
Bax dan in de eerste plaats aan dien hoogge-
roemden dokter zich zelf toevertrouwen. Wij,
en zeker velen met ons, danken voor de eer ons
aan zulke handen toetevertrouwen met een be
leefd.; „Merci, na u, s. v. p.!"
Want wij gelooven niet in de heil-aanbren-
gende kunde van dien dokter, evenmin als wij
vrees koesteren voor de grootere ellende, die,
volgeus dominé Bax, het gevolg zou zijn van
eene eventueele nederlaag van de sociaal demo
cratie, zooals die in ons land vertegenwoordigd wordt.
De goede gevolgen van het streven der sociaal
democraten, zouden wij door den hr. Bax gaarne
wat duidelijker aangetoond zien. In ons land
ten minste hebben wij daarvan nog niets bespeurd
en in hun orgaan uit zich dat streven in schel
den en tieren, in platte woorden en in onkiesche
uitdrukkingen, die elk weldenkend mensch voor
goed genoeg doen krijgen van eene richting,
die als krachtigst argument vuil bezigt.
Wij onderschrijven, wat de hr. Domela Nieu
wenhuis den hr. Bax toevoegde in het begin
van zijn rede„Kom nog een stap jiaderbij en
wij reiken elkaar de broederhanden verder in zijn
rede Waarde heer Bax, ge hebt ons geheele pro
gram overgenomen en daarom kom over en help ons"
Zeker, dominé Bax, talm niet, uw overgaan
mijn hart. Ruppertus echter zag met een somber
oog naar mijn bleek gelaathij kon het niet geloo
ven, dat mijn tranen slechts mijn verwijderden
geboortegrond golden,, dat deze het waren, die
diepe groeven in mijne trekken hadden getrokken.
Toen gebeurde er een wonderbaarlijk iets. Ter
herinnering aan het onvergetelijk, bekoorlijk Alham-
bra had ik op den dag van mijn vertrek een
rozenstekje in hare, door de maan beschenen gaar
de afgebroken en dit zorgvuldig in een klein
bloempotje geplantmijne trouwe Bredjje verzorgde
en koesterde het, met een liefde, als kwam uiót
dit dunne takje de geheele pracht en heerlijkheid
van Spanje in mijn nieuw vaderland. Voor den
koepel, aan den oever van een murmelend beekje
hadden wij het stekje geplant en nu groeide het
en botte uit, ontplooide bladeren, die een trotsehe
kroon vormden, maar geen enkel knopje gluurde
tusschen het groen, de roos bloeide niet. Bredjje
rustte reeds lang in het graf, mijn zoon had het
levenslicht aanschouwd, en zie, plotseling kwam
een zwellende knop uit het donkere loover te voor
schijn, een knop, die purper rood doorschemerde,
de eerste en eenige aan den geheelen stam. Rup
pertus sloeg zijn arm om mij heen en zag glim
lachend r.aar de roos. „En wat zal mijne lieve
vrouw met deze wonderbloem beginnen vroeg hij.
Yol vertrouwen zag ik tot hem op. „Hem, die
mij het liefste, het hoogste, het heerlijkste zal zijn
op deze wereld, zal ik deze roos offeren," zeide ik
plechtig. Toen kuste hij mij en zweeg, maar in
zijn oog glom een vreemd vuur en mijne hand
deed mij pijn, zoo hartstochtelijk drukte hij die
in de zijne. Pater Benedictus kwam menigmaal,
gewoonlijk bleef hij langer dan de vastgestelde uren
voor het onderrichten wanneer hij dan voor mij
zat, hetzij onder de bloeiende bosschages of aan de
hooge vensternis van den koepel, en mij in aan
grijpende, liefelijke en overweldigend-zoete taal de
blijde boodschap der eeuwige zaligheid verkondigde,
dan vouwde ik, terwijl mijn oogen vochtig werden,
de handen, verborg het gelaat in de kussens van
mijn rustbank, luisterend naar den klank zijner stem,
is toch slechts een kwestie van tijd; laat geen
valsche schaamte u terughouden. Uw blijven
heeft voor uwe partij (welke is dat eigenlijk
geen nut, maar aan de zijde van uw vroegeren
collega kunt ge medewerken tot uitbreiding van
de goede gevolgen, die, volgens u, het streven
der Sociaal Democraten reeds gehad heeft.
Want gij zegt het zelf: „hoofdgrief tegen de
Sociaal-Democraten is, dat haar program nog niet
voor verwezenlijking vatbaar is." Dus de begin
selen niet. Wel, stap dan over zoo'n kleinig
heid heen. De beginselen dier partij, die inder
tijd heeft durven schrijven of spreken door haar
woordvoerder „verschoon nóch vrouw nóch
kind," wier orgaan op elke pagina wraak ademt,
wraak tegen dat de groote dag aanbreekt; op
elke pagina onbeschoftheden, lage scheldwoor
den, de beginselen van die partij zijn het dus
niet die u terughouden? Alleen de kwestie van
tijd en de slechte manieren van uwe toe
komstige vrienden. Ja, dat toch ook wel een
beetje. Want, nogmaals, ge zegt het zelf, waar
ge van die fraaiigheden uit „Becht voor Allen
spreekt„Ik noem dat gruwelijke practijken. En
geen wonder dat menigeen huiverig wordt om met
zulke lieden samen te gaan en dus feitelijk wordt
afgestooten." 1)
Och komDe heer Domela Nieuwenhuis,
(die eerlijker was dan gij, omdat hij terstond
als dominé aftrad), zal u wel spoedig aan het
verstand brengen, dat de arbeiders wel met vuil
moeten werpen, want dat zij zooveel grieven
hebben. De redactie doet zoo iets nooit, neen
nooitZij plaatst letters en puntjes in plaats
van scheldwoorden, bv. als dezesch t of
sch k. Dat staat veel netter
1) Wij cursiveeren.
NEDERLAND.
HELDER, 3 Juni.
Blijkens een jl. Zaterdag bij het Departement
van Koloniën ontvangen telegram van den Gou
verneur-Generaal van Ned. Indie is de toestand
in Edi ernstiger geworden en het aantal vijanden
toegenomen. De Radja wantrouwt zijn eigen
volk en vluchtte in onze benting.
Troepen versterkingen worden van Java gezon
den.
Thans is bij de Tweede Kamer ontvangen
de memorie van antwoord van den minister van
Justitie, omtrent het wetsontwerp tot waarborging
van de vrije beschikking der werklieden over
hun verdiend loon.
Men verwacht, dat tegen de helft van Juni
de legerwetten de Tweede Kamer zullen bereiken.
wier vredebrengende belofte balsem droppelde in
mijn door smart vaneengereten ziel.
Veelmalen was het gebeurd, dat Ruppertus plot
seling tusschen ons trad, geheel onverwacht en
met de armen over de borst gekruist ons een vlam-
raenden blik toewierp. De purperen roos brak
open vol, warm getint, bedwelmend geurig, schoon
als geen tweede in den ganschen omtrekdieu^
zelfden dng lag ik geknield voor den gekruisigden
Heiland, drukte mijne lippen op de rechterhand
van den monnik en getuigde uit het diepst vau
mijne ziel: „Ik geloof!" Benedictus echter zag
bleeker dan ooit, legde mij bevend de hand op
het hoofd en zegende mij als Christin, wier
voorhoofd nog heden door het gewijde water zou
gekust worden.
„Sancta Maria! mater Dei! ora pro nobis
peccatoribus, nunc, et in hora mortis nostrae Domi-
nus tecumamen /"sprak hij op zijn gewonen,
rusiigen, helderen toon en als in een droom rees
ik op uit mijne geknielde houdingik voelde mij
zoo licht en van geluk vervuld als nooit te voren
door bovcnaardschen macht voelde ik mij opgehe
ven tot den hemel en mijn gansche zoeken en
denken was opgelost in eeue sidderende erkenning
van de hoogste voleinding en volmaaktheid des
lleeren. „Ja, Maria, gij reine Maagd, gebenedijde des
Ileeren, Gij zijt het, naar wie mijne ziele smacht,
u heb ik lief als niets anders op deze armzalige
wereld daarom neem het aan, het dierbaarste
kleinood, dat ik rein en onbesmet in uwe handen
kan leggen mijne roos En voordat Benedictus
mij volgen kon, was ik naar buiten geijld, had ik
mijn roos afgeplukt en haar vurig en vol hartstocht
aan de lippen gedrukt„Bid voor mij en de
mijnen om liefde, geluk en zegenIk keerde
terug, reikte haar den monnik en zeide„Hier,
ueem. het liefste wat ik heb en leg liet neder op
het altaar van MariaBenedictus ging, hij droeg
de roos in de hand. Nóg bad ik knielend aan de
wieg van mijn kind, toen plotseling een kreet, een
schorre, ontzettende kreet mijn oor trof.
(Wordt vervolgd.)