HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 48. M 69. Zondag 8 Juni 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. BEKENDMAKING. Aan onze Abonnés. B E R I C H T. DOOR EIGEN SCHULD CASGAMALA. vEb de§e«pere«rt nimmer Jan Fietern. Co en. Het Vaderlandt ghetrouwe Blijf ick tot in den doot. Wilhelmuslied. Vertcliijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementaprija per kwartaalf 0.70, fraaeo per post f 0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden0.75. Voor de abonnéa dezer Courant in de gemeentef 0.30. t buiten de 0.85. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. Prijs der Adrertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3 r Mededeelingen eu aanbevelingen10 Gemeente Helder. Uitkomsten der beproeving van het gas voor de straatverlichting in de maand Mei 1890. Lichtsterkte in kaarsen Zwavelgehalte in 100 knb. voet gas, is grams Zwavelwaterstof Ammouiagehalte in 100 kub. voet gas, in grams Druk in millimeters op den watermanometer. Van zonsondergang tot middernacht. Van middernacht tot zons opgang Gedurende den overigen tijd des daags Bij het contract bepaald. 13 30 mag niet aanwezig zijn. 25 18 Bij de beproeving bevonden. 18.3 9.7 niet aanwezig. 4.2 35 tot 23 23 tot 20 20 tot 24 Naar aanleiding van «en Kon. besluit, kan men zich, te rekenen van 1 Juli a. s., bij directeuren van Postkantoren slechts teQOn vooruitbetaling nbonneeren op couranten en tijdschriften. Abonnés op ons blad, die bij directeuren van postkantoren (geen brievengaarders) geabonneerd zijn en die geen lust mochten hebben op die wijze geabonneerd te blijven, worden beleefd ver zocht zich rechtstreeks bij ons of door bemiddeling van boekhandelaars te abon- neeren, daar alsdan geene vooruitbetaling wordt gevorderd. De talrijke aanvragen om de Premie-roman hebben onzen voorraad voor het oogenblik geheel uitgeput. Een aantal bestellingen voor buiten moesten blijven liggen. Beleefd verzoeken wij eenige dagen geduld. Na a. s. Woensdag zullen aan ons bureel, van 95 ure,weder exemplaren verkrijgbaar zijn, tegen betaling van 40 cent. Naar buiten wordt de roman franco gezonden tegen toezending van 50 cent in postzegels. Feuilleton van 4e Heldersche- en Nieuwedieper Courant. 89) Roman door N. VON ESCHSTRUTH. „Luister, mamour! wij weten, dat Desidère een enorm, haast vorstelijk vermogen bezitde wereld vindt dit natuurlijk, want de zotskap laat steeds ïente op rente staan, en wanneer hij 's Zondags lust heeft wild te eten, dan gaat hij naar het veld, schiet een haas of wel het gebeurt, dat een armzalige patrijs, die hem niets kost, op zijn tafel verdwaald raakt; daarbij, de bron geeft goed drinkwater en de aardappelen laat onze Lieve Heer op bet veld groeienbuitendien vrij woning en kosteloos licht van zon en maan zoo moest de grootste dommerik wel millionair worden. Op deze wijze maakt het publiek zijne berekening, maar ik weet beter ik heb achter de coulissen gekeken „Ter zake, ter zake „Geduld, geduld, mevrouw de gravin Gisteren avond werd ik door een onverklaarbaar verlangen gedreven om eens een blik te werpen in het ge heimzinnige rijk van mijnen heer broeder en de alleenheerscher dezer duizend-en-één-nacht-wereld eens zonder den onvermijdelijken tulband der ongenaakbaarheid nader te beschouwen. Rondom mij heerschte doodsche stilte. Achter de dennen voortgeslopen zonder gezien te worden, bereikte ik de boschjes vis-a-vis den koepel en plotseling kreeg ik een wonderlijk klinkend geluid te hooren, dat van uit het geopende venster tot mij kwam. Een tikken en hameren, slaan en knarsen, dan weer een minuut lang stilte, tot weer het getik zich herhaalde, alsof men met goud bezig was. Hierop volgde een langere pauzehet leek mij toe, dat een zwaar voorwerp met krachtsinspanning verschoven werd. Tegelijkertijd werd de deur aan NEDERLAND. HELDER, 7 Juni. De Consul-Generaal der Nederlanden te Vera-Cruz vestigt de aandacht van Nederlandsche kapitalisten op de steeds toenemende ontwikkeling van Mexico en op de pogingen van Noord- Amerikaansche- en Europeesche geldbezitters, om zich daar eene goede belegging te verzekeren, zoodat door de Mexicaansche Regeering in de laatste jaren meer dan duizend concessies ver leend zijn voor spoorweg-, mijn-, industrie- en landbouw-ondernemingen. Rusland en Japan bleven niet achteralleen Nederland zal in deze te laat zijp belang inzien. Het westelijk gedeelte van Mexico, dat tot heden bij de Oostkust achterstond, gaat door de reeds aangevangen spoorwegverbinding van de West met de Oostkust eene goede toekomst tegemoet. Ook hier zijn Noord-Amerikaansche kapitalisten bezig over groote land-aankoopen te onderhande len, met het doel om suiker, koffie en tabak te verbouwen of veeteelt uit te oefenen. Vooral in de provincie Guerrero, met Acapulco en andere goede havens, maar ook in Michoacau, Oaxaca en Chiapas zijn nog gronden, die door eene Nederlandsche Compagnie, over ruime fondsen beschikkende, met succes kunnen geëxploiteerd worden. Naar men aan het Haagsche „Dagblad1* verzekert, zal de Eerste Kamer tegen het laatst dezer maand worden bijeengeroepen. De afdeelingen van de Tweede Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over de wet tot goedkeuring van de verklaring aangaande de bevoegdheid van den scheidsrechter in het geschil, betreffende de grensscheiding tusschen Suriname en Fransch Guyana, de heeren Brantsen van de Zijp, van de Kerkwijk, de Beaufort, Keuchenius en Michiels van Verduynen voor het wetsontwerp tot verhooging van het maximum-bedrag der in Ned. Indie uit te geven pasmunt, de heeren Geertsema, Cremer, W. van Dedem, v. d. Velde en Roell; en voor dat tot herziening van de postwet, de heeren Mackay, van Gijn, Borgesius, Schimmelpenninck en E. Cremers. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. De Kamer heeft jl. Donderdag, in antwoord op de interpellatie van den heer Van Gijn, de minister van Financien zich bereid verklaard de staten van 18831890 aan de Kamer over te leggen betreffende geheven registratierechten bij openbaren verkoop van koopmansgoederen. Aangenomen is het ontwerp tot goedkeuring van Indische credieten. Bij de ontwerpen tot goedkeuring van de den voorkant geopend en trad Desidère graaf von Echtersloh naar buiten in een ruim, groflinnen werkmanspak, zegge werkmanspak, mamaen eene sierlijke, kleine vijl in de hand. „„Lebreclit,"" roept hij, „„kom eens hier en help mij nummer drie uit den kelder naar boven halen De oude grijskop, dien ik nu eerst aan de half gedekte theetafel in de voorhal opmerkte, kruipt met een onderdanige buiging naar hem toe. „„Dus wilt ge het toch onder Gods daglicht stellen, heer graaf?"" zeide hij hoofdschuddend, „„als de freule maar niet weer onverhoeds binnen komt en het gansche gevalletje te zien krijgt, mijnheer zou het niet overleven „„Wees onbezorgd, oude, zij zal niet komen. Bovendien heb ik den steen maar eenige oogen- blikken noodig, ik zou den nieuwsten afdruk daarmee willen vergelijken, deze schijnt mij niet bedriegelijk genoegen daarop ging hij met den ouden vos in den toren. Welnu, mama, wat zegt ge wel van deze ontdekking?" 11 Mon dieuLothar, ik begrijp niet, ik vat niet, wat hij met deze duistere woorden kan bedoeld hebben „Mama, denk nu eens naEr was een geluid alsof er zachtjes een machine werkte, dan het werk manspak, de vijl in de hand verder de woorden „men zou het kunnen ontdekken"" „„ik heb den steen noodig om den nieuwsten afdruk te ver gelijken*" en ten slotte het gezegde: „„nog niet be driegelijk genoeg"". Nu vraag ik u, in Godsnaam, lieve moeder, vallen de schellen u nog niet van de oogen Met een kreet van verrassing kwam mevrouw Leontine tot het besef, wat Lothar bedoelde. Lothar, ik bid u ge kunt toch niet gelooven, dat De sidère een „Sst 1 alle duivelsen de jonge man drukte de hand op de lippen zijner moeder, boog, schuw om zich heenziend, zijn mond tot aan haar oor, en vervolgde sissend„een valsche munter isGe overeenkomsten met de gemeente Amsterdam tot afschaffing van de rechten op het Noordzee kanaal en tot overdracht van het entrepotdok van Amsterdam, kwam de heer A. van Dedem op tegen deze loslating van rechten en klaagde hij over bevoorrechting bij publieke werken van Noord- en Zuidholland boven andere provinciën. De heer Rooseboom kwam op tegen denverkoop door het Rijk van strooken grond voor militaire doeleinden, met recht van terugkoop boven de waarde. De minister van Financien verzekerde, dat het Rijk het recht had om bij terugkoop te weigeren als de prijs te hoog was. Hij verdedigde de overeenkomst in het algemeen belang. De af schaffing van andere tollen moet op zich zelf worden beschouwd. Nadat de heer Domela Nieuwenhuis ook op gekomen was voor de binnenschipperij en af schaffing van alle tollen en rechten had verzocht welke de minister niet kon toezeggen zijn de overeenkomsten aangenomen, met 69 tegen 15 stemmen. Mede is aangenomen de wijziging van de in structie voor de Alg. Rekenkamer. Thans is bepaald, dat als er slechts 4 leden zijn, geen beslissingen mogen worden genomen dan bij meerderheid van stemmen. Staken de stemmen, dan wordt de beslissing verdaagd tot de volgende vergadering. Staken de stemmen alsdan weer, dan beslist de stem des voorzitters. (Amend.- Roell). Aangenomen is het wetsontwerp, vaststellende de betrekkingen die benoembaar maken tot lid van de Eerste Kamer. Daaraan zijn nog toegevoegd hoofdingenieur adviseur en hoofdingenieur van scheepsbouw voorzitter van het college van zeevisscherijen voorzitters van de kamers van koophandel in steden boven 20000 zielen en hoogleeraren aan de Polytechnische school. Yoor Dinsdag zijn aan de orde gesteld de Spoorwegovereenkomsten. Daarna de interpellatié- Rooseboom over het adres-Tindal, (met 58 tegen 21 stemmen werd daartoe besloten)de regeling van het militair onderwijs en de bepalingen be treffende de Rijks waterstaatswerken. Arbeidersbewegingen. Apelsga. Een troep van 25 vrouwen trok jl. Woensdag door de veenderij, onder leiding van den voorzitter der bonden om de werkenden te verdrijven. Zij werden echter nog bij tijds door de maréchaussée en veld wacht tegengehouden. Binnenlandsch nieuws. Zijpe. Gemeenteraad op 3 Juni 1890. Tegenwoordig alle leden. Nadat de vergadering door den Voorzitter geopend en de notulen gelezen zijn, komt aan de orde de betaling uit de post van onvoorziene uitgaven 1889 van ongeveer f 10, daar dit bedrag minder is ontvangen van het Rijk voor het verbranden van zieke varkens, enz. dan daarvoor was gedeclareerd. hebt het geraden, mama Hoe zacht dat wobrd ook was uitgesproken, Dagmar had den klank opgevangen, van ontzetting en wanhoop week zij met e.'n onderdrukten kreet van het venster, drukte de handen tegen de slapen, maar werd onweerstaanbaar naar het venster terug getrokken, waarvoor zij zonder kracht neerviel. Met haar hoofd geleund tegen den marmeren rand, luisterde zij zonder zich te verroeren naar het dood vonnis dat over haar geloof in de menschheid werd uitgesproken. „Wees onbezorgd, mama, ik zal alles nader on derzoeken en al zou ik ook als een dief in den nacht den koepel moeten binnendringen, ik zal dien huichelaar het masker van het aangezicht rukken, en wanneer hij zijn intocht houdt in de gevangenis, viert de nieuwe majoraatsheer van Casgamala een schitterend feest, ter eere van zijn huwelijkLaat ons vroolijk zijn, mevrouw, in het dolhuis of achter de getraliede vensters, het is ons onverschillig op welke wijze hij voor ons het veld ruimt Het scheen Dagmar alsof alles om haar heen nacht werd, zij liet de bevende handen slap langs het lichaam hangen en het bleeke gelaat zonk lager en lager. Zij was een oogenblik het bewustzijn kwijt. Een luid spreken trof haar oor en langzaam sloeg zij de oogen weer op, nog was zij in hare kamer alleen, frisch streek de koelte over haar gelaat en droeg den weiluidenden klank van een welbekende stem tot haar over. Zij beefde, met moeite richtte zij zich op en steunde op de breed e vensterbank zij zag Desidère op het terras, kalm en ernstig sprekend. Behoedzaam boog Dagmar zich voorover en wierp een schuwen blik naar beneden. Zijn vorstelijke gestalte kwam zeer voordeelig uit in het gesloten jachtcostuum, zijn edel gelaat teekende diepen ernst zonder een spoor van verontwaardiging Lothar stond eveneens daar, tegen zijn stoel geleund, zijn oogen schoten vonken van haat, maar als in verlegenheid en radelooze woede beet hij met zijne witte tanden op de lippen. Naast hem stond Mister Daarna werd een vroeger verworpen voorstel van den heer K. A. Kaan, om een huis aan de Oude- sluis aan te koopen en tot speelplaats in te richten bij de openbaren school, nu met algemeene stemmen aangenomen. Daarna werd ter tafel gebracht een schrijven van de PI. schoolcommissie, als antwoord op een schrijven aan den gemeenteraad, naar aanleiding van de be roering van den heer van Beusekom, dat de R.-K. kinderen gedwongen naar de R.-K. bijzondere school worden gezonden. In haar brief gaf de schoolcommissie haar leed wezen te kennen over het ontvangen sshrijven van den Gemeenteraad. Het onderzoek in deze zaak door haar ingesteld leverde bewijzen op, die lijnrecht in strijd waren met de bewering van den lieer van Beusekom. Tot staving hiervan deelt de Comm. mede dat zij 35 Nov. jl. aan het Hoofd der School te Oudesluis de vraag gedaan heeft, of hij dien aangaande van de dwang iets ontdekte, waarop het antwoord volgde, dat hij vroeger wel een paar malen een schrijven ontvangen had, waarbij ouders tot hun leedwezen kinderen van zijn school namen, omdat zij gedwongen werden ze naar de R.-K. School aan 't Zand te sturen, doch dat dit de laatste jaren niet was voorgevallen. Een zelfde vraag aan het Hoofd der School te Schagerbrug werd ongeveer hetzelfde beantwoord. Ook daar was het vroeger voorgekomen dat hij één zijner kinderen nnar 't Zand moest zenden, omdat anders een familie-lid geen ondersteuning kon krijgen. Het hoofd der openbare school aan 't Zand verklaarde dat een 12tal R.-K. kinderen zijn school bezoekt, wat derhalve ook niet op dwang wijst. Een ander feit schijnt hiermede evenwel in tegenspraak, doch de Comm. heeft dit niet onderzocht, en ook niet willen onderzoeken, om reden zij in haar verslag van dwang niets heeft geschreven. Omtrent het geven van inlichting omtrent art. 8, blijkt1. dat het openbaar onderwijs beter is dan het bijzonder; 2. dat vele.ouders hunne kinderen tegen hun zin naar de bijzondere school zenden, en 3. dat er geen gemoedsbezwaren zijn. Nu is de mogelijkheid niet uitgesloten dat dc Comm. in het een of ander heeft misgezien, docli zeker is er in het art. geen sprake van dwang. In een enkel punt is de Comm. misschien niet geheel waar geweest, doch daar kan de heer van Beusekom niet op doelen, nl.dat zij den toestand van de bijzondere school te gunstig heeft voorgesteld. Die toestand toch is hoogst treuriger is niet de minste orde. Een Katholiek inwoner, in deze zeker geen ver dacht getuige, die veel van die school gehoord had, verklaarde dat hij het zich niet zoo erg had voor gesteld als hij het in werkelijkheid had bevonden. De Comm. meent als reden daarvoor niet te mogen aannemen, dat het hoofd der school alleen werk zaam is. Ook niet in het gehalte der kinderen aan 't Zand, omdat tijdens de ziekte van het vorige hoofd der openbare school de burgemeester en de secretaris der Comm. de beide scholen bezochten en in de openbare school volmaakte orde heerschte, terwijl de onderwijzeres alleen voor 2 klassen stond. De Comm. kan daarvoor ook geen andere ver klaring vinden, dan in den tegenzin van vele ouders Dickens in eene onderworpen houding, het servet nog vasthoudend in zijne roode werkhanden. Dagmar voelde hare knieën knikken, onhoorbaar liet zij zich op den eersten den besten stoel neder- vallen, steunde het hoofd in hare hand en bleef zoo onbeweeglijk zitten. „Zooals ik reeds zeide, mijnheer Dickens," hoorde zij door Desidère zeggen, „berust dus de verkoop der landerijen alleen op een misverstandmijn broeder schijnt mij verkeerd begrepen te hebben, mijn plan was het buitengoed van den graaf aan te koopen, om dit met de boerderijen in kwestie in zijn geheel te verhurende beslissing in deze zaak heb ik aan graaf Lothar overgelaten. „Neem mij niet kwalijk. „Deze vergissing is te verklaren uit d* vele feesten, die in den laatsten tijd de gedachten van mijnen broeder in beslag hebben genomen," vervolgde de majoraatsheer, hiermee Lothar den pas afsnijdend, ik betreur het alleen dat gij onnoodig uwen tijd gebruikt hebt aan het bezichtigen van het landgoed, wat u bespaard had kunnen worden, als men mij te rechter tijd van deze zaak op de hoogte had gebracht." i,0, het was exceedittgly interessantik zie gaarne een stuk grond, en daarvoor heb ik tijd „Ik ben u zeer verplicht voor uwe welwillendheid. Heb dus de goedheid de zaak als geëindigd te be schouwen en wil de verstrooidheid van mijnen broe der en zijn kort geheugen toeschrijven aan de ge beurtenissen van den laatsten tijd. Vergissen is menschelijk. Mag ik zoo vrij zijn, het ontbijt te gebruiken met de heeren en een glas te ledigen speciaal op de gezondheid vau onzen buurman?" „Ik ben u zeer dankbaar, mylord, maar ik moet ditmaal uwe vriendelijke uitnoodigiug afslaan, nu er niets wordt van onze businessik ga directly retour om mijne plannen te wijzigen. Ik hoop always een goed buurman te zijn en ik houd mij gerecommandeerd een glass of champagn te drinken op uwe gezondheid 1" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1