HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. M. 76. Jaargang 48. Woensdag 25 Juni 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. BEKENDMAKING. SCHUTTERIJ. BERICHT. C A S G A M A L A. „En desespereert nimmer!' Jan Pieterss. Coen, Het Vnderlandt ghetrouwe Blijf ick tot in den doot. Wilhelmuslied, Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaal0.70, franco per post f 0.90. Het Zondagsblad, belioorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.75. Voor de abonnés dezer Conrant in de gemeente0.30. buiten de 0.35. REDACTEÜlt-ÜITGEVfR Molenplein 162/163. Pry» der Advertenticn: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3, Mededeelingen en aanbevelingen10 Door het uitvoeren van eeuige herstellingen van de „Willemsbrug", aan den ingang van het Heldersche kanaal, is de passage voor rijtuigen over die brug, van af heden, gedurende tien dagen gestfemd. Helder, 24 Juni 1890. De Burgemeester der gemeente Helder, C. A. BEUKENKAMP. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder maken bekend, dat de Commissie, be doeld bij art. 15 der wet op de Schutterijen, zitting zal houden aan het Raadhuis, op Don derdag den 26 Juni e. k., des namiddags ten zes ure, tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelling van dienst, die bij de onlangs ge houden loting en naloting zijn ingediend, zoomede tot het onderzoeken der redenen, tot vrijstelling of uitsluiting, die de reeds ingelijfde Schutters mochten hebben voor te dragen, en tot onderzoek van hen, die bij nummerverwisseling van anderen verlangen op te treden. Wijders wordt in herinnering gebracht, dat degene, welke voor die Commissie niet verschijnt, gehouden wordt geene redenen tot vrijstelling te hebben. Helder, den 24 Juni 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. A. BEUKENKAMP, Burgemeester. C. BOON, Secretaris. Zij, die zich met 1 Juli a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratig en hebben recht op den premie roman tegen betaling van 40 cent. Met 1 Juli a. s. zal in ons blad e*»n aanvang worden gemaakt met de opname als feuilleton van den boeienden roman Een troetelkind van het geluk, van F. V0H KAPFF-ESSENTHER, waarvan wij ons het vertalingsrecht voor ons blad hebben verzekerd. NEDERLAND. HELDER, 24 Juni. Bombardement van den Haag. De „Reforme" schrijft: „men weet dat de heer Tindal sinds lang een moedige en krachtige campagne leidt om aan te toonen, dat den Haag blootstaat Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedicper Conrant. Roman door N. VON ESCHSTRUTH. Dolore3 bleef een oogenblik staan en keek in akelige, koude strakheid Dagmar aan. „Ja, ik haat Lothar zeide zij hard en duidelijk, „ik haat hem en wil zijn geluk vernietigen, evenals hij vroeger het mijne doodde, DagmarEen vreemde trek kwam over dit bijzondere gelaat en hartstocht vlamde een oogenblik uit de grijze oogen, „weet gij, hoe het van binnen woelt, als men iemnnd van gaiischcv harte lief heeft, wanneer men voelt wederbeinind te zijn en men zich beelden schept van oneindige gelukzaligheid En wanneer men voor zijne moeder treedt en vraagt: „„Geef mij mijn vaderlijk erfdeel, opdat ik mijn geluk kan koopen!"" 0, driewerf gelukkig dan het kind, dat eene moeder bezit, die een nauwgezet geweten heeft. De mijne was een bedriegster, Dagmar Isabella en ik, we waren tot den bedelstaf gebracht, omdat graaf Lotbar ons vermogen aan de speeltafel en aan champagne verkwist had! Het was een arm officier, met wien ik geëngageerd was, Lothar schold hem uit voor een ploert, werd toen door hem uitgedaagd en mijn aanstaande echtgenoot moest dit met zijn leven bekonpen." Dolores haalde diep adem, een gloeiend rood overtoog haar voorhoofd en hare han den balden zich tot vuisten „Toen zwoer ik wraak over mijn verloren levensgeluk en heden neem ik dieKom, DagmarvoorwaartsEn in wilde haast trok de ijzingwekkende spreekster haar met zich voort, dwars door de boschjes en over den inoerassigen bodem. aan een bombardement en dat men 6f den zetel der regeering aldaar niet moet laten óf op de kust forten moet aanleggen. Vroeger lachte men om de waarschuwingen van den heer Tindal. Gelijk lot treft alle nieuwe denkbeelden, die op komen, ondanks aanmatigende specialiteiten. Nu spreekt men over die denkbeelden in de Staten- Generaal en.... men heeft er bijna niets tegen in te brengen. De minister van Oorlog heeft moeten verklaren, dat het bombardement van den Haag onmogelijk was, maar „dat hij het beschouwde als in strijd met het volkerenrecht, onnut voor den vijand en onverschillig voor de verdediging van het land." Door zulke verzekeringen kunnen de Hollanders rustig inslapen." Een groot aantal handelaren in manufac turen te Amsterdam en te Rotterdam hebben zich tot de Tweede Kamer gewend met een adres, deze verzoekende, hare goedkeuring te onthouden aan het aanhangige wetsontwerp, be treffende de heffing van invoerrechten. Zij ver klaren de daartegen bij het sectie-onderzoek aangevoerde bezwaren te onderschrijven. De Nederlanders in Londen vierden jl. Vrijdag op waardige wijze het vijftigjarig ambts jubileum van den Nederlandschen gezant aldaar met een luisterrijk festijn in het „Het Metropole", onder voorzitterschap van den consul-generaal jhr. May. De Brusselsche bladen melden, dat in een der laatste zittingen van de anti-slavernijconfe- rentie van de Nederlandsche Regeering het voorstel is ontvangen, dat het algemeen protocol van de conferentie zou geteekend worden, zonder melding te maken van invoerrechten in het Congogebied, waarmede zij niet bijster ingeno men is. Onze vertegenwoordiger zou hebben voorgesteld over zes maanden weder bijeen te komen ter behandeling van deze aangelegen heid. Men gelooft echter, dat uit degedachtenwisse- ling tusschen onzen gezant te Brussel en de Regeering te 's Gravenhagc wel zal voort komen een besluit, dat zal tegemoet komen aan een meer bevredigden afloop der confe rentie. Binnenlandsch nieuws. Texel. Naar de tentoonstelling tot bevor dering van veiligheid enz., te Amsterdam, is door den heer J. P. Noordijk, alhier, een door hem uitgevonden zelfwerkende fluitboei gezonden. Deze fluitboei is bestemd om op stroomende waters nabij banken en klippen te worden ge legd, teneinde schepelingen voor de gevaarlijkste punten te kunnen waarschuwen. De stroom brengt het raderwerk dezer boei in beweging, waardoor zich een sterk gefluit doet hooren. Texel, 23 Juni. Gisteren hield de heer ds. Gelderman, welke bijna 13 jaren den dienst in de Hervormde kerk te den Burg vervulde, zijne afscheidsrede, naar aanleiding van het tekst woord 1 Petrus 5 10 en 11. Aan het einde der godsdienstoefening werd staande gezongen De donder rolde in de verte en een matte licht straal scheurde de wolkeu vaneen de storm loeide door de takken. Vóór hen werd de koepel zichtbaar. „Hier is de zij-ingang, wij zijn door de boschjes verborgen tot aan de trap." Nog eens bleef Dolores staan, zag Dagmar scherp en onderzoekend in de oogen en vatte hare handen. „Ge hebt Desidère lief!" zeide zij kortaf. Dagmar hief haar bleek gelaat trotsch omhoog. „Ge zegt hetbekende zij vrijmoedig. „Zoo, ga dan en red hem „Gij gaat niet met mij mee?" „Neen God zegenc u beiden, vaarwel Dagmar drukte ontroerd de hand van Dolores. „Gij hebt tot nu toe als eene trouwe voorzienigheid voor hem gewaakt, waarom zoudt ge op het laatste oogenblik de overwinning aan eene vreemde over laten „Omdat ik een engel zenden wil, die het geluk van het huis Echtersloh opnieuw bevestigen zal Uwe roeping moet vrede en verzoening zijn, mij ia het voldoende „„wraak"" te aanschouwen miju werk is volbracht, gij moet daarop de kroon zetten, Dagmar Dolores nam bij deze woorden het schoon e meis jeskopje tusschen de handen en drukte met een zegenweusch een heeten kus op Dagmar's voorhoofd. „Wij zullen scheiden, kind, voor eeuwig," sprak zij toonloos. „Groet Desidère van mij." Daarop keerde zij zich haastig om en verwijderde zich met spoed, storm en onweer trotseerend. Een oogenblik bleef Dagmar baar nazien, het grijze nonnengewaad fladderde als een afscheidsgroet tusschen de hoornen, toen drukte zij vast beslist de hand op het hart en steeg de trap op, die tot den koepel voerde. Moge het den heer Gelderman in zijne nieuwe betrekking te Opperdoes wélgaan, dit is zeker den wensch van de vele vrienden, die hij zich alhier heeft verworven. Callantsoog. Op het strand alhier is een naambord gevonden, waarop stond Eucene Caston Wieringerwaard. De 18 Juni is voor onze gemeente een dag geweest, die bij jong en oud de aangenaamste herinneringen heeft achter gelaten. Reeds de inzage in het programma deed ons veel verwachten en onze wensch is bewaarheid geworden de uitslag heeft die ver wachtingen verre overtroffen. Alles was in feest dos, overal wapperde de driekleur, ieder had zich gedecoreerd in de kleur van ons geliefd vorstenhuis, zelfs de natuur was zoo schoon, zoo gunstig, dat de feestvreugde ten top steeg. Met voorbijgaan van alle onderdeelen van het feest is het doel van dit schrijven om openlijk hulde te brengen aan de commissie die er het grootste genoegen in scheen te hebben anderen te zien pret maken. Inspannend waren voor haar de voorloopige werkzaamheden, inspannend bovenal op genoemden dag. Van den vroegen morgen tot den laten avond zag men de commissieleden steeds daar, waar ze noodig warenop den weg, op het feestter rein, in de zaal, overal wachtten hen drukke zaken. Wie, die dit feest heeft bijgewoond of mee gemaakt, zal niet met genoegen beamen de hulde die wij hier neerschrijven als tolk voor de hulde van allen. Welnu, hier staat het: Hulde aan de Wieringerwaarder feestcommis sie, die, aangevoerd door haren wakkeren presi dent, ons op zoo echt vaderlandsche wijze heeft laten feestvieren Hiep, hiep, hiep, hoera En om de daad bij 't woord te voegen, laten wij gelet op hunne groote verdienstengehoord het idee van Wieringerwaard's burgerij om hen naar verdiensten te beloonen laten wij, zeg ik, bij dagorder van heden be sluiten, gelijk wij bij dezen dd. heden, Dinsdag avond 8 uur 30 min., besluiten Al de commissieleden slaantot feestridders van verdienste iste klasse. Hiep, hiep, hiep, hoera Schagerbrug. Het Waterloofeest, waarvan men zoo groote verwachtingen had, wat, met opoffering van tijd en geld, zoo waardig voor bereid werd, is in den letterlijken zin bijna totaal in 't water gevallen. Het kinderfeest werd 's morgens gelukkig nog door een lief zomerzonnetje begunstigd, zoodat de kleinen zich met draaimolen en poppenkast, optochten en gezang uitstekend vermaakten, maar van de illuminatie, van de zanguitvoering in de open lucht, van het geheele avondfeest kwam door wind en regen weinig of niets terecht. Als een gevolg van deze teleurstelling ontbrak ook in de lokalen de gewenschte opgewekte stem ming, wat er veel toe bijdroeg om het feest als een nachtkaars te doen uitgaan. TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Die Liebe zwinget Weib irad Mann, Rein Wunder liegt darin. Da sie den lliiniuel zwiugen kuuu. - Warmn nicht Alenschensiuo lleininar von Zwcter. Er lag over den koepel een rust uitgespreid, die niet veel goeds verkondigdebet hart van Dagmar scheen van opwinding, verlegenheid en doodsangst te zullen bersten. Haastig trad zij de voorhal in deze was verlaten en duister als het graf van tijd tot tijd verlichtte de bliksem de veelkleurige wanden, en het purperen voorhangsel bewoog zich in de schaduw der pilaren, als geleken zij de sombere vleugels, die het onheil met zich voerden. Angst dreef Dagmar voort, reeds meende zij met oorvcr- doovend geluid het neerstorten te hooren van de wanden en pilaren, die in hunne trouweloosheid het blonde mannenhoofd zouden verpletteren, welks oogen zoo'n wonderbaren indruk op haar gemaakt hadden, dat hare gansche ziel als het schip op de golven der zee werd geslingerd tusschen wanhoop en verwachting. Zij wierp de deuren open en stormde met een kreet van ontzetting in de werkkamer„Graaf Desidè-reklonk het, honend door het verwulfsel weerkaatst, maar onbevreesd herhaalt zij met bleeke lippen „Graaf Desidè-re Er wordt eene zijdeur geopend en zijue hooge gestaltekomt rustig op den drempel te voorschijn. „Freule von der Ropp, gij Met groote oogen, waaruit de moed der wanhoop spreekt, ijlt zij hem tegemoet, zij omvat zijne hand met koude, trillende vingers en trekt hem onstuimig naar de deur toe. „Komvlucht, voordat het te laat is." Hij houdt hare hand vast eu staat onbeweeglijk. Nieuwe Niedorp. De 75ste gedenkdag van den slag bij Waterloo werd ook in deze ge meente met opgewektheid gevierd. Voorafgegaan door een 4otal ruiters, maakten de schoolkinderen een optocht door het dorp. 's Namiddags hadden de volksfeesten plaats, die uit prijsknippen, tob bevaren, enz. bestonden. Het feest werd besloten met een volksvoorstelling, door het Nederlandsch Tooneelgezelschap gegeven. Koedijk. De 18de Juni werd ook hier feestelijk herdacht. Reeds vroeg in den morgen gingen de oudste schoolleerlingen in optocht naar de kerk, waar door den voorzitter der feest commissie een opwekkend woord gesproken werd. Hierna werden door de leerlingen eenige toepasselijke liederen gezongen. Om twaalf uur begonnen de volksspelen, als: mastklimmen, sprietloopen, tonrijden enz., waaraan door menig een werd deelgenomen. Het feest eindigde dien dag met het afsteken van vuurwerk. Alkmaar. Uitslag aanbesteding van werken van het ambacht van West-Friesland, genaamd „Geestmer-Ambacht," gehouden te Alkmaar op Woensdag 18 dezer: Huigen en Zuider-Rekerdijk, raming f 160, aangenomen door Jb. Oldenburg, van Bergen, voor f 125. Omloopdijk, ram. f 60, aangenomen door Jn. Klerk, van Haringcarspel, voor f 40. Noorder-Rekerdijk, ram. f 725, aangenomen door Jn. Dekker, van Eenigenburg, voor f 680. Verschillende werken, ram. f 340, aangenomen door Jn. Klerk, van Haringcarspel, voor f330. Zeedijk, ram. f 330, aangenomen door J11. Dekker, van Eenigenburg, voor f 290. Ursemmerdijk of Zeedijk bij Winkel, ram. f55, aangenomen door P. Koomen, van Winkel, voor f 40. Walingsdijk te Ursem, ram. f 1460, aange nomen door Joh. Hille, van Ursem, voor f 1150. Veenhuizerdijk, ram. f 190, aangenomen door K. Zilver, te Veenhuiztn, voor f 150. Groote Mallegat, ram. f 50, aangenomen door J11. Klerk, van Haringcarspel, voor f 38. Alkmaar. Door de heeren Van der Aa en Chrispijn alhier is eene photographie in den han del gebracht, ter grootte van 40 X 5° c.M., van eene uitgebreide groep gecostumeerde deelnemers aan den Woensdag 11. gehouden historischen op tocht, genomen op het Doelenveld, kort vóór het vertrek vandaar. De talrijke toen reeds aan wezige tenten en kramen der kermisse d'été, van allerlei voorstellingen en opschriften voorzien, vormen tusschen het zware geboomte een schil- derachtigen achtergrond. Warmenhuizen. Als een vervolg op een indertijd in de „Alkm. Ct." opgenomen bericht in zake onderhandelingen door of van wege het Rijk gevoerd met het kerkbestuur der Ned. Herv. gemeente alhier, tot overname van het schilder werk, vervaardigd door Jan Schorel, in het koor der Ned. Herv. kerk alhier, wordt ons medege deeld, dat de overname thans een feit is. Reeds is het steigerwerk geplaatst, terwijl binnen enkele dagen door deskundigen teekeningen van de vakken zullen worden gemaakt, waarna de afne ming zal plaats hebben en dit voorwerp van oude „Vluchten? Waarom moet ik luchten, Dagmar? Ik begrijp u niet." Haar blik doorloopt in namelooze ansst de ledige, ruime kamer, waar zij nog de witte, marmeren schilfers op den parquet-vloer ziet, die er den vorigen dag waren neergevallenweer schiet d® bliksem en een oogenblik 6taat het vernielde beeld hel verlicht. „Ziet ge niet, dat het onweer nadert roept zij sidderend uit. „Om Gods wil, volg mij vlucht „Gij hebt de koorts, baroneszegt hy met teedere bezorgdheid, daarbij hare handen loslatend. „Gij zijt ziek en opgewondenGa zitten, en kalmeer wat, de koepel bezit goede bliksemafleiders en heeft reeds menig onweer goed doorstaan I" Dagmar schudt hardnekkig het hoofd, maar dwingt zichzelf tot kalmte„Denk niet, dat ik krankzinnig ben, graaf, ik spreek tot u in akelige zekerheid! De bliksem, door Gods hand geslingerd, zal nooit het hoofd des rechtvaardigen treffen, maar de vonk, de vreeselijke vonk, die heimelijk en in den nacht door misdaad ontstoken wordt, die ver slindt haar prooi zonder genade, zonder te vragen: is zij des doods schuldig?" En wanhopig heft Dagmar de handen gevouwen omhoog. „Men zoekt uw verderf, graaf Desidè-re Met schrik en verbazing, maar toch nog onge- loovig schudt hij het hoold. „Dat is niet mogelijk, freule Dagmar, ik heb geen vijanden 1" zeide hij met zachte, trillende stem, „leg mij dat wat nader uit!" „Welnu dan God helpe mijroept zij ten einde raad, „ik zweer u, dat uw eigen broeder, Graaf Lothar von Echtersloh, het opkomende on weer te baat nemend, plan heeft den koepel in brand te steken, om door uwen dood aan de gevolgen eener volsche wisselteekening te ontkomen 1" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1