Waarschijnlijk" niet waar? Maar zaagt gij haar ook, zooals ik, wanhopig, schier krankzinning, opgezweept door de schrik gestalten harer opgeruide fantasie of zich wente lende en krimpende in het stot om af te schud den en bevrijd te worden van die wroeging, die haar offer niet doodt, maar den doodslag geeft aan zijne zielsrust en martelt zonder verpoozing hoordet gij dan ook die wanhoopskreten, die smeekingen om nog goed te maken wat zij mis deed, die bekentenissen van dood aan haar kind, die rauwe kreten van wroegend naberouw? Waarschijnlijk niet, lezer. Zulke tooneelen aanschouwt de geneesheer. Hier baat hem zijne medische routine en tact niet, hier zijn ijdel de tooverbezweringen zijner recepten, al verschuilt zich. de diagnose ook niet achter duistere symptomen, hier komt 't er op aan meer te zijn dan man van wetenschap en kundig arts, hier moet hij zijn mensch, in wiens binnenste gloort een sprank van dat goddelijk medelijden, om in staat te zijn zulke smarten te lenigen en ruste te schenken aan het verslagen gemoed, of dreigende verlamming zijner geestkracht te voor komen. Hier moet de geneesheer zijn uitdeeler van zillke gaven, die hij ontvangen heeft of anders naar wier bezit hij moet streven, om ze aan anderen te bedienen als een goed uitdeeler der gaven Gods. Vindt gij deze schildering nu nog te overdreven en de tint, die er over ligt, nog altijd te somber Wijt zulks dan aan het feit, dat ik nog niet grijs geworden ben in de praktijk, te vatbaar mis schien ben voor indrukken of ook daaraan, dat ik werkzaam was in die Indische maatschappij, waar klimaat en andere invloeden belemmerend schenen te werken op de trillingen der edelste en teêrste snaren der moederziel en ik mij dage lijks ergerde over de wanverhouding tusschen moeder en kind en over de behandeling van dat kind in de eerste levensjaren. En in onze groote koopsteden Maar laat ik op dien toon niet voortgaan. Niet de mis bruiken die er bestaan tot bloedens toe te geese- len, maar zij, die dwalen, den weg te wijzen tot herstel, is de taak die ik mij heb opgelegd. Bovenstaande regelen namen wij over uit het boekje van den heer Lr. M. Jtutgers van der Loeff: „De voeding in het eerste levensjaar," waarvan de vierde vermeerderde en verbeterde druk thans is verschenen. Wij hebben dit uit treksel gegeven om de aandacht te vestigen op een werkje, dat zulks in hooge mate verdient. Is het reeds zeldzaam, dat in ons klein landje, waar het debiet meestal uiterst gering is, van eenig werk een herdruk noodig is, het feit, dat yan dit boekske linnen cónjaar iijds vier drukken noodig waren, spreekt genoegzaam voor de dege lijkheid daarvan. Na de hooggewaardeerde, gun stige beoordeelingen van HH. Doctoren, o. a. van den directeur van het kinderziekenhuis te Rotterdam, om van anderen niet te spreken, achten wij ons volkomen gerechtigd het boekje van den heer van der Loeff warm aan te bevelen. Bovendien heeft de schrijver zich, geheel be langeloos, de niet gering te schatten moeite en de groote kosten getroost, aan deze uitgaven ver bonden. De opbrengst van dezen vierden druk heeft hij, evenals van alle vorigen, bestemd voor een liefdadig doel, nl. ten voordeele van kinder bewaarplaatsen in ons land. Èn om het goede doel èn om den uitmuntenden inhoud, wenschen wij dit boekje in handen van alle moeders, wie het heil hunner kinderen ter harte gaat. NEDERLAND. HELDER, 2 Augustus. H. M. de Koningin en het Prinsesje deden jl. Woensdag een rijtoer door Voorst. Woensdag 6 dezer zullen zij officieel een be zoek brengen aan Arnhem. Adelborsten der Kon. Ned. Marine en cadetten der Kon. Academie zijn uitgenoodigd bij de groote parade, op heden, ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin, tegenwoordig te zijn en zullen zich opstellen rechts van de officieren van den staf. De Commissaris des Konings in de pro vincie Noordholland, jhr. mr. J. W. M. Schorer, heeft zich voor drie weken naar liet buitenland begeven. Gedurende zijne afwezigheid worden de functien waargenomen door het lid van Ged. Staten, den heer A. van Stralen. Betreffende het congres voor Nijverheidshygiëne en Reddingswezen, in September te Amsterdam te houden, wordt ons medegedeeld, dat de besturen der sectiën zich als volgt hebben geconstitueerd, en dat zich voor het houden van voordrachten in de sectiën de nader hieronder te noemen sprekers welwillend hebben bereid verklaard. Het comité van organisatie behoudt zich voor, al naar omstandigheden, de indeeling der voordrach ten, desgevorderd te wijzigen of aan te vullen. lste sectie. Bureau de heeren J. F. W. Conrad, Voorzitter. J. M. Elias en Jhr. O. von Pelser Bercnsberg, Onder-voorzitters. A. A. Bekaar en Mr. H. J. A. Mulder, Secretarissen. Aangekondigde voordrachtenl)e heeren E. H. Begeman „De middelen tot bevordering der veilig heid in de metaalindustrie." A. Huetde schade lijke invloed van overmatige hitte in de stookplaatsen van stoombooten." P. H. ter Meulen „De mid delen tot bevordering van de veiligheid bij den aanleg en het gebruik van electrische geleidingen." Jhr. O. von Pelser Berensberg„De veiligheids middelen bij het mijnwezen in Nederland, vergeleken met die in het buitenland." J. C. SpaklerJr. „De middelen tot bevordering van de veiligheid bij de uitvoering van bouwwerken." H. W. E. Struve „De met het oog op de veiligheid en het welzijn van den werkman meest noodige en gemakkelijk uit voerbare verbeteringen, aan te brengen in de Neder- landsche nijverheids-inrichtingen." F. W. Westerouën van Meeteren „De middelen tot bevordering van de veiligheid in de textiele nijverheid en bij de machinale houtbewerking." 2de sectie. Bureau -. de heeren Prof. dr. G. van Overbeek de Meyer, Voorzitter. Dr. M. J. Godefroi en dr. D. dc liaan, Onder-voorzit!crs. Dr. C. C. Delprat en dr. E. Wiutgens, Secretarissen. Aangekondigde voordrachten de heeren dr. J. C. van Dooremaal„De beveiliging van het oog van den werkman in fabrieken cn werkplaatsen." Prof. dr. J. W. Gunning: „Welke scheikundige middelen bchooren te worden aangewend in fabrieken en werkplaatsen?" Prof. dr. G. van Overbeek de Meyer„Welke maatregelen behooren te worden voorgeschreven ter beveiliging van het personeel in fabrieken en werkplaatsen tegen de overbrenging van smetstoffen Dr. W. P. Ruysch „Is de opening van herstellingsoorden voor zieke of verzwakte werk lieden wenschelijk, en hoe is dat doel het best te bereiken Dr. E. Wintgens „Wat kan geschieden tot verbetering van de woningen der werklieden buiten de werkplaatsen?" E. Winckel„Over ver giftiging door verduurzaamde levensmiddelen." 3de sectic. Bureau de heeren W. F. H. Cramer, Voorzitter. Prof. dr. J. W. Gunning en Ij. Serrurier, Onder-Voorzitters. Dr. A. K. W. Arntzcnius en C. A. Elias, Secretarissen. Aangekondigde voordrachten dc heeren A. de Bruyne„Over reddingbooten, vuurpijltoesteljen, vlotten, reddingcylinders, vliegers, gebruik van olie en andere reddingsmiddelen ter zee." L. Dufour „Een en ander over het seinwezen bij de Staats spoorwegen." H. D. Guyot: „Inrichting van het reddingswezen, kustwacht, stormsignalen, enz."'W. P. M. Penders„Over de beperking van brand in openbare gebouwen en redding bij brand." E. M. Uraland „Over de schietsohijven uit een oogpunt v-m veiligheid." G. E. J. L. van Zuylen „Mede- deeliugen uit de congressen voor hygiëne en reddings- wezeu te Parijs in 1889 en te Toulon in 1890 gehouden." 4de sectie. Bureaude heeren Dr. H. J. A. M. Schaepman, Voorzitter. Mr. II. Goeman Bor- gesius, Mr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, Onder-Voorzitters. Mr. R. J. II. Patijn, G. D. Nellensteijli, Secretarissen. Aangekondigde voordrachten de heeren Mr. Th. L. M. II. Borret, „Over de Zondagsrust." H. Gerlings, „Over volks-, school- en fabrieksbaden." M. HenriquezPimentel, „Over arbeidersverzekering." J. Menno Huizinga, Arts, „De geneeskundige ver zorging van den werkman." J. N. Kooy, „Over de wetgeving betreffende het Stoomwezen". Mr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, „Vergelijkend over zicht van verschillende wetgevingen betreffende den arbeid van jeugdige personen en van vrouwen." Voor de algemeene vergadering hebben zich reeds bereid verklaard te spreken, op den eersten dag van het Congresde Eere-voorzitter Jhr. Mr. G. M. L. H. Ruijs van Beerenbroek en de Voorzitter Mr. J. Heemskerk Az. tot opening der werkzaamheden. Voor de volgende dagen de heeren Dr. H. J. A. M. Schaepman en Dr. J. Th. Mouton. De opening van het Congres zal plaats hebben op den Isten September a. s. in het Paleis voor Volksvlijt. Verder kan medegedeeld worden, dat zich te Am sterdam een Comité voor de ontvangst van Congres leden heeft gevormd, bestaande uit de heeren C. Dijserinck, Wethouder, Voorzitter. C. A. A. Dudok de Wit, Secretaris. N. Wafelbakker, J. M. Elias, en dat tijdens het Congres de volgende feestelijkheden zullen plaats hebben. (Alles toegankelijk op vertoon van de Congres- kaart.) Maandag 1 Sept. Prinsessedag, kinder- en Volksfeest op de terreinen achter het Rijksmuseum. 's Avonds, muziek en vuurwerk op den Amstel, Venetiaansche nacht, aangeboden door acht Zeil- en Roeivereenigingen te Amsterdam, waarbij aan de leden van het Congres welwillend toegang wordt verleend tot de Clublocalen van de Zeil- en Roei vereenigingen „de Hoop" en „dc Amstel." Dinsdag 2 Sept., 's avonds 8£ uur, receptie van de congresleden ten Raadhuize door het gemeente bestuur. Woensdag 3 Sept., Muziekuitvoering op eene nader te bepalen plaats. Donderdag 4 Sept., 's namiddags 6 uur, gemcen- schappelijken maaltijd, ten huize van den Heer Couturier, Keizersgracht. 's Avonds, tot sluiting van het Congres, concert en verlichting van de Tentoonstelling en den tuin van het Palcis voor Volksvlijt. Gedurende het Congres zal er gelegenheid zijn tot bezichtiging, onder geleide, vanhet abattoir, de werken van het Merwedekanaal bij Zeeburg, de gasfabriek aan den Haarlemmerweg, de stadsbelt en het pompstation van het Liernurstelsel, de Amster- damsclie brandweer. De besturen der volgende sociëteiten en Vereeni- gingen hebben gedurende de dagen van het Con gres hunne localiteiten welwillend voor de Congres leden opengesteld de tentoonstelling tot bevorde ring van veiligheid en gezondheid in fabrieken en werkplaatsen de Maatschappij „Arti et Amieitice" het Genootschap „Doctrina et Amicitia" het „Lees museum" het college „Zeeraanshoop" terwijl de "heer 'Krasnapolsky, gedurende de Congresdagen, de Witte Zaal 's avonds van 8 tot 1 uur ter beschik king stelt. Door verschillende spoorwegmaatschappijen zijn welwillend gunstige bepalingen voor de leden ge maakt. De Contributie der leden van het Congres be draagt f6.Zij, die lid van het Congres wen schen te worden of inlichtingen verlangen, kunnèn zich aanmelden bij den heer J. D. Landré, Pen ningmeester, Spuistraat No. 68, te Amsterdam. Binnenlandsch nieuws. Bergen. Jl. Zondag is alhier eene hard draverij gehouden. De prijs werd behaald door het paard van den heer Jb. Half, te Alkmaar, de iste premie door dat van den heer H. Hart, en de 2 de premie door dat van den heer W. van Twuijver, beiden te Bergen. Grootebroek. Tot regent van het Prot. Weeshuis alhier is door stemgerechtigden te Lutjebroek de heer W. Bronkhorst gekozen. Krommenie. Het plotseling bedanken van onzen burgemeester wordt door velen betreurd. Voor ongeveer zes jaar werd Z. E. A. door Z. M. den Koning benoemd. Met nieuwsgierig heid werd de man begroet en al spoedig gaf Z. E. A. blijken van vasten wil en strenge op vatting. Als gepensionneerd majoor van het Indische leger toonde hij eene zelfstandigheid en werk kracht, waarover velen een woordje te zeggen hadden, niet gewoon aan zulk flink optreden van een hoofd dezer gemeente. Hij toor.de in vele opzichten, als in de orga nisatie der brandweer, bij den aanleg der water leiding, op het gebied van onderwijs, bij heer- schende ziekten, bij onvermogen in het betalen der belastingen, in het strijden tegen onrecht matige handelingen, bij het verzamelen van het gemeente archief, bij het reinigen en herstellen van publieke wegen, het dempen van onreine slooten, enz. enz., een man te zijn, die niemand ontzag, en verwierf daardoor veler achting. Dat zulke handelingen in eene kleine gemeente, waar ieder gaarne meespreekt, te eeniger tijd tot botsingen aanleiding moesten geven, dit was te voorzien. Hij, de man, die jarenlang in Indie gewoond had en daar tot een hoogen rang was opge klommen, moest dikwijls strijden tegen de mee ningen van personen van weinig ondervinding, bekrompen van gedachten en daarbij eene zekere vreesachtigheid toonende, veeltijds door eigen belang gekweekt, en die personen en zaken niet van elkander durfden onderscheiden. Van der Steen van Ommeren zal bij velen een goeden indruk achterlaten. Moeielijk zal het zijn hem een opvolger te geven, en jammer, als hier de oude sleur van zaken, zoo nadeelig voor den vooruitgang van eene plaats, weder ingevoerd werd. Het ;s voor eene gemeente van groot belang wie haar hoofd is. Amsterdam. In tegenstelling met het be richt, in een hier verschijnend dagblad opgenomen, dat de Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen zou zijn aangekocht door een firma te Utrecht, kunnen wij mededeelen, dat de fabriek niet is verkocht en dat zelfs omtrent het lot dezer inrichting op het oogenblik nog niets valt te zeggen. Het werk wordt geregeld voort gezet. Scheveningen. De vrees, dat door de spui-kwestie in het algemeen en vooral door het besluit om tot zomerspuiing over te gaan, de badplaats door de vreemdelingen gemeden zou worden, is gelukkig niet bewaarheid. Wel wijst tot nog toe het aantal baden een nadeelig verschil aan met dat van vorige jaren, maar het zou dwaas zijn dat minder gebruik aan het spuien toe te schrijven; het gure weder kan daar alleen de oorzaak van zijn. Zoodra in de laatste dagen de temperatuur van de lucht en het zeewater eenigszins ging stijgen, werden 600 tot 800 baden per dag genomen. De hotels zijn alle goed bezet; de groote ho tels hebben zelfs geen kamers meer disponibel. Het aanstaand bezoek van den groothertog van Saksen Weimar en zijn dochter moet thans als een feit van groote beteekenis worden aangemerkt; deze vorstelijke personen schijnen niettegenstaande het spuien toch wel hier te willen verblijven. Marine en Leger. Zr. Ms. instructiebrik „Pollux" kwam jl. Don derdag middag te Arasterdam aan uit de Zuiderzee, ten einde van commandant te verwisselen. De luit. ter zee lste kl. R. G. A. L. Jansen van Afterden, bestemd voor Oost-Indië, is eervol ontheven van het bevel daarover, terwijl de luit. ter zee lste kl. II. G. J. Wolterbeek als command. officier dier brik den verderen oefeningstocht met de jongens van Zr. Ms. opleidingsschip „Admiraal van Was senaar" zal voortzetten. Zr. Ms. instructiekorvet „Nautilus", comm. kapt.- luit. ter zee II. G. Hildebrandt, die den 26 Juli jl. van Leith is vertrokken, wordt den 8 dezer ter reede van Hellevoetsluis verwacht. De luit. ter zee lste kl. W. Röraer, die afgetre den is als commandant van den torpedodienst te Hellevoetsluis, wordt in het laatst van dit jaar geplaatst aan boord van de pautserdekkorvet „Su- matra" als lste ^officier. Deze bodem is bestemd voor den dienst in Oost-Indic. De machinist 2de kl. J. van Rees, thans op non-activiteit, is met ingang van 15 dezer geplaatst bij den Marine-torpedodienst te Hellevoetsluis. In de militaire afdeeling van het Berlijnsche Con gres van geneeskundigen zal volgens de „Nordd. Alg Ztg." Nederland vertegenwoordigd zijn door de heeren H. F. A. Giesberts en II. Zwaardemaker, officieren van gezondheid bij het Nederlandsche leger. Departement van Marine in Oost-Indië. Benoemdbij de Gouv.-marine tot 2dcn stuurman, de 3de stuurman II. N. Blatt en overgeplaatst van het stoomschip „Ternate" op id. „Gier" bij het Loodswezen te Soerabajatot loods 3de kl., de hulploods H. van Groningen. Overgeplaatstuit de rolle van „Pontianak" in die van „Benkoelen" als oudste officier, de luit. ter zee 2de kl. H. T. Hovenuit de rolle van „Benkoelen" in die van „Pontianak" als oudste off. de luit. ter zee 2de kl. M. W. L. Olivieruit de rolle van „Soerabaja" in die van „Padaug", de luit. ter zee 2de kl. L. H. G. Kroluit de rolle van „Prins Hendrik der Nederlanden" in die van „Bali", ten einde gedetacheerd te worden aan boord van het stoomjacht „Koerier", de adelb. lste kl. H. J. Boldingh en M. Schoouit de rolle van „Atjeh" in die van „Prins Hendrik der Neder landen", de adelb. lste kl. J. Hofstede en K. van Andel. Onderwijs en Examens. Vlieland. Te Amsterdam is bij het exa men voor hoofdonderwijzer ook geslaagd de heer S. Boon, onderwijzer alhier. Landbouw en Veeteelt. Evenals vorige jaren wenscht de „Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwartier" ederom eene commissie naar Engeland af te vaardigen, tot den aankoop van een aantal volbloed Lincolns ramlammeren. De zeer gunstige uitkomsten, vooral in dit voorjaar verkregendoen de Vereeniging wenschen, dat zoo ruim mogelijk gebruik zal worden ge maakt van de gelegenheid, om in het bezit te komen van uitstekende fokrammen. De dieren worden op de volgende voorwaarden aangeboden 1. De prijs, die in het afgeloopen jaar f 105 was, zal dit bedrag niet te boven gaan en zoo mogelijk lager zijn. 2. De rammen worden te Amsterdam aange voerd en aldaar op een nader te bepalen dag verloot. 3. Elke ram ontvangt een nummer en de be stellers of hunne gemachtigden zijn gehouden het op hun lot gevallen nummer te accepteeren en te betalen. 4. Na afloop der verloting zijn de dieren voor rekening en risico der nieuwe eigenaars. Het bestuur houdt het recht aan zich, bij geen genoegzame deelneming, de aankoop niet te doen doorgaan. Eventueele bestellingen worden vóór 16 Augustus e. k. aangenomen door den Secre taris der Vereeniging, den heer W. Teengs, te Wieringerwaard, bij wien desverlangd nog nadere inlichtingen te bekomen zijn. De te Haarlem gevestigde afdeeling van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft een keuring gehouden van veulens, af komstig van den in 1889 bekroonden dekhengst „Agamemnon", van den heer A. A. van den Berg. Daarbij zijn de (belooningen toegekend als volgt: H. Schoo,Haarlemmermeer, isteprijs; A. J. G. Timmermans, idem, 2de prijs; Johan De Clercq, Houtrijk en Polanen, 3de prijs. Er waren 16 veulens aanwezig, van 46 maanden oud. Kerknieuws. PREDIKBEURTEN. Herv. gemeente te Texel. Zondag 3 Augustus, voorm. 9.30 te Burg ds. Gemser, van Broek op Langedijk. (Avondmaal.) Oudeschild nam. 1.30 ds. Gemser, van Broek op Langedijk. Doopsgez. gemeente te Texel. Zondag 3 Augustus voorm. 10 uur ds. Kuipers. Herv. kerk te Noordzijpe: Zondag 3 Augustus, vm. 9.30, Schagerbrug, ds. van Kluijve. Herv. kerk te Zuidzijpe Zondag 3 Augustus, n.m. 1.30, Burgerbrug, ds. van Kluijve. Doopsgezinde Gemeente te Zuidzijpe Zondag 3 Augustus, vm. 9.30, Oudesluis, ds. van Calcar. Herv. kerk te St. Maarten Zondag 3 Augustus, vm. 9 uur St. Maarten, ds. Mtihring. Herv. kerk te Eenigenburg Zondag 3 Augustus, n.m. 1,30, ds. Zegers, pred. te Koedijk. Noord- en Zuidzijpe. 3 Aug., ds. v. Kluyve, Schagerbrug vm., Bur gerbrug nam. 10 Aug., ds. Fetter, Schagerbrug nam., Bur gerbrug voorm. Huisduinen. 10 Aug., ds. Hobus, voorin. Wieringen. 3 Aug., ds. Pareau, Hipp. voorm., de Oev. nam. 10 Aug., ds. Bomraezijn, Oostl. voorm.. Hipp. nam. Uit onze Koloniën. Van den civielen en militairen gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden is het volgend 25 Juni jl. te Penang aangeboden telegram ont vangen „Een-en-twintig. Brigade met landingsdivisie, vijand 'verdreven uit zeer sterke stelling Padawa pontong Niberg toealan en Matadier. Bood weinig tegenstand; liet weinig dooden achter. Matadier zou bij hardnekkigen tegenstand veel offers hebben gekost. Gezondheid en geest troepen gunstig. Wij gesneuveld Amboineesch fuselier Talajane 16632, lichtgewond Europeesch sergeant Oldendorp rÓ9o8. Amboineesche fuseliers Sombow 22836, Manoeroe 10931. Op Flores, waar de tegenstand hardnekkig is, bleek versteiking noodig. Den 24sten Juni jl. zijn van Semarang geëmbarkeerdde majoor der inf. Collard, de kapiteins der inf. Philips en Cramer, de iste luit. der inf. van Geuns, Broek hof? en Westerbeek, de 2de luit. der inf. van der Wal, de iste luit. der art. Hemmes, de adj.- onderoffic.-kwartierm. Gereke, 11 önderofficieren der inf., 2 onderoff. der artill., 2 korporaals der artill., 37 Europeesche en 49 Inlandsche fuseliers 10 Europeesche en 12 Inlandsche artilleristen, 4 hospitaalsoldaten en 150. dwangarbeiders. Zr. Ms. „Flores", thans te Soerabaja, zal bin nenkort naar Batavia vertrekken, ten einde van daar langs den kortsten weg naar Atjeh te gaan, tot het deel uitmaken van het blokkade-eskader aldaar. Dit eskader neemt onze geheele Indische zeemacht in beslagzijn wij wel ingelicht, dan zijn er op dit oogenblik nog maar drie zeeschepen van eenig aanbelaug in de andere deelen van onzen archipel zeilende, stoomende of voor anker liggende. (Javabode.) Omtrent de laatste gebeurtenissen te Edi ver neemt men nog, dat het 6de bataljon naar Bagoh en Oeleh-Gadja op marsch ging, voornamelijk met het doel om T. Oesoef, het hoofd van laatst genoemd Staatje, te tuchtigen. Zeer te betreuren is het echter, dat de tocht niet zoo goed afliep als gehoopt werd niet wat het succes op militair gebied betreft want de Atjehers zijn zelfs uit een zeer sterke benting gevlucht, alleen tenge volge van het artillerievuur, zonder den aanval onzer infanterie af te wachten maar tengevolge van een ongesteldheid (buikloop), die onderden troep uitbrak en waarvan gebrek aan drinkwater en dientengevolge het gebruiken van onzuiver water als de oorzaak moet beschouwd worden. Reeds waren de troepen tot dicht bij de Kedei van Oeleh-Gadja, toen die ongesteldheid zoo toenam, dat een 70 tal manschappen er aan leed en onder die omstandigheden besloot majoor Halewijn terug te keeren. In het bivouakterug-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 2