HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 48. M. 99. Zondag 17 Augustus 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. ,Bn descBpereert nimmer I Jan Pieterzz. Goen. Het Vaderlandt ghetrouwe Wijf ick tot in den doot. Wilkelmutlied. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.70, franco per post 0.90. Het Zondagsblad, bekoorende bij deze Courant, verschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maandenf 0-50. Voor de «bonnes dezer Courant in de gemeente0.30. buiten de 0.35. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. Prija der Advertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regelt, aanmerkelijk lager. Voor liefdadige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden «tand3 ilededeelingen en aanbevelingen10 Een reis naar en door Zuid-Afrika. Wanneer iemand op het punt staat, iets te ondernemen, dat beslissend is voor zijn geheele leven, gevoelt hij dat niet dieper, dan wanneer hij allengs, niet snel, maar langzaam en zeker uit 't oog verliest, wat hem lief en dierbaar is. Dan is het hem, alsof dat alles in een grondeloo- zen put wegzinkt, waaruit wanhoop, verdriet en heimwee opstijgen. Dan is het hem zooals wel eens meer gezegd is, alsof de ziel met een stomp mes doorboord wordt. Dat ondervond ik en dat ondervindt denk ik ieder, die even als ik scheepgaat naar een ver land, laat staan naar de Transvaal, een land, waarover in den laatsten tijd zooveel gesproken en geschreven wordt en waarvan toch zoo heel weinig bekend is. Wil deze of gene dus iets naders vernemen over de reis en het land, ik zal naar waarheid neerschrijven, wat ik ondervonden en gezien heb, trachtende zooveel mogelijk objectief te zijn in mijne beschouwingenwant het is juist dAt wat de uitspraken over Transvaal en Transvalere zoo verschillend doet zijn. I. Aan boord. Afstanden zijn er niet meer betrekkelijk is dat waar. Reizen, die vroeger maanden duur den, worden nu afgelegd in even zoovele weken. Naast bekendheid mèt, en verbetering v:\n de vaarwaters, is het vooral te danken aan den bouw der schepen, in verband met het stoomvermogen. De stoomers op Zuid-Afrika behooren tot de meest snelvarenden. Zij mogen in alle opzichten niet voldoen, het is onbetwisbaar, de booten zijn goed. Één ding is er voor den Hollander te bejam meren dat de lijnen er zijn er twee beide in handen der Engelschen zijn. Het is een Hol lander ten sterkste af te raden, alléén, zonder Hollandsch reisgezelschap, natuurlijk, alleen voor 't geval, dat hij niet uitmuntend op de hoogte van 'tEngelsch is op deze booten te reizen. De Engelschen zijn zeer egoïstische lui ik beweer niet, dat anderen het ook niet kunnen zijn met een zeer sterk ontwikkeld nationali teitsgevoel. Reist men eerste of tweede klasse, dan heeft men daarvan niet veel te lijden, omdat de lui daar gewoonlijk te welopgevoed zijn, maar derde klas reizigers is de bovengenoemde gelegen heid niet aan te raden. In Vlissingen ging ik scheep. Toen ik van den overkant der haven den blik liet glijden over het trotsche zeeschip, aan den wal vastge- meerd zoo groot, op de zee zoo klein en nietig, toen maakte een vreemd gevoel zich van mij meester bij de gedachte, dat ik aan dit klompje ijzer mijn leven en bezittingen ging toevertrou wen en dat het mij naar een heel vreemd, on bekend land zou brengen. lederen dag staat men bloot aan alle mogelijke ongelukken met een spoortrein en toch, niemand zou het in het hoofd krijgen, bij een waggon dergelijke be- Feuilleton Tan de Heldersclie- en Nicuwediepcr Courant. 25) EEN TROETELKIND VAN HE Roman van F. VON KAPFF ESSENTIiER. IX. uMaar dat is een bankroet voor mij, kind. Er blijft mij in dat geval niets over, clan mij in staat van kennelijk onvermogen te doen verklaren/' zeide Baumgartner tot zijne dochter. Hij bad haar medegedeeld, hoe diep hij in schulden zat bij Siegmund. Hij had echter de uitstaande schuld niet geboekt. Dit was op uitdrukkelijk verlangen van Siegmund, die het geheel privaat wilde behandeld hebben. Hij wilde volstrekt niet als schuldeischer der firma te hoek staan. Als de zaken vooruit gingen, als de chef eenmaal over groote som men kon beschikken, die gerust uit de zaak konden worden genomen, dan kon Baum gartner zijn schoonzoon geheel naar goedvin den terugbetalen. Misschien was er tegen dien tijd wel een kleinzoon en de terug te geven sommen konden dan in diens spaarpot komen. Zoo liad Siegmund de zaak met zijn schoon vader steeds behandeld, doch in Aveerwil van deze loyaliteit, gevoelde Baumgartner zich steeds bedrukt. De speelschuld van dien naclit was in de geleende sommen opgeno men, eene speelschuld, die vele duizenden schouwingen te makenhet is het nieuAve, het ongewone. Maar de jongen, die mijn kof fer droeg, liet mij niet veel tijd blijkbaar gaf hij zich met zulke dingen weinig af. Alleen denkend aan de te veidienen fooi, stapte hij be daard voort en spoedig was ik aan boord geïnstalleerd. Om twee uur zou de boot ver trekken, maar hoe gaat het? Van twee uur wordt het vier. En, als onv de marteling voor de passagiers, die hun vaderland verlaten, nog grooter te maken, moest de boot nog een uurtje AA'achten in de sluis, totdat het water begon te vallen. Eindelijk, daar knarsen en piepen de zware ijzeren deuren open en de uitgang is vrij. Lang zaam Avorden we door een sleepbootje naar bui ten gesleept. De touwen Avorden losgehaakt, vóór uit, daar gaan Ave het Avijde gat in. Eerst kunnen we het geheele Walcherensche panorama overzien, tot bijna aan West Kapelle toe, dan beginnen de duinen aan den horizon blauAA'er en blauwer te worden, ze smelten geheel samen met den groezeligen achtergrond. Alleen Vlissïngs heklerroode, door de zon beschenen daken en torens en de schitterende witte duinen in den naasten omtrek zijn duidelijk waar te nemen, maar dat Avordt flauwer en flamver, en terwijl de aandacht afgeleid Avordt door al het nieuwe bij en rondom ons, is het land uit het gezicht verdAA-enen. En nu hebben we niets dan AA'ater voor ons, achter ons, links en rechts Het eentonig leven is begonnen, en ieder maakt het zich zoo gezellig mogelijk. De een grijpt een boek om zich te verstrooien, de ander leunt in gedachten verdiept, over de verschansing naar de wit schuimende voor den boeg opspat tende golven starende, of de borrelende kringen, die de schroef achterlaat, schijnbaar nauAvkeurig bekijkende, gene A\randelt heen en Aveer, nu hier dan daar stilhoudende en zwierende als een dronken man, Aveer anderen halen een spel kaarten te voorschijn en geven zich aan den speelduivel over kortom, het is aan boord een wereld in 't klein. Een gezelschap Duitsche Katholieken hebben een gedeelte van het schip afgehuurd, om daarin hunne godsdienstoefeningen te houden. Eenige minder gefortuneerde Russische Joden doen het eenvoudiger. Met het gelaat naar het Oosten, hangen zij over de verschansing, terwijl zij luid door elkander kakelen in het Hebreeuwsch. Over dag heeft de bemanning het natuurlijk heel druk, sommigen met niets doen, anderen met hard werken. Maar 's avonds, als de heete zon onder de kimmen gedaald is, en een zacht koeltje de verhitte gezichten verfrischt, dan begint eerst het gezellige leven. Voorop zitten heel gezellig groepjes matrozen en passagiers bij elkaar, en beurtelings zingt ieder een lied, Avaarvan het refrein in koor herhaald wordt, zoodat de krachtige stemmen Avijd en zijd over de ruischende watervlakte Aveer- galmen. Verder naar achter zit een groep Duit- schere bijeen en vermengen met heldere stem „Die wacht am Rhein" met het Engelsche„Do not forget me." Plotseling- een algemeene consternatie. Ieder vliegt overeind en snelt naar de verschansing. Daar ginder op ongeveer een mijl afstand van het schip, schiet een school vliegende visschen door het Avater. „Schweinfische" roepen de Joden groot Avas, een zelfs voor Siegmunds ver mogen niet onbelangrijke som, maar voor Baumgartner in de tegenwoordige omstandig heden buitensporig groot. Met innerlijke spijt had Baumgartner het zoover zien komen, dat zijn lot geheel in handen van zijn schoonzoon AA'as. Hij nam zich Avel heilig voor met de aflossing van de schuld aan Siegmund te beginnen, maar daarvan kAvam niets. Korten tijd geleden had hij nog zóó daarop gehoopt. Hij had de uitgave ondernomen van een uitgebreid popu- lair-Avetenschappelijk Averk over centraal-Afri- ka en de niemvste ontdekkingen aldaar. Ge leerden van den eersten rang Averkten er aan mede, de pers kwam de onderneming bereidAvillig te gemoet, de eerste kunstenaars waren voor het teekenen der platen gewon nen; het onderwerp was aan de orde van den dag, liet aardrijkskundig genootschap had haren steun toegezegd, alle openbare biblio- theeken hadden subsidie gegeven. Kortom het moest gelukken. En liet gelukte ook! Het werk had groot succes, het vond koopers, maarBaumgartner had zich Avat de hoofdzaak aangaat, Aveder misrekend. Al zijne goede vrienden onder de medeAverkers stonden bij hem vrij hoog in voorschot. Op dezen factor had hij gerekend. Maar nu het op het leveren van werk aankwam, kon hij niets uit hunne handen krijgen of hij moest hun bijna nog meer voorschot geven, dan goedbetaalde medewerkers hem gekost zouden hebben* Op stuk van zaken kAA'am hem deze vol verachting. Een enkele natuurlijk van de visschen en niet van de Joden komt heel dicht bij het schip, zoodat we duidelijk hem kun nen waarnemen. We zien hoe hij met groote snelheid door het Avater schiet, hoe hij nu en dan door een krachtigen slag van de groote boretvinnea^ zijn-puntigen bek boven water ver heft en de liicht doorscheert op een hand breedte boven de oppervlakte. Zijn rug is geelgroen, zijn buik vuil Avit. Zijn lengte is ongeveer drie voet. Op grooter of kleiner afstand zien we tal van schepen. Allen laten Ave ver achter ons. Eens kwam heel dicht langs ons voorbij een stoomschip „De Paraguay," zeker uit Brazilië afkomstig. Van Aveerzijden werd er met witte doeken ge wuifd. 's Zondags wordt er kerk gehouden in de ruime salon der iste klasse, in het achterschip. Vooreen Hollander Avordt daar tamelijk ongenietbare kost verkocht. Men moet Avel doorkneed zijn in het Engelsch, om een preek te kunnen volgen. En nu laat ik eenige passages volgen uit inijn dag boek. Zaterdag 20 Juli. Op het oogenblik zijn Avïj in den Golf van Biscaye, Ave zullen spoedig Spanje passeeren. Ieder zoekt zijn ge noegen op het dek sommigen hebben een krin getje geformeerd en moeten elkaar naloopen, anderen spelen krijgertje op en over den rommel op het dek, Aveer anderen spelen harmonica en kleine jongens zijn bezig met groote bokshand- schoenen te vechten. De zee levert een aardig gezicht op, 't is avond stel u voor een Hollandsche polder, gehuld in avondnevel, maar denk u molens, torens en boomen Aveg, met iets scherper scheiding aan den horizon en gij hebt een tamelijk juiste voorstelling van een kalme zee. We hebben vandaag tal van groote zee- booten gezien en gisterennacht op grooten af stand een kustlicht van een Bretonsche vuur toren. Plet is zoo donker geworden, dat ik bijna niets meer zien kan. Een helroode rand aan den horizon is hét eenig overblijfsel van den dag. Een prachtig gezicht levert de zee rondom het schip op. Een groot aantal hel schitterende vonken zijn een vurig spoor, dat de boot van zich Averpt en achter zich laat. Zondag 27 Juli. Van morgen half zeven stond ik op dek en meende in den beginne ten Oosten van ons een grooten bank aan den kim te zien, juist een onweerswolk. Maar al heel spoedig zag ik het beter: In een blauwachtig doorschijnende tint staken de koppen \'an Spanje's noordelijke kustgebergten tegen den hemel af. Een schitterend witte zoom op het water toonde aan, Avaar de zee haar voet bespoelde. De groote hoogte deed de voorgebergten veel dichter bij schijnen dan zij Averkelijk warén. Verschillende Avegen en paden kwamen door hun witte zan derige kleur duidelijk uit. Ik meen, zelfs bij een der toppen een ventje gezien te hebben. Een duidelijke voorstelling kan men zich maken van den vorm van het land, als men ziet hoe naar het Oosten zacht blainvend, het Cantabrisch Asturisch gebergte in den golf van Biscaije ver dwijnt, en naar het Zuiden de rotsige kust in den Atlantischen Oceaan zich verliest. D. v. d. P. onderneming zoo duur te staan, dat hij al spoedig tot de ervaring kwam Avel veel roem en eer verworven te hebben, maar ook een nieuw tekort in zijn kas. En zoo was er alweder niet aan te denken iets van zijne schuld aan Siegmund af te doen. Zelfs de renten niet. Vroeger had hij eens daarmede Avillen beginnen, maar Sieg mund vondt dat toch Avaarlijk te belachelijk. E11 zoo geschiedde het, dat Baumgartner zich in het onvermijdelijke schikte, geAvende er zich geheel aan, liet zich door de grootmoe dige gulheid van zijn schoonzoon in slaap Aviegen en -dacht er ten laatste nauwelijks meer aan. Ten slotte was het ook A-eel meer zijn plicht, de zaak, terwille van Edwin, Aveer tot zijn ouden bloei te brengen, dan de geleende sommen aan zijn schoonzoon tex*ug te betalen. Siegmund behoorde immers tot de familie en men kon zijn geld derhalve zonder aar zelen aannemen. Zoo stonden de zaken, toen plotseling op een dag EdAvina tehuis kwam met de mede- deeling, dat zij zich van haren man geschei den had. Dit nieuAvs overviel hem als een katastrophe, Avaarvan alle voorteekenen ont broken haddenals de plotselinge uitbarsting van een vulkaan, die men tot nu toe voor een groenen heuvel heeft gehouden. In de eerste oogenblikken konden noch hare vader, noch haar broeder aan de ernst van dit bericht gelooven. Zij wisten dat EdAvina trotsch en lichtgeraakt was, en Sieg- NEDERLAND. HELDER, 16 Augustus. //Naar Frankrijk front" is de titel van eene brochure, door Aldegonde uitgegeven bijL. J. Veen te Amsterdam. De schrijver tracht in deze brochure te betoogen, dat de organische samenhang van den Nederlandschen bodem met de Duitsche Rijnlanden en onze ligging aan de Noordzee de oorzaken zijn, dat bij het uitbreken van een Europeeschen krijg, ons zelfstandig bestaan bedreigd en wellicht ons land het tooneel Avordt van den oorlog. Om die reden acht hij een bondgenootschap van Nederland met eene der partijen het eenig middel om vóór en tijdens den oorlog rang in te nemen, de materiale nadeelen van een krijg binnen zijn grenzen tot het bereikbaar minimum te beperken, en bij den vrede gerechtigd te zijn tot het uitbrengen van eene stem. En schrijver komt dan tot de conclusie Alleen een bondgenootschap met Duitschland is voor Nederland wenschelijk dat bondgenootschap is noodzakelijk. Nederland moet zich tot Duitschland richten. Duitschland is ons stamverwantmet het Duitsche volk komen wij het meest overeen in aard, zeden en levensbeschouwing. Vele der groote Duitsche be langen loopen evenwijdig aan de onze. Aan het Duitsche ltijk hebben wij nog niets te wijtenwel aan de staten, die dat complex vormen groote Aveldaden, groote persoonlijkheden en groote denkbeelden te danken gehad. En alles afdoende is het feit, dat wij de Duitsche staatkunde hebben leeren beschouwen als wezenlijk gericht op hand having van den vrede, eene aspiratie die èn met onze belangen, èn met onze inzichten èn met onze wenschen overeenstemt. Omvcersproken moet het blijven, dat de politiek der Triple Alliantie eene vredes-politiek is en aan dit streven eenige kracht bijzetten, kan slechts eervol zijn voor Nederland. Ons volk en zijne Regecring moeten eerlijk en oprecht, zonder achterhoudendheid en mannelijk, verklaren in den toekomstige» oorlog lief en leed tc Avillen doelen met het Duitsche, ons verwante volk. Dat is een natuurlijk op weder/.ijdsche belangen gegrondvest bondgenootschap, Daarvoor erlangen wij een eervolle positie, zoolang de vrede duurt en eene mate van veiligheid, die geen andere denkbare gedragslijn ons kan opleveren daarvoor verkrijgen wij den waarborg, dat bij eene zegepraal van Centraal-Europa, ons volksbestaan onaangetast blijftdaarvoor werken wij mede aan een groot doelhet verhinderen van Panslavistischen inval, dat is de inval der barbaarsheid in Europa en de terugval van Europa in de barbaarsheid. Daarvoor erlangen Avij weder een zekeren rang onder de natiën. muncl levendig, driftig en grillig. Alles zou Avel spoedig Aveer in orde komen en Baum gartner spoedde zich naar Siegmund. Doch hij vond hem somber gestemd en Avanhopig. vEdAvina bemint mij niet," zeide hij „alle moeite, alle pogingen Avelke ik heb aange- Avend, om hare liefde te Avlnnen, zijn vruch teloos geweest. De liefde vergeet haat alleen kan zoo oordeelen als zij doet. Ik zal pogen haar te vergeten." //Is er dan niets aan te doen? Gaat ge naar Parijs?" vroeg Baumgartner in angstige spanning. //Naar Parijs?" zeide Siegmund verbaasd, //misschien Avel naar Parijs, misschien wel naai de maan. Het is mij volkomen hetzelfde Avaar ik heenga, als liet mij slechts gelukt haar te A'ergeten." Dat Avas dezelfde sombere, spijtige toon als Avaannede Edwine herhaaldeHij bemint mij niet hij is mij zat hij heeft genoeg van mij. Maar Baumgartner, die alles van de lichtste zijde bekeek en die eigenlijk geen enkele geldige reden zag, waarom die tAvee scheiden zouden, herhaalde hij zichzelf, dat alles wel binnen eenige dagen terecht zou komen. Maar éér de avond kwam was alles geheel anders, dan hij bad gedacht. Siegmund was werkelijk naar Parijs gegaan. Nu scheen alles verloren. EdAvina vorderde nu van hare vader overlegging van zijne rekening, want zij Avilde weten hoeveel de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1