HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT. Jaargang 48. M 110. Vrijdag 12 September 1890. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. "VAN BALEN. Krupp en zijn kanon van 40 centimeter. 8> DOLORES. »En deiespereert nimmerI' Jan Pieteri:. Coen. Het Vaderland! ghetronwe Blijf ick tot in den doot. Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per kwartaalƒ0.70, franco per post ƒ0.90. Het Zondagsblad, behoorende bij deze Courant, rerschijnt eiken Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden0.50. Voor de abonnés dezer Courant in de gemeente0.30. t r t t v buiten de 0.35. RED ACTEUR-ÜITGE VER Molenplein 162/163. Prijs der AdTertentiën: Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Voor liefdndige doeleinden 3 cent per regel Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3 0 Mededeelingen en aanbevelingen10 Den veertienden Juli achttienhonderd zeven en tachtig is met Alfred Krupp een der mannen van het wereldtooneel verdwenen, die zich op het gebied der moderne artillerie groote ver diensten hebben verworven. In zijn vaderland werd hij vrij algemeen de „Kanonnen Krupp" of wel de „gietstaalkoning" genoemd. Dit zijn volksuitdrukkingen, die even karakteristiek als eervol voor hem waren. Als koning van het gietstaal is hij door de stalen spoorwegrails, zijne locomotieven en wagen-assen wereldberoemd geworden. De in zijne fabriek vervaardigde schroefassen voor stoomschepen en voorstevens van oorlogsbodems, smeedstukken van gietstaal van 200 tot 300 centenaars gewicht, mogen zich in een welverdienden roep verheu gen. Zij zijn voor den bouw van oorlogs schepen in zoo verre nog van bijzondere betee- kenis, dat zij den ram de vereischte stevigheid tot het toebrengen van eenen krachtigen stoot moeten geven. Hoe verdienstelijk deze voort brengselen op het gebied van nijverheids- en verkeerswezen ook mogen zijn, hij boezemt ons toch de meeste belangstelling in als „de Kanon- nenkoning", Nu denke men vooral niet, dat hij zich dezen wereldberoemden titel zoo gemakke lijk, zonder eenige moeite of bezwaren verworven •heeft, want juist het tegendeel is waar. Jarenlang voortdurende werkzaamheid en studie, een onaf gebroken najagen van het zich eenmaal voorge stelde doel, zonder daarbij ook maar eenigszins van den rechten weg af te wijken, gepaard aan ëene even zeldzame als groote mate van geduld en wilskracht, waren er noodig om zijn gietstaal tot die hardheid en taaiheid te brengen, waar door het zich zoo buitengewoon gunstig onder scheidt. Reeds in het jaar 1846 stelde Krupp aan het ministerie van oorlog te Berlijn een door hem vervaardigden drieponder van gegoten staal, ter beschikking om daarmede proeven te nemen, zonder dat hij hiermede echter eenig succes be haalde. Op de wereldtentoonstelling te Londen in 1851 wekte naast een door Krupp vervaardigd blok gietstaal van 45 centenaars gewicht (de vervaar diging van zulk een reuzenstuk gold toenmaals nog voor eene onmogelijkheid) een zesponder van gegoten staal groot opzien. Al dagteekent van deze tentoonstelling de wereldberoemde naam der fabriek, wat de bereiding en bewerking van gietstaal betreft, mocht Krupp er toch niet in slagen de openbare meening ten gunste van zijne kanonnen van gegoten staal te winnen. Hoe moeielijk het was de vooroordeelen en bezwaren Feuilleton ran de Heldersche- en Nienwedieper Courant. Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM. (Uit het Duitse lx.) HL De dagen gingen voorbij en avond aan avond werd de //Satanella" opgevoerd en avond aan avond werd de nieuwe opera voor stampvolle zalen gegeven. Natuurlijk was het geheim, wie de maker van dit stuk was, spoedig een openbaar ge heim en zoo geschiedde het dat zij, die eigen lijk slechts ter wille van de schoone zange res kwamen, ook belang begonnen te stellen in de opéra zelf, en omgekeerd. Het spreekt echter vanzelf, dat donna Do- lores niet iederen avond de moeielijke rol van Satanella kon vervullen en zij wisselde daarom in deze rol af met de prima donna der opera, wier gast zij was. Zij was al spoe dig eene veelbesproken geheimzinnige per soonlijkheid geworden, wier herkomst door den intendant niet verraden werd. Zij was bij hem in huis en verkeerde daar op den voet van een huisgenoote, ja, als een doch ter. Niemand had gehoord of zij ooit ergens anders was opgetreden. Zij was hier geko men en had gezegd, dat zij eene vreemde linge was. Men had wel gedacht later iets meer van haar te zullen vernemen, maar dat was te vergeefs. De zwarte Téreza, hare kame nier, was onomkoopbaar en hare kamerdienaar en secretaris in één persoon, senor Ramo tegen het gegoten staal uit den weg te ruimen, en de voorbeeldelooze nieuwigheid ingang te doen vinden, bewees de tegenspraak, die generaal Encke ontmoette, toen deze in 1855 voorstelde aan Krupp de levering van een getrokken zes ponder uit gegoten staal op te dragen. Encke was toen ter tijde voorzitter van de Commissie, belast met het nemen van proeven met verschil lend geschut en wist zijn denkbeeld, tot geluk van de Duitsche artillerie, door te zetten. Het resultaat is bekend. Toen men in 1861 den prins-regent een Kabinetsorder ter voorloopige aanschaffing van een honderdtal zesponders van gegoten staal voorlegde, veranderde deze eigen handig het getal 100 in 300. De scherpe blik van den overleden Keizer Wilhelm I zag verder in de toekomst dan zijne raadslieden, want het was dit geschut, hetwelk op de bloedige slag velden van Frankrijk den roem van het Duitsche leger naast dien van den grijzen held in onuit- wischbare letteren in de geschiedboeken heeft gegrift. Hiermede was ook de naam van Krupp als „Kanonnenkoning" voor goed gevestigd. Doch niet alleen de stof, het gietstaal, ver breidde en vergrootte dezen naam, maar ook de inrichting van den geschutsloop zelve, welke dezen een tot dien tijd ondenkbaar geacht weêr- standsvermogen tegen de spankracht van het buskruitgas verleende. Het was door dit weer standsvermogen, dat het geschut van Krupp als overwinnaar uit den wedstrijd tusschen pantser en artillerie te voorschijn trad. In dezen wed strijd heeft het kanon van 40 centimeter de grootste vernielende kracht uitgeoefend, die men tot heden niet eenig kanon ter wereld heeft kun nen bereiken. Vóór wij echter dit geschut nader beschouwen, willen wij eens nagaan, waarin zijne vernielende kracht ligt en hoe Krupp erin slaag de het tot die hoogte te brengen. Tusschen 1850 en 1860 vervaardigde de be- bekende Armstrong te Elswick zijne spoedig al gemeen beroemd geworden achterlaad-kanonnen op de volgende hoogst eigenaardige wijze, dat hij lange staven smeedijzer om een doorn of kern spiraalvormig boog en aan elkander smeed de. Nadat de zoo ontstane buizen of holle cy- linders aan de buitenzijde zorgvuldig afgedraaid waren, werden andere tot roodgloeihitte gebrachte buizen daaroverheen geschoven, welke buizen in kouden toestand inwendig eene kleinere door snede hebben, dan die, waar zij over heenge- schoven moeten worden. Onder het afkoelen trekken zij zich samen, waarbij hare doorsnede tot de oorspronkelijke maat tracht terug te kee- rendaar de binnenste buizen dit evenwel ver hinderen, oefenen zij op deze eene zekere drukking uit en deze is aanzienlijker naarmate het verschil tusschen het kaliber en de middellijn van den buitenomtrek der over elkandergescho- ven buizen in kouden toestand vóór dit over elkander schuiven grooter was. Dit verschil wordt „krimpmaat" genoemd. Bij het schieten met op deze wijze vervaardigde geschutsloopen is de toestand als volgtde spanning der kruit- gassen werkt naar alle richtingen in dezelfde Granza, een kleine, bruine Braziliaan, was nog ontoegankelijker, zoowel voor geld als voor goede woordenhij was, zooals men dat noemt, geheel toegeknoopt, van zijn witte das af tot aan zijn verlakte stevels toe. Op de avonden dat donna Dolores in de //Satanella* optrad, was Alfred von Falkner altijd in zijne loge tevinden. Het was er hem alleen om te doen de muziek te bestudeeren en hij wierp dan ook geen blik op het too- neel als Dolores er zich bevond. z/Men zou gaan denken, dat gij bevreesd zijt haar aan te kijken", zeide Keppler op een avond tot hem want ook de schilder was er eiken avond te vinden en genoot immer weder opnieuw van de plastische manier van voorstellen van de vreemdelinge. Alfred haalde de schouders op. //Zij heeft een wonderschoone stem en daarvoor kom ik," zeide hij koel, „maar het is daarom niet noodig, dat ik de zangeres, wier verschijning mijne afkeer wekt, aan kijk." Daar was natuurlijk niet tegen te rede neeren. Het was ongeveer een maand na dat avondje bij professor Balthazar, toen het rij tuig van Dolores voor het atelier van Richard Keppler reed. Senor Ramo sprong van den bok en open de snel het portier voor haar. Dolores, als gewoonlijk in het zwart ge kleed, verliet de coupé en trad de vestibule van het atelier binnen, dat Keppler hier midden in het stedelijk park had laten bou wen. Hierheen stroomde alle vreemdelingen die hier kwamen om voor de half voltooide mate, dus in de richting der stralen getrokken uit de as der ziel en gelegen in het vlak, dat men verkrijgt, wanneer men zich den vuurmond loodrecht op die as doorgesneden voorstelt. Denkt men zich nu in dit snijvlak een aantal cirkels getrokken, die de as der ziel (eigenlijk een punt van die denkbeeldige lijnaspunt) tot gemeen schappelijk middelpunt hebben, dan zou de door de drukking der gassen uitgeoefende werking in eene verlenging of uitzetting dezer cirkellijnen bestaandaar deze cirkellijnen echter eene aan hunne middellijn geCvenredigde, verschillende lengte hebben, zal de drukking van het gas op een evenlang gedeelte van verschillende cirkels te geringer zijn, naarmate de middellijn van den betrokken cirkel grooter is, of met andere woor den de drukking van het gas staat in omge keerde verhouding tot de middellijn des cirkels. Zal nu elke cirkel eene gelijke drukking ver dragen, dan moet elke buitenste met eene be paalde drukking op den daaronder liggende drukken. Daar de cirkellijnen de dwarsdoor sneden van deze holle cylinders voorstellen, zou het theoretisch juist zijn een zoo groot mogelijk aantal buizen over elkander te schuiven, waarvan de buitenste telkenmale met een bepaalde krimp maat er overheen getrokken is, om te bewerken, dat elke buitenste buislaag in gelijke mate aan den tegenstand deelneme als de onmiddellijk daaronder liggende. Practisch evenwel verdient het aanbeveling, het aantal dezer ringlagen zooveel mogelijk te beperken, gelijk Krupp dit bij zijne ring- of mantelbuizen gedaan heeft. Dc vroegere Arm- strongkanonnen met hunne 5 en meer ringlagen over elkander, waren om deze reden van te geringe stevigheid wat hunne samenstelling be treft, zoodat men deze methode moest opgeven. De hierboven vermelde wijze van vervaardiging van vuurmonden noemt men de kunstmatige metaalconstructie. Reeds vóór meer dan dertig jaren sloeg,de Engelsche ingenieur Longridge voor, om de ziel van de geschutsbuis met draad in een groot aantal lagen zoodanig te omwikkelen, dat de ongegloeide staaldraad een met de lagen van binnen naar buiten toenemend weerstandsver mogen verkrijgt. De vroeger genomen proeven met zulke geschutsbuizen hadden een zoo weinig bevredigend resultaat, dat men dit denkbeeld weder spoedig opgaf. In den laatsten tijd is men daarentegen tot dit in technisch opzicht veel verbeterd systeem in Engeland en Frankrijk teruggekeerd. In plaats van draad heeft men ook met voordeel staalband gebruikt en op deze wijze buizen van een buitengewoon groot weer standsvermogen verkregen. Of verdere proeven dit systeem meer algemeen bijval zullen doen vinden, valt vooralsnog moeielijk te gissen. Tot heden staan de bezwaren om de omslach tige en hoogst kostbare vervaardiging van zulk geschut verbonden, zijne algemeene verspreiding in den weg en de vraag of zulk een kanon op den duur stevig in zijn verband blijft, is nog niet voldoende opgelost. schilderij van een der leerlingen in verrukking te geraken, in de meening voor eene schep ping van den genialen kunstenaar te staan. Donna Dolores doorschreed de aangenaam verwarmde, comfortabel en kunstig ingerichte voorkamer en opende, zonder kloppen, de deur van het atelier. In het van boven verlichte vertrek stond Keppler, metpencee- len en palet in de hand maar het groo te historische tafereel, waaraan hij bezig was, stond teruggeschoven op een ezel een andere was dichterbij geschoven en daarop stond het half voltooide levensgroote portret van Satanella. De meester was zóó verdiept in de beschou wing van het portret, dat hij niet bemerkte, dat het origineel er van binnengekomen was. Dolores groette niet, maar sloop onhoorbaar door de purperen portières in de zijkamer, Ixet hum retiro des meesters, waar het costuum van Satanella geborgen was. Snel en zonder gerucht te maken trok zij haar zwarte japon uit en de andere aan, toen maakte zij heure haren los en plaatste zich opeens naast de schilderij. Keppler schrikte bijna, toen dwaalden zijne oogen van de schilderij naar de zangeres en hij vergeleek de werkelijkheid met de kunst. Bijna angstig onderzocht hij de werking der kleurmengeling op de schilderij dat vuur- kleurige kleed van zware zijde naar de mode der renaissance, gedrapeerd over eene rok van goudbrocaat. En over die ririschende roode plooien golfde het goudroode haar in weelderigen overvloed en schitterend met die wonderlijke' glans, welke slechts hem* haar bezat. De fraaie getakte diadeem hield het zware golvende haar in den nek bijeen en Krupp heeft deze nieuwigheden niet nage volgd, maar is zijn oud systeem, evenals zijn gietstaal hèm, getrouw gebleven. Ook het voor beeld van overste de Bange, vroeger directeur der Rijks artillerie-werkplaatsen te Tarbes, thans technisch directeur van de machinefabriek en geschutgieterij Caïl te Parijs, nl. den ringen eenen zoogenaamden „bikonischen" vorm te geven, van welk Systeem hij alle heil verwachtte, heeft Krupp niet aan het wankelen kunnen brengen. De Bange is de vervaardiger van het tegenwoordig in gebruik zijnde Fransche veld geschut in uitgebreider kring is hij evenwel be- - kend geworden door de concurrentie ten opzichte van de levering van het veldgeschut voor Servie, waarin hij, dank zij de beurszwendelarij tot groot nadeel van Servie, op Krupp de overwinning behaalde. Zijn geschut is intusschen gebleken zoo weinig solide te zijn, dat men het door Krupp-kanonnen wil doen vervangen zoodra men de noodige duiten bij elkaar heeft. In 1885 had de Bange de internationale ten toonstelling te Antwerpen met een volgens het door hem uitgedacht stelsel der „bikonische" rin gen vervaardigd stuk geschut, van 34 centimeter kaliber, verrijkt. Veel roem oogstte hij met dit, zoo men zeide niet te overtreffen kanon, in. Bij het ongeveer twee jaren later daarmede plaats hebbend proefschieten, heeft het echter aan de hoog gespannen verwachtingen geenszins beant woord, want het kanon sprong uit elkaar. Te midden van al deze veranderingen en nieuwigheden, van hoop en teleurstellingen, mag het Krupp-geschut van gegoten staal zich in eene onverzwakte reputatie verheugen. Van de 25000 stukken, die de fabriek tot het midden van het jaar 1887 heeft afgeleverd, zijn er in het geheel slechts 25 gesprongen; daaronder bevond zich evenwel geen enkel kanon, dat volgens de nieuwe, sedert 1869 ingevoerde methode, ver vaardigd is. Naar aanleiding van zulke feiten mag men gerust van eene onvoorwaardelijke deugdzaamheid van dit systeem spreken. Terwijl het vroegere geschut, dus ook het oude Prui sische veldgeschut, massieve buizen had, ging Krupp in het jaar 1868 tot de ring-constructie over. Over de ziel, welke ook de sluitwig be vatte, werden de ringen getrokken. Hierbij evenwel in het oog houdende, dat bij het schie ten de vernielende krachten zoowel in de rich ting loodrecht op de as der ziel, als in de rich ting van deze laatste op de sluitwig werken, heeft ook de ziel, wanneer zij het sluitstuk be vat, naar deze tegenovergestelde richtingen tegen stand te bieden. Ten einde haar hiervan te ont lasten, liet Krupp haar vóór de wig eindigen, schoof van achteren eenen mantelvormigen ring daaroverheen en verlegde het gat voor de sluit- ring in dezen mantel. Tot meerdere stevigheid werden er nu nog ringen naar behoefte aange bracht. Dit zijn de zoogenaamde raantelringbuizen waartoe ook de kanonnen van 40 centimeter, het nieuwste reuzengeschut, behooren. De vernielende kracht van dit geschut ligt hoofdzakelijk in het gewicht der projectielen en fonkelde op het blanke voorhoofd met een diabolische liclitflikkering, terwijl de beide achterover gebogen takken, als kleine duivels- hoornen schitterend, het kenmerk van Sata nella vormden. Met een ontevreden zucht wierp Keppler het palet ter zijde. //Ik ben een stumper", zeide hij treurig, „want ik sta radeloos tegen over de natuur. //De tinten ontbreken mij, de rechte tinten, madonna Diavolina „Vermiljoen, meester, veel vermiljoen, karmijn en ober", schertste de zangeres. „Om je daarmede te blanketten. Ja, als ik alleen de schilderij voor mij heb, dan zie ik deze ovei'gangstinten, dan weet ik hoe uw blanke hals, uw gelaat uit deze vloed van rood en goud te voorschijn moeten komen maar als gij zelf naast de schilderij staat, dan geraak ik bijna in vertwijfeling, dan wordt mijn verstand beneveld dan ben ik kleurenblind z/Dat komt omdat ge met mijn hoofd zijt begonnen „Neen, dat komt door uwe oogen", riep hij heftig uit. „Ik was een dwaas, uwe hou ding zoo aan te geven, dat gij mij moet aan zien met deze uitdrukking in uwe oogen Zij lachte gedwongen. „Ik zal aan koetjes en kalfjes gaan den ken", zeide zij, //misscliien verandert dat de uitdrukking mijner oogen wel." „Gij spot en gij lieht gelijk ook", zeide Keppler somber, terwijl hij liet palet weer opnam. //Satanella moet deze uitdrukking in de oogen hebbenhoe zou zonder dat de rol, die zij in het leven speelt, denkbaar zijn (Wordt vervolgd.}

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 1