1HELDERSCHE-! ss£r
NIEU WEDIEPER COURANT.
M 132. Zondag 2 November 1890. ^gyjaargang48.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. VAN BALEN.
TWEEDE BLAD.
BEKENDMAKING.
Vergadering van den Raad
B E R I C H T.
De Speler,
Door eigen Schuld,
35> DOLORES.
NEDERLAND.
VersoütJnt lederen Dinsdag, Donderdag en SZaterdag.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor de courant binnen de gemeentef 0.70, met Zondagsblad f 1.
naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.25
naar alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen Oost-
Indiii en Amerika)1.75, 2.10
naar Zuid-Afrika2.50, 3.
RED ACTE UR-ÜITGE VER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prijs der advertentiën:
Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement naar gelang van de
hoeveelheid regels itanmerkelijk lager.
Ingezonden mededcelingen en aanbevelingen, geplaatst tnsschen den tekst, per regel 10 ct.
Advertentiën voor liefdadige doeleinden3
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand3
Agent voor Nieuw-Jersey en Omstrekende lieer Mr. P. LANGEVELD Mz., te Okonik Co, Passaie.
der gemeente Helder,
op DINSDAG den 4 NOVEMBER 1890,
des avonds ten zeven ure.
Helder, den 31 October 1890.
De Burgemeester,
C. A. BEUKENKAMP.
Onderwerpen ter behandeling:
1. Vaststelling begrooting voor 1891.
2. Adres onderwijzers regeling tractementen.
3. Adres onderwijzers pensioen weduwen.
4. Voorstel Geldleening.
5. Benoeming onderwijzer en onderwijzeres aan
School "tb.
6. Benoeming onderwijzeres Herhalingsschool.
7. Adres J. Bakker, paardentram in de gemeente.
8. Adres W. G. F. Roeffel, om pensioen.
9. Mededeeling ingekomen stukken.
10. Bezwaarschriften hoofdei, omslag.
Zij, die geabonneerd zijn op onze courant,
kunnen, tegen betaling van 40 cents per
stuk, bekomen de bij ons verschenen romans
Russische roman van F. M. DOSTOJEWSKI.
242 pagina's druk
e n
roman van H. S C H O B E R T.
231 pagina's compressen druks.
Men kan deze romans aan ons bureel
dagelijks afhalen. Toezending naar buiten
geschiedt na ontvangst van postwissel met
10 cents verhooging voor één boek en 15 cents
voor beiden. Men geve vooral juisten naam
en duidelijk adres op, ten bewijze dat men
geabonneerd is.
Voor niet-geabonneerden is de prijs van
elk boek f2.(Zie de advertentie).
Feuilleton van cle Helderache- en Nieuwedieper Conrant.
Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit het D u i t s c h.)
//Nu, dat moet een van de minste bewijzen
van liefde zijn, die Scbinga aan zijné gemalin
verspeelt," hernam Rusz. Ja, er zijn zonder
linge menschen op de wereld en mij verwon
dert het alleen, hoe een zoo schoon meisje,
als prinses Bradwitska moet geweest zijn,
iemand als Scbinga kon huwen. Verklaar
mij, als gij kunt, dit raadsel van het men-
schelijk hart. Gelooft ge, dat zoo iets uit
ergernis kan gebeuren5"
//Misschien, ik heb daar nog niet over
gedacht," zeide Dolores peinzend. „Maar ik
moet bekennen, dat ik zeer nieuwsgierig ben
de andere helft van dit origineel te leeren
kennen, om te zien of zij de betere helft is."
„De schoonste helft is zij in ieder geval,"
zei Rusz zacht lachend.
„Dat is niet moeilijk als men hem aanziet,"
zeide Dolores.
Toen zij nu op den Valkenhof waren te
ruggekeerd, was Tereza aangekomen en
Dolores ontving haar met levendige vreugde.
Zij begon terstond de medegebrachte kofter
uit te pakken en installeerde zich als de eerste
bediende, tot groot verdriet van de overige
bedienden, wien de zwarte huid van de arme
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
Zitting van Vrijflng 31 October.
■Gisteren werden aangenomen de overeenkomst,
gesloten met den heer David Croll, over liet maken
van een reparatiewerf met dokgelegenheid te Tand
jong Priok (haven van Batavia), zoomede verschil
lende suppletoire begrootingen voor 1890, ter zake
van uitvoering der spoorwegovereenkomsten, enz.
Daarbij kritiseerde de heer Fransen van de Putte
het beleid van den minister van Financiën, die,
in strijd met de toezegging bij de behandeling der
spoorwegovereenkomsten gedaan, niet aanstonds een
leening ad. 3 percent, uittegeven tegen 95 pCt.,
had gesloten, liet gevolg was nu dat door de
stijging der geldmarkt de leening tbaus veel meer
zou kosten.
De minister van Financiën verklaarde, dat noch
in Augustus noch in de eerste toekomst de stand
der kas het sluiten van eenc leening mogelijk maakte,
dat en hierin gaf de heer Wcrtheim hem vol
komen gelijk niemand in Augustus de stijging
der geldmarkt kon voorzien en dat, indien men
tegen minder gunstige voorwaarden een leening zou
moeten sluiten, daartegenover stond, dat men dan
toch veel korter rente zou behoeven te betalen.
In deze zitting kwam in de mededeeling van den
heer Hengst, dat hij wegens gezondheidsredenen
ontslag nam als lid der Kamer.
Voorts hield de heer Wertheim eene langdurige
interpellatie over de verhoudingen tnsschen Gou
verneur, Koloniale Staten en bevolking van Suriname.
Met tal van feiten trachtte hij zijn beweren te sta
ven, dat de Gouverneur onwettige handelingen ver
richtte en door zijn optreden aanleiding gaf tot het
opzetten van een deel der bevolking tegen de meer
vermogende Israëlieten. Ofschoon in Nederland
geen antisejnietisme vreezende, met het oog op het
verleden van ons land, dat alle bannelingen her
bergde als vrije burgers, kwam spr. op tegen den
schijn, alsof de Gouverneur zich door antisemieti-
sche beweegredenen liet leiden, voor weikeu schijn
grond bestond.
De minister van Koloniën ontkende dit. Wel
was de Gouverneur reeds voor zijn komst in Suri
name verdacht gemaakt als antisemiet, en de mi
nister betreurde het, dat ook in de Nederlandsche
pers dergelijke verdachtmakingen werden opgeno
men.
Twisten tusschen Gouverneur en Staten waren
in Suriname niet onbekendook vroeger hadden
zij geheerscht, omdat de Staten niet kunnen ouder
scheiden tusschen particulier en algemeen belang,
dat de daden des Gouverneurs beheerscht.
Tereza een doorn in het oog was.
De negerin straalde van trotsch. Hare
geliefde meesteres nu hier als gebiedster te
zien, waar zij vroeger ter nauwernood geduld
was, gaf haar geen geringe genoegdoening.
Terwijl hare oogen bliksemden, zeide zij
„Ge zijt hier toch veel meer koningin dan
op het tooneel, mijn goudkindje!"
Dolores lachte, maar het was geen lach
van bevredigde trotsch, veeleer was het een
weemoedig lachje en het kwam haar voor,
dat zij als priesteresse der kunst veel geluk
kiger zou geweest zijn. En toch was zij pas
sinds eenige dagen meesteresse op den Val
kenhof.
De dag ging voorbij en tegen het schemer
uurtje ging zij weder naar het „Torentje,"
om met Engels een beetje te babbelen, met
de snorrende Ida op den schoot en Knieper
naast zich, die met ijverzuchtige blikken de
verdeeling van hare gunstbewijzen tusschen
hen beiden controleerde.
„Het is waarlijk alsof de vroegere tijd
teruggekomen is," zei Engels.
„Nu, ziet ge wel, dat ik nog geheel -de
oude gebleven ben?" vroeg Ida.
„Ja, nu en dan herinnert een blik, een
woord mij weer de kleine heks van vroeger,"
stemde Engels toe, „maar toch zijt ge veran
derd, eene vreemde uitdrukking, eene ernstige,
melancholieke uitdrukking, zou ik haast zeg
gen, zetelt in uwe oogen en rondom uw
mond. O, ik zie zooiets spoedig!"
„Dat is de ouderdom, Engels."
„O, de barones Metliusalen van 22 jaar!"
Deze Gouverneur had in geen opzicht onwettiger
gehandeld dan eenig voorganger, en hij werd alleen
geleid door zijn wenscli om 't algemeen belang te
bevorderen. Het zoogenaamde oproer was niets
anders geweest dan een verklaarbaar verzet van het
volk, toen het plotseling in een volksfeest werd ge
stoord.
De heer Wertheim was door het antwoord des
ministers weinig bevredigd, maar onthield zich
van het voorstellen eener motie. Wel drong hij
sterk bij den minister er op aan, den Gouverneur
te dwingen, binnen de perken van het recht te
blijven, of anders den Gouverneur te nopen zijn
ontslag te nemen, en voorts te zorgen dat in Suri
name niets gebeurt, wat in strijd is met de waar
digheid van Nederland, met de vrijheid van geweten
en met het recht.
Ten slotte dankte de minister den heer Wertheim
voor de wijze, waarop deze de zaak had behandeld,
deld.
Op eene vraag van den heer Fransen van de
Putte, of reeds bericht was ontvangen dat in het
betwiste Lawagebied het „status quo" werd gehand
haafd, verklaarde de minister van Koloniën, dat de
Gouverneur van Suriname op eene desbetreffende
vraag aan den Gouverneur van Caycnne geen ant
woord had ontvangen, wat de Frnnscbe Regeering
hieraan toeschreef, dat laatstgenoemde Gouverneur
toen nog niet bekend was met de bevelen, daarom
trent uit Frankrijk afgezonden.
De Kamer is tot nadere bijeenroeping geschei
den.
De „St. Ct." bevat het volgende bericht omtrent
den toestand van Z. M. den Koning.
Sedert de laatste dagen is er in den toestand
van Z. M. den Koning weinig of geen verande
ring waar te nemen. Ofschoon de lichamelijke
toestand van den Hoogen Lijder bevredigend is,
blijft de afwijking in de hersenfunctiCn bestaan.
Naar men mededeelt, zijn er ongeveer 8oo
stukken en besluiten, welke op de handteekening
des Konings wachten en thans door den Raad
van State, waarnemende het Koninklijk gezag,
moeten worden afgedaan.
Het Fransche blad „le Temps" wijdt een
artikel aan Nederland. Het Nederlandsche volk,
zegt het blad, kan altijd verzekerd zijn van de
sympathie van Frankrijk, dat de herinneringen
in waarde houdt en de beste wenschen koestert
voor de toekomst, vooral onder de tegenwoor
dige voor Nederland moeielijke omstandigheden.
Binnenlandsch nieuws.
Enkhuizen. Den 28 October is te Am
sterdam een aandeel paardentram HoornEnk
huizen alhier, groot f 250, in het openbaar voor
25 pet. verkocht.
riep hij.
Dolores lachte, maar werd terstond weer
ernstig.
„Men kan jong zijn en toch reeds vele
jaren doorleefd hebben," zeide zij. „Ziet ge,
beste Engels, ik was van kindsbeen af aan
mijzelf overgelaten en dan leert een kind al
vroeg denken. Ik heb misschien tweemaal
zooveel gedacht als andere van mijn leeftijd,
want ik gevoelde mij niet eenzaam als ik met
mijne gedachten alleen was. Ik moest boven
dien door eigen onderzoek leeren, en dan valt
er menige vucht van den boom, die vóór
den tijd gerijpt is. Gelukkig had ik mijn
kunst, mijn trouwe goden gewijde gezellin,
die leerde mij werken en scheppen en wie
dat kan,die mag zich gelukkig rekenen."
„De kunst," zeide Engels, ja, dat is heel
mooi, maar zij voert hare volgelingen ook
wel eens op gladde paden."
Eines sehickt sich nicht fiir Alle,
Sehe Jcder, wo er bleibe.
Sehe Jcder, wie er's treibc,
Uud wei- atoht, dasz er nicht falie.
zegt Goethe."
Dolores hief trotsch haar schoon hoofd op
en keek Engels vast in de oogen.
„God schonk mij bij de kunst, ook nog de
trotsch, die dwalen onmogelijk maakt," zeide'
zij luid.
Toen zij een poosje later naar het slot
terugkeerde, ontmoette zij Rusz in den cor
ridor.
„Hier," zeide hij, op een in perkament
Barsingerhorn. Bij de harddraverij, den
26 Oct. alhier gehouden, hebben gewonnen
den prijs, het paard Anna, van den heer D. Smit
alhier, en de premie, het paard Dibbels van den
heer J. Wijn van Nieuwe Niedorp.
Bij den kolfwedstrijd, jl. Maandag ten huize
van den heer A. Slotemaker alhier gehouden,
hebben gewonnen de heer W. Smit van hier
den eersten prijs, de heer H. M. Verbeek van
de Kreil den 2den prijs, en de heer J. Blauw-
boer van hier den 3 den prijs, 17 personen namen
aan dezen wedstrijd deel.
Wormerveer. De heer J. W. A. C. van
Loenen, ambtenaar ter secretarie alhier, is door
den raad der gemeente Beverwijk benoemd tot
waarnemend secretaris dier gemeente.
Marine en Leger.
Blijkens een bij liet Departement van Marine
ingekomen bericht is Zr. Ms. schroefstoomschip 4de
kl. „Somraelsdijk", onder bevel van den kapt.-luit.
ter zee G. H. v. Steyn, op 30 Oct. jl. van Siërra
Leona vertrokken.
In het begin van het volgend jaar wordt Zr. Ms.
snhroefstoomschip „Sommelsdijk," comm. off.kapt.-
luit. ter zee G. H. van Steijn, te Suriname ver
wacht, waarna Zr. Ms. schroefstoomschip „Bonaire,"
comm. off. kapt.-luit. ter zee li. Schotborgh, thans
aldaar gestationneerd, naar Nederland zal terugkeeran
en te Amsterdam biunenloopen.
De luit. ter zee 2de kl. J. S. F. Gallay, dienende
aan boord Zr. Ms. rammonitor „Panter", wordt
11 dezer op non-activiteit gesteld en vervangen
door den luit. t. z. 2de kl. A. v. d. Driessen Ma-
rceuw, terwijl de luit. t. z. 2de kl. G. A. Riet
berg wordt geplaatst aan boord Zr. Ms. wachtschip
te Helle voetslu is.
De 2de luit. S. C. Muller, van het 7de reg. inf.
te Hoorn, wordt voor 5 jaar gedetacheerd bij het
leger in Ned.-Indië.
De luit. ter zee 1ste kl. J. G. Snethlage, behoo-
rende tot de rol van Zr. Ms. instructiekorvet voor
torpedisten „Marnix", alhier, is naar Fiume ge-
commiteerd, ten einde zich op de hoogte testellen
der werkzaamheden bij de vischtorpedo's voor onze
marine.
Ingezonden Stukken.
[Voor den inhoud stelt de Redactie zich niet aansprakelijk.']
Naar aanleiding van de lezing van
den Heer J. Nienhuis te Helder.
Gedachtig aan het „audi et alteravi partei*",
Mijnheer de Redacteur, wensch ik van uw blad ge
bruik te maken, om eenige regels te wijden aan de
rede van den Heer J. Nienhuis, gehouden op 27
Oct. 11. in Tivoli, ter bestrijding van de, naar zijn
oordeel, verkeerde toepassing van de Coöperatie,
zooals die blijkt uit den werkkring van Eigen Hulp
te 's Hage.
gebonden foliant wijzend, dat hij onder den
arm droeg, „bier is het deel van de familiekro
niek, waarin men zekere en nauwkeurige
berichten over de „booze vrijvrouw" kan
vinden. Maar het is een treurspel der zonde,
dat ge daar zult lezen."
Dolores dankte, nam het boek van hem af
en bracht het zelf in de torenkamer. Maar
vóór zij begon te lezen, haalde zij het me
daillon met de miniatuurportretten en het
misboek te voorschijn. Deze, op zoo toe
vallige manier gevonden dingen, zouden haar
lectuur il lustreeren en toen zij nu weer voor
de geheime bergplaats stond, viel haar opeens
in, dat dit een uitstekende plaats was om.
hare juweelen te bergen. Terstond liet zij
Tereza de bronzen cassette in de nis schui
ven, terwijl zij haar ook leerde, hoe zij die
moest openen en sluiten.
Daarna keerde zij naar de torenkamer te
rug en vond daar weder dokter Rusz, met
een dergelijk foliant als die hij eerst had
gebracht.
Hij bracht haar dit deel, dat het laatste
was van de knonieken van den Valkenhof,
om de knoniek voort te zetten, door er den
dood van den vrijheer in aan te teekenen en
hare eigen levensgeschiedenis te beginnen.
Zij moest dat, volgens het gebruik, voort
zetten totdat haar opvolger weder het laatste
blad van hare biografie sloot door haar dood
te vermelden. Van nu af aan bleef dat deel
in haar bezit, benevens een gouden sleutel,
waarmede dit boek gesloten werd, alles tot
den tijd, dat zij ook zou behooren tot de