Heeft Willem III er altijd naar gestreefd han
del en scheepvaart, kunsten en wetenschappen,
landbouw en veeteelt te bevorderen, in hooge
mate ondervonden leger en vloot zijne sympathie.
Reeds spoedig nadat hij de teugels van het
bewind had aanvaard, verwezenlijkte hij een
lang gekoesterden wensch, n. 1. een koloniaal
Invalidenhuis te stichten en op den 28sten Sep
tember 1859 droeg hij dan ook het daartoe
ingerichte landgoed Bronbeek, aan den Yelper
straatweg buiten Arnhem gelegen, aan den Staat
over en toen in 1874, bij de herdenking van
's Konings 25jarige regeering het erkentelijke
volk hem eene som van nagenoeg twee tonnen
gouds aanbood, bestemde hij die som voor het
fonds van den gewapenden dienst. „Indachtig",
zoo sprak hij, „aan den weldadigheidszin van
het steeds bereidvaardige Nederlandsche volk,
weet ik, naar de uitspraak van mijn hart, dit
geschenk tot geen ander doel aan te wenden,
dan het te bestemmen voor het fonds van den
gewapenden dienst, ten behoeve van de invaliden
van de land- en zeemacht van Nederland en
Nederlandsch-Indië, ten bate der dapperen, die
hun leven voor Nederland hebben veil gehad en
in den strijd zijn verminkt geworden."
's Konings liefde voor muziek en schilder
kunst bleken door velerlei opofferingen, vele
jaren achtereen aan schouwburgen en de Haag-
sche Opera. Zij deden hem in Februari 1871
het besluit nemen jaarlijks eene som van f 20,000
af te zonderen, om het pad van jongelieden van
aanleg te effenen, opdat zij eenmaal Neer-
land's kunstroem zouden verhoogen. De voor
dracht om deze pensionnaires te benoemen, ver
trouwde de Koning toe èn aan de bestuurderen
van de Maatschappij Arti et Amicitiae te Am
sterdam, èn aan die van het Nederlandsch
Tooneelverbond.
De toonkunstenaars, die met het jaargeld wer
den begiftigd, werden naar Brussel, Berlijn of
Parijs gezonden, en van hen die dus werden on
derscheiden, zijn ettelijken welke reeds tot roem
van Nederland strekken, zooals door hunne aan
stelling bij beroemde orkesten of schouwburgen
kan blijken.
Belangrijke gebeurtenissen hadden voorts plaats
met betrekking tot het Nederlandsche vorsten
huis.
Wij herinneren aan den dood van 's Konings
derden zoon Maurits, den 4dcn Juni 1850. Op
dien jeugdigen spruit volgde's Konings moeder
Anna Paulowna den isten Maart 1865 Koning
in Sophia den 3 Juni 1877 's Konings broe
der Hendrik den ijden Jan. 1879; 's Konings
oudste zoon Willem, prins van Oranje, den
11 Juni 1879; 's Konings oom Prins Frederik
den 8 Sept. 1881's Konings tante Marianne
den 29 Mei 1883 en 's Konings laatst-overgebleven
zoon Prins Alexander den 21 Juni 1884.
Intusschen hertrouwde Z. M. den 9 Januari 1879
met Prinses Emma van Waldeck, die hem den
3isten Aug. 18S0 eene dochter schonk.
In de Koninklijke paleizen blijven nu twee
personen over, om wie het Nederlandsche volk
zich schaart: de jeugdige Prinses, onze aanstaande
Koningin, en hare moeder, Regentes en Voogdes
door den wil der Natie.
De Almachtige bescherme beiden
NEDERLAND.
HELDER, 25 November.
Zondagmorgen te n£ ure verscheen een bui
tengewoon nummer van de Staatscourant, be
vattende de volgende officieele bulletins
I.
„In den toestand des Konings is plotseling
eene zeer ongunstige wending gekomen. Nadat
de Koning gedurende de twee laatste dagen zeer
onrustig was geweest, hebben zich Zaterdagavond
verschijnselen van uraemie voorgedaan, die den
toestand des Konings hoogst zorgelijk maken.
In afwachting van de komst van prof. Rosenstein
en dr. Vinkhuijsen, heeft Hare Majesteit dr.
Roessingh uit Deventer ontboden om mij in
deze ernstige omstandigheden ter zijde te staan.
22 November.
De Hofarts J. Vlaanderen.
H.
„Z. M. de Koning is hedenmorgen 5.45 zacht
en kalm ontslapen. Dr. Roessingh heeft bij
zijne komst op het Koninklijk Paleis te ongeveer
half twee uur het bestaan der uraemie bij den
Koning insgelijks geconstateerd. Alle, door de
beide geneesheeren aangewende pogingen om
verbetering in den toestand te brengen, hebben
helaas niet mogen baten.
Vergiftiging van het bloed wegens verlamming der
nieren.
Van Het Loo wordt geseind
„De ministers van koloniën en van justitie zijn
te 1 uur aangekomen.
„Te twee uur, even nadat de Heeren der
Hofhouding en de ministers Mackay, Ruys met
den hofarts Vlaanderen zich naar de Koninklijke
aparteraenten hadden begeven, werd het dienst
personeel in de gelegenheid gesteld het lijk van
Z. M. den Koning te zien, op het bed liggende,
dat door palmtakken bedekt was.
„Aan den ingang der vertrekken stond de
kamerheer baron Taets van Amerongen van
Natewischter rechterzijde van het vorstelijk
lijk de generaal graaf Dumonceau, aan de lin
kerzijde de adjudant jhr. Roell; aan den uitgang
de ordonnans-officier baron Van Tuyll, terwijl
de Ministers en de Hofarts zich in een aangren
zend vertrek bevonden.
„Algemeen vond men, dat in de trekken van
Z. M. weinig verandering was gekomen."
Uit Apeldoorn wordt van Zondagmiddag
gemeld
Reeds vóór vier dagen was Z. M. de Koning
onrustig, ten gevolge van het ophouden van de
urine-afscheiding. Intusschen verdween dit on
rustbarend verschijnsel, totdat het zich gisteren
meer zorgwekkend herhaalde. De avond boe
zemde vooral bezorgdheid in. De polsslag ver
minderde sterk. Men vreesde het ergste. De
ademhaling versnelde. Zijne Majesteit was be
wusteloos; alleen had Z. M. nog gevoel, maar
het slikken was hem onmogelijk.
Daar eerst Maandag wederom consult zou
worden gehouden, werd het tijdstip daarvan
vervroegd en aan prof. Rosenstein en dr. Vink
huijsen geseind om over te komen. Dr. Vlaan
deren bleef voortdurend ten paleize in de kamer
van den lijder. Hare Majesteit de Koningin
week geen oogenblik van het ziekbed. Men
beschouwde den toestand als hoogst bedenkelijk.
In overleg met Hare Majesteit werd daarop dr.
Roessingh uit Deventer ontboden. Ook graaf
Dumonceau, particulier secretaris des Konings,
bleef in de ziekekamer.
Tegen 4 uur ging Hare Majesteit zeer ver
moeid eenige rust genieten. Dr. Roessingh hield
daarna van 4 tot 5 uur bij den Hoogen lijder
de wacht met een kamerdienaar.
Ruim half zes uur, terwijl dr. Roessingh bezig
was de temperatuur van het lichaam op te nemen,
gaf Z. M. plotseling den geest. Z. M. is ont
slapen in tegenwoordigheid van de geneesheeren
en den kamerdienaar.
Het gelaat van den overleden Koning is bijna
niet veranderd en heeft niet den indruk van
doodstrijd. Zelfs is het aangezicht niet vermagerd.
De ministers van koloniën en van justitie, de
heeren Mackay en Ruys van Beerenbroek, hebben
na hun aankomst ten paleize het stoffelijk over
schot gezien en hebben ten paleize aan den
burgemeester van Apeldoorn van het overlijden
aangifte gedaan voor den burgerlijken stand.
Prof. Rosenstein met de geneesheeren, de heeren
Vlaanderen, Vinkhuijsen en Roessingh, hebben
het lijk geschouwd, dat Dinsdag wordt gekist.
Het lijk zal niet gebalsemd worden, maar op
andere wijze tegen ontbinding gevrijwaard.
Behalve de ministers van koloniën en van
justitie, kwamen op Het Loo aan de adjudanten
van nu wijlen Z. M. den Koning, de heeren
jhr. Van de Poll en De Ranitz.
Ook generaal Van der Beek uit Utrecht is
op Het Loo aangekomen, om de regeling van
de militaire eerbewijzen voor te bereiden.
Men meldt nog uit 's Gravenhage van 23
November
De minister van financiën, die op zijn buiten
verblijf te Maarsbergen vertoeft, is telegrafisch
naar de residentie ontboden.
Terstond na het bekend worden van de treur-
tijding, werden alle paleizen in de residentie
gesloten.
Ook de gebouwen der Departementen van
Algemeen Bestuur zijn geheel gesloten, gelijk
dit bij rouw gebruikelijk is, terwijl de vlag aldaar
halfstok waait.
Van de gezantschapshotels, zoowel als van
hotels waarin vertegenwoordigers van buiten-
landsche mogendheden hun intrek hebben ge
nomen, waait de Nederlandsche vlag en de
natievlag van den Staat, door den gezant ver
tegenwoordigd, halfstok, terwijl aan sommige een
rouwwimpel is bevestigd.
Daar volgens de Grondwet de aanvaarding
van het Regentschap voor de minderjarige Ko
ningin (aan H. M. Koningin Emma bij de
wet van Aug. 1884 opgedragen) plaats heeft door
het afleggen van den eed in de vereenigde ver
gadering der Staten-Generaal, zal daartoe waar
schijnlijk reeds zeer spoedig worden overgegaan,
om geen stremming te brengen in de behande
ling van regeeringszaken, waartoe de medewerking
van het Koninklijk gezag noodig is.
De jeugdige Koningin Wilhelmina is niet bij
het lijk van haar vader toegelaten, maar liet
bloemen uit haar eigen tuin vergaren en op het
doodsbed spreien.
Waarschijnlijk zal binnen acht dagen het vor
stelijk lijk naar de residentie worden overgebracht
en zullen de koninklijke familie en de hofhou
ding zich daarheen begeven.
Van Het Loo werd gisteren nog gemeld
De opperceremoniemeester vertrok naar de
residentie, na het bevel tot hofrouw te hebben
ontvangen.
Het koninklijk lijk wordt in Admiraals-uniform
naar een bijzonder ingerichte rouwkamer over
gebracht.
Zeer treffend was de bezichtiging van den
doode door het personeel. De burgemeester van
Apeldoorn opende de rij van hen die langs het
sterfbed trokken.
Een afdruk in buste is hedenochtend van het
lijk des Konings in gips afgenomen door den
Heer Jorissen, van Amsterdam.
H. M. de Koningin zal heden teekeningen
en schetsen laten vervaardigen van 's Konings
sterfbed.
H. M. de Koningin legde gisterenavond een
kolossalen uit Den Haag ontboden palmtak op
het stoffelijk overschot, dat in afwachting van de
komst van de lijkkist op het sterfbed blijft liggen.
Van de meeste regeerende Vorsten zijn tele
grammen van deelneming ontvangen, welke allen
zijn beantwoord.
De Groot-Hertog van Saksen wordt op Het
Loo verwacht.
Het stoffelijk overschot van Z. M. den Koning
zal worden neergelegd in een hermetisch ge
sloten looden kist, die aan de binnenwanden
met matrassen van witte zijde is gecapitoneerd.
Om dezen kist zal een kist van zwaar eikenhout
worden geplaatst, die wederom zal omsloten
worden door een kist van prachtig gepolijst ma
honiehout met zilveren garnituur.
Dit garnituur bestaat uit twaalf massief zilveren
handvatsels met de zinnebeelden des doods en
een gelijk aantal zilveren schroeven, gedekt met
kronen. Op het deksel wordt een zilveren plaat
vastgehecht, waarop gegraveerd zijn de data van
de geboorte en het overlijden. Onder deze dek
plaat wordt eene opening gelaten waaroverheen
een glazen plaat zal worden bevestigd, zooda
het gelaat van den ontslapen monarch zal zicht
baar zijn.
De kist wordt gedragen door acht zilveren
leeuwenklauwen.
De vervaardiging is opgedragen aan de bekende
firma P. Mouton Zoon, te ?s Gravenhage. die
zich met den meesten spoed van hare taak kwijt,
zoodat de kist reeds hedenavond vermoedelijk
gereed zal zijn.
Aan verschillende Departementen van algemeen
bestuur, zoomede aan het Kabinet des Konings,
is gisteren tot 's avonds laat druk gearbeid, tot
uitvoering van de verschillende maatregelen, die
door het overlijden des Konings noodig zijn
geworden.
Prinses Wilhelmina wordt sedert gisterenoch
tend aangesproken en betiteld als Koningin.
De jeugdige Koningin heeft gisteren in een
rijtuig, vergezeld door Miss Winter, een korte
poos in de open lucht doorgebracht om haarge-
moed tot kalmte te brengen.
Onder aanvoering van ritmeester Strick van
Linschoten, is een escadron huzaren met den
standaard, in rouwfloers gehuld, als eerewacht
van Deventer naar Het Loo vertrokken.
Vanwege den minister van Oorlog geschiedde
de kennisgeving door de uitgifte van een extra
nummer van het „Recueil-Militair", dat in rouw
rand de droevige gebeurtenis vermeldt, waardoor
de natie in diepen rouw wordt verwacht.
Een der verslaggevers van het „Hbld" seint:
Door de stille gangen van het Paleis, van
welker tinnen halverstok de koninklijke standaard
wappert, heb ik mij zooeven begeven naar de
sterfkamer van Koning Willem III. Een oogen
blik moest ik in een klein nevenvertrek toeven,
daar PI. M. de Koningin juist in de sterfkamer
was. Na weinige minuten kon ik binnentreden.
Daar zag ik in een vrij ruim vertrek het lijk des
Konings. Het gelaat is weinig vermagerd. Het
in Italiaanschen stijl met mozaïk bearbeide rust
bed is bedekt met witte bedkleederen, terwijl een
deken van geelachtig pluche aan het voeteinde
ligt. Ter zijde van het lichaam liggen palmtak
ken, door H. M. de Koningin daar nedergelegd.
Op een kastje naast het bed staat een water
glas met een handjevol eenvoudige bloemkens,
door Koningin Wilhelmina daar geplaatst. De
wanden der Kamer zijn van enkele aquarellen
en eenige schilderstukken voorzien. Links van
het bed hangt een groote photographie van Ko
ningin Emma. Groote ebbenhouten kasten staan
links, rechts de schoorsteen met garnituur, in het
midden een met een geel pluche kleed bedekte
tafel; tusschen de beide op het park uitziende
vensters staat een toilettafel, voor een der vensters
een tafel met enkele benoodigdheden.
In het vertrek wordt fluisterend gesproken.
Een der leden van de hofhouding, thans jhr. van
der Poll, houdt bij het lijk de wacht. De wacht
wordt verwisseld om de twee uur. Jhr. de
Ranitz en de schilder Josselin De Jong en een
kamerdienaar en een lakei, wien het vergund is
een laatsten blik te slaan op de gelaatstrekken
huus meesters, zijn in het vertrek aanwezig.
De bewerking tot bewaring van het lijk, tegen
woordig in plaats van het balsemen aangewend,
zal waarschijnlijk heden nog geschieden onder
het toezicht der heeren Vinkhuysen en Vlaan
deren. Hedenavond wordt de aflevering der
kisten door de heeren Mouton in Den Haag
verwacht.
Gisterenavond is een gipsafdruksel van het
gelaat van den doode genomen. De dag der
plechtige begrafenis is niet vastgesteld, evenmin
als de dag waarop de Koningin-weduwe den
nieuwen eed als regentes zal afleggen.
Door een kleine deur komt men uit de sterf
kamer in een nog ruimer vertrek, ook uitziende
op het park, waar de Koning nog tot voor drie
weken geleden kon vertoeven en dat gedurende
den geheelen langen tijd van zijn laatst verblijf
op Het Loo hein tot werkkamer heeft gediend.
In deze zaal heeft H. M. de Koningin-weduwe
nachten achtereen gewaakt en heeft zij ook den
bangen nacht doorgebracht, waarin de Koning
den geest gaf, telkens weder naar de sponde
ijlend. In de kamers is de lucht van een of
ander ontsmettingsmiddel waarneembaar.
Het „Journal des Débats" zegt aan het slot
van een artikel over onzen overleden Vorst,
dat Nederland en Luxemburg niet lang zullen
gescheiden blijven, daar nu reeds een huwelijk
tusschen den erfprins van Nassau en de jeugdige
Koningin wordt beraamd.
Maandag 1 December zullen de Koningin
regentes en koningin Wilhelmina het paleis in
den Haag betrekken. Denzelfden dag wordt het
lijk des Konings naar Den Haag overgebracht.
De eedsaflegging der Koningin-Regentes zal
na de begrafenis des Konings plaats hebben.
Naar men thans verneemt, zal de begrafenis
van het stoffelijk overschot vermoedelijk op
Dinsdag 9 dezer plaats hebben.
Eerst na de begrafenis zullen de speciale af
gezanten van ons hof aan de vreemde hoven
kennis geven van het overlijden en optreden
der troonopvolgster.
Slechts drie dagen heeft het Regentschap ge
duurd van H. M. Koningin Emma, als plaats
vervangster van den Koning, die buiten staat
was geraakt de Regeering waar te nemen.
Door het overlijden van den Koning heeft dat
Regentschap opgehouden te bestaan. In plaats
van den overleden Koning is thans zijne tien
jarige dochter, prinses Wilhelmina, Koningin der
Nederlanden geworden.
Van dat oogenblik af is de wet van 2 Aug.
1884 (Staatsblad No. 118) in toepassing geko
men, waarbij de Koningin-moeder „gedurende
haren wéduwlijken staat" benoemd is tot Re
gentes, voor het geval de troonopvolgster minder
jarig mocht zijn bij hare komst tot den troon.
PROCLAMATIE. Een gisterennamiddag ver
schenen buitengewone „Nederlandsche Staatscourant"
behelst de volgende Proclamatie.
„In naam van Hare Majesteit WILHELMINA,
bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. WIJ
EMMA, Koningin-Weduwe, Regentes van het
Koninkrijk
Het heeft Gode behaagd Mijnen geliefden en
geëerbiedigden Gemaal Koning WILLEM DEN
DERDE, tot zich te nemen.
Ruim een-en-veertig jaren schaarde zich het Ne
derlandsche Volk om Zijnen troon, en gedurende
dit tijdvak werden, onder 's Heeren zegen, rust,
vrede en welvaart aan het Vaderland geschonken.
De Kroon is door Zijn afsterven, dat ons allen
met diepen rouw vervult, overgegaan op Mijne
beminde Dochter WILHELMINA HELENA PAU-
LINA MARIA. Haar Troon vinde zijnen hechten
steun in de innige trouw en verknochtheid van het
Nederlandsche Volk aan het Huis van Oranje."
Moge de Almachtige God de gebeden verhooren,
die tot Hem opgezonden worden voor onze Koningin
WILHELMINA Hij neme Haar onder Zijne heilige
hoede en bescherming.
Krachtens de wet ben Ik gedurende Hare min
derjarigheid geroepen als Regentes van het Konink
rijk het Koninklijk gezag voor Haar waar te nemen.
Vertrouwende op Hem, in Wiens hand het lot
is der Vorsten en Volkren, neem ik de mij toever
trouwde regeeringstaak op Mij, met de bede dat
hare vervulling in allen deele moge strekken tot
heil van Land en Volk en tot bevestiging van het
Koninkrijk.
Lasten en bevelen, dat deze Proclamatie in al de
Gemeenten des Rijks zal worden aangeplakt en
afgekondigd ter plaatse waar zulks gebruikelijk is en
dat zij in het „Staatsblad" zal worden geplaatst.
Paleis Het Loo, den 21- November 1890.
EMMA."
Dit stuk is door al de ministers gecontrasigneerd.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Jl. Zondagmiddag had in het lokaal
Tivoli alhier eene algemeene vergadering plaats van
de Nationale Kiesvereeniging „Burgerplicht", belegd
tot het doen eener keuze van een candidaat voor
het lidmaatschap van den Gemeenteraad (vacature-
Van Wijngaarden).
Bij het openen der vergadering wijdde de Voor
zitter, de heer T. Mooij, eenige waardeerende woorden
aan de nagedachtenis van Zijne Majesteit onzen
geëerbiedigden Koning, wiens overlijden men een
paar uren te voren uit het door ons verspreide bul
letin met diep leedwezen had vernomen. De spreker
verbond aan deze huldebetuiging eene bede voor
het Vaderland en voor onze Koningin, waarmede
de vergadering volmondig instemde.
Nadat de notulen van de vorige vergadering ver
volgens waren voorgelezen en na eenige wijziging
goedgekeurd, geschiedde mededeeling dat bij het
Bestuur twee brieven, door een aantal leden onder
teekend, waren ingekomen, beiden ter aanbeveling
van den heer C. Zurmühlen.
De heer R. Tienstra voerde het woord, otn de
candidatuur van den heer Zurmühlen aau te be
velen, daarbij de verzekering gevende dat deze,
gekozen wordende, bereid zal zijn de candidatuur
te aanvaarden.
Aangezien geene andere candidaten werden voor
gesteld, werd hierop tot stemming overgegaan, met
dezen uitslagdat de heer
C. D. ZURMÜHLEN
met algemeene stemmen als de candidaat der
Kiesvereeniging werd gekozen.
Met een woord van opwekking tot de leden, 0111
de keuze van den heer Zurmühlen zooveel mogelijk
te helpen bevorderen, sloot de Voorzitter de ver
gadering.
Terschelling, 22 Nov. Aan het Noor-
derstrand van dit eiland zijn gisteren 460 battings
aangespoeld, alle gemerktM. L. en Co. Er
drijft nog veel nieuw hout in het rond.
W ieringerwaard. Den 9 Dec. a. s. zal
alhier de verkiezing plaats hebben voor een lid
van den Raad, ter vervanging van den onlangs
overleden heer C. Zijp.
Schagen. Alhier circuleert opnieuw een
adres aan B. en W., ter verkrijging van eene
Rijks-telegrafische verbinding dezer gemeente
met andere gemeenten, hetzij eene rijkstelegraaf,
hetzij door eene telephonische verbinding langs
rijksdraad met het telephoonkantoor Barsin-
gerhorn.
Avenhorn. Werd onlangs tegengesproken
het bericht, dat de Tram-Omnibus HoornAlk
maar den dienst zou staken, de tijd heeft bewezen,
dat deze tegenspraak niet gewettigd was. Mate
rieel en paarden zijn te koop gepresenteerd.
Avenhorn is weer tot zijn oude isolement te
ruggekeerd
Hoogwoud. In de den 20 dezer gehouden
vergadering van het bestuur en ingelanden van
den polder De Lage Hoek, onder deze gemeente,
is besloten1. dat de verbrande molen door
een andere zal worden vervangen; 2. dat men
die van een bliksemafleider zal voorzienen 3.
dat er zeer spoedig eene lócomobile zal geplaatst
worden, om den polder van het overtóllige water
te ontlasten.
Marine en Leger.
Naar wij vernemen is de kapitein der mariuiers
A. P. Timraers, lid der Redactie van het „Marine
blad" geworden.
Jl. Zaterdag vertrokken van Amsterdam per „Su-
matra" naar Oost-Indië onder geleide van den lui
tenant ter zee 1ste kl. W. D. H. baron van Asbeck,
de adelborsten 1ste kl. C. L. van Buuren, J. H.
Zeeman, F. H. de Koek van Leeuwen, M. J. van
Alphen de Veer, J. H. A. van Barnevela, J. W.
F. J. de Wal, P. A. Bik, H. T. Cox, J. A. van
Hooff, 11. v. d. Slooten en J. L. H. Luijmes, be
nevens de adjunct-administrateurs J. II. van Trooijcn,
C. Nathol en J. van Rijn van Alkemade.
De luit. ter zee 2de kl. B. P. J. C. Mol, is voor
den tijd van vijf jaren op pensioen gesteld.
De luit. ter zee 2de kl. J. B. A. Jonckheer wordt
met den 3den Dec. a. 8. geplaatst in de Directie
der Marine alhier.