HELDERSCHE-
NIEU WEDIEPER COURANT.
M 143. Vrijdag 28 November 1890. .^J^Jaargang 48.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
BERICHT.
FJKI
E N
J. II. VAN BALEN.
De Speler,
Door eigen Schuld,
DOLORES.
„Er. dcsesperecrl nimmer!
Jan Pietenz. Coen.
Het Vaderland! ghetrouwe
lilijf iele tot in den doot.
Wilhelmuslied.
"Voracliljnt lederen Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor de courant binnen de gemeentef 0.70, met Zondagsblad f 1.
nu H naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.25
H naar alle londen, die in bet postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen Oost-
InJio cu Amerika)1.75, 2.10
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prijs der advertentiën: gg
Van 15 regels 30 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement naar gelang vand H
hoeveelheid regels aanmerkelijk lager. |gjB
Ingezonden modedeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnsschon den tekst, per regel 10 ct. K9H
Advertentiën voor liefdadige doeleinden
Agent voor Nieuw-Jersey en Omstrekende lieer Mr. P. LANGEVELD Mz., te Okonik Co, Passaie.
Zij, die geabonneerd zijn op onze courant,
I kunnen, tegen betaling van 40 cents per
stuk, bekomen de bij ons verschenen romans
Russische roman van F. M. DOSTOJEWSKI.
242 pagina's druk
e n
roman v a n II. SCHOBERT.
231 pagina's compressen druks.
Men kan deze romans aan ons bureel
I dagelijks afhalen. Toezending naar buiten
geschiedt na ontvangst van postwissel met
110 cents verhooging voor één boek en 15 cents
I voor beiden. Men geve vooral juisten naam
Ben duidelijk adres op, ten bewijze dat men
geabonneerd is.
Voor niet-geabonneerden is de prijs van
3 elk boek f2.
NEDERLAND.
HELDER, 27 November.
Het lijk des Konings is Dinsdagavond gekist,
buiten tegenwoordigheid van de Koningin-Regen-
Ites, maar in bijzijn van enkele hofdignitarissen
Ben den arts Vlaanderen. Daarna wordt de kist
B overgebracht naar de groote zaal, als eenvoudige
E rouwkamer, en Woensdag door den minister van
I Justitie verzegeld.
Maandag a. s. zal het lijk van den Koning
jdoor de Koninklijke jachtopzieners in uniform
I uit het Paleis naar den extra-trein worden ge-
i dragen.
i De groote eetzaal in de achterzijde van het
li Paleis te 's Hage wordt ingericht voor de ontvangst
van het lijk, en geheel met zwart laken bekleed.
I De lijkbaar zal geplaatst worden op eene ver-
3 hevenheid onder een baldekijn van zwart fluweel,
I met wit satijn gevoerdaan de achterzijde zal
ahet Koninklijk wapen prijken.
Gedurende 2 dagen zal het publiek toegelaten
worden.
Feuilleton van do Helderaclie- en Nienwedieper Conrant.
Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit li e t Duitse li.)
Eindelijk verbrak de prinses de stilte.
//Ach, hoe heerlijk is het hier toch," zeide
f zij, achterovergeleund haar werk bekijkend,
«en wat zijn wij tegenover de natuur toch
k stumpers
„Dat zegt Richard Keppler ook," zeide
Dolores.
«O, hij is ten minste een ingewijde in de
kunst, maar wat ben ik?"
„Door een straal van het goddelijk licht
I aangeraakt," zeide Dolores dweepend, „ach,
I prinses, wie zoo"n fijn gevoel heeft voor kleu
renmengeling als gij, die is zelf een meester."
„Ja, als men dan niet tevens vorstin is,"
merkte de prinses op, „anders gelooft niemand
8er aan."
«De menschen hebben zooveel vooroor-
SdeeleiV riep Dolores uit, „maar het meest
I tegen hen, die een kroon dragen, onver-
scliillig of het een kunstenaars of een konings-
I kroon is."
/En toch zijn lauweren om een kroon
jjeen schoon sieraad," merkte de prinses op.
Weder werkte zij voort en weder was het
y stil rondom. Daar klonken opeens de tonen
van het avondklokje uit het naburige dorp
3 door de reine lucht en Dolores stond op om
laan den rand van het donkere Heksengat
I vergeet-mij-nietjes te plukken.
De bezoekers zullen het Paleis binnentreden
in het Noordein ie en het verlaten door de Ko
ningspoort, in de Molenstraat.
Bij de begrafenis zal ook aanwezig zijn de
vader van H. M. Koningin Emma, de regee-
rende Vorst van Waldeck.
Het lijk des Konings zal in het paleis te
's Gravenhage ter bezichtiging gesteld worden.
De begrafenis is nu vastgesteld op Donderdag
4 December.
Vrijdag wordt de Groothertogin van Saksen
en eerstdaags de Groothertog Johan Albrecht
van Mecklenburg op het Loo verwacht.
Andere buitenlandscheVorsten zullen waarschijn
lijk niet op Het Loo, maar in de Residentie
komen.
De gezanten van China en Peru worden spoe
dig verwacht.
De Koning van Italië zal door een der Vor
sten uit het Huis van Savoye zich bij de begra
fenis doen vertegenwoordigen.
De Aartshertog Frederik zal vertegenwoordiger
van het Oostenrijksche Hof zijn, bij de begrafe
nis van onzen Koning. Waarschijnlijk zal ook
het Oostenrijksche regiment, waarvan de Koning
bevelhebber was (het 63ste reg. inf.) bij de plech
tigheid vertegenwoordigers zenden.
Volgens nadere berichten, zal Prins Eduard
van Saksen-Weimar Koningin Victoria vertegen
woordigen bij de begrafenisplechtigheid.
De Fransche Regeering heeft den Gezant der
Republiek te 's Gravenhage opgedragen, aan de
Nederlandsche Regeering hare deelneming te be
tuigen. President Carnot zond een ordonnans
officier naar den Nederlandschen Gezant te Parijs
en de minister Ribot bracht onzen Gezant een
bezoek.
Het „Journal de Saint Petersbourg" betuigt
zijn leedwezen over den dood des Konings en
zegt, dat Rusland hartelijk deelneemt in de
droefheid van het Nederlandsche volk, wegens
de bloedverwantschap der Vorstenhuizen en de
voortdurende vreedzame en vriendschappelijke
verhouding der beide landen.
Ingevolge de bevelen van H. M. de Koningin-
Weduwe-Regentes, zal door heeren vlag-,
hoofd- en verdere officieren, enz., bij de zee
macht en het korps mariniers wegens het over
lijden van Z. M. Koning Willem III. te rekenen
van 23 Nov. 1890, worden aangenomen
1. gedurende zeven weken de zware rouw,
bestaande in het omfloerst dragen van de dragon
voor de zeemacht bovendien troetels en lissen
van den hoed, doch niet van de cocarde en
in het dragen van den rouwband, ter breedte
van zes centimeter, voorzien van rosette om den
linkerarm, ongeveer een decimeter beneden den
schouder
„Nu ontbreekt ons niets dan een lied,"
merkte de erfprins smeekend aan.
„Ach ja, een lied," herhaalde prinses
Alexandra.
Dolores zette zich op een met mos bewas
sen steen neer en zong, terwijl zij hare
bouquet vergeet-mij-nietjes met breed gras
bond, het klokgelui als het ware begeleidend
Fernher tonen Abeuilglocken
Leis' mit wundersiiszem Klang,
Uucl mir ist 's, als hórt ich lockcn
Engclsehöre, Ilimuiclsang.
Und mir ist 's, al siili' ich's sebweben
Aul' und nicder in der Luft,
Uud iiu Abcndrutb vervvebeu
"Wiudcsaauseln, Blum'cnduft.
Mie auf lichten Engelsschwingen
Zicht der Glockenklang zur Ilöh',
\Yo die Herzen nicht mehr ringen
ünd im Licht sicli löst das Web.
Helder als klokkenklank, vol en toch zoo*
zacht, klonken de heerlijke toonen door de
lucht, smolten samen met het klokgelui
eu stierven met den laatsten nagalm daarvan
weg.
De erfprins had zijn gelaat in de handen
verborgen en de prinses hield met seliilderen
op en keek Dolores met bewondering aan.
Toen deze het lied geëindigd had, rees zij
op en trad op Dolores toe.
„Wilt ge mij die kleine bouquet geven,
als een aandenken aan dezen avond vroeg
zij, terwijl zij haar rechter hand op het gou
den haar van de zangeres legde. „En het
lied ook," voegde zij er bij. Want dat
kwam toch zeker rechtstreeks uit uw hart,
niet waar?"
„Ja," zeide Dolores eenvoudv_j. „Het
2. gedurende zes weken lichten rouw, bestaande
alleen iu het dragen van den rouwband.
Jl. Maandag werd de eerewacht voor het Paleis
betrokken door huzaren uit Deventer. Na in een
stortregen naar Het Loo te zijn gereden, werden
de manschappen met den rug naar het Paleis
voor het hek geplaatst, de luitenants voor het
eerste gelid, de bevelvoerende ritmeester in 't
middeD, nog meer naar voren. Met getrokken
sabel bleven ze zoo drie uren achtereen staan,
letterlijk doorweekt door den regen, die hun in
stroomen van het lijf liep en de witte schouder
passanten donker tintte. Van den mantel mocht
geen gebruik worden gemaakt en hoewel de
soldaten bibberden van de koude, stond de geheele
troep als éen man te paard, onbewegelijk.
Wijlen Z. M. Willem III was kolonel-eigenaar
van het Oostenrijksche regiment infanterie No.
63, welk korps een deputatie van officieren naar
de begrafenis zal afvaardigen, waarvoor nu reeds
vertrekken in het „Hotel des Indes" te 's Gra
venhage besproken zijn.
Voorts was de Koning chef van het regiment
Russische grenadiers van Kieuw No. 5 en van
het 2de regiment Pruisische huzaren van West-
falen No. 11. Ook deze militaire corpsen zullen
bij de uitvaart vertegenwoordigd worden.
In het „Haagsche Dagblad" wordt de wen-
schelijkheid betoogd, dat de beëediging van H. M.
de Koningin-weduwe als regentes ditmaal plaats
hebbe op Het Loo. Er bestaat aldaar, naar deze
opmerker meent, gelegenheid een openbare ver
gadering te houden.
■L
Natuurlijk houdt ook de geheele Fransche pers
zich met het overlijden van Willem III bezig.
„Figaro" haalt de Congo-kwestie bij dit sterf
geval en vermoedt, dat het regentschap wel niet
anders zal beginnen dan met in deze zaak toe
te geven. Het blad herinnert terloops aan de
groote liefde van Koningin Sophie voor Frankrijk
en uit den wensch dat hare briefwisseling met
tal van Fransche beroemdheden eenmaal open
baar gemaakt moge worden. In den „Rappel",
het blad van Vacquerie, wordt van des Konings
genegenheid voor Frankrijk gesproken en gezegd,
dat Willem III de eenige was onder de kleinere
vorsten van mogendheden van den tweeden rang,
die altoos weigerde naar Berlijn te gaan en te
buigen voor de daar opgaande zon.
De monarchistische „Gaulois" roemt des Ko
nings intelligentie en zijn hartstochtelijke gehecht
heid aan Nederland. De „République Fran^aise"
meent te weten, dat Willem III de eerste con-
stitutioneele Koning van Nederland was.
kwam mij gisterenavond in de gedachte, toen
ik in eenzaamheid hier zat. Ik zal het voor
u opschrijven. En hier zijn de bloemen,"
voegde zij opstaande er bij. „Maar deze
kleine blauwe bloemblaadjes worden u on
trouw, Hoogheid, zoodra zij droog worden."
„Dat doet alleen mannentrouio het ver-
geet-mij-nietje niet," riep de erfprins.
„Werkelijk?" zei Dolores vroolijk. „Nu
als uwe Hoogheid het zelf zegt, zal liet wel
waar zijn."
Mimnertreu' ist Spreu im Wiuile,
Stnndhaft ist Yergiszmcinnicht,
Münnertreue welkt gesckwindc
T'nd zcrfallt, wenn man sie bricht.
Nar Vergiszmeinnicht, das liehe,
Blüht im Herzen ewig neu
Doch wie Wasser in dem Siebe
Wie der Wind ist Manncrtreu
declameerde de erfprins.
„O, Emil, hoé slim van je, om dat zelf te
zeggen," lachte zijne zuster, „gelooft ge wer
kelijk, dat ge daardoor de waarheid kunt
verbloemen Ja, ja, mannentrouw heeft een
slechte naam."
//Daarom is het 't best, ze niet te beproe
ven," zeide Dolores.
De prinses wierp een snellen, onderzoe
kenden blik op haar, toen keek zij op haar
horloge hoe laat het was.
„Ik vrees dat wij te lang uitgebleven zijn,
Emil," riep zij, terwijl zij snel haar schilder
gereedschap bijeen pakte. Toen zij gereed
was, reikte zij Dolores de hand.
„Hartelijk dank voor uw lied, barones.
Wij zullen zeker goede buren worden, niet
Fen plunt van dien naam.
„De Temps" brengt hulde aan het weinig
vertoonmakend, maar trouw en ernstig loyalisme
van ons volk voor dat Vorstenhuis, dat men een
„dynastie républicaine" zou kunnen noemen.
„Onder een schijn van koelheid verbergt het
Nederlandsche volk diepe en degelijke gevoelens.
Niet van dit volk zullen de moeielijkheden komen
voor het Koningskind, in wie herleven Willem
de Zwijger, Maurits van Nassau en Willem III
van Engeland. Europa* eerbiedigt een volk, welks
geschiedkundige grootheid niet kan worden afge
meten naar de uitgestrektheid van zijn grond
gebied en dat de zeldzame verdienste heelt ge
had, voor de vrijheid alles te willen opofferen,
met uitzondering slechts van zijnen geest van
orde en van wijs behoud."
Op het oogenblik zitten in drie Europeesche
Koninkrijken Nederland, Servië en Spanje --
kinderen op den troon.
De Engelsche bladen zien vooral een goeden
waarborg voor de toekomst in het feit, dat de
Koningin-Regentes, ondanks haar Duitsche al-
komst, eene echte Nederlandsche is geworden en
zich allengs de genegenheid der bevolking ver
wierf. Een staaltje deelt o. a. de „St.-James
Gazette" mede, ten bewijze, dat Koningin Emma
zich terstond als eene Nederlandsche vrouw be
schouwde. Toen te Wiesbaden het bekende
sanatorium zou worden opgericht voor dr. Mezger,
werd ook de Koningin verzocht in te schrijven
en als aanbeveling werd er bijgevoegd, dat ook
alle andere Duitsche Prinsessen hadden inge
schreven. De Koningin antwoordde echter ter
stond „Mijneheeren, ik ben Koningin van
Nederland."
Van Het Loo wordt omtrent de plechtig
heid der kisting van 's Konings lijk het volgende
bericht
Te 8 uren Dinsdagavond kwam uit de resi
dentie de reeds beschreven lijkkist aan, die het
stoffelijk hulsel des Konings zal bevatten. Nadat
de kist per wagen van Apeldoorn naar het Paleis
was vervoerd, begon de treurige plechtigheid
even voor 9 uren. De heer Vlaanderen, 's Ko
nings arts, was bij de plechtigheid tegenwoordig.
In de sterfkamer werd het lijk gekleed in
volle Adiniraalsuniform van het doodsbed op
hét laken in de kist neergelegd, waarna deze
op een kleine handbaar werd geplaatst en door
vier lakeien, twee kamerdienaars, twee onder-
adjudanten-ordonnancen en een sergeant-majoor
geweermaker werd gedragen naar de audiëntie
zaal. De heer Vlaanderen, Graaf Dumonceau
en Jhr. de Ranitz begeleidden den treurigen stoet
door het Paleis. Aan den ingang der rouwzaal
werd de stoet opgewacht door de heeren Jhr.
Röell, Jhr. van de Poll, Baron Taets van Arae
waar Het zou zoo aardig zijn en de zomer
is zoo spoedig voorbij, dat men zich den tijd
ten nutte moet maken. Dus, tot spoedig
wederzien
De vorstelijke personen gingen heen en
Dolores bleef nog een kort poosje aan het
Heksengat en toen zij eindelijk naar huis
ging, liep zij nog even bij Engels aan om
een praatje te maken, waar Ida en Knieper
haar met de grootste vreugde verwelkomden.
De ontmoeting met de vriendelijke vor
stendochter had haar weldadig aangedaan.
Dat waren, behalve de oude Engels, de eerste
menschen, die haar zonder vooroordeel de
hand reikten, op het grondgebied van den
Valkenhof zelf, sinds zij daar meesteres was.
Want hoe lief' en beleefd dokter Rusz zich
ook voordeed, wilde het denkbeeld, dat hij
daarmede eene bedoeling had, maar niet van
baar wijken.
Reeds den volgenden dag lieten zicli de
kamerheer von Deszing en de hofdame von
Drusen bij Dolores aandienen, ten einde, uit
naam van de hertogelijke familie, een bezoek
af te leggen. Zij bleven nauwelijks vijf
minuten bij de slotvrouw van den Valkenhof
in de Rococo-salon, in het midden waarvan
nu eene kostbare vleugel prijkte, de hof
dame zeer stijf, zeer mager eu zeer terug
houdend, de kamerheer zeer beweeglijk, zeer
net, zeer rond en kleurig.
Na de conventioneele vijf minuten stond
mejuffrouw von Drusen op, de kamerheer
spong op en spoedig zaten die twee naast
elkander in het rijtuig, tot waar Dolox-es hen
gevolgd was, omdat zij de hertogelijke familie
vertegenwoordigden.
(Wordt vervolgd.)