NEDERLAND. HELDER, 9 December. Vereenigde Vergadering der Staten- Generaal, tot de eedsaflegging door II. M. de Koningin-Regentes. De zaal der Tweede Kamer bood gisteren middag denzelfden aanblik aan als de vorige maal. Ook nu waren de tribunes der diplomatie zoowel als de andere tribunes geheel gevuld met vertegenwoordigers van vreemde hoven, ministers van Staat, leden van tien Hoogen Raad, leden van de Rekenkamer en de secretarissen-generaal der verschillende departementen met hunne dames, allen in rouwgewaad. De lieer van Naamen van Eemnes, die den voorzittersstoel bekleedt, opent de vergadering en laat door den Griffier van tle Eerste Kamer een Kon. besluit voorlezen van 3 December 1890, No. 26, betreffende de Vereenigde Zitting, waarin de Koningin-Weduwe de bij de artt. 43 en 34 der Grondwet omschreven eeden als Regentes van het Koninkrijk en als Voogdes van Hare Majesteit Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, zal afleggen. De Voorzitter benoemt eene Commissie, die Hare Majesteit de Koningin in het gebouw zal ontvangen en uitleiden. Om tien minuten over een uur worden de middendeuren opengeworpen en kondigt de binnentredende kamerheer-ceremoniemeester, ba ron de Constant Rebecque, met luider stem aan „de Koningin-Regentes" en verschijnt Hare Majesteit op den drempel der zaal, voorafgegaan door de kamerheeren en de grootoflicieren van het Koninklijk Huis, die zich met de in het programma genoemde autoriteiten plaatsen links en rechts van den troon. Hare Majesteit wordt naar hare plaats geleid door den voorzitter der commissie, jhr. mr. Bee- laerts van Blokland. Hare Majesteit was in diepe rouw, over het rouwgewaad met sleep valt een zwarte sluier van den hoed neder, terwijl H. M. het formulier van den eed op papier in de rechterhand draagt. Nadat zij plaats heelt genomen op den zetel ter zijde van den troon en de begeleidende da mes zich achter haar hebben geplaatst, schuift H. M. de dichte sluier weg en wordt de witte rand van het weduwenkapje zichtbaar. De Voorzitter staat op en zegt tot H. M. het volgende „Mevrouw Met diepe weemoed heet ik Uwe Majesteit opnieuw welkom. Nauwelijks toch was Uwe Majesteit uit deze vergadering teruggekeerd aan liet ziekbed van Uwen gemaal, of de treurmare weerklonk Zijne Majesteit Koning Willem III is de eeuwige rust ingegaan Ik zal thans niet herhalen wat onze zoo be treurde Koning voor Nederland geweest is, wat ons vaderland in hem verloren heeft. Liever zal ik wijzen op den kostbaren schat, dien Zijne Majesteit aan Nederland heeft nagelaten in onze beminde Koningin Wilhelmina met Uwe Majesteit als leidsvrouw. Het Nederlandsche volk ziet in zijne jeugdige Koningin het beeld eenerschoone toekomst, omdat het overtuigd is, dat hare vor ming en opvoeding bij Uwe Majesteit als Regentes en Voogdes volkomen veilig en in de beste handen zijn. De volksvertegenwoordiging deelt ten volle die overtuiging, welke zij reeds vroeger in wet- telijken vorm heeft uitgesproken. Als haar voor zitter neem ik de vrijheid Uwe Majesteit eerbiedig te verzoeken den in de Grondwet voorgeschreven eed als Koningin-Regentes gedurende de minder jarigheid van Koningin Wilhelmina in mijne handen te willen afleggen." Hare Majesteit de Koningin-Regentes rijst op van haren zetel en legt kalm en waardig, op eenigszins bevenden toon, eerst -volgens art. 43 der Grondwet dan eed af bij het aanvaarden van het regentschap „Ik zweer trouw aan de Koningin ik zweer dat ik de waarneming van het koninklijk g°zag, zoolang de Koningin minderjarig is, de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. „Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en het grondgebied des Rijks met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren, dat ik de algemeene en bijzondere vrijheid, en de rechten van alle onder danen der Koningin èn van elk hunner zal be schermen en tot instandhouding en bevordering van de algemeene en bijzondere welvaart alle middelen aanwenden, welke de Wetten «e mijner beschikking stellen, gelijk een goed en getrouw Regentes schuldig is te doen. „Zoo waarlijk helpe mij God almachtig Daarna verzoekt de voorzitter Hare Majesteit eerbiedig, wel te willen afleggen den eed volgens art. 34 der Grondwet, voor de aanvaarding van de voogdij en luidende aldus reiende dans." Keppler hoorde deze woorden en keek naar de spreekster, wier portret hij zou schilderen. Tot nu had hij te vergeefsch naar een vaste karaktertrek gezocht van deze zonderlinge natuur, teneinde die bij haar portret te doen uitkomen. Dolores werd ten afscheid nog een lied gevraagd en toen zong zij Lassen's heerlijke compositie op Frangois Coppée,s gedicht, dat Geibel zoo goed heeft vertaald: Ich sprach zur Taube: Flicg" uud brïng' im Schnabcl Das Kraut rair hcim, das Liebesmacht vcrleiht, Am Ganges bluM's, im alten Laml der Fabel! Die laubc spraeliEs ist zu weit. Ich sprach zum Adler: Spenne dein Gefieder, Uud fiir das Hcrz, das kalt sich rnir entzog Hol. einen Fnnkcn Gluth vom llimmel nieder 1 Der Adler sprach Es ist zu hoch. Da sprach zum Geier ichReisz aus dera Herzen. Den Namen mir, der drin gegraben steht, V'crgeseu lernen will ich und verachmerzcn Der Geier sprachEs ist zu spdt. (Wordt vervolgd.) „Ik zweer trouw aan de Koningin ik zweer al de plichten, welke de voogdij mij oplegt, heilig te vervullen, en er mij bijzonder op te zullen toeleggen, om der Koningin gehechtheid aan de Grondwet en liefde voor haar volk in te boezemen. „Zoo waarlijk helpe mij God almachtig De Voorzitter antwoordde „Moge de Almachtige God Uwe Majesteit ge zondheid, kracht en wijsheid geven om de dank bare maar moeielijke taak van Regentes en Voogdes te vervullen, tot geluk van onze be minde koningin Wilhelmina en tot heil van ons dierbaar Vaderland." Kalm en waardig en op eenigszins bevende toon sprak H. M. de formulieren uit, terwijl zij daarin het woord „Koning" in „Koningin" ver anderde. Na de slotwoorden van den president verhief de Koningin-Regentes zich tot het vertrek. De dames van haar gevolg lieten den sluier, over haar gelaat vallen en met een welwillende buiging voor de verzamelde Kamerleden en den president verliet H. M. op even statige wijze de zaal, begeleid door de commissie. De directeur van hét Kabinet des Konings maakt bekend, dat hij heeft ontvangen een brief van H. M. de Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk, waarbij H. M. hem verzoekt, aan allen, die in de laatste dagen zulke hartelijke blijken gaven van deelneming en rouw, bij den harden slag die hare beminde dochter en haar heeft getroffen, daarvoor haar oprechten dank te betuigen. Wij vinden in een der bladen de kosten der Koninklijke begrafenis op f 300.000 geschat. Binnenlandsch nieuws. Helder. Wij vergaten te melden dat door de gezamenlijke mindere geëmployeerden en werklieden van 's Rijks werf alhier eveneens een groote, schoone rouwkrans van levende bloemen geplaatst is bij de lijkbaar van Z. M. den Koning, welke krans vervaardigd werd door den bloemist Puinbroek alhier. De gevers mochten de vol doening smaken dat deze krans gelegd werd boven op den schat van kransen, die de artistiek beladen wagen torste, welke den rouwwagen volgde, die het lijk van Z. M. naar zijn laatste rustplaats vervoerde. Helder. Ten bewijze dat door onze mi litairen het bezit van een „Militair Tehuis" wordt gewaardeerd, kan blijken uit het vele gebruik dat er van gemaakt wordt. Een overzicht over de maanden Augustus, September en October dezes jaars geeft een getal van ongeveer 9100 bezoekers. Dat getal ware nog grooter, als men over meer ruimte had kunnen beschikken. Enkele malen kon het gebouw den stroom van bezoekers niet bevatten. 't Was in dien tijd geen ongewoon verschijnsel wanneer op éénen Zondag 2 300 miliciens, na even de overvolle zalen overzien te hebben, onverrichter zake terugkeerden. In hetzelfde tijdvak werden van uit het „Tehuis" 2169 brieven en 264 briefkaarten verzonden. Het Bestuur, dat steeds werkzaam is om zoowel moreel als financieel het belang der militairen te bevorderen, hoopt in de wintermaanden eenige lezingen te kunnen uitschrijven. De eerste dier lezingen zal a. s. Donderdag avond (xi Dec.) ten S uur plaats vinden. Alsdan zal door den iste luit.-ingenieur der genie, den heer A. Faure, het onderwerp „Neer- lands heldendaden tijdens de xste expeditie tegen Atjeh" behandeld worden. Gaarüe wekken wij onze matrozen en soldaten op, deze gelegenheid, die hun gratis wordt aan geboden, niet ongebruikt te laten voorbijgaan. Helder. Door de leden der Vrijmetselaars loge W. F. K. alhier zijn jl. Zaterdagavond ter gelegenheid van het Sint Nicolaasfeest een 250 tal onvermogende kinderen feestelijk onthaald. In het Loge-gebouw in de Koningstraat ont vangen, werden de kleinen daar ruim 3 uren aangenaam beziggehouden en van allerlei ver snaperingen voorzien, zoó onbekrompen, dat allen bij 't naar huis gaan nog iets van hun lekkers voor zusjes en broertjes konden medenemen. Texel. Aan het postkantoor alhier en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd ge durende de maand November ingelegd f 2166.454, en terugbetaald f 922.14. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje, draagt het nummer 900. Texel. Men schrijft van Oudeschild dd. 5 dezer Een onzer beste burgers is niet meer. Gisteren ontsliep de "heer W. Hillenius in 75jarigen ou derdom hij was een man die in vele opzichten een vader voor geheel ons dorp mocht genoemd worden. Zijn rechtschapen, eerlijk karakter, zijne onbekrompen mildheid en onkreukbare trouw, waren algemeen bekend. Zijpe. Gemeenteraad. Vergadering van 2 Dec. 1890. Na opening door den voorzitter, lezing en goed keuring der notulen, wordt aan de orde gesteld de behandeling van het in de vorige vergadering aan gehouden adres van de afdeeling /Volksonderwijs" alhier, houdende verzoek om het besluit tot ver schaffing van kosteloos onderwijs te bekronen, door te besluiten van gemeentewege het trouw schoolbe zoek aan te moedigen. Als een middel daartoe geeft de afdeeling in overweging, aan elk schoolgaand kind, dat in eene maand geen enkel verzuim heeft gepleegd, een door het hoofd geteekend kaartje te doen uitreiken, om bij het einde des jaars te verwisselen in eene grootere kaart, waarop eene geldelijke belooning wordt ingeschreven voor een zeker getal verkregen kaartjes, b.v. voor 5, 15 cents, 9, 21 jcents enz. Naar aanleiding van dit adres is een schrijven ingekomen van de plaatselijke schoolcom missie, dat door den secretaris wordt voorgelezen, waarbij de voorgestelde maatregel zeer wordt aan geprezen als een uitstekend middel om het school verzuim te bestrijden. In anderen gemeenten, 0. a. in Zuidhorn, werkt die maatregel zeer gunstig, waarvan het bewijs geleverd is door eene 12jarige ondervinding. Ook kost het der gemeente niets, als men in aanmerking neemt, dat het geld terugkomt tot de gemeentenaren. De voorzitter zegt, dat de vergadering zeker dank verschuldigd is aan de schoolcommissie voor de gegeven inlichtingen. Voordat het schrijven der schoolcommissie inkwam, was de zaak behandeld in het dagel. bestuur en in die vergadering was besloten, den raad voor te stellen-. 1. Aan ieder schoolgaand kind een kaart of boekje te geven, waarin worden aangeteekend de verzuimen, de vor deringen en het gedrag van het kind; 2. Ieder kind bij het verlaten der school, indien alle klassen met vrucht doorloopen zijn, in het bezit te stellen van een certificaat of diploma, waaruit blijkt, dat het met vrucht het gewone schoolonderwijs voldoende heeft genoten. Dit laatste zou zeker den kinderen aangenaam zijn en dienstig in het volgend leven. Do heer Kaan zegt, dat het denkbeeld van het dag. bestuur bij hem wel instemming ontmoet, doch dat hij zich toch beter met dat der school commissie kan vereenigen. Zijns inziens bestaat daartegen volstrekt geen bezwaar, omdat het geld in de gemeente blijft. De heer Nobel zegt, dat ook hij zich de maand, die verloopen is, ten nutte hefcft gemaakt om moer licht in deze zaak te verkrijgen. Daartoe had hij eene vergadering van de hoofden der scholen en andere autoriteiten belegd, doch daarop was men niet tot eene bepaalde conclusie gekomen; evenwel had hij op nieuw de. overtuiging ontvangen, dat l. leerplicht het eenige middel is om het school verzuim te keeren en 2. het weren van schoolver zuim zonder dwang, zeer raoeielijk is. liet denkbeeld van Volksonderwijs verdient z. i. waardeering, doch zooals het geformuleerd is, acht hij het niet geschikt voor uitvoering. Als men prijsjes geeft, moet z. i. verzuim wegens ziekte, godsdienstoefening, slecht weer, enz. niet in aanmer king worden genomen. Ook de heer Zeeman deelt dit gevoelen. Na nog eenige besprekingen wordt het uitreiken van kaartjes met eene geldelijke beloo ning verworpen met 9 tegen 2 stemmen (van de hecren Kaan en Zeeman), waarna het voorstel van burg. en weth. met algemeene stemmen aangenomen wordt. Met algemeene stemmen worden herbenoemd tot regent van het algemeen armbestuur de heer M. Bossen en tot regentes van het weeshuis raej. E. de WitHarp. Voorts wordt met algemeene stemmen besloten, de nieuwjaars-collecte op de gewone wijze te doen plaats hebben. Een suppletoir kohier der hondenbelasting werd vastgesteld tot een bedrag van f 16,50. Op voorstel van den heer van Beusekom wordt besloten, om, wegens het overlijden van Z. M. den Koning, een adres van rouwbeklag aan H. M. de Koningin-weduwe te zenden. De heer Nobel geeft nog in overweging aan het dagelijksch bestuur, om, tot wering van het school verzuim, gebruik te maken van de bevoegdheid, verleend bij art. 81 der wet op het lager onderwijs, door eene verordening te ontwerpen, houdende ver bodsbepalingen op het arbeiden van kinderen beneden 12 jaar. Verder wordt nog inedegedeeld.dat de ver ordening tot heffing van 20, in plaats van 30 op centen op de personeele belasting, door den Raad van State, waarnemende hel koninklijk gezag, is goedgekeurd. Daarna wordt de vergadering door den voorzitter gesloten. Terschelling. - Een zeldzaam Sint-Nicolaas- fecst. Aan een van den Heer P. J. Wichers, te Terschelling, ontvangen schrijven, ontleenen wij het volgende betrekkelijk het door hem op het ge touw gezette feestje, om de kloeke mannen, die in October 11. de bemanning van de gestrande Volen- dammer botter redde, eenigermate te bcloonen. De ingekomen gelden (zie de annonce) hebben den heer W. daartoe in staat gesteld. Ieder der redders (7) ontving als aandenken een degelijk, stevig zilveren horloge en eene gift van f 27.20, waarvoor wollen kleeren, dekens, zeelaarzen en dergelijke zaken zullen worden aangekocht; tevens werd aan allen een zeer welkome versnapering aangeboden; kortom: de oude Sint ledigde zijne welgevulde manden in de ledige garderobes en pro visiekasten. Mochten de wenschen van onze wakkere strand jutters en zeelieden vervuld worden, dan zou ieder hunner onbekende weldoeners of weldoensters vrij zeker Methusalems leeftijd bereiken! Enfin, de luid- jes waren blijde en gelukkig, en allen, die door hunne bijdragen hun dezen geuotvollen avond hebben ver schaft, hebben een uitstekend werk verricht, en heel gaarne vervul ik bij dezen de hoogst aangename opdracht 0111 allen aller innigen dauk over te bren gen. Aan het einde van het feestje verzochten de feestvierenden om hetgeen nog voor hen mocht in komen, of wat er mocht overschieten van de geraamde kosten, te besteden voor den Kerstboom, wat, naar ik durf veronderstellen, niet tegen den zin der gevers zal zijn. Die wensch werd met acclamatie begroet en zal, als daartoe aanleiding bestaat, worden uit gevoerd. Benningbroek. - Door de ingezetenen alhier, werd aan onzen algemeen beminden arts, den heer G. C. van Balen Blanken, een keurig rij tuig geschonken, naar aanleiding van het feit dat hij hier 40 jaar zijne betrekking had waargenomen. Morgen is de heer Van Balen Blanken 25 jaren lid van den Geneeskundigen Raad in Noordholland. Marine en Leger. Op Donderdag 18 Dcc. a. s. zal in dc nevenzaal van het Café «Die Port vou Cleve" alhier eene al gemeene vergadering der;, Marine-Vereeuigiug" gehou den worden. Als spreker treedl op de kapt. van den Generalcu staf J. de Waal, die eene lezing zal houdeu, getiteld //Beschouwingen over dc tegen woordige organisatie en discolatie onzer krijgsmacht, en die welke cl jor de llegeering tot grondslag is aangenomen in haar ontwerp van wet tot regeling van den krijgsdienst." Het Kerstverlof der adelborsten van het Kon. Instituut voor de Marine alhier vangt aan 20 dezer en eindigt 3 Januari d. a. v. Blijkens een bij het Dcprt. van Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. s roefstoomschip 1ste klasse z/Van Galen", onder b cl van den kapitein ter zee F. J. Stokhuyzen, op 's naar O.-Inclic, den 6 dezer te Simonsstad (Kaap de Goede Hoop) aangekomen .Aan bo d was alles wel. Blijkens een bij :t Departement van Marine ontvangen bericht, is r. Ms. schrocfstooraschip 4de kl. //Sominelsdijk", onder bevel van den kapi.-luit. ter zee G. H. van Steyn, den 7 dezer te Loanda (Westkust van Afrika) aangekomen. De officieren van gezondheid 2de kl. P. W. R. Petri en J. T. Alta, resp. dienende aan boord Hr Ms. wachtschepen te Hellevoetsluis en alhior, worden 16 dezer op non-activiteit gesteld. Ter vervanging van eerstgenoemde wordt de ofF. van gez. 1ste kl. B. N. Bersma, met dienzelfdcn datum geplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoctsluis, om tevens dienst te doen in de maritieme zieken in richting aldaar. De officier van gez. 1ste kl. hij de zeemacht G. H. Klosser, thans dienende in O.-I., keert we gens ziekte naar Nederland terug. De adelborsten 1ste kl. der Marine G. J. Knip- liorst, Jhr. W. C. van Panhuijs, C. F. Steffelaar, P. Landweer, G. Hoogenraad, B. W. Boissevain, B. Schreuders, C. E. H. van Heyningen, L. G. Bouricius, F. K. Weber, C. C. A. van Burg, A. G. Boissevain, W. Buuge, F. Dingemans, C. N. de Kruijff, W. J. Tijl en E. Rahder zijn geplaatst aan boord van Hr. Ms. schroefstoomschip 1ste kl. «De Ruijter," alhier. De minister van Oorlog heeft bestemd tot kapt. voor speciale diensten de kapiteins J. L. de Man, van het 5de en A. R. Iluart, van 4de reg. vest.-art. Onderwijs en Examens. Benoemd tot onderwijzer te Hoorn, de heer H, Plas, aldaar. Landbouw en Veeteelt. De varkensziekte was het onderwerp in de 11. Zaterdagavond te Schagen door den heer G. Muijs, rijks-veearts in de vergadering der afd. Schagen, van de Holl. Maatsch. van Landbouw, gehouden voordracht. Na de geschiedenis dezer ziekte te hebben na gegaan, stelde de heer Muijs het ongerijmde van sommige geneesmiddelen in het licht en wees er op dat het beste middel is de toepassing van voorbehoedmiddelen, alsde gezonde varkens verwijderen van de zieken (niet omgekeerd). De besmette stallen goed ontsmetten en vooral de mest te doen verwijderen. Bij inkoop van nieuwe varkens, deze niet dadelijk in de stallen te doen, maar ze eerst verscheidene dagen ergens anders te houden. Verder dient men zorg te dragen dat niet het minste van het gestorven of geslachte zieke dier in aanraking komt met de gezonden. Nog mag de aandacht gevestigd worden op de voorbehoedende enting, waarvan op het oogen- blik nog wel niet veel bekend is, doch welk middel toch mag verwacht worden in de toe komst van belang te zullen worden. Pasteur was het alweer, die op dit gebied veel licht heeft verspreid. Wat zijne enting ook moge wezen, die hij toepast op hondsdolheid, de enting tegen varkensziekte is voorzeker ook niet gering te schatten. Jammer echter dat de resultaten die met het enten verkregen zijn tot nu toe niet gunstig mogen genoemd worden. De dieren worden op een leeftijd van 918 weken eerst geönt met zijn premier-vaccine en na verloop van 12 dagen met deuxieme-vaccine. De plaats waar ze geent worden is het beste nog de binnenvlakte der dijen of de achtervlakte van de basis van het oor. Van de 119 varkens in Baden geent, werden na de iste enting 80 pCt. ziek, 15 pCt. vertoonden allen verschijnselen van vlekziekte, terwijl 5 pCt. stierf. Bij de 2de enting waarbij 113 overgebleven waren, kregen 46 pCt. een temp. verhooging, 7 pCt. de ziekte en 3 pCt. stierven er. Zoo worden nog meerdere statistieken opgegeven, maar het eindresultaat was tot nu toe in de landen buiten Nederland niet gunstig. Men ziet hieruit dat de entmethode van Pasteur lang niet voldoende zekerheid geeft. Verder wees spr. op de entingsproeven zijner collega's Croes en Billroth. In April 1888 deelde de heer J. M. Billroth mede, dat van de 22 stuks ingeente dieren 7 stierven aan de varkensziekte, ierwijl bij deze 7 dieren na de enting eene lichte entziekte werd waargenomen; deze bestond in neerslachtigheid, verloren eetlust, pijn en ten gevolge daarvan belemmerd gebruik der achterbeenen; tevens zag men blauwe vlekken op verschillende plaatsen van het lichaam, evenals dit het geval is bij patiönten die aan varkensziekte lijdende zijn. Toen ik deze lichte entziekte waarnam, vleide ik mij met de hoop, dat de enting vooral bij deze dieren zeer gunstige resultaten zou opleveren. Na verloop van ongeveer 4 weken na de 2de enting werd ik evenwel in mijne verwachtingen teleurgesteld, toen ik vernam, dat reeds twee der ingeente dieren aan varkensziekte (Rothlauf) waren gestorven: deze twee dieren behoorden tot een koppel van 6 stuks, waarbij de straks genoemde lichte entziekte was waargenomen, terwijl binnen een tijdsverloop van 10 dagen de 7 gestorven dieren, alle aan Rothlauf waren be zweken. Tengevolge der kunstbewerking zelve is geen der dieren ten gronde gegaan. De overige 15 dieren bleven bewaard en on dervonden van het entings-proces ook geene na- deelige gevolgen. In Februari 1889 deelde de heer H. A. Kroes het volgende mede: De xste enting of liever inspuiting ge schiedde 17 October 1888. De proefdieren waren te voren gemerkt en onderzocht, wat hun ge zondheidstoestand betrof. Deze liet niets te wenschen overtemperatuur: van 39030° C. Ongeveer i£ uur na de iste enting werden de dieren weer geobserveerd. Ze waren een weinig treurig en maakten bij het opnemen, om de temperatuur te contróleeren, niet zoo'n helsch misbaar, als zulks bij die gelegenheid vóór de enting plaats had. De temperatuursverhooging was luttel, bij geen der dieren bedroeg ze i° C. De entplaats was iets gezwollen en rood. Ove rigens merkte ik nog op dat de staarten iets minder varkensachtig gekruld waren. Den volgenden mórgen waren de dieren geheel normaal en bleven in dien toestand tot er voor de 2de maal geent werd. Die 2de .enting had plaats 27 Oct. van genoemd jaar. De tempera tuur steeg na de enting weer zeer weinig; we waren de dieren wat lusteloos en hield dit ver

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 2