NEDERLAND.
HELDER, 9 December.
Vereenigde Vergadering der Staten-
Generaal,
tot de eedsaflegging door II. M. de Koningin-Regentes.
De zaal der Tweede Kamer bood gisteren
middag denzelfden aanblik aan als de vorige
maal. Ook nu waren de tribunes der diplomatie
zoowel als de andere tribunes geheel gevuld met
vertegenwoordigers van vreemde hoven, ministers
van Staat, leden van tien Hoogen Raad, leden
van de Rekenkamer en de secretarissen-generaal
der verschillende departementen met hunne dames,
allen in rouwgewaad.
De lieer van Naamen van Eemnes, die den
voorzittersstoel bekleedt, opent de vergadering
en laat door den Griffier van tle Eerste Kamer
een Kon. besluit voorlezen van 3 December 1890,
No. 26, betreffende de Vereenigde Zitting, waarin
de Koningin-Weduwe de bij de artt. 43 en 34
der Grondwet omschreven eeden als Regentes
van het Koninkrijk en als Voogdes van Hare
Majesteit Wilhelmina, Koningin der Nederlanden,
zal afleggen.
De Voorzitter benoemt eene Commissie, die
Hare Majesteit de Koningin in het gebouw zal
ontvangen en uitleiden.
Om tien minuten over een uur worden de
middendeuren opengeworpen en kondigt de
binnentredende kamerheer-ceremoniemeester, ba
ron de Constant Rebecque, met luider stem aan
„de Koningin-Regentes" en verschijnt Hare
Majesteit op den drempel der zaal, voorafgegaan
door de kamerheeren en de grootoflicieren van
het Koninklijk Huis, die zich met de in het
programma genoemde autoriteiten plaatsen links
en rechts van den troon.
Hare Majesteit wordt naar hare plaats geleid
door den voorzitter der commissie, jhr. mr. Bee-
laerts van Blokland.
Hare Majesteit was in diepe rouw, over het
rouwgewaad met sleep valt een zwarte sluier van
den hoed neder, terwijl H. M. het formulier van
den eed op papier in de rechterhand draagt.
Nadat zij plaats heelt genomen op den zetel
ter zijde van den troon en de begeleidende da
mes zich achter haar hebben geplaatst, schuift
H. M. de dichte sluier weg en wordt de witte
rand van het weduwenkapje zichtbaar.
De Voorzitter staat op en zegt tot H. M. het
volgende
„Mevrouw
Met diepe weemoed heet ik Uwe Majesteit
opnieuw welkom.
Nauwelijks toch was Uwe Majesteit uit deze
vergadering teruggekeerd aan liet ziekbed van
Uwen gemaal, of de treurmare weerklonk Zijne
Majesteit Koning Willem III is de eeuwige rust
ingegaan
Ik zal thans niet herhalen wat onze zoo be
treurde Koning voor Nederland geweest is, wat
ons vaderland in hem verloren heeft. Liever zal
ik wijzen op den kostbaren schat, dien Zijne
Majesteit aan Nederland heeft nagelaten in onze
beminde Koningin Wilhelmina met Uwe Majesteit
als leidsvrouw. Het Nederlandsche volk ziet in
zijne jeugdige Koningin het beeld eenerschoone
toekomst, omdat het overtuigd is, dat hare vor
ming en opvoeding bij Uwe Majesteit als Regentes
en Voogdes volkomen veilig en in de beste
handen zijn.
De volksvertegenwoordiging deelt ten volle
die overtuiging, welke zij reeds vroeger in wet-
telijken vorm heeft uitgesproken. Als haar voor
zitter neem ik de vrijheid Uwe Majesteit eerbiedig
te verzoeken den in de Grondwet voorgeschreven
eed als Koningin-Regentes gedurende de minder
jarigheid van Koningin Wilhelmina in mijne
handen te willen afleggen."
Hare Majesteit de Koningin-Regentes rijst op
van haren zetel en legt kalm en waardig, op
eenigszins bevenden toon, eerst -volgens art. 43
der Grondwet dan eed af bij het aanvaarden van
het regentschap
„Ik zweer trouw aan de Koningin ik zweer
dat ik de waarneming van het koninklijk g°zag,
zoolang de Koningin minderjarig is, de Grondwet
steeds zal onderhouden en handhaven.
„Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en het
grondgebied des Rijks met al mijn vermogen zal
verdedigen en bewaren, dat ik de algemeene en
bijzondere vrijheid, en de rechten van alle onder
danen der Koningin èn van elk hunner zal be
schermen en tot instandhouding en bevordering
van de algemeene en bijzondere welvaart alle
middelen aanwenden, welke de Wetten «e mijner
beschikking stellen, gelijk een goed en getrouw
Regentes schuldig is te doen.
„Zoo waarlijk helpe mij God almachtig
Daarna verzoekt de voorzitter Hare Majesteit
eerbiedig, wel te willen afleggen den eed volgens
art. 34 der Grondwet, voor de aanvaarding van
de voogdij en luidende aldus
reiende dans."
Keppler hoorde deze woorden en keek naar
de spreekster, wier portret hij zou schilderen.
Tot nu had hij te vergeefsch naar een vaste
karaktertrek gezocht van deze zonderlinge
natuur, teneinde die bij haar portret te doen
uitkomen.
Dolores werd ten afscheid nog een lied
gevraagd en toen zong zij Lassen's heerlijke
compositie op Frangois Coppée,s gedicht, dat
Geibel zoo goed heeft vertaald:
Ich sprach zur Taube: Flicg" uud brïng' im Schnabcl
Das Kraut rair hcim, das Liebesmacht vcrleiht,
Am Ganges bluM's, im alten Laml der Fabel!
Die laubc spraeliEs ist zu weit.
Ich sprach zum Adler: Spenne dein Gefieder,
Uud fiir das Hcrz, das kalt sich rnir entzog
Hol. einen Fnnkcn Gluth vom llimmel nieder 1
Der Adler sprach Es ist zu hoch.
Da sprach zum Geier ichReisz aus dera Herzen.
Den Namen mir, der drin gegraben steht,
V'crgeseu lernen will ich und verachmerzcn
Der Geier sprachEs ist zu spdt.
(Wordt vervolgd.)
„Ik zweer trouw aan de Koningin ik zweer
al de plichten, welke de voogdij mij oplegt, heilig
te vervullen, en er mij bijzonder op te zullen
toeleggen, om der Koningin gehechtheid aan de
Grondwet en liefde voor haar volk in te boezemen.
„Zoo waarlijk helpe mij God almachtig
De Voorzitter antwoordde
„Moge de Almachtige God Uwe Majesteit ge
zondheid, kracht en wijsheid geven om de dank
bare maar moeielijke taak van Regentes en
Voogdes te vervullen, tot geluk van onze be
minde koningin Wilhelmina en tot heil van ons
dierbaar Vaderland."
Kalm en waardig en op eenigszins bevende
toon sprak H. M. de formulieren uit, terwijl zij
daarin het woord „Koning" in „Koningin" ver
anderde.
Na de slotwoorden van den president verhief
de Koningin-Regentes zich tot het vertrek. De
dames van haar gevolg lieten den sluier, over
haar gelaat vallen en met een welwillende
buiging voor de verzamelde Kamerleden en den
president verliet H. M. op even statige wijze de
zaal, begeleid door de commissie.
De directeur van hét Kabinet des Konings
maakt bekend, dat hij heeft ontvangen een
brief van H. M. de Koningin-Weduwe, Regentes
van het Koninkrijk, waarbij H. M. hem verzoekt,
aan allen, die in de laatste dagen zulke hartelijke
blijken gaven van deelneming en rouw, bij den
harden slag die hare beminde dochter en haar
heeft getroffen, daarvoor haar oprechten dank
te betuigen.
Wij vinden in een der bladen de kosten
der Koninklijke begrafenis op f 300.000 geschat.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Wij vergaten te melden dat door
de gezamenlijke mindere geëmployeerden en
werklieden van 's Rijks werf alhier eveneens een
groote, schoone rouwkrans van levende bloemen
geplaatst is bij de lijkbaar van Z. M. den Koning,
welke krans vervaardigd werd door den bloemist
Puinbroek alhier. De gevers mochten de vol
doening smaken dat deze krans gelegd werd
boven op den schat van kransen, die de artistiek
beladen wagen torste, welke den rouwwagen
volgde, die het lijk van Z. M. naar zijn laatste
rustplaats vervoerde.
Helder. Ten bewijze dat door onze mi
litairen het bezit van een „Militair Tehuis" wordt
gewaardeerd, kan blijken uit het vele gebruik
dat er van gemaakt wordt.
Een overzicht over de maanden Augustus,
September en October dezes jaars geeft een getal
van ongeveer 9100 bezoekers.
Dat getal ware nog grooter, als men over meer
ruimte had kunnen beschikken.
Enkele malen kon het gebouw den stroom van
bezoekers niet bevatten.
't Was in dien tijd geen ongewoon verschijnsel
wanneer op éénen Zondag 2 300 miliciens,
na even de overvolle zalen overzien te hebben,
onverrichter zake terugkeerden.
In hetzelfde tijdvak werden van uit het „Tehuis"
2169 brieven en 264 briefkaarten verzonden.
Het Bestuur, dat steeds werkzaam is om zoowel
moreel als financieel het belang der militairen
te bevorderen, hoopt in de wintermaanden eenige
lezingen te kunnen uitschrijven.
De eerste dier lezingen zal a. s. Donderdag
avond (xi Dec.) ten S uur plaats vinden.
Alsdan zal door den iste luit.-ingenieur der
genie, den heer A. Faure, het onderwerp „Neer-
lands heldendaden tijdens de xste expeditie
tegen Atjeh" behandeld worden.
Gaarüe wekken wij onze matrozen en soldaten
op, deze gelegenheid, die hun gratis wordt aan
geboden, niet ongebruikt te laten voorbijgaan.
Helder. Door de leden der Vrijmetselaars
loge W. F. K. alhier zijn jl. Zaterdagavond ter
gelegenheid van het Sint Nicolaasfeest een 250
tal onvermogende kinderen feestelijk onthaald.
In het Loge-gebouw in de Koningstraat ont
vangen, werden de kleinen daar ruim 3 uren
aangenaam beziggehouden en van allerlei ver
snaperingen voorzien, zoó onbekrompen, dat allen
bij 't naar huis gaan nog iets van hun lekkers
voor zusjes en broertjes konden medenemen.
Texel. Aan het postkantoor alhier en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren werd ge
durende de maand November ingelegd f 2166.454,
en terugbetaald f 922.14. Het laatste, door dat
kantoor uitgegeven boekje, draagt het nummer 900.
Texel. Men schrijft van Oudeschild dd. 5
dezer
Een onzer beste burgers is niet meer. Gisteren
ontsliep de "heer W. Hillenius in 75jarigen ou
derdom hij was een man die in vele opzichten
een vader voor geheel ons dorp mocht genoemd
worden. Zijn rechtschapen, eerlijk karakter, zijne
onbekrompen mildheid en onkreukbare trouw,
waren algemeen bekend.
Zijpe. Gemeenteraad. Vergadering van
2 Dec. 1890.
Na opening door den voorzitter, lezing en goed
keuring der notulen, wordt aan de orde gesteld de
behandeling van het in de vorige vergadering aan
gehouden adres van de afdeeling /Volksonderwijs"
alhier, houdende verzoek om het besluit tot ver
schaffing van kosteloos onderwijs te bekronen, door
te besluiten van gemeentewege het trouw schoolbe
zoek aan te moedigen. Als een middel daartoe geeft
de afdeeling in overweging, aan elk schoolgaand
kind, dat in eene maand geen enkel verzuim heeft
gepleegd, een door het hoofd geteekend kaartje
te doen uitreiken, om bij het einde des jaars te
verwisselen in eene grootere kaart, waarop eene
geldelijke belooning wordt ingeschreven voor een
zeker getal verkregen kaartjes, b.v. voor 5, 15 cents,
9, 21 jcents enz. Naar aanleiding van dit adres is
een schrijven ingekomen van de plaatselijke schoolcom
missie, dat door den secretaris wordt voorgelezen,
waarbij de voorgestelde maatregel zeer wordt aan
geprezen als een uitstekend middel om het school
verzuim te bestrijden. In anderen gemeenten, 0. a.
in Zuidhorn, werkt die maatregel zeer gunstig,
waarvan het bewijs geleverd is door eene 12jarige
ondervinding. Ook kost het der gemeente niets, als
men in aanmerking neemt, dat het geld terugkomt
tot de gemeentenaren.
De voorzitter zegt, dat de vergadering zeker
dank verschuldigd is aan de schoolcommissie voor
de gegeven inlichtingen. Voordat het schrijven der
schoolcommissie inkwam, was de zaak behandeld
in het dagel. bestuur en in die vergadering was
besloten, den raad voor te stellen-. 1. Aan ieder
schoolgaand kind een kaart of boekje te geven,
waarin worden aangeteekend de verzuimen, de vor
deringen en het gedrag van het kind; 2. Ieder kind
bij het verlaten der school, indien alle klassen met
vrucht doorloopen zijn, in het bezit te stellen van
een certificaat of diploma, waaruit blijkt, dat het
met vrucht het gewone schoolonderwijs voldoende
heeft genoten. Dit laatste zou zeker den kinderen
aangenaam zijn en dienstig in het volgend leven.
Do heer Kaan zegt, dat het denkbeeld van het
dag. bestuur bij hem wel instemming ontmoet,
doch dat hij zich toch beter met dat der school
commissie kan vereenigen. Zijns inziens bestaat
daartegen volstrekt geen bezwaar, omdat het geld
in de gemeente blijft.
De heer Nobel zegt, dat ook hij zich de maand,
die verloopen is, ten nutte hefcft gemaakt om moer
licht in deze zaak te verkrijgen. Daartoe had hij
eene vergadering van de hoofden der scholen en
andere autoriteiten belegd, doch daarop was men
niet tot eene bepaalde conclusie gekomen; evenwel
had hij op nieuw de. overtuiging ontvangen, dat
l. leerplicht het eenige middel is om het school
verzuim te keeren en 2. het weren van schoolver
zuim zonder dwang, zeer raoeielijk is.
liet denkbeeld van Volksonderwijs verdient z. i.
waardeering, doch zooals het geformuleerd is, acht
hij het niet geschikt voor uitvoering. Als men
prijsjes geeft, moet z. i. verzuim wegens ziekte,
godsdienstoefening, slecht weer, enz. niet in aanmer
king worden genomen. Ook de heer Zeeman deelt
dit gevoelen. Na nog eenige besprekingen wordt
het uitreiken van kaartjes met eene geldelijke beloo
ning verworpen met 9 tegen 2 stemmen (van de
hecren Kaan en Zeeman), waarna het voorstel van
burg. en weth. met algemeene stemmen aangenomen
wordt.
Met algemeene stemmen worden herbenoemd tot
regent van het algemeen armbestuur de heer M.
Bossen en tot regentes van het weeshuis raej. E. de
WitHarp. Voorts wordt met algemeene stemmen
besloten, de nieuwjaars-collecte op de gewone wijze
te doen plaats hebben. Een suppletoir kohier der
hondenbelasting werd vastgesteld tot een bedrag
van f 16,50.
Op voorstel van den heer van Beusekom wordt
besloten, om, wegens het overlijden van Z. M. den
Koning, een adres van rouwbeklag aan H. M. de
Koningin-weduwe te zenden.
De heer Nobel geeft nog in overweging aan het
dagelijksch bestuur, om, tot wering van het school
verzuim, gebruik te maken van de bevoegdheid,
verleend bij art. 81 der wet op het lager onderwijs,
door eene verordening te ontwerpen, houdende ver
bodsbepalingen op het arbeiden van kinderen beneden
12 jaar. Verder wordt nog inedegedeeld.dat de ver
ordening tot heffing van 20, in plaats van 30 op
centen op de personeele belasting, door den Raad
van State, waarnemende hel koninklijk gezag, is
goedgekeurd. Daarna wordt de vergadering door den
voorzitter gesloten.
Terschelling. - Een zeldzaam Sint-Nicolaas-
fecst. Aan een van den Heer P. J. Wichers,
te Terschelling, ontvangen schrijven, ontleenen wij
het volgende betrekkelijk het door hem op het ge
touw gezette feestje, om de kloeke mannen, die in
October 11. de bemanning van de gestrande Volen-
dammer botter redde, eenigermate te bcloonen.
De ingekomen gelden (zie de annonce) hebben
den heer W. daartoe in staat gesteld.
Ieder der redders (7) ontving als aandenken
een degelijk, stevig zilveren horloge en eene gift van
f 27.20, waarvoor wollen kleeren, dekens, zeelaarzen
en dergelijke zaken zullen worden aangekocht; tevens
werd aan allen een zeer welkome versnapering
aangeboden; kortom: de oude Sint ledigde zijne
welgevulde manden in de ledige garderobes en pro
visiekasten.
Mochten de wenschen van onze wakkere strand
jutters en zeelieden vervuld worden, dan zou ieder
hunner onbekende weldoeners of weldoensters vrij
zeker Methusalems leeftijd bereiken! Enfin, de luid-
jes waren blijde en gelukkig, en allen, die door hunne
bijdragen hun dezen geuotvollen avond hebben ver
schaft, hebben een uitstekend werk verricht, en heel
gaarne vervul ik bij dezen de hoogst aangename
opdracht 0111 allen aller innigen dauk over te bren
gen. Aan het einde van het feestje verzochten de
feestvierenden om hetgeen nog voor hen mocht in
komen, of wat er mocht overschieten van de geraamde
kosten, te besteden voor den Kerstboom, wat, naar
ik durf veronderstellen, niet tegen den zin der gevers
zal zijn. Die wensch werd met acclamatie begroet
en zal, als daartoe aanleiding bestaat, worden uit
gevoerd.
Benningbroek. - Door de ingezetenen alhier,
werd aan onzen algemeen beminden arts, den
heer G. C. van Balen Blanken, een keurig rij
tuig geschonken, naar aanleiding van het feit dat
hij hier 40 jaar zijne betrekking had waargenomen.
Morgen is de heer Van Balen Blanken 25
jaren lid van den Geneeskundigen Raad in
Noordholland.
Marine en Leger.
Op Donderdag 18 Dcc. a. s. zal in dc nevenzaal
van het Café «Die Port vou Cleve" alhier eene al
gemeene vergadering der;, Marine-Vereeuigiug" gehou
den worden. Als spreker treedl op de kapt. van
den Generalcu staf J. de Waal, die eene lezing zal
houdeu, getiteld //Beschouwingen over dc tegen
woordige organisatie en discolatie onzer krijgsmacht,
en die welke cl jor de llegeering tot grondslag is
aangenomen in haar ontwerp van wet tot regeling
van den krijgsdienst."
Het Kerstverlof der adelborsten van het Kon.
Instituut voor de Marine alhier vangt aan 20 dezer
en eindigt 3 Januari d. a. v.
Blijkens een bij het Dcprt. van Marine ontvangen
bericht is Hr. Ms. s roefstoomschip 1ste klasse
z/Van Galen", onder b cl van den kapitein ter zee
F. J. Stokhuyzen, op 's naar O.-Inclic, den 6
dezer te Simonsstad (Kaap de Goede Hoop)
aangekomen .Aan bo d was alles wel.
Blijkens een bij :t Departement van Marine
ontvangen bericht, is r. Ms. schrocfstooraschip 4de
kl. //Sominelsdijk", onder bevel van den kapi.-luit.
ter zee G. H. van Steyn, den 7 dezer te Loanda
(Westkust van Afrika) aangekomen.
De officieren van gezondheid 2de kl. P. W. R.
Petri en J. T. Alta, resp. dienende aan boord Hr
Ms. wachtschepen te Hellevoetsluis en alhior, worden
16 dezer op non-activiteit gesteld.
Ter vervanging van eerstgenoemde wordt de ofF.
van gez. 1ste kl. B. N. Bersma, met dienzelfdcn
datum geplaatst aan boord van Hr. Ms. wachtschip
te Hellevoctsluis, om tevens dienst te doen in de
maritieme zieken in richting aldaar.
De officier van gez. 1ste kl. hij de zeemacht
G. H. Klosser, thans dienende in O.-I., keert we
gens ziekte naar Nederland terug.
De adelborsten 1ste kl. der Marine G. J. Knip-
liorst, Jhr. W. C. van Panhuijs, C. F. Steffelaar,
P. Landweer, G. Hoogenraad, B. W. Boissevain,
B. Schreuders, C. E. H. van Heyningen, L. G.
Bouricius, F. K. Weber, C. C. A. van Burg, A.
G. Boissevain, W. Buuge, F. Dingemans, C. N. de
Kruijff, W. J. Tijl en E. Rahder zijn geplaatst aan
boord van Hr. Ms. schroefstoomschip 1ste kl. «De
Ruijter," alhier.
De minister van Oorlog heeft bestemd tot kapt.
voor speciale diensten de kapiteins J. L. de Man,
van het 5de en A. R. Iluart, van 4de reg. vest.-art.
Onderwijs en Examens.
Benoemd tot onderwijzer te Hoorn, de heer H,
Plas, aldaar.
Landbouw en Veeteelt.
De varkensziekte was het onderwerp in de
11. Zaterdagavond te Schagen door den heer G.
Muijs, rijks-veearts in de vergadering der afd.
Schagen, van de Holl. Maatsch. van Landbouw,
gehouden voordracht.
Na de geschiedenis dezer ziekte te hebben na
gegaan, stelde de heer Muijs het ongerijmde van
sommige geneesmiddelen in het licht en wees er
op dat het beste middel is de toepassing van
voorbehoedmiddelen, alsde gezonde varkens
verwijderen van de zieken (niet omgekeerd). De
besmette stallen goed ontsmetten en vooral de
mest te doen verwijderen. Bij inkoop van nieuwe
varkens, deze niet dadelijk in de stallen te doen,
maar ze eerst verscheidene dagen ergens anders
te houden.
Verder dient men zorg te dragen dat niet het
minste van het gestorven of geslachte zieke dier
in aanraking komt met de gezonden.
Nog mag de aandacht gevestigd worden op
de voorbehoedende enting, waarvan op het oogen-
blik nog wel niet veel bekend is, doch welk
middel toch mag verwacht worden in de toe
komst van belang te zullen worden.
Pasteur was het alweer, die op dit gebied veel
licht heeft verspreid. Wat zijne enting ook moge
wezen, die hij toepast op hondsdolheid, de enting
tegen varkensziekte is voorzeker ook niet gering
te schatten. Jammer echter dat de resultaten die
met het enten verkregen zijn tot nu toe niet
gunstig mogen genoemd worden.
De dieren worden op een leeftijd van 918
weken eerst geönt met zijn premier-vaccine en
na verloop van 12 dagen met deuxieme-vaccine.
De plaats waar ze geent worden is het beste nog
de binnenvlakte der dijen of de achtervlakte van
de basis van het oor. Van de 119 varkens in
Baden geent, werden na de iste enting 80 pCt.
ziek, 15 pCt. vertoonden allen verschijnselen van
vlekziekte, terwijl 5 pCt. stierf.
Bij de 2de enting waarbij 113 overgebleven
waren, kregen 46 pCt. een temp. verhooging,
7 pCt. de ziekte en 3 pCt. stierven er. Zoo
worden nog meerdere statistieken opgegeven,
maar het eindresultaat was tot nu toe in de
landen buiten Nederland niet gunstig. Men ziet
hieruit dat de entmethode van Pasteur lang niet
voldoende zekerheid geeft.
Verder wees spr. op de entingsproeven zijner
collega's Croes en Billroth.
In April 1888 deelde de heer J. M. Billroth
mede, dat van de 22 stuks ingeente dieren 7
stierven aan de varkensziekte, ierwijl bij deze 7
dieren na de enting eene lichte entziekte werd
waargenomen; deze bestond in neerslachtigheid,
verloren eetlust, pijn en ten gevolge daarvan
belemmerd gebruik der achterbeenen; tevens zag
men blauwe vlekken op verschillende plaatsen
van het lichaam, evenals dit het geval is bij
patiönten die aan varkensziekte lijdende zijn.
Toen ik deze lichte entziekte waarnam, vleide
ik mij met de hoop, dat de enting vooral bij
deze dieren zeer gunstige resultaten zou opleveren.
Na verloop van ongeveer 4 weken na de 2de
enting werd ik evenwel in mijne verwachtingen
teleurgesteld, toen ik vernam, dat reeds twee der
ingeente dieren aan varkensziekte (Rothlauf)
waren gestorven: deze twee dieren behoorden
tot een koppel van 6 stuks, waarbij de straks
genoemde lichte entziekte was waargenomen,
terwijl binnen een tijdsverloop van 10 dagen de
7 gestorven dieren, alle aan Rothlauf waren be
zweken.
Tengevolge der kunstbewerking zelve is geen
der dieren ten gronde gegaan.
De overige 15 dieren bleven bewaard en on
dervonden van het entings-proces ook geene na-
deelige gevolgen.
In Februari 1889 deelde de heer H. A. Kroes
het volgende mede:
De xste enting of liever inspuiting ge
schiedde 17 October 1888. De proefdieren waren
te voren gemerkt en onderzocht, wat hun ge
zondheidstoestand betrof. Deze liet niets te
wenschen overtemperatuur: van 39030° C.
Ongeveer i£ uur na de iste enting werden de
dieren weer geobserveerd. Ze waren een weinig
treurig en maakten bij het opnemen, om de
temperatuur te contróleeren, niet zoo'n helsch
misbaar, als zulks bij die gelegenheid vóór de
enting plaats had. De temperatuursverhooging
was luttel, bij geen der dieren bedroeg ze i° C.
De entplaats was iets gezwollen en rood. Ove
rigens merkte ik nog op dat de staarten iets
minder varkensachtig gekruld waren.
Den volgenden mórgen waren de dieren geheel
normaal en bleven in dien toestand tot er voor
de 2de maal geent werd. Die 2de .enting had
plaats 27 Oct. van genoemd jaar. De tempera
tuur steeg na de enting weer zeer weinig; we
waren de dieren wat lusteloos en hield dit ver