wee jaar lang zeer gelukkig met zijn vrouw en zijn eenige dochter en stierf toen. De Lady maakte ('e bezittingen baars mans te gelde en vertrok kort ('aarna naar Afrika, waar ik zelf het genoegen smaken mocht aan haar en haar dochter voorgesteld te worden. Het land rondom New-Castle is voor een groot gedeelte nog gouvernementsgrond. Men vindt er, of liever, men kan er met eenig zoeken ijzer en steenkolen vinden. Een klein riviertje stroomt langs het dorp. Men moet zich van de Afrikaansche rivieren niet zulk een voorstelling maken, alsof zij zoo zijn als die in Holland. Ten eerstedijken zijn geheel overbodig, ten tweede zij zijn totaal onbe vaarbaar, niet alleen omdat er des zomers te veel en des winters te weinig water is, maar ook omdat de talrijke stroomvallen en uitstekende klippen (steenen) het verhinderen. In en even na den win tertijd is het gras zeer schaarsch. De transporten naar Transvaal kunnen niet vervoerd worden en wie er op rekende New-Castle in Augustus of half September te bereiken au van daar per ossen- of ezelwagen naar Transvaal te vertrekken, kan zich soms genoodzaakt zien om wel eens een maand op zoo'n gelegenheid te wachten. De coach of postkoets vertrekt geregeld van deze plaats tweemaal per week naar Johannisburg en eens naar Barberton. Van wegen en straten moet men zich ook al geen hoog denkbeeld vormen; trouwens dezen zouden geheel overbodig zijn. De grond is hier niet drassig en de lucht niet regenachtig. De weg is dus mooi hard, ofschoon hier en daar rijkelijk voorzien van putten en gaten. Bivieren zijn even overvloedig, of ten minste „spruiten", als bruggen schaarsch. Men trekt ook gewoonlijk maar door rivieren, op een ondiepe plaats, drift genoemd. Als het geregend heeft en de rivieren zeer vol zijn en sterk stroomen, moet men soms dagen en weken wachten, voor zij zoover gevallen zijn dat men er doortrekken kan. Ongeveer veertig mijlen ten Noorden van New- Castle verheft zich het Drakengebergte met de bekende Majuba in de nabijheid van de Lang's Nek-pas. Ten noorden daarvan ligt de groote hoogvlakte die de zuidelijke helft der Transvaal beslaat en het hooge veld genaamd wordt. Het is tamelijk vlak land met zachte rondingen en breede doch ondiepe valleien. Hier is één groote grassteppe, waarop dui zenden, ja honderdduizenden runderen grazen. Tegen de helling der belten (heuvels) en in de valleien, wordt met varieerend gevolgde landbouw uitgeoefend, ofschoon die hier met vele moeielijkheden gepaard gaat en zeer afhankelijk is van het weer écn hagel slag en alles is vernietigd. Overal is de grond hier onmetelijk rijk aan de meest verschillende delfstoffen. Groote massa's ijzer en steenkolen (die overal hand aan hand gaan) bedekken hier en daar reeds de oppervlakte der grond. D. van der P. NEDERLAND. HELDER, 13 December. De „N. R. Ct." deelt betrekkelijk de troon opvolging hier te lande mede dat op 't oogen- biik het dichtst bij den troon staatPrinses Sophia der Nederlanden, Groothertogin van Saxeu- Weimar, die, zoolang er behalve Koningin Wil- helmina geen rechtstreeksche nakomelingen van Willem III zijn, feitelijk onze kroonprinses is. Daarop volgen i°. De kroonprinses van De nemarken, wier moeder de oudste dochter van Prins Frederik was. 20. Prinses Maria, jongste dochter van Prins Frederik, gehuwd met den vorst von Wied. 30. Prins Albrecht van Pruissen, zoon van Prinses Marianne, enz., enz., zoodat de orde van opvolging isWeimar, Reusz, Meck- lemburg, Denemarken, Wied, Hohenzollern, Mei- ningen, Reusz. Het „Hbld." spreekt dat tegen en zegt dat op Prinses Sophie niet de dochters van Prins Frederik volgen, maar de zoon van Prinses Ma rianne, nl. Prins Albrecht van Pruissen. Eerst na dezen komen de afstammelingen van Prins Frederik en ten slotte die van prinses Carolina van Oranje-Nassau, zuster van Willem V, dus o. m. ook de tegenwoordige Groothertog van Luxemburg Adolf van Nassau en diens nakome lingen. - Men ziet dat er heel wat zou moeten gebeu ren, eer er gebrek aan kroonpretendenten ont stond. Maar gelukkig is er op dit oogenblik ook geen aanleiding om ons te wagen aan een bespreking van de vraag, wat er wel zou moeten gebeuren, om een Duitsche prins in Nederland als koning te doen aannemen en huldigen. haar verdient. Drievoudig verblinde dwaas, die ik was, verblind door trots, zoodat ik den wannen hartklop niet door Satanella1 s rood kleed heen ontdekte." Zoo vlogen en dwarrelden de gedachten door zijn verward brein, zoodat de slaap van hem vlood. Ten slotte stond hij op, stak licht aan en nam een boek ter hand. „Geibels gedichten," las hij op den titel. „Nu, wat mij betreft. Misschien bekoelt deze poëzie de koorts, die in mijne aderen gloeit een beetje." Hij sloeg het boek, dat hij eerst den vorigen dag uit de stad had gekregen, om er in den salon beneden uit voor te lezen, open, zonder te zoeken en op de bladzijde, waar het toevallig open viel, las hij de vertaling van Coppeé's gedicht Ich aprach. zur Taube: Flieg und bring' im Schnabel. Das Kraal mir heim, das Liebesmacht verleiht, Am Ganges blubt's, im alten Land der Fabel „Dat is iets voor mij," zeide hij zacht en toen las hij de vierde regel: Die Taube aprach: Ea ist zn weit! Troonopvolging. De Grondwet (art. 19) laat volkomen vrijheid, in de volgorde die zij bepaalt, verandering te brengen, indien „bij zondere omstandigheden" het raadzaam maken, en dan op voorstel des konings, goedgekeurd door dubbele Staten-Generaal. Zoolang echter zulk een verandering niet is tot stand gekomen, behoort op geenerlei wijze weder te worden af gebroken wat in 1S87 duidelijk is vastgesteld. Evenals tijdens het verblijf van Z. M. den Koning in Den Haag geschiedde, wenscht H. M. de Koningin-Regentes wekelijks de ministers te ontvangen. Niet alleen de Eikenkroon, maar ook de Gouden Leeuw van Nassau is voor ons vorsten huis verloren gegaan. In het tijdschrift „De Ned. Heraut," zesde jaargang, derde aflevering, bl. 160 en volgende ('s Gravenhage, C. van Doorn en Zoon, 1S90) betoogt namelijk mr.A. J. Graaf van Randwijck, dat bij overlijden van Koning Willem III de Koningin of de Koningin-weduwe- Regentes de orde van den Gouden Leeuw van Nassau niet kan verleenen, vooral op grond, dat de Gouden Leeuw is geworden eene Luxem- burgsche orde, ingevolge het besluit van den Groothertog van Luxemburg van 31 Maart 1858, waardoor de orde van den Gouden Leeuw heeft opgehouden eene huisorde te zijn. Professor Buys in zij werk„De Grondwet" Iste deel, bl. 268, wijst er ook op, dat genoemde orde is eene Luxemburgsche staatsorde. H. M. de Koningin-Regentes heeft de leden van het ministerie bij kabinetsschrijven in het gezag bevestigd. Naar men meldt zal, te beginnen met 1 Januari 1891, bij het in werking treden van de nieuwe Pensioenwetten, een-vierde pCt. leges worden geheven van het bruto bedrag der uit te betalen pensioenen van f 600 en hooger, ook van de militaire pensioenen, waarvan dus ook reeds leges zullen verschuldigd zijn voor de be taling over het 4de kwartaal van 1890. Ook Marine zal de aannemers van Rijks werken verplichten, hunne werklieden tegen ongelukken te verzekeren. Met de bedenkingen, in het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Justitie tegen de coöperatieve Vereenigingen aangevoerd, verklaart de minister in zijn ant woord, zich ten deele te vereenigen hij is gaarne bereid, te overwegen, of en in hoeverre de wet gever tot wegneming van de geschetste misstan den kan medewerken. Een zijdelingsch antwoord aan den heer Tindal vindt men in de memorie van antwoord betreffende de Vestingbegrooting, waarin men nl. leest Voor den door sommige leden uitgesproken twijfel, of bij de dislocatie der troepen wel vol doende rekening is gehouden met de bezetting, die in tijd van oorlog in de verschillende ves tingen noodig zal zijn, bestaat, naar het oordeel van den minister, geen voldoende grond. Dr. J. K. H. Brumund, te Arnhem, die te Berlijn de behandeling van lupuslijders heeft bestudeerd, protesteert in de „N. R. Ct." tegen het vermelde stuk van dr. Fles. „Prof. Koch in één adem te noemen met Holloway, dit vind ik het woord moet er uit schandelijk schrijft dr. Brumund. Bravo De heeren H. Verploegh en A. L. De Sturler, die concessie hebben gevraagd voor de exploitatie van het Ombiliönkorenveld, hebben thans, naar aanleiding van het opstel van mr. N. P. Van den Berg in De Economist, nogmaals uiteengezet, waarom h. i. particuliere exploitatie de voorkeur verdient. Zij wijzen vooral uitvoerig op de teleurstellingen, door den Staat ondervonden met de mijn Oranje-Nassau op Borneo, die in 1844 in brand geraakte en moest worden verlaten. Zij meenen ook in hun aanvraag te hebben aangetoond,dat het wèl mogelijk is een goed exploi tatie-contract te maken tusschen den Staat en den particulieren ontginner, zoodat de grootste voor deden aan den Staat komen. Wat den spoorweg betreft, daarvan meenen zij, dat de exploitatie aan den Staat behoort te blijven, wat voor de ontginning geen bezwaren geeft en uit anderen hoofde de voorkeur verdient. Een eigenaardige hulde werd jl. Zaterdag den heer P. J. Joubert, commandant-generaal der Zuid-Afrikaansche Republiek, te Amsterdam gebracht. Eenige vrienden hadden zich ten huize van den heer Van der Hoogt vereenigd en boden den generaal een eere-sabel aan, die door den heer prof. Noordzij met eenige welgekozen woor den werd overhandigd. De generaal dankte in krachtige en waardeerende taal. „Te verherhaalde hij en wierp het boek weg. Toen trad hij aan het open raam en keek naar buiten, tot de maan achlter de hoornen wegzonk, een opaalbleek licht zich over de sluimerende aarde uitbreidde en een lichtende streep in het oosten den aanbre- kenden dag aankondigde. Toen ovex*meesterde de vermoeienis hem, hij legde zich weder te bed en sliep spoedig in. SatanellaSatanellahoorde hij daarbuiten nog den pas ontwaakten spotvogel fluiten. Daarna droomde hij dat hij op duivenvleu gelen over land en zee vloog en in de verte zag hij aan de Ganges wonderschoone bloemen bloeien, wit en rood, en in hunne kelken wiegelden zich nevelachtige liefdëgodjes. Hij spande alle krachten in om ze te bereiken, maar de afstand die hem nog van hen scheidde werd steeds grooter en grootereen doodelijke afmatting overviel hem en hij stortte in de zee. „Hetis te ver!" zeide hij, uit zijn benauwden droom ontwakend. „Veel te ver!" kirde de duif daarbuiten aan het raam. (Wordt vervolgd.) Baron Van Pallandt van Vanenburg sprak een hartelijk woord van afscheid. Op het gevest is de volgende inscriptie aan gebracht. 27 Februari 18S1 (De dag van Amajuba). Ter zijde Eeresabel, den hoog-edelen gestren- gen kommandant-generaal der Zuid-Afr. Rep. P. J. Joubert aangeboden door eenige vereerders in de Nederlanden. Naar wij vernemen, is het bericht van Reu ter, dat onze Regeering zou hebben toegestemd in het heffen van inkomende rechten in het Congo-gebied, onjuist. Het comité van de Volkspartij in het hoofdkiesdistrict Franeker heeft aldaar een ver gadering gehouden, ten einde zich voor te bereiden voor de Kamerverkiezingen in 1891. Veertien Vereenigingen waren vertegenwoordigd. Op de voorloopige candidatenlijst werden geplaatst de heeien R. Van Zinderen Bakker te Kortezwaag, dr. Vitus Bruinsma te Leeuwarden, G. L. Van der Zwaag te Gorredijk en F. Domela Nieuwen- huis. In het Friesch comité der Volkspartij zal uit dit gros later een definitief candidaat worden gekozen. Verder werd besproken op welke wijze propaganda gemaakt en hoe gehandeld zal wor den bij eventueele herstemming. De verkiezings- kosten zullen worden gevonden uit collecten in de afdeelingsvergaderingen, uit vrijwillige bijdra gen en zoo noodig, uit een omslag over de af- deelingen. De minister van Financiën maakt bekend, dat het saldo van 's Bijks schatkist op 6 dezer bedroeg: bij de Nederl. Bank f 8,240,438.59$ en bij de betaalmeesters f 1,144,493.11$ te zamen f 9,384,931.71. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 11 December. De heer Dijckmeester heeft eene interpellatie aan gekondigd over de exploitatie van de lijn Botterdam- Dordrecht-Nijmegen-Arnhem door de Holl. Sp.-Mij. Bij het voortgezet debat over de Indische begroo ting kwamen de heeren Geertsema en Van Nunen op tegen het stilzitten van den heer Keuchenius, tijdeDS diens ministerschap. De heer Guyot beval krachtig aan eene scheep vaart-regeling ter vervanging van de blokkade van Atjeh. De heer Van Houten juichte zeer het terugtrek ken van Flores toe, dank zij de inmenging der Staten-Generaalhij keurde echter de houding van het Indisch bestuur in de Flores-zaak af. Zijne koffiemotie moet hij verdagen, totdat de Begeering hare plannen zal hebben medegedeeld. Hij komt er tegen op dat de Begeering niets gedaan heeft in zake de koffiecultuur en de opium en de minister geen initiatief neemt tot koloniale hervorming. De heer Domela Nieuwenhuis bestreed sterk den lieer Keuchenius, die als minister niets deed, en de zoogenaamde Christelijke Regeering, die hoog opgeeft van zedelijke beginselen, maar deze miskent door behoud van de opiuminkomsten en voortzetting van den Atjeh-oorlog. De heer Cremer bracht hulde aan den moed van hem, die 't bevel gaf tot terugtrekken der Flores- expeditie. De heer Keuchenius deelde het gevoelen van den heer Nieuwenhuis, dat door de regie het gebruik van opium en de sluikhandel niet zullen worden belet. Hij zag in de Flores-zaak geen reden voor aftreding van den Gouverneur-Generaal. Aan den heer Nieuwenhuis ontzegt hij het recht, zich te beroepen op liet evangelie Gods, waar hij het evangelie der ontevredenheid predikt. De minister van Koloniën ontkende dat de vroegere bestemming der batige saldo's diefstal was, maar erkende, dat die politiek een verkeerde was geweest, die nooit meer dient te worden gevolgd. Hij ver dedigde mede de handelingen van den opperland- voogd in de Flores-zaak. Het algemeen debat werd gesloten. Bij de onderdeelen van Hoofdstuk Uitgaven in Indic zijn enkele punten besproken. Zitting van Vrijdag 12 December. Bij het voortgezet debat over de Indische begroo ting verzetten de lieer Van Houten en de minister van Koloniën zi«h tegen den wensch van den heer Levyssohn Norman om de afgeschafte strafbepaling tegen contractbreuk door inlandsche werklieden wederom in te voeren. Voorts drong de heer Van Nunen aan op ver hooging van het plantloon der koffie, ten einde de Gouvernementscultuur in bloei te doen toenemen. Aangenomen is met 51 tegen 23 stemmen een amendement van de heeren W. Van Dedem en Smidt, om den voorgestelden cursus tot opleiding van inlandsche ambtenaren van 't O. M. te doen vervallen. Mede is aangenomen, met 43 tegen 86 stemmen, een amendement van den heer W. Van Dedem, om de f 23000 voor aanstelling van ijkers van gewich ten te schrappen. Heden voortzetting. IJS-BERICHTEN. Bij de pogingen, door de stoomboot „Ada van Holland" Woensdagavond aangewend om door liet ijs voor de haven van Texel te breken, werd de stuurman over het rad geslagen. De man kwam er gelukkig met onbeduidende kneuzingen af. Met groote moeite bereikte de boot de haven. Gisteren is de haven van Terschelling vol gevroren en met de eb is slechts een gedeelte van het ijs weggedreven, zoodat men daar spoedig ge heel ingesloten zou zitten. Eenige visschers kruisten bijna den gelieelen dag achter de haven om het ijs te vermijdeu. De postboot had reeds veel last van ijs. Binnenlandsch nieuws. Helder. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het Postkantoor alhier, gedurende de tweede helft der maand November C. Boesman, J. H. Booden, S. Seegers, JGoud staart en A. H. Schmeddes, allen te Amsterdam; W. Pais, te llarlingen C. C. van Gessel, te Kra lingen II. J. Velders, te Zutfeii. Briefkaarten. Buiteker en W. Wan, beiden te Amsterdam H. M. Biemau, te HaarlemJ. Roem, Wieringerwaard. Tot lid van den Ge2 meenteraad is gekozen de heer R. D. Kaan. Avenhorn. Men heeft het voornemen ook alhier een ijsclub op te richten. Tegen a. s. Vrijdagavond is de eerste vergadering uitge schreven. Enkhuizen. Bij testamentaire beschikking van wijlen jkvr. Snouck vap Loossen, alhier, is eene som gelds bestemd tot het stichten en in stand houden van eene inrichting aldaar, waar weduwen uit den fatsoenlijken burgerstand een onderkomen kunnen vinden. Om in het gesticht opgenomen te worden, is men verplicht f 1000 te storten en geniet dan, behalve kost en inwo ning, eene toelage van f 300 's raars. Het aan tal plaatsen is echter beperkthoogstens 8 wedu wen tegelijk zullen in de inrichting worden ge huisvest. Benningbroek. De heer van Balen Blanken heeft het souvenir, ter gelegenheid van zijn jubileum, in den vorm eener charrette, niet van de ingezetenen van deze gemeente alleen, maar van die der gemeente Sijbekarspel, waarvan Benningbroek een onderdeel uitmaakt, ontvangen. Kwadijk. De Raad dezer gemeente heeft jl. Woensdag (behalve eene politieverordening) ook behandeld en vastgesteld eene verordening op het brandwezen. De „persoonlijke diensten" bij dezen tak van openbare veiligheid zijn alsnu afgeschaft en een bezoldigd personeel zal dienst doen. Edam. Het bestuur van de „IJsclub" alhier, dat tegen a. s. Zondag de internationale hard rijderij uitschreef, heeft den bekenden kunstrijder, den heer Cordes, uitgenoodigd, dien dag ook in Edam te komen. Sijbekarspel. Door de Vereeniging tegen de bedelarij alhier zullen dezen winter weder pogingen aangewend worden, om behoeftige werk lieden door arbeid 111 staat te stellen, zooveel mogelijk in hun onderhoud te voorzien. Wormerveer. Bij de alhier gehouden hard rijderij op schaatsen is de iste prijs (een zilver remontoir-horloge) behaald door K. Oude, de 2de prijs (een nikkel remontoir-horloge) door W. Sluis en de iste premie (een paar Friesche Schaatsen) door L. de Jong alhier. Amsterdam. Men meldt het overlijden van den heer H. De Veer, hoofdredacteur van „het Nieuws v. d. Dag", voorzitter van den „Nederlandschen Journalistenkring".' In Hendrik De Veer verliest de Nederland- sche letterkunde een ijverig en verdienstelijk schrijver, wiens „Trouringh voor het Jonge Hol land", Jindertijd in navolging van „Monsieur, Madame et Bèbè" geschreven, alleen reeds in staat zal wezen, zijn naam in herinnering te houden, terwijl zijn „Frans Holster" tot de degelijke romans van onzen tijd behoort. Ook als redacteur van „Los en Vast" en van „Eigen Haard" schreef De Veer veel, meestal schetsen en novellen, die van zijn talent getuigden. Arnhem. Op 82jarigen leeftijd is alhier over leden de oud-gouverneur-generaal van Nederl.- Indie, mr. L. A. J. W. Baron Sloet van den Beele. Marine en Leger. Op de begrooting van Marine is alsnog f150,000 meer aangevraagd voor de voortzetting van den bouw van de oorlogsschepen „Prinses Wilhelmina der Nederlanden" en „Beinier Claeszen". De kapt. ter zee titulair F. J. P. M. Mulder, inspecteur over het loodswezen, betonning, bebakc- ning en verlichting te Vlissingen, benoemd tot haven meester te Amsterdam, zal in eerstgenoemde betrek king vervangen worden door den kapt. ter zee J. C. de Buijter de Wildt, thans inspecteur over het loodswezen, enz. in het 3de district te Amsterdam. De luit. ter zee 1ste kl. L. Haremaker zal, naar wij vernemen, den heer De Ruijter de Wildt op volgen. De kapt.-luit. ter zee A. J. Krabbe, behoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip alhier en belast met het hevel overllr. Ms. stoomschoener „Dolfijn", wordt, onder eervolle ontheffing van genoemd bevel, met 27 December a. s. op non-activiteit gesteld en vervangen door den luit. ter zee 1ste kl. J. H. Mijer. Gisteren kwam te Amsterdam van hier een de tachement machinisten, vuurstokers en mariniers, hetwelk, vermeerderd met de mansch appen uit Am sterdam, hedenochtend onder bevel van den luit. ter zee A. M. P. C. van de Laar, naar Botterdam is vertrokken en zich heeft ingescheept aan boord van het stoomschip „Batavia", van de Rotterdam- s"he Lloyd, met bestemming naar Oost-Indië. Te Botterdam werd het detachement voltallig gemaakt door manschappen uit Hellevoetsluis. Aan de K. M. Academie te Breda is Woensdag overleden de cadet van het 2de studiejaar van het wapen der art. h. t. 1. J. O. Stuffken. Door den konstabel v. k. J. Bakker, behoorende tot de rolle van Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam, is met zeer gunsligen uitslag aan boord Hr. Ms. artillcrie-instructieschip „Aruba" alhier examen af gelegd voor konstabel-majoor. Door de firma P. Smit, te Slikkerveer, zal ten behoeve der Marine geleverd worden een achter wielsloep, en is de commandeur der scheepslieden J. Steinrath belast met het toezicht bij denhouw. In plaats van den gepensionneerden portier J. O. Mook, bij 's Bijks werf alhier, is als zoodanig be noemd de takelaar J. Wigman. Den 15 dezer zal een herhalings-cursus over spar- torpedo's aanvangen voor konstabels, stuurlieden eu kanonniers, te Hellevoetsluis aanwezig. De com mandant van den torpedodienst aldaar, wijst voor dien cursus een instructeur aan. De bootslieden, bootsmansmaats en kwartiermees ters zullen aan boord der bodems, waarop zij dienen, onderricht ontvangen, betreffende spartorpedo's dit wordt gegeven door een officier van het schip, waarop bedoelde onderofficieren dienen. Binnenkort kan het definitief verslag van de commissie voor de Indische Marine-aangelegenheden worden tegemoet gezien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1890 | | pagina 2