HELDERSCHE- NIEU WEDIEPER COURANT Jaargang 49, M. 14. Zondag 1 Februari 1891. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. PREMIEPLAAT. 71) DOLORES. De Heer Land in en buiten de Kamer. En desespereert nimmer I" Jen Pietersz. Coen. Het Vaderlandt ghetrouwe Blijf ick tot in den doot. VersoliUnt iociorcn Oinsaag, Donderdag en Zatordag. Abonnementsprijs por 3 maanden. Voor do courant binnen de gemeente f 0.70, met Zondagsblad f 1.05 i, n naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.85 naar alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost- Indic en Amerika) 1.75, 2.10 n n naar Znid-Afrika2.50, 8. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. HELDER. Pr ij s der adver ten tien: Van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Ingezonden medcdeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnsschon den tekst, per regel 15 et Advertentiën voor liefdadige doeleinden5 Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 Agenten in het buitenland: België, Mr. N". Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic/^ Aan onze abonnés, die een premieplaat aanvroegen, met verzoek om spoedige opzen ding, wordt hierbij medegedeeld, dat wij vooralsnog aan dat verzoek niet kunnen voldoen, De fraai uitgevoerde gravure kunnen wij slechts voor den lagen prijs van f 1.25 verschaften, indien wij zelf minstens 300 exemplaren nemen. Daar dit getal tot heden nog niet is bereikt, verzoeken wij hun, die een plaat verlangen, dit ten spoedigste op te gevan, des te eerder kunnen wij leveren. De gravure is bij de firma DE BUIS0NJÊ Zn. en bij den Heer MAAS, boekhandelaren alhier, te bezichtigen. De lijst, waarin die gravures vervat zijn, is natuurlijk niet onder den prijs begrepen. Wij leveren alléén de plaat. BERICHT. Wij kunnen, tot onzen spijt, onzen abonnés op het Zondagsblad buiten deze gemeente heden niet het vervolg zenden van ,,EDITH EN N0RA" en „MIJN EERSTE MQ0RD." Ofschoon het deze week wel gedrukt is, belast de administratie van de posterijen alhier dit bijvoegsel met een cent port. Of dit te recht of ten onrechte geschiedt, zal de bevoegde autoriteit moeten uitmaken. Tot zoolang verzenden wij deze vervolgen, die wij onzen abonnés toch reeds gratis verstrekken, niet buiten de gemeente, maar zullen ze voor allen bewaren, tot de verhalen compleet zijn en dan in eens zenden. Kemlleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Courant. Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM. (Uit het Duitse h.) Voor de kapel, die grijs en verweerd onder het dichte bladerendak te voorschijn kwam, stonden twee bedienden met fakkels zij hadden een nadere weg genomen, om het gezelschap af te wachten. De hertog zette zich dadelijk neder op een steenen bank voor de deur. „Ziezoo Gij kunt nu doen wat ge wilt, ik blijf hier verklaarde hij behagelijk. Ook bij de anderen was de lust om in het graf af te dalen niet groot meer men talmde voor de geopende deur, totdat Dolores tot prinses Lolo zeide „Welnu, Doorluchtigheid, moet ik dan beneden alleen de honneurs gaan waarnemen?" Bij de kleine prinses was ook alle lust reeds lang vergaan zij had doorgezet, wat zij zich in het hoofd had gehaaldmeer wilde zij eigenlijk niet en toen zij voor de kapeldeur stond, die spookachtig verlicht werd door de fakkels, begon haar hazen- hartje merkbaar te beven en te kloppen. „Gaat gij mede vroeg zij beschroomd, terwijl zij Falkner aanzag. „Zekerzeide deze. „Ik heb daar bene den ook mijne rechten, evenals mijne nicht, de slotvrouw m. (Slot.) Als wij nog enkele oogenblikken wijden aan marine-belangen, dan ligt het in den aard van het te behandelen onderwerp en is dit alleen te wijten aan het verlangen, daarbij be langhebbenden overtuigende bewijzen te geven, tot erkenning van recht. Spoedig hopen wij ook de aandacht te vestigen op hetgeen de heer Land voor algemeene en andere belangen heeft gedaan. Wij vestigen dan in de eerste plaats de aandacht op het volgende Bij de behandeling van de vaststelling der begrooting van Ned.-Indié voor 1890 stelde de heer L. een amendement voor, strekkende om de onderafdeeling 50, Personeel der Zeemacht, te vermindei-en met f 16.800. Waarom? Omdat in bijlage C voorkwamen vier kapitein-luite nants ter zee, door Koloniën betaald, die niet verstrekt werden. De commandementen werden waargenomen door luitenants ter zee iste kl. en de heer L. toonde aan, dat het voor de Marine zelfs niet mogelijk was, die vier oversten tc verstrek ken. Trouwens de minister antwoordde zelf, dat het de bedoeling niet was om die vier oversten uit te zenden. Hoewel nu de minister zich in beginsel daar tegen verklaarde, nam hij toch het amendement over, een bewijs dat de gronden, die de heer L. aanvoerde, juist waren. Het verkregen suc ces was eene bezuiniging, die al jaren lang had kunnen worden ingevoerd, maar aan den heer L. is het te danken, dat het ten minste thans is ingewilligd. Bij de beraadslaging der Staatsbegrooting voor datzelfde jaar, greep de heer L. andermaal krachtdadig in. Door de Commissie van rap porteurs was eene vermindering voorgesteld van het onderartikel 25, „vaste tractementen van het corps zeeofficieren", met f 12000. De heer L., voorzitter van de Commissie van rapporteurs, lichtte dat amendement toe, door, evenals hij herhaaldelijk had gedaan, op de menigvuldige non-activiteiten te wijzen „Wanneer nu," zeide hij o. m., „het amen dement niet wordt aangenomen, dan wordt het getal officieren ongeveer met 20 uitgebreid en „Welk een bittere scherts!" zeide Dolores ernstig en gelaten. ,.Ik sluit mij ook aan," verklaarde dokter Rusz, tot groot misnoegen zijner vrouw en deze vier betraden de kapel, gevolgd door Ramo, die een lantaarn had aangestoken en daarmede bijlichtte. De kapel werd van binnen verlicht door een steeds brandende lamp, die geheel van zilver was. Het altaar, waarop vroeger door een priester zielmissen gelezen werden voor de eeuwige rust der hier bijgezette Falkners, zag er rijk en prachtig uit. Onder het maken van een kruis bogen Dolores, Falkner en Ramo voor het geslo ten tabernakel. Daarna opende men een getralied hek, dat toegang verschafte tot een steile, maar breede trap, en door Ramo voorgegaan, daalde men deze af. De trap kwam uit in een soort kelder, in welks gewelfde nissen graftomben stonden van alle grootten, waarvan velen nog bedekt waren met verdorde kransen. „Hu, hoe verschrikkelijk fluisterde de prinses, half weenende, „Dit zijn allen graven uit den laatsten tijd," verklaarde Falkner. „De eigenlijke grafkelder ligt achter gindschen deur en dit vertrek werd vroeger tot kapel gebruikt, maar toen de grafkelder te klein begon te worden, hebben zij het hierboven tot een kapel ingericht. Tempus fugit," voegde hij er beteekenisvol bij. „Tempus fugit," herhaalde dokter Rusz. „Het toekomstig geslacht zal ook wel weer een andere plek voor zijn laatste rust- wordt de ongunstige toestand nog slechter; dan zullen er het geheele jaar non-actief zijn 61 offi cieren van de 128 luitenants ter zee 2de klasse. Die toestand kan niet aanvaard worden daar tegen moet in den tegenwoordigen toestand worden voorzien. Welke toestand zal er nu geboren worden De 30 officieren die hier worden benoemd, zul len eigenlijk en feitelijk zijn reserve-officieren zij zullen permanent non-actief zijn. Dit blijkt daaruit, dat voor traktement voor die officieren is uitgetrokken eene som van f18000. Men maakt derhalve kapiteins en iste luite nants, wier bruto-inkomsten zal zijn f 900 per jaar. En dat is eene bezoldiging die niet met de betrekking overeenkomt. De non-activiteit is een zware last voor de zeeofficieren. Men kan zeggen dat hebben zij vooruit geweten toen zij in dienst kwamen, en ofschoon dat argument nu niet zeer klemmend is, heelt het toch een schijn van billijkheid. Maar is het nu recht om het aantal officieren weder met 20 te vermeerderen, zoodat werkelijk de non-activiteit wordt vergroot, en de positie voor allen ongunstiger dan waarop gerekend kon worden Ik meen dit uit een oogpunt van recht te kunnen ontkennen. Om al die redenen meent de Commissie van Rapporteurs de aanneming van het amendement te mogen aanbevelen. En alweder bewees de minister zelf, dat het geen de heer Land (wij bedoelen de Commissie van rapporteurs, waarvan de heer L. voorzitter was) vroeg, op juiste gronden rusttewant hij gaf blijk van toenadering, door het artikel met f 4000 te verminderen. Toch kon de Commissie, in weerwil van deze daad van courtoisie haar amendement niet intrekken, al waardeerde zij het, want zij zou, zooals de heer L. opmerkte, daarmede de eerste stap gedaan hebben op een pernicieusen weg. Wel wilde zij het met f4000 verminderen, maar verder ging zij niet. En in stemming gebracht werd het amendement van de commissie aangenomen met 70 tégen 14 stemmen. Ons dunkt, dat dit succes door alle zeeofficieren met vreugde moest zijn begroet. Wees de heer L. hiervoor op de wijze waarop het departement van Marine aan Oost-Indie een te groot personeel in rekening bracht, hij ves tigde ook, bij diezelfde gelegenheid, de aandacht op de te kleine sterkte aan officieren-machi nist, en verkreeg, door zijn amendement tot vermindering van den post Personeel der zee macht met f 4440, dat hij introk, toen de mi nister voldoende inlichtingen verstrekte omtrent de gerezen twijfel aangaande de noodzakelijk heid der aangevraagde som, verkreeg daardoor zeggen wij, van den minister de belofte, dat de steeds ontbrekende officier- plaats moeten inrichten." „Er is hier nog plaats voor de twee laatste Falkners," zeide Dolores nu, zonder ling bewogen. „De nissen zijn gevuld maar hier, midden in dit vertrek, is nog plaats voor twee graven en door dat tralie- venstér zullen zij steeds door de morgenzon kunnen worden beschenen en de woudlucht zal vrij -over hen kunnen heenstrijken. Het zijn de beste plaatsen en niemand zal „het laatste Valkenpaar" hier kunnen deeren, want als de laatste in dit graf is afgedaald, zal de deur van dit gewelf worden toege- metseld en de eeuwig brandende lamp wor den uitgedoofd „Maar wie zal dat laatste Valkenpaar zijn vroeg prinses Lolo kleurend en toen niemand antwoordde, stiet zij een zachten kreet uit. „Gij beiden?" fluisterde' zij, terwijl zij op Alfred en Dolores wees. „Wie weet het zeide de eerste en liep toen naar de gesloten deur toe, om die te openen, terwijl Dolores de profetische woor den der Vrijvrouwe invielen. Verschwindenscheen de echo te roe pen, hoewel het woord niet eens was uit gesproken. De ruimte, welke zij nu betraden, was aanmerkelijk kleiner en de duffe graflucht, die in het groote gewelf heerschte, werd men hier niet gewaar. Van de naakte mu ren hingen nog stukken zwart linnen af, waarmede zij vroeger tot „pompe fonèbre" „Nu zullen wij kunnen oordeelen, of de machinist voor Batavia zou wor den uitgezonden. Voor de verwezelijking van die belofte en de voorgestelde uitbreiding van het aantal officieren-machinist, komt een woord van lof toe aan den minister, maar ook een woord van dank aan den heer L., die zeer veel bijdroeg tot dezen stap in goede richting. Gaan wij nu na wat de afgevaardigde van het district Helder deed in het algemeen belang, hoedanig hij ook dat gedeelte van zijn mandaat naleefde, dan stellen wij op den voorgrond onze opinie, vaak niet gedeeld, dat een afgevaardigde naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal niet moet zijn speciaal vertegenwoordiger van het district, dat hem afvaardigde, maar vertegenwoor diger' van het geheele Nederlandsche volk, d. w. z. dat hij niet geroepen is bij voorkeur zijn invloed, zijn gewicht in de schaal te werpen voor de be langen van zijn district, maar in de eerste plaats voor die van geheel Nederland en eerst in de tweede plaats voor die van zijn district. Dat dit de roeping is van een afgevaardigde, wordt niet altijd even juist begrepen. Het doet ons daarom genoegen dat wij, wat den heer Land betreft, die uit den aard der zaak Marine-speci aliteit is, op dat juistere begrip kunnen wijzen. Een paar voorbeelden 'tot staving onzerbe- wering. Het groote gevaar, dat de berri-berri voor het Indisch leger en de Marine oplevert, deed hem aandringen (zitting van 30 Nov. '88) op verbetering der voeding. Toen in Japan de berri- berri heerschte, zeide de heer Land ongeveer, begon men betere voeding in te voeren. Men gaf meer melk, meer vleesch en minder rijst. Het gevolg daarvan was, dat het getal berri- berri-lijders in één jaar tijds van 26°/0 daalde tot 13% en het volgende jaar gedaald was tot 0.56 7o> terwijl eindelijk de ziekte geheel ver dween. Vroeger werd op Atjeh ook melk ver strekt. Toen de vredestoestand werd geprocla meerd hield dat op. Met het oog op de goede resultaten, in Japan verkregen, drong de heer L. dus aan op het verbeteren der voeding door het verschaffen van levensmiddelen van hoogere voedingswaarde en lichtere verteerbaarheid. Bij de Marine bestaat vrij algemeen de meening, dat de berri-berri ook zonder desinfectie ver dwijnt, wanneer slechts versche levensmiddelen worden verstrekt en deze meening is steeds ge bleken juist te zijn. Tegen het verplicht examen voor stuur lieden der koopvaardij waarschuwde de heer Land in de zitting van 14 December 1888, toen hij zeide„De eischen, die bij onze examens gesteld zijn aan de stuurlieden, gaan mank aan eene groote mate van opdrijving, om niet te zeggen overdrijving. Wij eischen van den zee schilder der booze Vrijvrouwe" werkelijk in zijn werk heeft mogen slagen," zeide dokter Rusz. Hij wenkte Ramo en deze hield zijn licht boven drie prachtig bewerkte grafsteenen. Op de middelste was aan de voet van het kruis een plaat aangebracht, waarop duide- lijk den naam „Dolores, Vrijvrouwe von Falkner,, te lezen stond. Dokter Rusz en Falkner schoven den steen van zijn plaats, waardoor een looden kist zichtbaar werd, en toen het deksel hiervan werd opgelicht, aanschouwde Dolores, met een kreet van de grootste verrassing, daarin een gestalte, van wier hoofd het zelfde goudkleurige haar neder viel, als zij had en naderbij tredende kon zij ook de wel is waar geelgewordene gelaatstrekken van de „booze Vrijvrouwe" herkennen. Gehuld in een met zilver door werkt wit damast kleed, scheen zij te slapen. Hare smalle, witte handen, welke uit over geslagen kanten manchetten te voorschijn kwamen, lagen gevouwen over hare borst, die slechts even bedekt werd door een fijn, kanten kraagje en om haar hals was een dun gouden kettinkje geslagen. Hevig ontroerd zag Dolores neer op de vrouw, wier gelaatstrekken zij droeg onwillekeurig vouwde zij de handen en wer den hare oogen vochtig, toen zij daar het lichaam voor zich -zag van de ongelukkige, die, gedurende haar leven zoo teeder bemind, zoo zwaar geleden had Daar klonk plotseling een gillende kreet door het stille grafgewelf (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1