HELDERSCHE- NIEUWEDIEPER COURANT. Jaargang 49, M. 16. Vrijdag 6 Februari 1891. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. DOLORES. tEc doseapereert nimmer 1 Jtn Pittersz. Coen. Het Vaderlandt ghetronwe Blijf ick tot in den doot: Wilhelmuslied. Versotiljiit lederen Dinsdag, Donderdag ©n Zaterdag. Abonnementsprijs per 8 Voor de courant binnen de gemeente 0 naar de overige plaatsen van Nederland tr g nanr alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost- Indië en Amerika) 00 naar Zuid-Afrika maanden. f 0.70, met Zondagsblad f 1.05 0.90, 1.35 1.75, 0 2.50, REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. H 15 LDEB. Prijs der advertentiën: Van 1—5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, nnnr gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Ingezonden mededeeliugen en aanbevelingen, geplaatst tusschcn den tekst, per regel 15 et Advertentiën voor liefdadige doeleinden5 Dienstaanbiedingen voor den werkenden standn Agenten in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic. Het Zoölogisch Station. Het bezit van eene stichting in onze gemeente, waarop geen enkele stad van Nederland kan bogen, het bezit van een Zoölogisch Station, legt ons ook de verplichting op, eenige belangstelling voor die wetenschappelijke inrichting te toonen, en daarom meenen wij velen van onze lezers geen ondienst te doen, door de mededeeling van hetgeen de directeur daarvan in de gewone huishoudelijke vergadering van de Nederlandsche Dierkundige Yereeniging, op 80 Nov. 1890 in Natura Artis Magistra te Am sterdam gehouden, mededeelde De heer Hoek zeide o. a. het volgende Wat het gebruik aangaat, zoo zag het Station de heeren dr. G. C. J. Vosmaer, assistent aan het Zoölogisch Laboratorium der Utrecbtsche hoogeschool en J. C. Koningsberger, Assistent aan het Bo tanisch Laboratorium dierzelfde Hoogeschool, langeren tijd binnen zijne muren aan het werk. Dr. Yosmaer onderzocht bouw en ontwikkeling van den schedel der kraakbeenige visschen, de heer Konings berger hield zich met de studie van dieren van verschillende groepen bezig, bereidde zich voor voor onderzoekingen, door hem in te stel len in onze oudere zuster-instelling in Napels. Ik zelf maakte voor zooverre mijn ambtsbezig heden mij tijd overlieten eveneens met veel genoegen van de nog wel onvolkomen, maar toch in vele opzichten voor onderzoek gunstige gelegenheid gebruik en zette mijne in Napels be gonnen onderzoekingen omtrent den bouw der voortplantingsorganen van de visschen in het Heldersche. Station voort. Dat onderzoek zal mij waarschijnlijk nog langeren tijd bezig houden en zeer ongaarne zou ik mij daarom reeds nu over door mij verkregen resultaten uitspreken. Toch wil ik er op wijzen, dat het verblijf te Hel der mij telkens in de gelegenheid heeft gesteld zulke visschen in geheel verschen staat te onderzoeken, die men anders slechts zelden in handen krijgt. Ik noem hiervan de hors (Caranx trachurus), de makreel (Scomber scomber), de koning van de poon (Mullus surmuletus), het barnasmannetje (Aspido- phorus cataphractus) en andere. Ik was verder in de gelegenheid verschillende personen, zoo in- als buitenslands, met het toezenden van onderzoekings materiaal van dienst te zijn. Ik twijfel er geen oogenblik aan, of ook in deze richting zal het Station op den duur in menige behoefte kunnen voorzien. Slechts koestere men in deze nog geen te stoute verwachtingen 1 Het Station beschikt niet zooals b. v. bet Napelsche over een staf van meer en minder ontwikkelde verzamelaars, aan welke men slechts zijn wenschen behoeft ken baar te maken, om ze binnen weinige uren bevredigd feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Courant. JRoman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM. (Uit het Duitse h.) „Zij zal weenen, hij zich trotsch verheffen en de geheele dwaze zaak loopt op niets uit!" dacht zij, niet zonder bitterheid. Zij vermoedde niet, van hoeveel waarde déze zelfbeheersching voor haar was, want dokter Rusz sloeg scherp acht op haar en als hij slechts eenige ontroering bij haar had ontdekt, of slechts een verradelijken blik hoeveel hangt in het leven niet dikwijls :af van dat enkele woordje „als" Toen gravin Schinga eene hartstochtelijke arhapsodie van Liszt gespeeld en Dolores met waste, heldere stem eenige liederen gezongen had, maakte het gezelschap zich gereed, huiswaarts te keeren en Dolores nam afscheid van hare gasten, alsof er niets was gebeurd, wat de harmonie van dezen avond had kunnen verstoren. „Dat was een belangwekkende avond," zeide dokter Rusz, toen hij Dolores goeden nacht wenschte. „Och ja het zijn werkelijk aangename buren," antwoordde zij, zonder die dubbel zinnige woorden te willen begrijpen. „Het is maar jammer, dat dat blonde prinsesje hare romantische gedachte, om 's nachts een grafkelder te bezoeken, zoo te zien. De omgeving van HelderNieuwediep, schoon de rijkste van ons gansche kustgebied, levert een betrekkelijk geringe verscheidenheid van bewoners op en voor wat verder in zee te verzamelen is, hangen wij voorloopig nog geheel van den goeden wil en de belangstelling der te Helder bun vangst lossende visschers af. Zeker dat moet anders worden 1 Men meene echter niet dat bet gemakke lijk zal zijn in deze behoefte te voorzien. Wat daarvoor noodig is, is een stoomschip van genoeg zame zeewaardigheid om er zee mee te bouwen, al waait bet een weinigDat vaartuig moet ten minste zoo groot zijn als een der transportstoom schepen bij het loodswezen in gebruik en er zal nog heel wat water door het Texelscbe gat naar zee stroomen, vóór de Vereeniging een der gelijk vaartuig zich kan aanschaffen, bemannen en gebruiken kan. Yoorloopig blijft misschien nog wel een beetje lang een dergelijk stoomschip tot onze vrome wenschen behooren. Ik wil echter een op hetzelfde gebied thuis beboorende, maar veel be scheidener wensch bier uitsprekenhet Station heeft dringend behoefte aan een eigen roeiboot, model vlet, met zeiltuig, euz. Hadden wij die, dan konden wij ten minste in de haven en met goed weer op de ree met de pelagische netten visschen en ons althans gedeeltelijk zelf helpen. In dit jaar lieten onze financiën niet toe deze uitgave te doen en ik vrees, dat ook in '91 de middelen daartoe niet zullen strekkeu. Voor andere inrichtingen is het uitspreken van een wensch vaak voldoende om ze bevredigd te zien zou er voor ons Station minder sympathie bestaan dan voor zoo menige andere instelling P Na vervolgens rekening en verantwoording te hebben afgelegd, gaat de heer H. aldus voort Uit deze rekening en verantwoording blijkt, dat de beschikbare geldmiddelen ons inderdaad in staat gesteld hebben onze inrichting tot stand te brengen. Het past hier nog eens een woord van hartelijken dank te richten tot hen, die door ruime giften of door het nemen van aandeelen, krachtig hebben bijgedragen om bet benoodigde kapitaal bijeen te brengen. Aan de jongere, aan de werkende leden onzer Vereeniging te toonen, dat de in onze instelling gestoken gelden geen dood kapitaal zijn, maar rente afwerpen der wetenschap, die ons dier baar is, tot voordeel! De voor de exploitatie van bet station gedurende 1890 beschikbare gelden zijn verkregen door de regeeringsbijdrage, door de huur van de door mij als adviseur in visscherijzaken in gebruik genomen vertrekken en eindelijk door de jaarlijksche hydra- gen van in onze instelling belangstellende personen en van het genootschap Natura Artis Magistra. Wij gevoelen onder groote verplichting te staan bij onze milde gevers, en dat in de eerste, in de voornaam ste plaats bij Z. E. den minister van Binnenl. Zaken voor de krachtige wijze, waarop hij ons station subsidieert. De regeeringsbijdrage stelt ons zwaar heeft moeten boeten," ging hij glim lachend voort. „Wie weet echter, waartoe het goed is, dat zij daarbij haar hartsgeheim verried," voegde hij er in gedachten bij. „Het zal daar op Monrepos wel stormen, maar na storm schijnt de zon gewoonlijk nog helderder." „Het is te hopen!" antwoordde Dolores. Tot een flinken storm kwam het op Mon repos echter niet; de lucht werd nauwelijks gezuiverd door een onweerswolk. De hertog had dienzelfden avond nog een lang onder houd met zijne twee oudste kinderen en daarna een veel korter met Falkner, die nogmaals alle schuld op zichzelf laadde en de liefde der prinses voor hem dus in een ideaal licht stelde. Prinses Alexandra, die veel met idealen ophad, bracht hare hooge gedachten van het vorstendom ten offer aan hare overtuiging en hare aan dweeperij grenzende zusterliefde en verklaarde zich voor eene verbintenis, die bestreden werd door den erfprins uit principe en door den hertog, omdat deze het zijn plicht achtte, eene mésalliance te verhinderen. Dat Falkner geen rijkdom bezat, was voor hem van geen gewicht. „Zijne kinderen zullen verzorgd zijn deze erven den Valkenhof," zeide hij. En God zij gedankt, ik heb genoeg om het leven mijner dochter steeds zoo aangenaam moge lijk te maken." Prinses Alexandra zegevierde echter met hare argumenten. Zij schilderde haren vader zonder terughouding het karakter harer bovendien in staat bun, die zich voor het instellen van een onderzoek in ons Station, tijdelijk te Nieuwediep willen vestigen, bet verblijf aldaar gemakkelijker te maken door hun een kleine som daags als vergoeding voor de allernoodzakelijkste onkosten uit te keeren. Een vast bedrag zal daar voor jaarlijks beschikbaar gesteld worden alleen zij, die zich tijdig daarvoor aanmelden, kunnen voor die vergoeding in aanmerking komen. Nog in een ander opzicht heeft het 't Station dit jaar niet aan belangstelling ontbrokenwij kregen bij herhaling bezoek. Behalve de u reeds bekende personen, die de openingsplechtigheid met hunne tegenwoordigheid opluisterden, mag ik o. a. i de bezoeken vermelden van den Voorzitter (mr. E. j N. Rahusen) en den Secretaris (prof. J. T. Buys) I van het Collegie voor Zeevisscherijen, van Dr. Kaiser, 's Rijks Adviseur-Verificateur vau Zeevaart- j kundige Instrumenten, van Prof. Haswell uit Mei- bourne, van Dr. Heincke uit Oldenburg, Dr. Rhum- bier, Dr. Ehrenbaum en Eischmeister Hinkelmanu uit Kiel, te zamen den wetenscbappelijkcn staf vormende aan boord van eeii stoomtrawler, gehuurd voor een wetenschappelijk onderzoek in de Noord zee. Op een anderen dag vereerden de Heeren Legrand, Gezant van Frankrijk bij de Nederland sche Regeering, Rigaux, Fransch Hoofdingenieur, Bourguin, Fransch en Maes, Belgisch Ingenieur ons Station met een bezoek. Op een buitengewoon fraaien Octoberdag bezochten Prof. Ernst Haeckel en Max Fürbringer, begeleid door onze medeleden Max Weber en Georg Ruge onze instelling en aangenaam was het mij op onmiskenbare wijze te bespeuren, dat ook zij met onze wel eenvoudige maar toch practische installatie ingenomen waren. Ik ben hiermede aan het einde gekomen van mijne mededeelingen over onze nieuwe inrichting. Ik acht het onnoodig haar iu uwe belangstelling aan te bevelen. Laat mij trachten mij de schoone taak, die ge mij hebt toevertrouwd, waardig te maken, maar wilt mij daarbij steunen door voor uw onderzoekingen van het station een ruim ge bruik te maken. In de openingsrede van den voorzitter, den heer van Bemmelen, lezen wij nog het volgende Het is hier de plaats om er op te wijzen, dat voor hen, die van het Zoölogisch Station der Yer eeniging gebruik maken, het niet enkel de aan de Vereeniging toebehoorende boekwerken zijn, die hun bij hunne onderzoekingen ten dienste staanimmers ook de boekerij van den beer Hoek en die van het Collegie voor de zeevisscherijen zijn in het gebouw geplaatst en wij zijn er zeker van, dat voor elk be zoeker ook bet gebruik dezer verzamelingen open staat. Verder blijkt ook dat bet aan belangstelling voor de nieuwe stichting bij onze ingezetenen niet ontbrak. De heer V. B. deelde toch o. a. ook mede De vestiging van den Directeur in het nieuwe zoo snel verrezen gebouw wierp al spoedig ook zijdelingsche vruchten af. Verschillende bewoners zuster met al zijne zwakheden af; zij stelde hem al de gevaren voor, waaraan zulk een karakter is blootgesteld en verklaarde, dat alleen het toegeven aan de neiging van haar hart, deze zou kunnen afwenden. Toen de hertog nog steeds alles afweerde, waagde zij een laatste, sterke poging. „Papa, denk aan onze moeder; ge weet, hoezeer Lolo haar gelijktzeide zij zacht en met gloeiende wangen. Nu liet de oude hertog treurig zijn grijs hoofd op de borst zinken en hij dacht aan dien moeielijken tijd, waarin de hoogzalige hertogin, zonder eenige liefde voor hem te gevoelen, zijne vrouw werd, en hoe later eene andere -hevige liefde in haar hart was ontstaan. Hij wist echter ook, wat het zijne dochter gekost moest hebben, om een beeld te voorschijn te roepen, dat hij en zijne kin deren hadden bedekt met een sluier van vergeving en medelijden en hij begreep nu hare zieleangst voor dat kind, waarvoor zij meer dan een zuster, waarvoor zij eene moe der was geweest. Toen Falkner zich na middernacht ter ruste begaf, was hij als de verloofde van de kleine prinses, en als aanstaande schoonzoon van den hertog van Noordland erkend. Op beide hoedanigheden was hij trotschde on omwonden liefde van het bevallige vorsten kind deed hem wel aan en tevens gevoelde hij zich gevleid bij de gedachte, verwant te worden aan dit regeerende huis. Op den Valkenhof was ook alles in eene nachtelijke stilte teruggekeerd en de jonge alotvrouw lag in een verkwikkende slaap, van de gemeente Helder gaven blijken van belang stelling, onder anderen door toe te treden tot bet lidmaatschap, zooals de burgemeester C. A. Beuken kamp, de kapt.-luit. ter zee O. C. A. J. Moreau, de postdirecteur P. Polvliet, de stationschef P. E. van Renesse, de Instituteur D. A. G. Vastenou en het hoofd eener school W. Westendorp. Ten slotte vinden wij nog in het verslag de mededeeling van den heer Maitland van de ontdek king eener voor de fauna nieuwe visch, een exem plaar van cotlus bubolis, die door een visscher van hier vermoedelijk op Texelstroom was gevangen. Het dier werd door genoemden heer ter vergadering vertoond. Wij hopen en vertrouwen dat deze nuttige in richting zich in eene blijvende belangstelling van onze ingezetenen zal mogen verheugen. NEDERLAND. HELDER, 5 Februari. Evenredig schoolgeld. Men wil wel eens betwisten, dat het evenredig schoolgeld met de wet zou zijn overeen te brengen. Het bewijs, dat dit bezwaar tegen dat zeer billijke stelsel ongegrond is, levert nu weer een verordening van de gemeente Hemelumer Olde- huert te Nóordwolde, waarbij de schoolgeld- heffing is geregeld naar den hoofdelijken omslag. De minister Lohman heeft verklaard, tegen die regeling alleen dit bezwaar te hebben, dat hij de progressie wat sterk vindt en vermindering van schoolgeld voor het tweede en meer kinde ren uit één gezin eischt. Tegen het beginsel der evenredigheid naar het belastingkohier heeft hij dus niets in te brengen. De plannen tot reorganisatie van den Raad van toezicht op de spoorwegen, in verband met den nieuwen toestand op spoorweggebied, zijn dezer dagen gereedgekomen. De Raad zal met eenige leden, onder wie een rechtsgeleerde, worden uitgebreid, terwijl het ambtenaarspersoneel bij het college versterkt zal worden. De tegenwoordige voorzitter van den Raad van Toezicht zal, bij het in werking treden der nieuwe regeling, zijn betrekking neerleggen, een en ander met ingang van i Juli a. s. Aan de leden van de Eerste Kamer is een schrijven gericht door enkele eigenaars en be heerders van cultuur-ondernemingen in de kolonie zonder gekweld te worden door zware droo- men. Toen mevrouw Rusz, die in een op gewonden toestand over hetgeen dien avond was voorgevallen, zich ter ruste had bege ven, eindelijk was ingeslapen, stond haar echtgenoot zacht op. Rusteloos en zonder eenig geraas, alsof hij op gummi-zolen liep, schreed hij de kamer op en neer en dacht na, dacht na, dacht wa, totdat de eerste schemering van den opkomenden dag door de gesloten gordijnen heendrong toen eerst legde hij zich neder en stond een paar uren later op en toen hij, na zich met een koud bad verfrischt te hebben, zijne vrouw aan het ontbijt vond, vermoedde deze volstrekt niet, dat hij niet alleen bijna niet geslapen had, maar ook niet, dat hij den geheelen nacht in diepe overpeinzing-én had doorge bracht. Een paar uren later liet hij zich aandienen bij Dolores. Hij vond haar in de torenkamer, voor haar schrijftafel gezeten en met boeken en papieren voor zich. „Altijd bezig, altijd aan den arbeidzeide hij, hare hand kassende. „Wat is er aan te doen? Engels dwingt mij er toe," zeide Dolores glimlachende en tevens zuchtende. „Hij heeft geen rust, voor ik de boeken en bewijsstukken zelf heb vergeleken. En daarbij is er niets, waarvan ik zoo'n afkeer heb, dan van rekenen. Maai', „ik ben dien droogen toon nu ook moede" I" voegde zij er overmoedig lachende bij, sloeg het boek dicht en legde er de hand op. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1