het Eerekmis vonr dienst in Atjch is ten dool ge
vallen, maar ook de eer van tot ridder der Militaire
Willemsorde' te worden "benoemd. Wanneer men
daarbij nagaat, dat diezelfde officier onder zijne
krijgsmakkers in boog aanzien staat, dat hij als
spreker over maritieme zaken builen de Kamer zelfs
is toegejuicht door denzelfden minister, die hem"
thans zoo weinig heeft ontzien en eindelijk dat hij
is afgevaardigd door een district waarin hij zoo hoog
werd geschat, dat hij uit Indië naar het moederland
werd geroepen om de belangen der marine in het
Parlement voor te staan, dan moet de vraag wel
rijzen steekt hier niet wat anders achter
- Ziedaar het oordeel van drie onzer voornaamste
bladen, saamgevat in de vraagSteekt hier
niet wat anders achter? Er is reden
te over om dit te gelooven En indien dit zoo
is, indien men hier te doen heeft met eene even
kleingeestige als onwaardige wraakoefening, zou
dan een ernstig en waardig protest van 's heeren
Lands collega's hier niet op hare plaats zijn
Of heeft de minister niet," door het passeeren van
den heer Land, de geheele marine beleedigd
Is het voor hun, die hem afvaardigden of voor
zijne verkiezing ijverden, in de stellige overtuiging
een hoogst kundig officier af te vaardigen, geen
kaakslag, te ervaren, dat de minister hem onge
schikt verklaart voor den hoofd-officiersrang en
hun alzoo ongeschikt tot het kiezen van een uit
hun midden om de belangen der marine in de
Kamer te behartigen
En wanneer dan het antwoord op de vraag
Steekt hier niet wat anders achter blijkt beves
tigend te moeten luiden, welnu, dan moet
het voor eiken marine-officier een
eer zijn, door dezen minister te
worden gepasseerd!
NEDERLAND.
HELDER, 24 Februari.
In „Recht voor Allen" lezen we het volgende
l)e „Heldersche en Nietnvedieper Courant" meldt dat er
eon scheuring is ontstaan in de Afdecliug van den Hond
Alg. Kies- en Stemrecht, omdat sommige leden in geen ge
val wilden samenwerken met sociaal-democraten. "Waar liet
dus geldt de verovering van een recht dat aan ieder staats
burger toekomt, daar komen de fatsoen li jkeu(?) iu opstand
wanneer anderen, die een andere oplossing van dc maat
schappij wenschen, maar toch de verkrijging van dat recht
op den voorgrond plaatsen, óók voor hun tegenstanders alleen
uit het oogpunt van recht, Zich aan hunue zijde plaatsen.
Als die Heidcrsche bollen uiet begrijpen dat in verecuiging
kraoht schuilt, dan zijn ze gedoemd zichzelf te kisten.
Zonder dc socialisten beteekent hun beweging niets.
O, sociaal-democratische verwaandheid
Natuurlijk zitten die heeren nu erg in de war
en zijn van plan terstond het hoofd in den schoot
te leggen en met de socialisten te gaan samen
werken, alleen uit vrees dat zij anders niets zullen
uitrichten.
Indien men, na ons verslag, nu nog bewijs
noodig had, dat de afdeeling Helder van den
Bond voor A. K. en S. sociaal-democratische
gevoelens koestert, en met die partij zal samen
werken, dan weet men thans waar men zich aan
te houden heeft.
Door den minister van Waterstaat is bepaald,
dat, met ingang van 1 Maart, de werken van
het Noordzeekanaal van den gewonen dienst van
den ingenieur van den Waterstaat te Amsterdam
zullen worden afgescheiden en een afzonderlijken
dienst zullen vormen, totdat de nieuwe groote
werken te IJmuiden en bij Schellingwoude zullen
zijn voltooid.
Met den nieuwen dienst wordt belast de inge
nieur A. A. Bekaar, thans arrondissements-inge-
nieur te Amsterdam, terwijl aan den ingenieur
- van den Waterstaat N. A. M. Van den Thoorn
tegelijk met zijn dienst als sectie-ingenieur bij
den aanleg van het Merwedekanaal zijn dienst
in het arrondissement Amsterdam wordt opge
dragen.
De schrijver der „Brieven uit de Hofstad"
in de „Arnh. Ct." deelt mede, dat hem uit een
particulier bericht, waarvan men hem inzage
heeft gegeven, gebleken is, dat het „verschil van
gevoelen" tusschen den gouverneur en den pro
cureur-generaal van Suriname aan het licht is
gekomen in den weinig gebruikelijken en met
het prestige van het gezag weinig strookenden
vorm van eene vechtpartij óp straat. De beide
hooge heeren zijn eenvoudig ten aanschouwe
der voorbijgangers handgemeen geweest.
De leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal zijn bijeengeroepen tegen den
3 Maart a. s., des namiddags ten 3 ure.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
Zitting van Maandag 23 Februari.
In de Kamer, bij de behandeling van de begroo
ting voor Suriname, vroeg de heer Wertlieim in
lichtingen omtrent de berichten over conflicten en
koelies-mishandeling en over de nakoming van het
politie-strafreglement. Mij wees er op, dat de tegen -
nagelaten te doen namelijk de ontdekking van
den beweegbaren schoorsteenmantel, welke haar
kamer met den noordelijken vleugel verbond.
„Ha," riep dokter Jiusz met belangstelling uit,
„dat zou ik in uw plaats laten sluiten, want al
behoeft men van die zijde nauwelijks een in
dringer te vreezen, is het toch een onaangenaam
iets."
Dolores verklaarde nu, dat Rarno daarvoor reeds
gezorgd had en dat bij ten overvloede nog een
vossenval had neergezet.
„Nu, ik heb het wel gezegd, dat die 11a mo een
parel is!" riep dokter Rnsz schijnbaar zeer vrool ijk
uit. „Het is te wonschön dat hij de vos daarin
vangt. Ik twijfel er echter aan of iemand getracht
heeft op deze wijze bij u binnen te dringen."
(Wordt vervolgd.)
woordigc toestanden in Suriname niet stronken met
's ministers beweringen.
De minister van Koloniën verklaarde geen inlich
tingen te kunnen geven, bij gebrek aan olficieele
berichten. Hij verdedigde overigens het beleid van
den Gouverneur.
Den heer Van de Putte bevreemde bet, dat de
minister niet telegrafisch inlichtingen had gevraagd
■omtrent, de beweerde koelies-mishandeling.
De heer Wertlieim stelde een motie voor, in het
belang van eene spoedige beëindiging van den
onlioudbaren toestand in Suriname. Ofschoon hij
geeu polieiek karakter daaraan toekende, gaven de
heer De Bruijn en de minister dit daaraan wel,
waarna hij de motie introk. De minister had vooraf
ernstig onderzoek toegezegd.
De begrooting voor Suriname is goedgekeurd.
Binnenlandsch nieuws.
Texel. Gemeenteraad. Zitting van Vrijdag
20 Februari 1891.
Voorzitter de heer C. M. Kooy, burgemeester.
Tegenwoordig 12 leden. Afwezig de beer Mets,
met kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden ge
lezen en goedgekeurd.
Vervolgens doet de Voorz. mededeeling van in
gekomen prov. bladen en circulaires, welke voor
kennisgeving worden aangenomen.
Schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeu
ring van de gemeente-begrooting.
Idem van het raadsbesluit tot het aangaan eener
tijdelijke geldleening.
Idem, de goedkeuring behelzende op de drie
raadsbesluiten in zake de restitutie aan de eige
naars van de op te ruimen perceelen voor de
haven-vergrooting.
Allen voor kennisgeving aaugeuomen.
Daarna worden den Raad aangeboden de Ko
hieren Hoofdelijken Omslag en Hondenbelasting.
Op voorstel van den Voorz. wordt goedgevonden
in eene daarvoor te bepalen bijeenkomst dezelven
te onderzoeken.
De Voorz. doet daarna namens B. en W. het
voorstel om eene oproeping te doen voor eene
onderwijzeres, op eene jaarwedde van f 450 of zoo
noodig f 500, voor de school te Oosterend, en
zulks om te voorzien in de vacature, ontstaan door
het verleende ontslag aan Mej. Bouma.
Tot toelichting hierop zegt de Voorz., dat het
aantal schoolgaande kinderen (85) de benoeming
van eene onderwijzeres niet verplicht (dn wet eischt
dit voor 90 kinderen) en alzoo met eene onder
wijzeres in cle handwerken kan worden volstaan,
doch dat B. en W. hebben gemeend dit voorstel
te moeten doen in het belang van 't onderwijs te
Oosterend, ten einde dit niet minder te behartigen
als I). v. aan den Burg, waar het onderwijzend
personeel in verband met het aantal schoolgaande
kinderen reeds hooger is dan de wet voorschrijft.
De heer W. K. Bakker kan zich zeer goed
vereenigen met het voorstel van B. en W., in het
belang van het onderwijs, ten einde dit niet min
der te doen zijn dan aan de daar bestaande bijz.
school.
De heer C. Keijser Pz., toejuichende het voor
stel uitsluitend in het belang van het onderwijs,
niet om de concurrentie tegen de bijz. school te
kunnen volhouden, doet de vraag of we zulks,
daartoe niet verplicht, wel mogen doen.
De heer Koorn meent dat het verschil van vijf
kinderen in deze niet in aanmerking moet komen.
De heer Dros vraagt of we hierdoor niet in wan
verhouding komen tegenover andere scholen en
meent het 't raadzaamst in de eerste behoefte met
de minste kosten te voorzien.
Afwisselend worden door den Voorz. en de beide
Wethouders tot juist begrip de-zer zaak de noodige
toelichtingen gegeven, ten einde te verdedigen het
wellicht inconsequente van dit voorstel.
Bij stemming over liet voorstel staakten de stem
men, (6 voor en 6 tegen), zoodat dit tot eene vol
gende vergadering werd uitgesteld.
Tegen stemden de heeren Boom, Zijm, C. W.
Bakker Jr., Roeper, Dros en C. Keijser Pz.
Daarna wordt voorlezing gedaan van een adres
van de heeren Kaan, Breebaart en Waller, in zake
het door de Regeering voorgestelde wetsontwerp op
de grondbelasting.
Door den Voorz. en de heeren C. Keijser Pz. en
F. Keijser worden daarop verschillende cijfers mede
gedeeld, waaruit blijkt dat de aanneming van dit
wetsontwerp ook voor Texel van belang isdat
daardoor de eigenaars van landerijen in den polder
Eierland, van welke velen buiten Texel wonen,
worden gebaat, doch de lasten voor de eigenaars
van landerijen op Texel zelve worden verzwaard.
Die overweging leidt er toe, dat met algemeene
stemmen werd besloten, adhaesie te betuigen met
het adres van bovengenoemde heeren.
Nog doet de Voorzitter daarop voorlezing van eene
missive van den hoofding. van den Waterstaat, be
helzende de mededeeling dat een speciale op zich-
ter voor de werken der havenvergrooting moet
worden aangesteld, waartoe van de gemeente zal
worden gevorderd i in de kosten, pl. m. f 190
aangezien achter de onderhoudswerken van de haven
voor dit jaar minder zullen bedragen, kan die bij
drage voor de gemeente niet bezwaarlijk worden
geacht-
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe be
sloten.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de ver
gadering gesloten.
Schagen. Gemeenteraad. Zitting van 17
Febr. 1891.
Aanwezig alle leden.
Na voorlezing en goedkeuring der notulen werd
mededeeling gedaan en in behandeling gebracht:
a. ingekomen stukken
1. Van den heer Jb. Stammes, berichtende de
aanneming zijner benoeming tot vertegenwoordiger
van den Raad bij de vergadering der Westfriesche
Kanaal-Vereeniging.
2. Van den heer Ph. de Heer, bedankende voor
zijue benoeming tot lid der plaatselijke school
commissie.
3. Brief en adres van het comitd Waller c. s.
Het advies van B. en W. luidt van uit den
raad aan de Tweede Kamer een adres van
adhaesie met het adres Waller c. s.- toe te zenden.
De heer C. J. Plomp meent, het uiet op den
weg ligt van een gemeenteraad, zulks op verzoek
van particulieren te doen. Spr. gelooft niet dat
het «Ie bedoeling der wetgeving is, dat de regee-
ringswetfen eerst in de gemeenteraden aan discussie
worden onderworpen, en deze zoo een Tweede Kamer
in miniatuur vormen.
De heer J. v. d. Maaten vindt aanleiding, wel
een adres van adhaesie at te zenden.
Bij stemming wordt met 8 tegen 3 stemmen
(die der heeren Voorman, Plomp en Roggeveen)
besloten tot het zenden van het adres van adhaesie.
4. Een adres van den heer C. Roggeveen Cz. en
een zeer aanzienlijk getal mede-adressanten, den
raad verzoekende wel te willen besluiten de stand
plaats der van elders komende kramers, op de
weekmarkten alhier te verplaatsen. Adressanten zijn
van oordeel dat de kooplui die van buiteu komen
en tegen luttel „staan-geld" de beste plaatsen voor
de huizen der neringdoende burgers in beslag nemen
te Schagen een voorrecht genieten boven de bur
gers, die toch meedragen in de kosten van de
verbetering van het marktwezen.
De voorzitter noemt dit adres allerzonderlingst
en zegt ten zeerste zich er over verbaasd te
hebben dat in de 19de eeuw zoodanig adres
wordt ingezonden. B. en W. zijn van oordeel dat
het niet aangaat te verlangen, dat ten profijte van
enkelen dwang zal worden uitgeoefend op anderen,
en drukken de hoop uit dat de raad op dit adres
afwijzend zal beschikken.
De heer C. Asjes zegt het met Voorz. eens te
zijn en gelooft juist dat door die vreemde kramers
de aantrekkelijkheid van onze markten verhoogd
wordt.
Voorzitter vindt de tegenwoordigheid dier koop
lieden in het algemeen belang.
De heer W. Roggeveen Cz. meent te moeten op
merken dat het onjuist is, wanneer in het adres
beweerd wordt, als zonden de ingezetenen betalen
aan de verbetering van het marktwezen. Volgens
spr. wordt het allemaal betaald uit het marktgtld.
De heer Jb. Stammes wil aan het adres tege
moet konen, door te bepalen, dat aan de ingezete
nen de voorkeur gegeven wordt bij het kiezen der
standplaatsen voor de kramen.
Voorz. zegt dat zulks reeds geschiedt.
Met algemeene stemmen wordt besloten op dit
adres afwijzend te beschikken.
5. Adres van den heer D. Wit c. s. om mede
werking der gemeente voor de beharding van een
gedeelte van den Tolkerdijk, en wel van Tolke tot
aan den zoogenaamden Rooden Dijk. Adressanten
verklaren, indien de betrokken -besturen en de
gemeente bereid zijn tot de tot standkoming van
iet verlangde evenredig te willen bijdragen, zich
persooulijk ook geldelijke opoffering hiervoor te
willen getroostcu.
Voorz. herinnert er aan, dat verleden jaar de
raad ter zake van een gelijk adres besloot, bij
gemeenschappelijk overleg met andere bij dezen
weg betrokken besturen, tot medewerking bereid
te zijn.
De kosten van aanleg voor het voorgestelde deel
zullen omstreeks f 1G00. bedragen.
De heer Plomp vereenigt zich met het voorstel,
doch wenscht dat vooraf een beroep gedaan wordt
op de offervaardigheid der eigenaren van de bij
dien weg gelegen landerijen. Ook wil de heer
Plomp niet vaststellen een evenredig deel bij te
dragen, maar enkel bepalen dat de gemeente zal
bijdragen.
De heer Jb. Stammes zegt dat er aan de ge
vraagde verbetering van den Tolkerdijk dringend
behoefte bestaat, maar een bezwaar is, dat de grond
aan de Ilerv. Kerk behoort en er geen enkel huis
aan staat, zoodat de beharding voornamelijk is ten
dienste van landgebruik en voor een korteren ver
keersweg van af Tolke.
De heer C. Asjes meent dat de weg tocb ook
is een verkeersweg naar Groenveld en Dirksborn.
De heer Plomp meent dat ook de gemeenten
Barsingerhorn en St. Maarten bij de beharding
belang hebben en dus ook wel mede konden bij
dragen.
Voorz. antwoordt dat de gemeente Sint Maarten
er niets van weten wil, omdat Schagen nooit heeft
willen bijdragen in de kosten van hare polders.
Op voorstel van den voorz. wordt besloten een
bedrag op de begrooting uit te trekken, voor het
geval, dat er een overeenkomst met de verschillende
belanghebbenden getroffen mocht worden. Tegen
stemden de heeren Stammes, Smit en Kooi.
6. Verzoek van den heer J. Pot, om vergun-
ning tot den aanleg en exploitatie van eene tele
fonische verbinding.
Voorz. herinnert, dat in het algeloopen jaar op
een dergelijk verzoek van den heer Pot was be
sloten nadere opgaven en inlichtingen te verlangen.
Thans kon voorz. mededeelen, dat adr. voor j
particulieren f 30. per aansluiting vraagt, de
concessie voor niet korter dan 30 jaar verlangt en
bereid is onmiddellijk na verleening der concessie
met de exploitatie aan te vangen.
Ook had voorz. inlichtingen gevraagd aan den
Helder, waar adr. verzekerde concessie en hel
politie-bureau ter zijner beschikking verkregen te
hebben. Voorz. had tot antwoord bekomen dat bij
den raad der gemeente Helder die zaak nog niet
was behandeld.
Ook naar Alkmaar had voorz. om inlichtingen
gevraagd, doch vandaar had men een extract der
notulen toegezonden, waaraan voorz. evenwel niets
had. Intusschen maakten B. en W. geen bezwaar
de aangevraagde concessie te verleenen.
Met 10 tegen 1 stem, die van den heer W. Rog
geveen Cz., wordt besloten de concessie te ver
leenen.
Alsnu is aan de orde de bespreking over het
Telefoonkantoor.
Toen in een vorige raadsvergadering dat punt
behandeld was, meende voorz. dat nu alles desbe
treffende gereed was, en in dat vertrouwen gaf
voorz. aan den minister van W., H. en N. kennis
van het raadsbesluit, met verzoek de instelling van
een telefoonkantoor in het rijkspostkantoor te wil
len bevorderen.
Daarop was van den minister ten antwoord
gekomen, dat hij geen bezwaar maakte tegen de
vestiging van het telefoonkantoor in het postkan
toor, doch, vermits de lijn van aansluiting over
meer dan 5 Kilometer moest worden aangelegd,
zal de gemeente daarin moeten bijdragen en wor
den de kosten geraamd op ongeveer f 430.
Tevens deelde de min. mede dat de directeur van
het rijkspostkantoor tegen overeen te komen be
looning van gemeentewege met de bediening van
de telefoon kan worden belast.
Voorzitter verklaart, dat het heni een raadsel is,
hoe de min. het Kou. besluit betreffende den aan
leg van rijks-telefoonkantoren aldus formuleert,
daar de afstand van hier naar Barsingerhorn toch
minder dan 5 Kilometers is.
De heer v. d. Maaten meent als reden hiervoor
gehoord te hebben dat het te dóen is, om Schagen
direct met Winkel te verbinden.
Voorz. meent dat het niet opgaat Schagen te
laten betalen voor Wieringerwaard en andere aan
gesloten gemeenten. Voorz. had opnieuw aan den
minister geschreven, het besluit tot inrichting van
het telefoonkantoor nog niet in werking te doen
treden onder de door ZEx. gestelde voorwaarden,
en er tegelijk op gewezen dat de afstand minder
dan 5 KM. was. Antwoord was nog niet gekomen.
Mocht het antwoord uitblyven, dan zal voorz. per
tinent de vraag stellen.
De heer Plomp gelooft hel meer in het belang,
als de burgemeester persoonlijk den minister een
bezoek ging brengen, waarop Z. E. Achtb. zich
bereid verklaarde, zulks zoo spoedig mogelijk te
doen.
Naor aanleiding van het bedanken van den heer
Ph. de Heer was een nieuwe voordracht van de
plaatselijke schoolcommissie opgemaakt, bestaande
uit de h.h.P. de Boer, Heijligers en Winkel.
Gekozen werd de heer Dr. P. de Boer met 7
stemmen, terwijl op elk der beide andere twee
stemmen werden uitgebracht.
Het uit 170 artikelen bestaande politie-reglement
werd hierop gelezen en tegelijk in behandeling
genomen.
Nadat het geheele ontwerp was behandeld, werd
beslaten, de vaststelling dezer verordening te ver
dagen tot de volgende vergadering.
Niets meer ter bespreking zich voordoende, werd
de vergadering gesloten.
Haarlem. Den 19 dezer is door het provinciaal
bestuur van Noordholland bij enkele inschrijving
aanbesteed het beplanten van een gedeeite Rijks
weg in de gemeenten Heiloo, Limraen en
Castricum. Laagste inschrijver de heer Jac. Smits
te Naarden voor f 824.
Spanbroek. Voor de vacante betrekking
van gemeente-ontvanger alhier, salaris f 200,
hebben zich slechts 5 sollicitanten aangemeld.
Enkhuizen. Uitslag van de op 19 dezer
door de firma wed. S. I. Groen gehouden aanbe
steding van: het bouwen van eene ansjoviszouterij
aan den Wierdijk te Enkhuizen ingekomen 12 bil
jetten, als van: P. de Waard, Nieuwediep, f5660;
J. Duinker, aldaar, f 5550P. Spruit, aldaar,
f 5200; C. A. van Neck, aldaar, f5150; Gebrs.
Klein, aldaar, f 5132P. Buis Pz., alhier,
f 5069 P. Vis Az. en A. Last Kz., alhier, f 4849
J. van Marle en R. Kramer, alhier, f 4585Jonas
West, alhier, f 4370; J. Rozendaal en Th. van
Dam, alhier, f 4241; J. van Waart, alhier, f 4133
J. van Veen Jr., alhier, f 4087.
Marine en Leger.
De luit. ter zee 2de kl. G. R. van Naute Lemke,
dienende aan boord Hr. Ms. opleidingschip „Ad
miraal van Wassenaer", wordt I April a. s. op
non-act. gesteld en vervangen door den luit. ter
zee 2de kl. H. P. Dil.
De offic. van adm. 2de klasse W. E. G. v. Druten,
van de Marine, die per Fransche mail uit Oost-Indië
is teruggekeerd, zal op non-activiteit worden gesteld.
Hr. Ms. ss. 4de kl. „Bonaire," onder bevel van
den kapt.-luit. ter zee H. Schotborgh, is als stations
schip te Paramaribo afgelost door Hr. Ms. ss. 4de
kl. „Sommelsdijk," onder bevel van den kapt.-luit.
ter zee G. H. Van Steyn, en wordt in het laatst
der volgende maand alhier terugverwacht.
Hr. Ms. schroefstoomschip 1ste kl. „De Ruijter,"
onder bevel van den kapt. ter zee W. baron Van
Hogendorp, adjudant van wijlen Z. M. den Koning,
ligt in de haven alhier gereed om bij gunstige
gelegenheid ter reede langs de gemeten mijl proef
te stoomen.
Om het vastgesteld aantal loodsvaartuigen te com-
pleteeren zullen eerstdaags twee loodsschoeners worden
aangemaakt.
Het voor de Gouvernements-Marine in Ned.-Indië
bestemde stoomschip „Zeeduif" is den 13den dezer
behouden op zijn bestemming Soerabaja aan
gekomen.
Blijkens een bij het Departement van Marine
ontvangen bericht is Hr. Ms. stoomschip 4de kl.
Bonaire, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee
H. Schotborgh, den 21sten dezer van Martinique
vertrokken, ter opvolging zijner bestemming naar
Nederland.
De „St.-Ct." no. 46 bevat de programma's voor
de examens van adelborst (20 plaatsen) ën adspi-
rant-administrateur bij de zeemacht (5 plaatsen).
De plaatsing met 26 dezer van den luit. ter zee
2de kl. C. D. W. Boisserain aan boord van Hr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, wordt ingetrokken.
Het bevel over Hr. Ms. logementschip voor tor-
pedisten „Vulkaan" te Amsterdam, werd jl. Zater
dag door den luit. ter zee 1ste kl. L. C. Rovers
overgedragen aan den luit. ter zee 1ste kl. B. J. G.
Volck. Eerstgenoemde wordt 1 Maart a. s. belast
met het bevel van Hr. Ms. zeilschoener „Argus".
De mach. 2de kl. G. H. Brakke en J. G. de
Roever worden 3 Maart a. s. ged. aan boord
Hr. Ms. stoomkanonneerbooten „Lynx" en „Dog"
als hoofd der machinekamer, terwijl tevens op die
boderas ged. worden de mach. 3de kl. J. J. Gal-
jart en J. C. de Keijzer.
Van Rotterdam moet den 21 sten Maart e. k. met
het stoomschip „Ardjoeno" naar Indië vertrekken
een detachement suppletie-troepen, sterk 4 onder
officieren en 50 korporaals en manschappen. Het
bevel over de troepen is opgedragen aan den lsten
luit, der art. H. A. Termijtelen, terwijl als mede
geleiders zijn aangewezen de 2de luits. der inf.
W. van der Wielen en A. W. E. Weijerman.
De detacheering van den luit. ter zee 2de kl. C.
Kastelijn, behoorende tot de rol van Hr. Ms. wacht
schip alhier, aan boord van Hr. Ms. stoomschoener
„Dolfijn," wordt met den 27 dezer ingetrokken.
Te zijner vervanging is aadgewezen de luit. ter zee
2de kl. W. Cornelis.