het Eerekmis vonr dienst in Atjch is ten dool ge vallen, maar ook de eer van tot ridder der Militaire Willemsorde' te worden "benoemd. Wanneer men daarbij nagaat, dat diezelfde officier onder zijne krijgsmakkers in boog aanzien staat, dat hij als spreker over maritieme zaken builen de Kamer zelfs is toegejuicht door denzelfden minister, die hem" thans zoo weinig heeft ontzien en eindelijk dat hij is afgevaardigd door een district waarin hij zoo hoog werd geschat, dat hij uit Indië naar het moederland werd geroepen om de belangen der marine in het Parlement voor te staan, dan moet de vraag wel rijzen steekt hier niet wat anders achter - Ziedaar het oordeel van drie onzer voornaamste bladen, saamgevat in de vraagSteekt hier niet wat anders achter? Er is reden te over om dit te gelooven En indien dit zoo is, indien men hier te doen heeft met eene even kleingeestige als onwaardige wraakoefening, zou dan een ernstig en waardig protest van 's heeren Lands collega's hier niet op hare plaats zijn Of heeft de minister niet," door het passeeren van den heer Land, de geheele marine beleedigd Is het voor hun, die hem afvaardigden of voor zijne verkiezing ijverden, in de stellige overtuiging een hoogst kundig officier af te vaardigen, geen kaakslag, te ervaren, dat de minister hem onge schikt verklaart voor den hoofd-officiersrang en hun alzoo ongeschikt tot het kiezen van een uit hun midden om de belangen der marine in de Kamer te behartigen En wanneer dan het antwoord op de vraag Steekt hier niet wat anders achter blijkt beves tigend te moeten luiden, welnu, dan moet het voor eiken marine-officier een eer zijn, door dezen minister te worden gepasseerd! NEDERLAND. HELDER, 24 Februari. In „Recht voor Allen" lezen we het volgende l)e „Heldersche en Nietnvedieper Courant" meldt dat er eon scheuring is ontstaan in de Afdecliug van den Hond Alg. Kies- en Stemrecht, omdat sommige leden in geen ge val wilden samenwerken met sociaal-democraten. "Waar liet dus geldt de verovering van een recht dat aan ieder staats burger toekomt, daar komen de fatsoen li jkeu(?) iu opstand wanneer anderen, die een andere oplossing van dc maat schappij wenschen, maar toch de verkrijging van dat recht op den voorgrond plaatsen, óók voor hun tegenstanders alleen uit het oogpunt van recht, Zich aan hunue zijde plaatsen. Als die Heidcrsche bollen uiet begrijpen dat in verecuiging kraoht schuilt, dan zijn ze gedoemd zichzelf te kisten. Zonder dc socialisten beteekent hun beweging niets. O, sociaal-democratische verwaandheid Natuurlijk zitten die heeren nu erg in de war en zijn van plan terstond het hoofd in den schoot te leggen en met de socialisten te gaan samen werken, alleen uit vrees dat zij anders niets zullen uitrichten. Indien men, na ons verslag, nu nog bewijs noodig had, dat de afdeeling Helder van den Bond voor A. K. en S. sociaal-democratische gevoelens koestert, en met die partij zal samen werken, dan weet men thans waar men zich aan te houden heeft. Door den minister van Waterstaat is bepaald, dat, met ingang van 1 Maart, de werken van het Noordzeekanaal van den gewonen dienst van den ingenieur van den Waterstaat te Amsterdam zullen worden afgescheiden en een afzonderlijken dienst zullen vormen, totdat de nieuwe groote werken te IJmuiden en bij Schellingwoude zullen zijn voltooid. Met den nieuwen dienst wordt belast de inge nieur A. A. Bekaar, thans arrondissements-inge- nieur te Amsterdam, terwijl aan den ingenieur - van den Waterstaat N. A. M. Van den Thoorn tegelijk met zijn dienst als sectie-ingenieur bij den aanleg van het Merwedekanaal zijn dienst in het arrondissement Amsterdam wordt opge dragen. De schrijver der „Brieven uit de Hofstad" in de „Arnh. Ct." deelt mede, dat hem uit een particulier bericht, waarvan men hem inzage heeft gegeven, gebleken is, dat het „verschil van gevoelen" tusschen den gouverneur en den pro cureur-generaal van Suriname aan het licht is gekomen in den weinig gebruikelijken en met het prestige van het gezag weinig strookenden vorm van eene vechtpartij óp straat. De beide hooge heeren zijn eenvoudig ten aanschouwe der voorbijgangers handgemeen geweest. De leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn bijeengeroepen tegen den 3 Maart a. s., des namiddags ten 3 ure. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Zitting van Maandag 23 Februari. In de Kamer, bij de behandeling van de begroo ting voor Suriname, vroeg de heer Wertlieim in lichtingen omtrent de berichten over conflicten en koelies-mishandeling en over de nakoming van het politie-strafreglement. Mij wees er op, dat de tegen - nagelaten te doen namelijk de ontdekking van den beweegbaren schoorsteenmantel, welke haar kamer met den noordelijken vleugel verbond. „Ha," riep dokter Jiusz met belangstelling uit, „dat zou ik in uw plaats laten sluiten, want al behoeft men van die zijde nauwelijks een in dringer te vreezen, is het toch een onaangenaam iets." Dolores verklaarde nu, dat Rarno daarvoor reeds gezorgd had en dat bij ten overvloede nog een vossenval had neergezet. „Nu, ik heb het wel gezegd, dat die 11a mo een parel is!" riep dokter Rnsz schijnbaar zeer vrool ijk uit. „Het is te wonschön dat hij de vos daarin vangt. Ik twijfel er echter aan of iemand getracht heeft op deze wijze bij u binnen te dringen." (Wordt vervolgd.) woordigc toestanden in Suriname niet stronken met 's ministers beweringen. De minister van Koloniën verklaarde geen inlich tingen te kunnen geven, bij gebrek aan olficieele berichten. Hij verdedigde overigens het beleid van den Gouverneur. Den heer Van de Putte bevreemde bet, dat de minister niet telegrafisch inlichtingen had gevraagd ■omtrent, de beweerde koelies-mishandeling. De heer Wertlieim stelde een motie voor, in het belang van eene spoedige beëindiging van den onlioudbaren toestand in Suriname. Ofschoon hij geeu polieiek karakter daaraan toekende, gaven de heer De Bruijn en de minister dit daaraan wel, waarna hij de motie introk. De minister had vooraf ernstig onderzoek toegezegd. De begrooting voor Suriname is goedgekeurd. Binnenlandsch nieuws. Texel. Gemeenteraad. Zitting van Vrijdag 20 Februari 1891. Voorzitter de heer C. M. Kooy, burgemeester. Tegenwoordig 12 leden. Afwezig de beer Mets, met kennisgeving. De notulen der vorige vergadering worden ge lezen en goedgekeurd. Vervolgens doet de Voorz. mededeeling van in gekomen prov. bladen en circulaires, welke voor kennisgeving worden aangenomen. Schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeu ring van de gemeente-begrooting. Idem van het raadsbesluit tot het aangaan eener tijdelijke geldleening. Idem, de goedkeuring behelzende op de drie raadsbesluiten in zake de restitutie aan de eige naars van de op te ruimen perceelen voor de haven-vergrooting. Allen voor kennisgeving aaugeuomen. Daarna worden den Raad aangeboden de Ko hieren Hoofdelijken Omslag en Hondenbelasting. Op voorstel van den Voorz. wordt goedgevonden in eene daarvoor te bepalen bijeenkomst dezelven te onderzoeken. De Voorz. doet daarna namens B. en W. het voorstel om eene oproeping te doen voor eene onderwijzeres, op eene jaarwedde van f 450 of zoo noodig f 500, voor de school te Oosterend, en zulks om te voorzien in de vacature, ontstaan door het verleende ontslag aan Mej. Bouma. Tot toelichting hierop zegt de Voorz., dat het aantal schoolgaande kinderen (85) de benoeming van eene onderwijzeres niet verplicht (dn wet eischt dit voor 90 kinderen) en alzoo met eene onder wijzeres in cle handwerken kan worden volstaan, doch dat B. en W. hebben gemeend dit voorstel te moeten doen in het belang van 't onderwijs te Oosterend, ten einde dit niet minder te behartigen als I). v. aan den Burg, waar het onderwijzend personeel in verband met het aantal schoolgaande kinderen reeds hooger is dan de wet voorschrijft. De heer W. K. Bakker kan zich zeer goed vereenigen met het voorstel van B. en W., in het belang van het onderwijs, ten einde dit niet min der te doen zijn dan aan de daar bestaande bijz. school. De heer C. Keijser Pz., toejuichende het voor stel uitsluitend in het belang van het onderwijs, niet om de concurrentie tegen de bijz. school te kunnen volhouden, doet de vraag of we zulks, daartoe niet verplicht, wel mogen doen. De heer Koorn meent dat het verschil van vijf kinderen in deze niet in aanmerking moet komen. De heer Dros vraagt of we hierdoor niet in wan verhouding komen tegenover andere scholen en meent het 't raadzaamst in de eerste behoefte met de minste kosten te voorzien. Afwisselend worden door den Voorz. en de beide Wethouders tot juist begrip de-zer zaak de noodige toelichtingen gegeven, ten einde te verdedigen het wellicht inconsequente van dit voorstel. Bij stemming over liet voorstel staakten de stem men, (6 voor en 6 tegen), zoodat dit tot eene vol gende vergadering werd uitgesteld. Tegen stemden de heeren Boom, Zijm, C. W. Bakker Jr., Roeper, Dros en C. Keijser Pz. Daarna wordt voorlezing gedaan van een adres van de heeren Kaan, Breebaart en Waller, in zake het door de Regeering voorgestelde wetsontwerp op de grondbelasting. Door den Voorz. en de heeren C. Keijser Pz. en F. Keijser worden daarop verschillende cijfers mede gedeeld, waaruit blijkt dat de aanneming van dit wetsontwerp ook voor Texel van belang isdat daardoor de eigenaars van landerijen in den polder Eierland, van welke velen buiten Texel wonen, worden gebaat, doch de lasten voor de eigenaars van landerijen op Texel zelve worden verzwaard. Die overweging leidt er toe, dat met algemeene stemmen werd besloten, adhaesie te betuigen met het adres van bovengenoemde heeren. Nog doet de Voorzitter daarop voorlezing van eene missive van den hoofding. van den Waterstaat, be helzende de mededeeling dat een speciale op zich- ter voor de werken der havenvergrooting moet worden aangesteld, waartoe van de gemeente zal worden gevorderd i in de kosten, pl. m. f 190 aangezien achter de onderhoudswerken van de haven voor dit jaar minder zullen bedragen, kan die bij drage voor de gemeente niet bezwaarlijk worden geacht- Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe be sloten. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de ver gadering gesloten. Schagen. Gemeenteraad. Zitting van 17 Febr. 1891. Aanwezig alle leden. Na voorlezing en goedkeuring der notulen werd mededeeling gedaan en in behandeling gebracht: a. ingekomen stukken 1. Van den heer Jb. Stammes, berichtende de aanneming zijner benoeming tot vertegenwoordiger van den Raad bij de vergadering der Westfriesche Kanaal-Vereeniging. 2. Van den heer Ph. de Heer, bedankende voor zijue benoeming tot lid der plaatselijke school commissie. 3. Brief en adres van het comitd Waller c. s. Het advies van B. en W. luidt van uit den raad aan de Tweede Kamer een adres van adhaesie met het adres Waller c. s.- toe te zenden. De heer C. J. Plomp meent, het uiet op den weg ligt van een gemeenteraad, zulks op verzoek van particulieren te doen. Spr. gelooft niet dat het «Ie bedoeling der wetgeving is, dat de regee- ringswetfen eerst in de gemeenteraden aan discussie worden onderworpen, en deze zoo een Tweede Kamer in miniatuur vormen. De heer J. v. d. Maaten vindt aanleiding, wel een adres van adhaesie at te zenden. Bij stemming wordt met 8 tegen 3 stemmen (die der heeren Voorman, Plomp en Roggeveen) besloten tot het zenden van het adres van adhaesie. 4. Een adres van den heer C. Roggeveen Cz. en een zeer aanzienlijk getal mede-adressanten, den raad verzoekende wel te willen besluiten de stand plaats der van elders komende kramers, op de weekmarkten alhier te verplaatsen. Adressanten zijn van oordeel dat de kooplui die van buiteu komen en tegen luttel „staan-geld" de beste plaatsen voor de huizen der neringdoende burgers in beslag nemen te Schagen een voorrecht genieten boven de bur gers, die toch meedragen in de kosten van de verbetering van het marktwezen. De voorzitter noemt dit adres allerzonderlingst en zegt ten zeerste zich er over verbaasd te hebben dat in de 19de eeuw zoodanig adres wordt ingezonden. B. en W. zijn van oordeel dat het niet aangaat te verlangen, dat ten profijte van enkelen dwang zal worden uitgeoefend op anderen, en drukken de hoop uit dat de raad op dit adres afwijzend zal beschikken. De heer C. Asjes zegt het met Voorz. eens te zijn en gelooft juist dat door die vreemde kramers de aantrekkelijkheid van onze markten verhoogd wordt. Voorzitter vindt de tegenwoordigheid dier koop lieden in het algemeen belang. De heer W. Roggeveen Cz. meent te moeten op merken dat het onjuist is, wanneer in het adres beweerd wordt, als zonden de ingezetenen betalen aan de verbetering van het marktwezen. Volgens spr. wordt het allemaal betaald uit het marktgtld. De heer Jb. Stammes wil aan het adres tege moet konen, door te bepalen, dat aan de ingezete nen de voorkeur gegeven wordt bij het kiezen der standplaatsen voor de kramen. Voorz. zegt dat zulks reeds geschiedt. Met algemeene stemmen wordt besloten op dit adres afwijzend te beschikken. 5. Adres van den heer D. Wit c. s. om mede werking der gemeente voor de beharding van een gedeelte van den Tolkerdijk, en wel van Tolke tot aan den zoogenaamden Rooden Dijk. Adressanten verklaren, indien de betrokken -besturen en de gemeente bereid zijn tot de tot standkoming van iet verlangde evenredig te willen bijdragen, zich persooulijk ook geldelijke opoffering hiervoor te willen getroostcu. Voorz. herinnert er aan, dat verleden jaar de raad ter zake van een gelijk adres besloot, bij gemeenschappelijk overleg met andere bij dezen weg betrokken besturen, tot medewerking bereid te zijn. De kosten van aanleg voor het voorgestelde deel zullen omstreeks f 1G00. bedragen. De heer Plomp vereenigt zich met het voorstel, doch wenscht dat vooraf een beroep gedaan wordt op de offervaardigheid der eigenaren van de bij dien weg gelegen landerijen. Ook wil de heer Plomp niet vaststellen een evenredig deel bij te dragen, maar enkel bepalen dat de gemeente zal bijdragen. De heer Jb. Stammes zegt dat er aan de ge vraagde verbetering van den Tolkerdijk dringend behoefte bestaat, maar een bezwaar is, dat de grond aan de Ilerv. Kerk behoort en er geen enkel huis aan staat, zoodat de beharding voornamelijk is ten dienste van landgebruik en voor een korteren ver keersweg van af Tolke. De heer C. Asjes meent dat de weg tocb ook is een verkeersweg naar Groenveld en Dirksborn. De heer Plomp meent dat ook de gemeenten Barsingerhorn en St. Maarten bij de beharding belang hebben en dus ook wel mede konden bij dragen. Voorz. antwoordt dat de gemeente Sint Maarten er niets van weten wil, omdat Schagen nooit heeft willen bijdragen in de kosten van hare polders. Op voorstel van den voorz. wordt besloten een bedrag op de begrooting uit te trekken, voor het geval, dat er een overeenkomst met de verschillende belanghebbenden getroffen mocht worden. Tegen stemden de heeren Stammes, Smit en Kooi. 6. Verzoek van den heer J. Pot, om vergun- ning tot den aanleg en exploitatie van eene tele fonische verbinding. Voorz. herinnert, dat in het algeloopen jaar op een dergelijk verzoek van den heer Pot was be sloten nadere opgaven en inlichtingen te verlangen. Thans kon voorz. mededeelen, dat adr. voor j particulieren f 30. per aansluiting vraagt, de concessie voor niet korter dan 30 jaar verlangt en bereid is onmiddellijk na verleening der concessie met de exploitatie aan te vangen. Ook had voorz. inlichtingen gevraagd aan den Helder, waar adr. verzekerde concessie en hel politie-bureau ter zijner beschikking verkregen te hebben. Voorz. had tot antwoord bekomen dat bij den raad der gemeente Helder die zaak nog niet was behandeld. Ook naar Alkmaar had voorz. om inlichtingen gevraagd, doch vandaar had men een extract der notulen toegezonden, waaraan voorz. evenwel niets had. Intusschen maakten B. en W. geen bezwaar de aangevraagde concessie te verleenen. Met 10 tegen 1 stem, die van den heer W. Rog geveen Cz., wordt besloten de concessie te ver leenen. Alsnu is aan de orde de bespreking over het Telefoonkantoor. Toen in een vorige raadsvergadering dat punt behandeld was, meende voorz. dat nu alles desbe treffende gereed was, en in dat vertrouwen gaf voorz. aan den minister van W., H. en N. kennis van het raadsbesluit, met verzoek de instelling van een telefoonkantoor in het rijkspostkantoor te wil len bevorderen. Daarop was van den minister ten antwoord gekomen, dat hij geen bezwaar maakte tegen de vestiging van het telefoonkantoor in het postkan toor, doch, vermits de lijn van aansluiting over meer dan 5 Kilometer moest worden aangelegd, zal de gemeente daarin moeten bijdragen en wor den de kosten geraamd op ongeveer f 430. Tevens deelde de min. mede dat de directeur van het rijkspostkantoor tegen overeen te komen be looning van gemeentewege met de bediening van de telefoon kan worden belast. Voorzitter verklaart, dat het heni een raadsel is, hoe de min. het Kou. besluit betreffende den aan leg van rijks-telefoonkantoren aldus formuleert, daar de afstand van hier naar Barsingerhorn toch minder dan 5 Kilometers is. De heer v. d. Maaten meent als reden hiervoor gehoord te hebben dat het te dóen is, om Schagen direct met Winkel te verbinden. Voorz. meent dat het niet opgaat Schagen te laten betalen voor Wieringerwaard en andere aan gesloten gemeenten. Voorz. had opnieuw aan den minister geschreven, het besluit tot inrichting van het telefoonkantoor nog niet in werking te doen treden onder de door ZEx. gestelde voorwaarden, en er tegelijk op gewezen dat de afstand minder dan 5 KM. was. Antwoord was nog niet gekomen. Mocht het antwoord uitblyven, dan zal voorz. per tinent de vraag stellen. De heer Plomp gelooft hel meer in het belang, als de burgemeester persoonlijk den minister een bezoek ging brengen, waarop Z. E. Achtb. zich bereid verklaarde, zulks zoo spoedig mogelijk te doen. Naor aanleiding van het bedanken van den heer Ph. de Heer was een nieuwe voordracht van de plaatselijke schoolcommissie opgemaakt, bestaande uit de h.h.P. de Boer, Heijligers en Winkel. Gekozen werd de heer Dr. P. de Boer met 7 stemmen, terwijl op elk der beide andere twee stemmen werden uitgebracht. Het uit 170 artikelen bestaande politie-reglement werd hierop gelezen en tegelijk in behandeling genomen. Nadat het geheele ontwerp was behandeld, werd beslaten, de vaststelling dezer verordening te ver dagen tot de volgende vergadering. Niets meer ter bespreking zich voordoende, werd de vergadering gesloten. Haarlem. Den 19 dezer is door het provinciaal bestuur van Noordholland bij enkele inschrijving aanbesteed het beplanten van een gedeeite Rijks weg in de gemeenten Heiloo, Limraen en Castricum. Laagste inschrijver de heer Jac. Smits te Naarden voor f 824. Spanbroek. Voor de vacante betrekking van gemeente-ontvanger alhier, salaris f 200, hebben zich slechts 5 sollicitanten aangemeld. Enkhuizen. Uitslag van de op 19 dezer door de firma wed. S. I. Groen gehouden aanbe steding van: het bouwen van eene ansjoviszouterij aan den Wierdijk te Enkhuizen ingekomen 12 bil jetten, als van: P. de Waard, Nieuwediep, f5660; J. Duinker, aldaar, f 5550P. Spruit, aldaar, f 5200; C. A. van Neck, aldaar, f5150; Gebrs. Klein, aldaar, f 5132P. Buis Pz., alhier, f 5069 P. Vis Az. en A. Last Kz., alhier, f 4849 J. van Marle en R. Kramer, alhier, f 4585Jonas West, alhier, f 4370; J. Rozendaal en Th. van Dam, alhier, f 4241; J. van Waart, alhier, f 4133 J. van Veen Jr., alhier, f 4087. Marine en Leger. De luit. ter zee 2de kl. G. R. van Naute Lemke, dienende aan boord Hr. Ms. opleidingschip „Ad miraal van Wassenaer", wordt I April a. s. op non-act. gesteld en vervangen door den luit. ter zee 2de kl. H. P. Dil. De offic. van adm. 2de klasse W. E. G. v. Druten, van de Marine, die per Fransche mail uit Oost-Indië is teruggekeerd, zal op non-activiteit worden gesteld. Hr. Ms. ss. 4de kl. „Bonaire," onder bevel van den kapt.-luit. ter zee H. Schotborgh, is als stations schip te Paramaribo afgelost door Hr. Ms. ss. 4de kl. „Sommelsdijk," onder bevel van den kapt.-luit. ter zee G. H. Van Steyn, en wordt in het laatst der volgende maand alhier terugverwacht. Hr. Ms. schroefstoomschip 1ste kl. „De Ruijter," onder bevel van den kapt. ter zee W. baron Van Hogendorp, adjudant van wijlen Z. M. den Koning, ligt in de haven alhier gereed om bij gunstige gelegenheid ter reede langs de gemeten mijl proef te stoomen. Om het vastgesteld aantal loodsvaartuigen te com- pleteeren zullen eerstdaags twee loodsschoeners worden aangemaakt. Het voor de Gouvernements-Marine in Ned.-Indië bestemde stoomschip „Zeeduif" is den 13den dezer behouden op zijn bestemming Soerabaja aan gekomen. Blijkens een bij het Departement van Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. stoomschip 4de kl. Bonaire, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee H. Schotborgh, den 21sten dezer van Martinique vertrokken, ter opvolging zijner bestemming naar Nederland. De „St.-Ct." no. 46 bevat de programma's voor de examens van adelborst (20 plaatsen) ën adspi- rant-administrateur bij de zeemacht (5 plaatsen). De plaatsing met 26 dezer van den luit. ter zee 2de kl. C. D. W. Boisserain aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, wordt ingetrokken. Het bevel over Hr. Ms. logementschip voor tor- pedisten „Vulkaan" te Amsterdam, werd jl. Zater dag door den luit. ter zee 1ste kl. L. C. Rovers overgedragen aan den luit. ter zee 1ste kl. B. J. G. Volck. Eerstgenoemde wordt 1 Maart a. s. belast met het bevel van Hr. Ms. zeilschoener „Argus". De mach. 2de kl. G. H. Brakke en J. G. de Roever worden 3 Maart a. s. ged. aan boord Hr. Ms. stoomkanonneerbooten „Lynx" en „Dog" als hoofd der machinekamer, terwijl tevens op die boderas ged. worden de mach. 3de kl. J. J. Gal- jart en J. C. de Keijzer. Van Rotterdam moet den 21 sten Maart e. k. met het stoomschip „Ardjoeno" naar Indië vertrekken een detachement suppletie-troepen, sterk 4 onder officieren en 50 korporaals en manschappen. Het bevel over de troepen is opgedragen aan den lsten luit, der art. H. A. Termijtelen, terwijl als mede geleiders zijn aangewezen de 2de luits. der inf. W. van der Wielen en A. W. E. Weijerman. De detacheering van den luit. ter zee 2de kl. C. Kastelijn, behoorende tot de rol van Hr. Ms. wacht schip alhier, aan boord van Hr. Ms. stoomschoener „Dolfijn," wordt met den 27 dezer ingetrokken. Te zijner vervanging is aadgewezen de luit. ter zee 2de kl. W. Cornelis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 2