Den lSden Januari 11. vertrok ik van hier met.
eene der nieuwe booten van de Koninklijke Paket-
vaart-Maatscliappij, en bereikte daarmede den 17den
d. a. v. het eiland Nias. Aan boord was het mij
recht goed. Hoe keurig was alles daar ingericht
Zelfs hadden wij het genot van eene electrische ver
lichting, die op de verschillende kustplaatsen, welke
wij aandeden, zeer de aandacht trok. Op Nias
mocht ik mijn intrek nemen bij den Controleur,
die mij al spoedig na aankomst in de gelegenheid
stelde, dat gedeelte van Nias te bezien, dat voor
Europeanen toegankelijk is. Een diepen indruk
maakte op mij de groote armoede der Inlandsche
bevolking. Zonder onkiesch te worden, kan ik over
dat gemis aan kleeding, dat ik daar aanschouwd heb,
niet uitweiden, en evenmin over die vuilheid van
het lichaam. Slechts dit! Op mijne wandeling hoorde
ik een Niasser tot mij zeggen„Tabéh, toewan,
(gegroet mijnheer!) en zag ik mij een hand toe
steken. Met groote moeite herkende ik in dien
Niasser een mijner vroegere huisjongens, en toen
ik met een „Tabeh" de mij toegestoken hand aan
nam, keerde de Controleur onmiddellijk naar zijne
woning terug, opdat ik mijne hand reinigen zou,
en beduidde hij mij, dat ik zooiets niet meer doen
moest
Een kop thee liet zich na de wandeling goed
smaken, en onder gezelligen kout viel de avond
we hadden uit de voorgalerij het gezicht op een
net aangelegden tuin, die mij aan een tuin in Holland
deed denken, en geheel dwaalde ik met mijne ge
dachten af naar mijn Hollandschen diensttijd, toen
ik een kerkklok den naderenden Zondag hoorde
aankondigen. Ge moet toch weten, dat men in Indië
die tonen zelden öf nooit verneemt. Ook ik ben
daaraan al geheel ontwend, en daarom greep dat
geluid mij zeer aan. Van waar het kwam Uit het
daar bestaande kerkje voor de Niasser Christenen.
Ik bezichtigde dat gebouwtje een paar dagen later,
en wil er niet meer van zeggen dan dat het mij
geen oogenblik bevreemden zal, als ik verneem, dat
bij een stormwind het in zijn geheel is opgenomen
en neergezet in het midden der zee. Doch neen
ik mag daarmede niet volstaan. Ik moet daarbij
denken aan den zendeling-leeraar Thomas, die
onder zulk eene armoedige bevolking als ik u schetste
nog zulk een gebouwtje uit vrijwillige bijdragen
wist tot stand te doen komen en met heide handen
grijp ik de gelegenheid aan tot het brengen van
hulde aan het geduld en het geloof, waarover die
leeraar moet kunnen beschikken. Gaarne had ik hem
ontmoet, maar, stel u voor! hij was naar een ander
gedeelte van Nias, waar zeMen een Europeaan zich
waagt, om te zien, of hij daar ook terrein vinden
kon voor het bouwen van een tweede kerkje, waarin
hij dan het Christendom wenscht te verkondigen,
te midden van menschen, die nog niet eens geleerd
hebben het leven van hunnen naaste te eerbiedigen.
Zou .ik dat mogen verzwijgen
Bij zooiets zinkt datgene, wat ik op Nias gedaan
heb, in het niet. Aan zeer vreedzame Europeanen
bracht ik een bezoek, en hen sprak ik naar aan
leiding van een Bijbelwoord toe ten huize van den
Militairen Commandant, voor welk huis een schild
wacht geposteerd stond.
Met Nias had ik het van Padang verst verwij
derde gedeelte mijne reisroute bereikt. Den 20sten
Januari ging ik in laatstgenoemde richting terug
met eene andere boot van de Koninklijke Paket-
vaart-Maatschappij dan waarmede ik gekomen was
en maakte de reis mede tot Siboga, waar ik den
22sten Januari aan wal stapte. Reeds de eerste
maal, toen ik die plaats naderde, werd ik getroffen
door de schoonheid van de baai van Siboga, maar
de aanblik, welke mij die zeearm aanbood den
18den Eebruari, toen ik van het laatste gedeelte
mijner dienstreis, dat een reis door het gebergte
was, naar Siboga terugkeerde en ik van eene hoogte
van 10000 voet de bedoelde baai in het gezicht
kreeg, behoort tot het schoonste, dat ik van Suma-
tra's Westkust gezien heb. Van 2225 Januari
deed ik mijn werk in Siboga, waar het wandelen
zeer aangenaam is om de fijne grint, waarmede de
wegen gevuld zijn, en nog aangenamer zijn zou,
indien het daar wat minder warm was. Ik heb
daar een officier van Gezondheid en diens echtge-
noote ontmoet, welke beiden afkomstig zijn van het
eiland Texel, en aan wie Helder natuurlijk niet
onbekend was, zoodat gij u den loop van ons gesprek
wel zult kunnen voorstellen. Op Zondag 25 Januari
preekte ik te Siboga ten huize van den Assistent-
Evident, van wien ik deze vermakelijke bijzonder
heid kan mededeelen, dat hij uit de Minahassa heeft
medegenomen twee Inlandsche huisjongens, welke
beiden Christenen zijn en waarvan de eene «Herman"
en de andere «de Ruyter" heet.
Had het mij tot dusverre aan eene geschikte reis
gelegenheid ontbroken, toen op mijne dienstreis de
Protestantsche gemeente van Padang-Sidempöean
aan de beurt kwam werd dit anders althans
wat het eerste gedeelte van die reis betreft. Om in
genoemde plaats te komen begint, men met een
zeetochtje en een riviertochtje. Te middernacht
werd ik op den rug van een Inlander gedragen
naar eene gereed liggende prauw, die zooveel ruimte
aanbood, dat in het midden daarvan eene matras
met kussens kon worden gelegd, waarop ik mij neer-
vleide, en voor en achter een paar Inlanders konden
plaats nemen. Zoo zwalkte ik den geheelen nacht
op zee, heen en weer geschud wordende als een
kind in de wieg. Toch had ik geen reden tot klagen,
want de daar gewoonlijk zoo onrustige zee was vrij
kalm en het weder prachtig, terwijl een vriendelijk
maanlicht onzen tocht begunstigde. Toen de dag
aanbrak 26 Januari waren wij genaderd tot
de rivier, die wij op moesten. Maar het was me
het riviertje welBij een krachtigen stroom hier
en daar zoovol steenen en zoo ondiep, dat dit
gedeelte der reis een tochtje met hindernissen kon
worden genoemd.
Hoe de Inlanders, die toen de prauw «boomden",
dat met een korten rusttijd zeven uren achtereen
hebben kunnen volhouden, is mij nog een raadsel.
Het zweet liep met groote stralen langs het halfnaakte
lichaam, doch wanneer zij het al te warm kregen,
baadden zij zich even in de rivier en Heten het
aan de zon over, het kleedingstuk, dat zij droegen,
te droogenZij stonden voor nietsStootte de
prauw op een reeks, steenen, die ons scheen toete-
roepen tot hiertoe en niet verder zij er uit en
het vaartuig er over heen getild Onder het afdakje,
dat boven mijn hoofd gemaakt was om mij tegen
mogelijke regenbuien te beveiligen, werd ik onbe-
schrijfelijk geplaagd door muskieten, terwijl mijn
gehoor pijnlijk getroffen werd door het geschreeuw
van een ontelbaar aantal apeu, die in het dicht
geboomte aan de oevers hunne volle vrijheid genoten.
Wat was ik blij, ook ter wille van mijne Inlanders,
toen dit eerste gedeelte mijner reis naar Padang-
Sidempöean ten einde was Nog tweedagen reizens
was ik van daar verwijderd, maar beide dagen had
ik een vrij gemakkelijk rijtuig ter mijner beschik
king, en na hetgeen ik had doorstaan trok ik er
mij weinig van aan, dat de weg hier en daar vrij
steil en hobbelig was.
Intusschen zat ik den 28sten Januari met een
verruimd hart aan de rijsttafel in het Logement
van de plaats mijner toenmalige bestemming.
Met die aankomst aldaar breek ik hier mijn reis
verhaal af, om het weldra voort te zetten.
Inmiddels met alle vrienden en bekenden hartelijk
gegroet van
t t.
L. VAN't SANT.
NEDERLAND.
HELDER, 25 April.
Het bestuur der Kiesvereeniging „Amsterdam"
te Amsterdam, heeft aan de Tweede Kamer het
verzoek gericht de legerwet niet goed te keuren,
omdat de plaatsvervanging daarin slechtsten
halve wordt opgeruimd en vooral omdat er een
verzwaring van lasten aan wordt toegevoegd,'
waarvan de noodzakelijkheid niet in de volksover
tuiging is doorgedrongenwat nog meer zou
blijken als het kiesrecht werd verleend aan dat
deel der natie, 't welk daarvan ten onrechte ver
stoken blijft.
- Door 59 leden van het personeel derNed.
Oliefabriek (directie de heeren J. C. Van Marken,
Tutein Nolthenius en Thubé) is aan de directie
het verzoek gedaan tot invoering van den acht-
urigen arbeidsdag.
De directie heeft daarop geantwoord, dat dit
verzoek niet voor inwilliging vatbaar is, daar zij
zulk een maatregel niet acht in het belang van
personeel en fabriek.
„De directie schroomt niet," zoo eindigt het
antwoord, „in het belang van het personeel de
maatregelen te nemen, die zij, ten koste van haar
eigen geldelijk belang en dat der aandeelhouders,
b:llijk oordeelt. Mochten ooit de aandeelhouders
ons hiertoe het recht willen ontzeggen of bekrim
pen, zoo zouden wij niet aarzelen de leiding der
onderneming neer te leggen. Maar evenzeer
zullen wij pal staan tegenover hen, die door
overdreven eischen aan de rechten van het kapi
taal zouden tekort doen. Wij zullen deze rechten
niet prijs geven, doch tegenover iedereen, naar
onze volle overtuiging, verdedigen."
Zifting van Vrijdag 24 April.
Heden was 't eerst de lieer Borret aan bet woord,
die cr tegen protesteerde dat zijn ambtgenoot Tra
vaglino gisteren de oorzaak der verdeeldheid tusschen
de K,-Katholieken aan dezen minister toeschreef.
Spr. verklaarde, volkomen te vertrouwen dat deze
Katholieke minister niets zal doen, strijdig met het
belang zijner Katholieke landgenooten, en dus over
tuigd te zijn dal het ontwerp niets schadelijks voor
de Katholieken bevat. Wel is spr. tegen den per
soonlijken dienstplicht, doch hij hoopt dat wijzi
gingen van de wet hem de aanneming daarvan
mogelijk zullen maken. Voorts protesteerde hijtegen
de motie der Noordbrabantsche Kiesvereenigingen,
als een aanranding van de vrijheid en onafhanke
lijkheid der Volksvertegenwoordigers.
De heer Rooseboom verdedigde uitvoerig het ont
werp, als verre de voorkeur verdienende boven de
stelsels van De Roo en Reutber, die kostbaarder
zouden zijn geweest zonder evenredig grooter nut.
Een leger van vrijwilligers is ondenkbaar, zeide spr.,
en algemeene dienstplicht zou schatten kosten. Na
de beginselen van 't ontwerp te hebben verdedigd,
betwistte hij dat de officieren er alleen vóór zouden
zijn, uitzucht naar promotie, zooals de heer Van
Houten beweerde. De voor spr. weerzin wekkende
rede van den heer Travaglino berustte op onwaar
heid, zeide hij de kazernes zijn geen pestholen.
Daarna betoogde hij verder, dat de voordeelen van
het stelsel dezer wet veel grooter zijn dan van
alle anderen. Verwerpt men dit ontwerp, zeide
hij, dan zal een ernstige poging mislukt zijn, om
de onafhankelijkheid des lands te waarborgen
want de kans om die te verliezen zal door dit
ontwerp zeer verminderen.
De heer Laxnbrechts schetste het ontwerp als
eer. revolutie op sociaal gebied, een aanslag op de
individueele vrijheid, een ramp voor het land. Speci
aal de verhooging van het contingent keurde hij af.
De financiën zouden in een afgrond gesleept worden,
ter wille van de dwaze eerzucht der militairen. Hij
bad, dat ons dierbaar land voor de dreigende ramp
dezer wet bewaard moge blijven.
De heer Land sloot zich in hoofdzaak bij de
regeling uit een Marine-oogpunt aan
De heer Mutsaers bestreed liet ontwerp, op dezelfde
sjronden als de heer Lambrechtsde heer Clercx
eveneens, die het behoud der plaatsvervanging sterk
verdedigde.
De heeren Van Velzen en Van der Velde hoopten,
dat de minister de wet mogelijk zal maken door
aan de wenschen van velen tegemoet te komen.
Dinsdag voortzetting.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 23 April.
Het algemeen debat over de Legerwet werd
heden voortgezet door den heer Heldt, die zich
aansloot bij de heeren Viruly en Nieuwenhuis en
stellig tegenover den heer Schaepman ontkende, dat
er bij het volk verzet zou bestaan tegen de ophef
fing der plaatsvervanging, Integendeel, het volk
verzet zich sedert lang tegen behoud der plaatsver
vanging, zeide spr. Alle volksbonden hebben er tegen
gestreden en de R.-Katholieke Volksbond beeft een
veelzeggend zwijgen betracht. De bezwaren van
den heer De Geer konden, meende spr., niet gel
den deze wet verergert de ongerechtigheden der
militaire rechtspleging niet, en waarom moeten
meergegoeden niet en mingegoeden wel daaraan
onderworpen zijn vroeg spr.
De heer Seyffardt kon slechts vergoelijkend spre
ken over de wetwant fraai en nationaal is ze
niet. Uitvoerig zette hij de bezwaren uiteen tegen
de wijze, waarop veldleger, aanvullingsreserve en
landweer worden voorgesteld. Hij blijft algemeenen
dienstplicht voorstaan, als grondslag der legervor
ming van alle natiën oefenplicht moet in de wet
staan, opdat deze geen beletsel worde tegen een
volksleger, het eenige middel voor kleine volken
om hun onafhankelijkheid te handhaven. I11 dien
zin zal spr. amendementen voorstellen.
De heer Schepel vroeg overlegging van het advies
van den Raad van State over de Legerwet, en de
minister Lobman beloofde, nader met de Regeering
deze vraag te zullen overwegen. De heer Schepel
zou, als dat overleg tot een weigering mocht leiden,
een motie voorstellen.
De heer A. Van Dedem, ofschoon geen onvoor
waardelijk voorstander van persoonlijken dienst
plicht, was bereid, zijn overtuiging op dit punt
prijs te geven, als de Regeering dat beginsel noodig
acht,, mits zijne bezwaren tegen personeele en
financiëele lasten worden opgeheven. Feitelijk is dit
ontwerp, dat den dienstplicht matigt, verkieslijk
boven een stelsel van dienstplicht voor alle weer
bare mannen van zekeren leeftijd.
De heer Schiramelpenninck van der Oye had
geen principieele bezwaren hij betoogde de nood
zakelijkheid vau verdediging des lands, binnen de
grenzen onzer krachten, op het voetspoor van even-
tueele tegenstanders.
De heer Travaglino betreurde een ontwerp te
moeten bestrijden van deze Regeering en dezen
minister, maar was sterk door de overtuiging dat
honderdduizenden achter hem stonden. De oppositie
der katholieken spruit voort uit bezorgdheid voor
het zieleheil van hen, die in de kazernen verblijven.
Hij acht het ontwerp strijdig met de Grondwet,
en de financiëele gevolgen zullen noodlottig zijn.
Verhooging van het contingent en verlenging van
den diensttijd zijn ounoodig onze neutraliteit wordt
beter gewaarborgd door bescheidenheid. Na ont
wikkeling zijner bezwaren deed hij een beroep op
minister en Kamer, uit naam van alle Nederland-
sche moeders, om deze verderfelijke wet niet tot
stand te brengen.
De heer De Vries was voor het ontwerp, maar
hoopte dat de minister de lasten alsnog zou ver
minderen.
De heer Van der Borcli, beslist voorstander van
dienstplicht, had ernstige bezwaren.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Door de Directie der Marine alhier
werd gisteren openbaar aanbesteed
10. Het verrichten van werkzaamheden aan de
Mariniers-kazerne, wachthuizen, provoost en cantine
voor schepelingen. Ingekomen waren 11 inschrij
vingsbiljetten, als van de beerenA. Bels, ad.
f 2480 W. de Jong f 2140 R. Zeeraen f 2060
C. v. d. Plns f 2050 C. A. van Neck f 2000
P. van Driel f 1920; Gehrs. Klein f 1878; Th.
Moorman f 1849; H. Wijker f 1697 P. Spruit
f 1680 en J. T. Philips f 1596 (gegund).
2o. Het verrichten var. eenige onderhoudswerken
in het Marine-hospitaal. Ingekomen 10 biljetten,
van de heeren: P. J. Bierenbroodspot, ad. f1193
H. de Wit f 1187; H. Wijker f 1170; J. van
Brederode t 1168; Gebrs. Klein f 1120; J. de
Vries f 1115 F. Boon Jr. f1099; J. Hoogerduin
f 1084; Gebrs. de Boer f 1043 en J. Tielrooij
1 990 (gegund).
Texel. Aan de rekening en verantwoording,
van het Waterschap de 30 Gem. polders, welke voor
belanghebbenden ter inzage heeft gelegen, ontleeneu
wij de volgende cijfers
Ontvangstenf 33756.78$
Uitgaven22480.81$
Batig saldo 11275 -.<7
De ontvangsten zijn omschreven onder zes hoofd
stukken, als
I. Batig sa'ldo vorige rekening f 7949.86$
11. Restanten vroegere diensten 829.21$
III. Omslagen11 19365.62$
IV. Inkomsten van bezittingen 3232.
V. Andere gewone inkomsten - 9.—
VI. Buitengewone ontvangsten 2371.08
hectaren slik- en zandwegen, 179.1S.20 hectaren
nieuwe grouden in den polder het Noorden met de
daarop staande twee arbeiderswoningen.
De schulden wijzen aan eene som van f 358.000,
rente 3$ pCt. (Tex. Ct.)
Texel. Uitslag van gehouden verkoopingen
aan den Burg, op Woensdag 22 April, ten over
staan van notaris Hattinga Raven, te Helder.
2.33.29 heet. land «de Schelterskoog''. Kooper
de heer A. A. Lap, voor f 1655.
.95.60 land, «het Kuiltje". Kooper de heer
D. Kramer, voor f 1000.
Texel. Lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden door bet postkantoor alhier,
in de 2de helft der maand Maart
Van OudeschildM. J. Coster, te Leiden.
Van OosterendC. Breen, te Paterson.
Nieuwe Niedorp. De heer J. Koopman
alhier heeft, om gezondheidsredenen, bedankt als
wethouder en lid van den gemeenteraad.
Zuidscharwoude. Den 11 dezer trad in
de kolfbaan van den heer A. Kist alhier als
spreker op de heer C. V. Gerritsen, lid van den
gemeenteraad te Amsterdam, welke bijeenkomst
door een talrijk publiek werd bijgewoond. Het
onderwerp, te voren reeds aangekondigd, waar
over de spreker handelde was„Het monster
verbond en de radicialen."
Avenhorn. Door het bedanken van den
heer K. Spaans en het vertrek van den heer
Roozee, waren in 't bestuur van 't Departement van
de Maatsch. tot Nut v. 't Algemeen twee vaca
tures ontstaan.
Na stemming werden benoemd de heeren W.
v. d. Haar, geneesheer en D. Le Clerq, hoofd
der school alhier.
Tot afgevaardigden voor de aanstaande Alge
meene vergadering werden bij loting aangewezen
de heeren Koster en Bakker.
Tot eerelid werd bij acclamatie benoemd de
geer J. P. Roozee, wiens ijver gedurende meer
dan 43 jaar, in al wat ons Departement ten
goede kon komen, op deze wijze wordt beloond.
Hoogwoud. De heer van Balen Blanken
Jr., voorzitter der afdeeling Hoogwoud, zal den 29
dezer alhier voorde „Centrale Liberale Kiesver
eeniging" te Enkhuizen, eene lezing houden over
„het liberalisme."
Warmenhuizen. Tot wethouder alhier is
benoemd de heer A. Kraakman, in de plaats van
wijlen T. Pronk.
Zaandam. De heer W. Bax, predikant bij
de Herv. gem. alhier, die door verschillende
democratische vereenigingen candidaat was gesteld
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, heeft
die candidatuur aangenomen.
's Gravenhage. Namens een aantal Ver
eenigingen van werklieden alhier is aan de bur
gemeester vergunning gevraagd tot het houden
op 3 Mei a. s. van eene meeting in het belang
van een normalen arbeisdag, op een terrein,
gelegen aan den Bezuidenhoutschen weg, bij
Overbosch.
f 33756.78$
Hoofdstuk I en II eischen geen nadere om
schrijving.
Hoofdstuk III vermeldt de omslag over 4718.30.17
heet. ad f4.— en 659.62.26 heet. ad f2.30, enz.
Hoofdstuk IV Rente van f 20.000 deelname in
de Maatsch. v. Gem.-crediet te Amsterdam f 1220,
huur van grasgewas f1236, pacht voor de steen
glooiing f436, visscherij f305, jacht en eierenzoeken
f35.
Hoofdstuk V Erfpachten.
Hoofdstuk VIOpbrengst van verkochte roerende
en onroerende goederen, als klaver- en lucerngewas
f635, krossekeet f 114.45, voor grond van de sla-
persdijken f 180.24, vergoeding van den Staat voor
onderhoud tochtsloot f20 en verder renten en aflos
sing voor onroerende goederen.
De uitgaven zijn vermeld in vijf boofdst., als:
2551.68
446.74$
3820.90
I. Jaarw. en kosten van beheer
II. Grondbelasting
III. Aanleg en onderh. van werken
IV. Rente en aflossing van schuld. 15635.-
V. Buitengewone uitgaven
26.40
f 22480.81$
Hoofdstuk I omschrijft jaarwedden bestuur en be
ambten, huish. kosten en voor administratie.
Hoofdstuk II eisckt geen verdere omschrijving.
Hoofdstuk III vermeldt uitgaven voor
Dijken en kadenf 1726.05
Tochtslooten236.33
Wegen1631.23
Sluizen, duikers, brugeen en schoeiingen 227.38
Hoofdstuk IVAan de Maatsch. van Gem.-
crediet f 12.635 rente voor een schuld van f 361.000,
en aflossing f3000.
De bezittingen van het Waterschap zijn
20 aandeelen ifa het maatsch. kapitaal der maat
schappij voor gemeente-crediet, te zamen f20.000.
Nog te ontvangen kooppenningen van verkochte
gronden en hooigewas f 20387 en 2.53.30 hectaren
land, 108.20.76 hectaren dijken en kaden, 9.53.11
hectaren wegen, 44.91.40 hectaren water, 254.23.60
Marine en Leger.
De Vuurstokers-vereeniging «Welvaart en Voor
uitgang" alhier zal zich per request tot den minis
ter van Marine wenden, met het verzoek om lots
verbetering voor het corps vuurstokers der Marine,
zoowel met betrekking tot den door hen te behalen
rang als tot het bedrag hunner pensioenen.
Door den minister van Marine zijn benoemd tot
leden der commissie, die in de volgende maand te
H ellevoetsluis de 74 adspirant-machinist-leerlingen
2de kl. zal examineeren de luit. ter zee lsle kl.
J. H. Strootman, voorzitter, de luit. ter zee 2de kl.
L. A. Royen, de olf.-mach. 2de kl. J. A. Goetz
en de heeren W. Valkhoff en P. van Driel, resp.
leeraar bij de opleiding van machinist-leerlingen
en hoofd eener openbare school te Hellevoetsluis.
Verleden jaar waren er 75 adspiranten en 20 plaatsen,
evenals dit jaar.
Hr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. «Bonaire", in
conservatie op 's Rijkswerf alhier, wordt in den loop
van dit jaar gereed gemaakt voor zijn bestemming,
't uitoefenen van politie-toezicht op de zee visscherij,
waartoe die bodem in 't a. s. voorjaar zal worden
in dienst gesteld.
De minister van Oorlog heeft benoemd tot voor
zitter der commissie, door welke dit jaar in Juni
en Juli a. 8. bet examen voor toelating als kadet
bij de Kon. Milit. Academie zal worden afgeno
men den luit.-kol. der art. C. L. W. Moorrees,
met ingang van 1 Mei a. s. optredende als lste
officier bij die inrichting tot leden dier commissie,
de heerenH. A. J. A. Timmerman, lste luit.
van den staf der inf. J. W. C. Beelenkamp, J. N.
van Beek en W. H. Hasselbach, allen leeraren aan
de Kon. Milit. Academie; H. Nusink en H. A,
Brouwer, kapts. respectievelijk bij het 7de en 5de
reg. inf.E. Scheffer en dr. A. Japikse, leeraren
respectievelijk aan de H. B. school te Sappemeer en
MiddelburgP. van den Brand en J. de Jong,
leeraren resp. aan de gem. H. B.scbool te Almelo
en te Breda tot secretaris der meergenoemde com
missie den lsten luit. F. L. J. van de Pol, van
den staf der inf., werkzaam bij de Kon. Milit.
Academie.
Met 1 Mei a s. wordt de opleiding voor jongens
aan boord van Hr. Ms. opleidingsschip „Admiraal
van Wassenaer" te Amsterdam uitgebreid, en daartoe
een veertigtal jongens van de Kweekschool voor
Zeevaart te Leiden naar de „Wassenaer" overgeplaatst.
In het begin van September a. s zullen op de
heide nabij Ede groote militaire manoeuvres worden
gehoudenalsdan zullen circa 600 man van
verschillende wapens worden ingekwartierd te Ede,
Bennekom, Luntereu en Otterlo.
Benoemingen, enz.
Tot lid van het dagelij ksch bestuur der benne
Enk huizen en Westeinde is gekozen de heer D.
Dangerraondt, en tot hoofdingeland de heer E.
Rienderhoff.
Bij Kon. besluit is benoemd met 1 Mei a. s.,
lot burg. van Purmerend, jhr. C. Van Citters.