HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
AOl. Woensdag 29 April 1891. „Jaargang49.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
DOLORES.
,Ei: desespereert nimmer 1"
Jan Pieltrts. Coen.
Het Vaderlandt glietrouwe
Blijl ick tot in den doot;
Wilhelmuslied.
VersoliUnt lederen Dinsdag, Oonderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per maanden.
Voor de courant binnen de. gemeentef 0.70, met Zondagsblad 1.05
naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.35
nnar alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen Oost-
Indiè en Amerika) 1.76, nut 2.10
naar Zuid-Afrika2.50, 8.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prjjs der advertentiön:
Van 15 regela 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingeu en nanbevelingen, geplaatst tnssohcu den tekst, per regel lfl et
Advertentiëu voor liefdadige doeleinden
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand. i
Agenten in liet buitenland: België, Mr. X. Bertoux, Agence de publicite, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic.
- -
NEDERLAND.
HELDER, 28 April.
Protectie? Op de uitnodiging der
Haagsche Kamer van Koophandel tot aansluiting
bij de beweging tot het verkrijgen van tariefs
wijziging in protectionistische richting, heeft de
kamer te Enschede geantwoord, dat zij aan deze
uitnoodiging niet kan voldoen zij deelt in geen
enkel opzicht de zienswijze der Haagsche
Kamer en zij protesteert tegen eene beschouwing
van de nijverheidsbelangen, die zij geheel
onwaar en in hare mogelijke gevol
gen hoogst verderfelijk moet achten.
Zij meent dit voldoende te kunnen doen door
in korte trekken hare meening, gegrond
op hare ervaring, tegenover die der Haag
sche te stellen.
„De snellere vooruitgang van de nijverheid in
dit district, ook in den jongsten tijd, de
algemeene welvaart in hetzelve, zijn, behalve
aan den ondernemingsgeest en de volharding
der bevolking, te danken aan het v r ij g e v i g e
handelstelsel, dat een allergunstige
invloed uitoefende op de ontwikkeling van de
industrie. Juist de vrije invoer van grondstoffen
en fabriekswerktuigen, invoer tegen een gering
recht van vele andere benoodigdheden voor de
nijverheid, vrije invoer en daardoor lage prijs
van de eerste levensbenoodigdheden, stelden haar
in staat, ook hare producten tot lageren prijs
te vervaardigen.
„Door verbetering van de verkeerswegen en
ten gevolge daarvan lage vervoerprijzen, was zij
in staat hare voortbrengselen in het eigen land
algemeen verkrijgbaar te stellen en ook een be
langrijk deel daarvan in het buitenland te plaat
sen. De daardoor zooveel ruimer geworden
werkkring maakte het mogelijk, de fabrieken
op grooter schaal in te richten en dus het aan
deel, dat anders de nijverheid in dit opzicht in
kleine landen tegen grootere ondervind, te ont
gaan.
„Gebrek aan werk bestaat er in dit nijver
heidsdistrict niet; de bevolking nam sedert jaren
zeer belangrijk toevan elders vloeiden vele
minder goede elementen naar de fabrieksstad
toch vonden ook dezen werk, en niettegenstaande
deze ongunstige omstandigheden, behoort de
nijverheidsstad Enschede, met bijna 16,000 zie
len, nog tot de zeer enkele, op wier gemeente
lijke begrooting de post „ondersteuning van
armen, die geen ondersteuning van kerkelijke of
1 de Heldersche- en Ni.uwedieper Courant.
108)
Roman van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit het Duitse h.)
Toen zij de oogen weer opsloeg, lag zij op haar
bed en Térèse en mevrouw Rusz stonden bij haar.
„Wegriep zij, zich tot. de laatste wendend, in
de grootste angst uit: „weg, om Godswil, ik ben
bang voor u!"
Mevrouw Rusz's gelaat betrok maar slechts voor
een oogenbliktoen ging zij heen. Daarbuiten in
den gang echter stond zij stil, sloeg de beide han
den voor haar bleek gelaat en snikte, zonder echter
een traan te laten zij moest zich aan de deurpost
vastgrijpen om niet te vallen en lang had zij noo-
dig eer zij zoo kalm was geworden, dat zij naar
beneden kon gaan, waar haar man haar met een
„Nu, hoe gaat het boven ontving.
Intusschen reed Engels met de beste paarden naar
de stad, om daar een dokter voor haar te halen,
die naar de onvolkomen beschrijving van hare toe
stand te oordeelen aan eene aandoening- der zenu
wen dacht en eenige kalmeerende middelen mede-
nam. Op den terugweg ontmoetten zij Falkner te
paard en deze verschrikte hevig, toen hij vernam
wat er gebeurd was. Hij reed met. hen mede en
wat hij op den Valkenhof van dokter Rusz te weten
kwam, was ook niet veel. „Zenuwen," zeide dokter
Rusz, „zenuwen. Herinner je maar hoe gezond zij
was, toen zij een tijd lang geen muziek heelt ge
maakt. Opeens echter begon zij met zenuwachtige
haast weer te spelen en haar oude beroep kwam
boven. Met hartstocht vette zij de muziek weer
op en componeerde, tot hare zenuwen het niet
bijzondere instellingen van weldadigheid kunnen
erlangen," nog voor memorie kon worden uitge
trokken. Uw stelling, dat werkloos
heid, vooral in den winter, het ge
volg zou kunnen zijn van onbe
schermde n ij v e r h e i d, achten w ij ge
heel onjuist; integendeel meenen
wij met gerustheid te kunnen aan
nemen, dat juist de door het vrij-
handelstelsel bloeiende nij ver
heid, alleen in staat is, geregelden
arbeid te kunnen aanbieden, die noch
door jaargetijden, noch door weersgesteldheid
wordt belet en daardoor aan den werkman, het
geheele jaar door, een goed en geregeld weke
lijks inkomen verzekert.
De Kamer laat zich dan ook door het uit
zicht, door u gegeven, niet overhalen, hare
overtuiging, verkregen door opletten,
de waarneming der feiten en lang
durige ervaring, te verlaten voor een stel
sel, dat wellicht zou kunnen worden ingericht
om enkelen teverrijken, doch ten
koste van de groote massa, van het
volk. Allerminst zou zij het regeeringsstelsel
terug verlangen van de door u genoemde dagen
van voorspoedwij danken daaraan de patent
wet en de meeste der accijnzen, van welke ons
70 jaren van vooruitgang nog niet geheel hebben
kunnen bevrijden.
„Van de voortdurende gunstige werking van
ons vrijhandelstelsel, van voortgezette verbetering
der verkeerswegen, van toeneming van in-, uit- en
doorvoer, van een goed consulaatstelsel, die
volgens uwe meening eigenlijk slechts eene
bescherming zouden zijn van den handel, blijft
de kamer ook voor de nijverheid den vooruit
gang in de toekomst verwachtenhare belangen
worden daardoor niet minder bevorderd dan
die van den handel."
„Een liberale daad." Wij lezen in het
„Schoolblad"
Tot nu toe hebben wij er ons van onthouden
een woord van waardeering te schrijven over het
door min. Lobman gecontrasigneerde kon. besl.
waarbij de heer dr. J. M. Smit, ontslagen leeraar
a. d. gemeentelijke H. B. S. te Apeldoorn, tot
leeraar aan de Rijks H. B. S. te Warfum is
benoemd. Wij wilden eerst zekerheid hebben
over „de wijze waarop" men bij deze benoeming
was te werk gegaan.
Immers er waren allerlei geruchten in omloop
over verklaringen en beloften, die de heer Smit
zou hebben moeten afleggen, voor hij waardig
gekeurd werd weer in genade te worden aange
nomen. En het bleef niet bij geruchten. Op
een talrijk bezochte openbare politieke vergade
ring te Leeuwarden, waar het liberale Kamerlid
dr. JT. Zaaijer Azn. als spr. optrad, werd door
een anti-revolutionairen tegenstander, den presi-
langer konden verdragen. Slaap en rust zal haar
goed doen."
Dolores bracht, dank zij een slaapmiddel, een
rustigen nacht door, doch droomde, dat de „booze
vrijvrouw" met treurig gelaat voor haar bed stond
en haar bezwoer hare overwinning op den booze
niet halverwege te laten steken, doch haar door
volharding te verlossen van de vloek.
Deze droom en de woorden die zij had gesproken,
stonden haar zoo duidelijk voor den geest, toen zij
ontwaakte, dat zij over de woorden nadacht. Die
droomen, die altijd waarschuwingen inhielden tegen
booze invloeden, waren, sedert zij op den Valkenhof
was, zoo menigvuldig geworden, dat zij ze geheel
op rekening van hare zenuwen stelde. Sedert zij
van Noordland terug was, was er bijna geen nacht
voorbijgegaan, zonder dat een dergelijke droom haar
had verontrust.
Het was een zonderling verschijnsel, dat alle
gebeurtenissen van den laatsten tijd haar van te
voren door droomen waren geopenbaard geworden.
Nu zij kalm over dat alles nadacht, kwam het haar
ook weer te binnen. Haar val in het „Heksengat,"
het doorschieten van den brief en het pasgebeurde
aan de theetafel, dat alles had zij vroeger in den
droom beleefd; de „booze vrijvrouw" had het haar
lateu zien en er haar voor gewaarschuwd.
Verklaren kon zij het niet, maar toen dat alles
haar duidelijk was geworden, greep een zonderling
afgrijzen haar aan en plotseling kwam de wensch
in haar op: „Voort van hier, weg!" En deze
wensch werk zoo sterk, dat zij opstond en zich
door Térèza een wit wollen ochtendjapon deed hullen
en zoo op het balcon van haar salon ging ontbijten.
Daar beneden zag zij dokter Rusz, die, 11a haar te
hebben gevraagd, of hij haar niet stoorde, een oogen
blik later tegenover haar zat met een goed dicht
gemaakt en van eene etilcette voorzien fleschje in
de hand, welks inhoud, als water zoo helder, er
onschuldig genoeg uitzag.
dent van de afdeeling Patrimonium, den heer
P. v. Vliet, de liberaliteit van min. Lohman
tegenover die van den spr. gesteld, daar de laatste,
dr. Zaaijer, in de Kamer had meegeholpen om
het besluit tot ontslag van dr. Smit te doen
handhaven en de eerste dezer dagen de daad had
verricht, dr. Smit te Warfum te benoemen.
En wat antwoordde de heer Zaaijer in een
slotwoord, waarop geen repliek meer werd toe-
1 gelaten Dat de heer van Vliet maar eens moest
gaan onderzoeken, welke belofte de heer Smit
had moeten afleggen, om benoemd te kunnen
worden, dan zou hij over de liberaliteit van
Minister Lohman wel anders denken.
Welnu, wij hebben een onderzoek ingesteld en
het resultaat is, dat de heer Smit niet de minste
verklaring of belofte heeft afgelegd om zich van
i politiek in een bepaalde richting te onthouden
en dat dus de insinuatie van het Kamerlid Zaaijer
allen grond mist.
Hoe moeielijk het misschien ook voor hen
moge zijn, de liberalen zullen moeten erkennen
dat hier dus door een niet-liberalen minister een
waarlijk liberale daad is verricht, liberaler dan,
volgens zijne eigene verklaring, ooit van den
oud-leeraar Zaaijer ware te verwachten.
De „Maasbode" wijst er op, hoe de amen
dementen op de Legervvet bij „karrevrachten"
de Kamer worden ingedragen. „Nu komen er
48, dan 58, nu een reeks, dan een zoo groot
getal, dat de bladen er nauwelijks melding
van kunnen maken. Hoe de minister, de voor
zitter der Kamer en de leden daaruit wijs moeten
worden, mag de hemel weten.
Men zou ook zeggen, dat deze amendementen
regen niet pleit voor het wetgevend talent van
den heer Bergansius, en dat de heer mr. Bohl
gelijk had, toen hij onlangs in ons blad de
legerwet een juridisch monster noemde."
De „Haagsche Courant" zou gaarne zien, dat
er spoedig nog een paar beginsel-moties werden
voorgesteld als die van den heer Domela Nieu-
wenhuis, „waarin duidelijk wordt omschreven
wat de tegenstanders der wet niet en wat zij
wel verlangenen dat men ddardoor dan over
eenige dagen een reeks van zuivere, duidelijke
stemmingen uitlokte. Dat ware practischer dan
de strijd met lange redevoeringen, die eindeloos
dreigt te worden en nu reeds zelfs de Kamer
leden verveelt.
Het manifest der „Liberale Unie," gelijk
dat in de vergadering van 11 dezer werd
aangenomen, is nu verschenen.
Daar de inhoud er van nagenoeg gelijk is aan
het vroegere ontwerp-manifest, willen wij hier
alleen vermelden de paragraaf over de kiesbe
voegdheid, welke luidt
„De kiesbevoegdheid voor de Tweede Kamer
der Staten-Generaal worde door onbekrompen
„Het doet mij onuitsprekelijk veel genoegen, u
weer zoo wel te zien, beste Dolores," zeide hij, met
die diepe, volle klank, welke hij aan zijn stem kon
geven. „Maar," voegde hij er bij, het fleschje
schuddend, ge moet ook „knap" ziju en dit drankje
innemen, dat dokter Müller u gisteren heeft voor
geschreven en dat ik zelf in de apotheek heb ge
haald.
Dolores verzekerde, dat zij zonder moeite drankjes
innam, als zij maar niet het een of ander inhielden,
waarvan zij een afkeer had en tot bewijs dronk zij
er een theelepel vol van uit, dat dokter Rusz haar
toereikte.
„Smaakt het leelijk vroeg hij lachend, toen
zij den mond vertrok.
„I.eelijk, dat kan ik nu juist niet zeggen, het is
een zonderlingen smaak, een smaak, die ik tegeu-
vvoordig in alles wat ik eet of drink proef, een
smaak, die mij als het ware vervolgt."
„Verbeelding, louter verbeelding," zeide hij, „dat
is juist een gevolg van uwe ziekte."
„Misschien wel, maar hoe komt het dan, dat mij
verscheidene dingen gelijk smaken?"
In gedachten speelde zij een poosje met het lange
dikke etiket van het fleschje, waarop stond „om
de twee uren een lepel." Opziende ontmoette zij de
op haar gerichte blik van dokter Rusz. Zenuwachtig
als zij was, Smaakte zelfs dien blik weder een on-
aangenamen 'indruk op haar, doch snel streed zij
tegen deze opkomende afkeer.
„Beste dokter," zeide zij opeens, niet zonder
verlegenheid, maar vast besloten, „gij zult er im
mers niet boos om zijn, als ik u en tante verzoek
een maand vroeger, d. w. z. vóór de maand die ik
nog hier zal blijven, te vertrekken Want ik moet
voort, anders gaat mijne gezondheid totaal te
gronde. Ik denk dat de zeelucht mij weer zal doen
herstellen en of ge nu een maandje vroeger heen
gaat, beteekent toch niet veel. Daarentegen noodig
k u dan tegen den volgenden zomer weer hier."
toepassing van het voorschrift der Grondwet uit
gebreid ook tot den kring der werklieden, die
reeds te lang daarvan verstoken bleef. De wet
gever ga aanstonds zoover, als eene eerlijke uit
legging der Grondwet hem veroorlooft. Persoonlijke
en geheime invulling van het stembiljet in het
lokaal der stemming worde voorgeschreven."
Bij koninklijk besluit van den 20 dezer,
opgenomen in de „Staatscourant" van 26/27 dezer,
is, op de gemeenschappelijke voordracht der mi
nisters van Oorlog, Marine en Binnenlandsche
Zaken, het volgende bepaald
De afgifte van het bewijs van ontslag uit den
dienst aan de ingelijfden bij de militie te land
der lichtingen van 1885 en van 1886 en van de
ingelijfden bij de zeemilitie der lichting van 1887
wordt geschorst, tot dat zal zijn beslist omtrent
de bij de Staten-Generaal ingediende voordracht
van wet, strekkende om hen tot langeren dienst
te verplichten»
Dezer dagen hebben wij medegedeeld, dat
eenige Surinaamsche firma's zich beklaagden
over een geheime bestelling van rijst door den
Gouverneur, waardoor zij in hun belangen zeer
benadeeld werden. Te dezer zake is thans door
een twaalftal exporteurs naar Suriname het vol
gende adres bij de Tweede Kamer ingediend
„Ter verduidelijking van dit telegraphisch be
richt vestigen de ondergeteekenden de aandacht
er op, dat de onderteekenaars van het telegram,
allen kooplieden te Paramaribo, in de maanden
Februari en Maart van dit jaar zeer groote posten
rijst telegraphisch en per brief aangevraagd hadden,
welke partijen reeds in Suriname aangekomen of
daarheen onderweg zijn, terwijl daarenboven nog
belangrijke partijen door tusschenkomst van hun
agenten aan Nederlandsche leveranciers door hen
waren besteld. Deze maatregelen waren door de
bedoelde kooplieden genomen met het oog op
het mislukken van den bananenoogst.
„In de eerste dagen vau April schijnt echter
plotseling in Suriname te zijn uitgelekt, dat de
Gouverneur pl. m. 5000 balen rijst en pl. m.
5000 balen meel had besteld, welke quantiteit
met de booten van den Kon. West-Ind. Mail
dienst op 2 en met een geheel buitengewone
gelegenheid op 11 dezer, zij het dan niet geheel,
dan toch voor het grootste gedeelte, naar Suriname
was verzonden.
„Die bestelling is geschied in het geheim, waar
door zeer zeker de belangen der onderteekenaars
van het telegram ernstig zijn benadeeld, en even
zeer de aankoop en verscheping van hier zeer
ten praejudice van ondergeteekenden.
„Maar daarenboven, nu de Gouverneur of het
Gouvernement nóch te Paramaribo nóch in Neder
land een openbare inrchrijving heeft doen plaats
hebben, konden ook belanghebbenden niet tegen
concurreerende prijzen en vergelijking van mon
sters naar deze leverantie mededingen.
„Natuurlijk, natuurlijk beste 1 Behoeven wij nu
nog complimenten te maken P" zeide Rusz, haastig
en luider dan hij gewoon was. „En wanneer wilt
ge dau weg?" voegde hij er in gespannen verwach
ting bij.
„Zoodra de inkwartiering geëindigd is, dus over
een week. Het valt mij zwaar genoeg ook die
week lang nog hier te blijven, want mijnezenuwen
hebben dringend herstel noodig."
„Zeker, zeker," zeide Rusz, „maar nog één vraag,
Dolores, ge kunt niet alléén reizen, niet alléén op
een badplaats vertoeven, de wereld oordeelt zoo
spoedig
„O neen, ik weet dat men zich voor booze tongen
moet wachten, ofschoon ik door mijne levenswandel
hen nooit vat op mij heb gegeven. Térèza en Ramo
zijn voorloopig voldoende en in de badplaats zullen
professor Balthazar en zijne vrouw mij onder hunne
hoede nemen."
„Ah, en verder?"
„Dan ga ik voor vier weken naar de groother
togin Alexandra, dat hebben wij al afgesproken, en
tegen den winter ga ik met de oude vrienden mijns
vaders naar Italië."
„Dus alles in orde?"
„Alles. En ge zijt niet boos, nietwaar?" vroeg
zij. „Het is noodzakelijk, anders ware ik hier liever
gebleven."
En zij reikte hem de hand, die koud was.
En ofschoon dokter Rusz volkomen wel was, was
zijne hand zoo koud, dat Dolores huiverde.
„Nu, dat hapert er nog maar aan, dat gij u bij
ons daarover zoudt verontschuldigen," zeide hij,
met eene zonderlinge klank in zijn stem.
„En waar denkt gij heen te gaan P" vroeg zij.
„In ieder geval het eerst naar Berlijn. Dat hadden
we al lang afgesproken."
Met deze woorden nam hij afscheid.
(Wordt vervolgd.)