NIEUWEDIEPER COURANT.
M. 55. ^9^, Donderdag 7 Mei 1891. Jaargang 49.
T T Th T T^\ TT Q TJT17 e^..
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
»Ei: dosespereert nimmer I* fl I M i ra J H 1 j fcjMBBBKiitSlfef Blijl ick tot in'den doot;
J.. JW». Om. X I V J 1 J 1—i X KJ VrY X I yj I <^W1) WilMmriU.
Versoliljnt lederen Dl ras eins, Donderdag on Zaterdag.
Abonnementsprijs por 3 maanden.
Voor ilc courant binnen de gemeentef 0.70, met Zondagsblad f 1.05
naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, in l.SS
uaar alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen Oo3t-
Indië en Amerika) 1.75, 2.10
n n naar Zuid-Afrika 2.50, 3.
RED ACT EUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Pr ij 8 der advertentiën:
Van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeeliugen en aanbevelingen, geplaatst tusschen den tekst, per regel 15 at
Agenten in het buitenland: België, Mr. N". Bertoux, Agence de publicité, 12.Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic.
In den strijd over coöperatie.
Aan het „Sociaal Weekblad" ontleenen wij het
volgend opstel, dat naar onze raeening in alle op
zichten de aandacht van neringdoenden verdient.
Men kent den strijd van de neringdoenden tegen
de coöperatie. De consumenten kunnen door haar
de tusschenhand ontberen en de winst, die de ver
koop in het klein oplevert, zelven verdienen de
neringdoenden zien hun inkomsten daardoor vermin
deren, hun broodwinning een enkele maal zelfs
met ondergang bedreigd, en boycotten, om het zoo
te noemen, wanneer de gelegenheid zich daartoe
aanbiedt, de aanhangers der coöperatief
Aan dien strijd door kracht van argumenten een
einde te maken, schijnt mij, althans in onzen tijd,
een illusie. Maar wel kan men de vraag stellen,
of de neringdoenden het wapen der coöperatie niet
gedeeltelijk te eigen voordeele zelven zouden kun
nen aanwenden en zich daardoor verzekeren van
een gedeelte van dat publiek, hetwelk zij meer en
meer dreigen te verliezen. In den coöperatieven
winkel koopt men gewoonlijk niet goedkooper dan
daarbuiten het voordeel der coöperators bestaat in
de uitkeering uit de verkregen winsten. Kunnen
nu niet de neringdoenden op hun beurt een korting
toekennen aan de verbruikers, die voor een mini
mum-som in het jaar koopen in den geest van de
verzekeringmaatschappijen, die een gedeelte van de
winst aan de verzekerden uitkeereu
Een voorbeeld. Bij normale graanprijzen kost
het brood hier ter stede 16 cent liet kilo. Een
niet te groot gezin laat ons stellen man, vrouw,
twee kinderen en een dienstbode gebruikt zeker
gemiddeld 1 a 1} kilo daags, dus voor 16 a 24
cent. Men zou nu een korting kunnen geven aan
wie gedurende het geheele jaar dagelijks voor zulk
een som verbruikten, waarbij men desnoods gedu
rende bijv. een maand, voor zomer-vacantie en
andere buitengewone gevallen, vrijstelling zou kun
nen geven. Met andere woordenwie jaarlijks
kochten voor 16 a 24 cent X 335 dagen, dat is
voor f 53.60 a f 80.of om het gemiddelde daarvan
te nemen, wie kochten voor f 66.80, zouden recht
hebben op een korting. Wij kunnen deze korting
wel stellen op 10 pet., hetgeen het bakkersbedrijf
boven de normale winst kan opleveren. Depothou
ders toch van bakkers, wien het zeer goed gaat,
genieten een korting van 2 cent per kilo van 16
cent, hetgeen 12| pet. bedraagt. Met 10 pet.
korting komt men dan zeer nabij de hier ter stede
i'Yoilletou fan do Holderache- on Nieuwedieper Courant.
1121 DOLOEES.
Iloinan van Gravin EUFEMIA BALLESTREM.
(Uit het D u i t s c h.)
„Maar ik zie thaus tot mijn genoegen, Godlof,
dat ge het middel in het geheel niet hebt gebruikt,"
zeide dr. Rusz.
„Toch wel," zeide zij, „ik heb het ineens inge
nomen. Uwe waarschuwing zou derhalve te laat
komen, indien dit niet, evenals alle middelen van
dokter Muller, zonder eenige uitwerking bleef."
„Ingenomen Het geheel ingenomen herhaalde
hij, alsof hij meende te droomen.
„Tot den luatsten droppel," zeide zij, spottend
knikkend.
„Dat is niet waar 1" barstte hij uit.
Heftig stond zij op, ging hare slaapkamer binnen
en kwam terstond terug met het ledige fleschje in
de hand, dat zij op de tafel wierp.
„Daar!" zeide zij met fonkelende blikken. „En
nu, ga heen, en als ik er aan denk, dat gij mij
van een leugen hebt beticht, dan zal ik het moeten
toeschrijven aan het late uur, waarin gij misschien
niet weet wat gij zegt."
Dokter Rusz had met sidderende handen het
fleschje opgenomen en stond stom van verbazing
tegenover haar, maar met hijgenden adem en een
blik als een roofdier. En weder overviel haar dat
gevoel van onbestemde angst en afmatting.
In den Valkenhof was het overal doodstil, en
Thérèze sliep zóó vast, dat men haar snorken tot
hier kon hooren. Als deze man wilde
Daar gleed een schaduw langs de lamp en in het
zelfde oogenblik stond opeens tusschen hem en haar
Ramo.
„De barones heeft gebeld?" vroeg hij, zoo kalm
en rustig, alsof het midden op den dag ware en
bloeiende bakkerij „de loop", die bij den prijs
van 16 cent, welken ook zij gewoonlijk voor het j
kilo gebuild brood vraagt, zoo ik wel heb, niet 1
meer dan 12 pet. aan de leden over hun vertering
uitkeert.
Omdat mij de gegevens daartoe bekend waren,
nam ik dit voorbeeld, dat evenwel niet het meest
gelukkige is. De aard toch van den broodverkoop,
welke in een stad bijna overal op denzelfden tijd
moet geschieden, brengt mede, dat de bakker de
pothouders aanstelt, die, zoo zij al geen overwegend
bezwaar zijn om de voorgestelde regeling toe te
passen, toch in ieder geval de zaak zeer moeilijk
maken. Bij andere leveranciers echter, die allen
zelfde verbruikers van waren voorzien, zooals krui
deniers, slagers, wijnkoopers, enz., bestaat deze
hinderpaal niet en heeft men slechts rekening te
houden met de winstderving in den aanvang, die,
als de zaak slaagt, goedgemaakt behoort te worden
door het toenemen van het debiet.
De winsten in den kleinhandel zijn natuurlijk
niet bij alle waren dezelfde. In eene brochure
werd onlangs als de vrucht van nauwgezet onder
zoek medegedeeld, dat de tusschenhand een winst
neemt van beneden 10 tot boven 200 pet. Die
cijfers loopen zeker nog al uiteen, maar waar de
winsten voor den neringdoende gering zijn, daar
zullen zij dit ook zijn bij de coöperatie, omdat de
verkoopprijzen in de coöperatieve en andere win
kels «iet verschillen. En al kan de neringdoende
niet altijd tegen de coöperatie zóó goed op, als in
het voorbeeld van straks, toch zou de aantrekke
lijkheid van de coöperatie voor wie, strikt geno
men, haar voordeelen kan missen, sterk verminderen,
wanneer het fiuanciëele verschil maar geringer werd.
Want tegen een kleine financiëele bate weegt dan,
bij velen althans, zeker op, dat men zonder coöpe
ratie,' wannéëF men ontevreden is, ite_vrijhèid"fièett
van leverancier te veranderen. Hoezeer die vrij
heid zou wegen, wanneer de winst bij de coöpe
ratie maar niet zoo ongewoon groot was, kan men
nagaan uit het feit, dat er verbruikers zijn, die,
omdat zij hun eischen hoog stellen en begrijpen
dat de volmaaktheid ook in hun leverancier niet
verondersteld kan worden, zich de moeite getroosten
bijv. twee slagers te nemen, welke om de maand
de leverantie krijgen en wier eigenbelang aldus
wordt opgewekt te zorgen, dat de vergelijking niet
te hunnen uadeele uitvalle. 't Is natuurlijk waar,
dat de verbruiksvereenigingen geen reden tot
klachten behoeven te geven en dat er dan ook ge
noeg zijn, van welke men slechts lof hoort, maar
er zijn mij ook gevallen bekend, waar zich de ge
wone bezwaren voordoen, wanneer een zaak belan-
„Der Einüusz des Zwisckenhandels auf die preiae, auf
Grond der Preisentwickeluog ira Aachener kleiuhandel",
1888.
alsof zij werkelijk gebeld had. O, hoe dankte zij
in dit oogenblik de waakzaamheid van dezen ge
trouwe.
„Ge moet den dokter de trap af lichten. Hij
heeft geen licht bij zich," zeide zij, met een ver
ruimd hart.
Dokter Rusz had zich intusschen reeds weder
hersteld.
„Goeden nacht, lieve Dolores," zeide hij, „probeer
nog een beetje te slapen en ik zal morgen met
dokter Muller spreken. Hij heeft u eene te zwakke
natuur toegeschreven hij moet de dosis versterken."
Met deze woorden reikte hij haar de hand.
Maar Dolores scheen die niet te zien. Zij keerde
hem den rug toe en verdween in hare slaapkamer,
die zij terstond achter zich sloot, met kloppend
hart en vliegend slaande polsen.
Toch sliep zij ten slotte. En zij droomde, dat
de „booze vrijvrouw" zachtjes met de handen over
haar haar streek en vroolijk lachend zeide „Spoedig
spoedig! Dolores! Verlosler!" Juist als den eersten
nacht in den Valkenhof.
Mevrouw Rusz had den volgenden morgen heel
wat uit te staan met haren man, die slecht geluimd
was. Hij hoonde haar op zijn giftigste manier, lachte
zenuwachtig en zocht in alle zakken naar een blad
papier, dat hij in een open couvert, zonder adres er
op, bij zich had gedragen. Mevrouw Rusz zocht
zwijgend mede, maar het was niet teavinden en ein
delijk stuurde hij haar naar de kleine bibliotheek,
om te kijken of hij het daar soms had laten liggen.
Doch ook daar was het niet, ofschoon nog niemand
het kabinet had bezocht, daar het vlak naast de
slaapkamer van Dolores lag, die nog sliep en niet
mocht gestooid worden. Ramo, die de lamp had
uitgeblazen, nadat hij dokter Rusz had bijgelicht,
had ook niets gezien.
Had dokter Rusz maar kunnen deuken, dat dat
papier zoo dicht bij hem was, dat het in zijn vrouws
zak zatMaar dat vermoedde hij niet. En terwijl
hij radeloos, bleek, met onvaste blikken, overal
rondliep, zat zijne vrouw daar, met de handen in
geloos wordt bestuurdmen hoort de klachten be
leefd aan, maar men laat ze onverhoord. In ieder
geval zou het voor coöperators en niet-coöperators
samen wenschelijk zijn, wanneer de monopoliseering
van leverantie door de coöperatie voorkomen werd
iets wat voor sommige waren, nu de coöperatie
zulk een hooge vlucht ueemt, volstrekt niet als
ondenkbaar moet uitgesloten zijn, en hetgeen toch
evengoed als in andere omstandigheden de nadee-
len met zich zou kunnen sleepen, die aan het dnt-
breken van mededinging verbonden zijn.
Voor de particuliere neringdoenden zou mijn
voorstel nog in het bijzonder een voordeel hebben.
Van hunnen kant is de strijd soms inderdaad
moeilijk door het lange crediet, dat zij moeten
geven. Een beperkt onderzoek in den Haag, waar
het inkruipsel, om de leveranciers op voldoening
hunner rekeningen te laten wachten, misschien
grooter is dan ergens elders in het land, heeft mij
den indruk gegeven, dat de klachten te dezen
opzichte wat overdreven zijn meer dan één nijvere
alhier had een paar, en dan gewoonlijk juist groote
klanten, die geregeld twee of drie jaren te laat
betalenmaar overigens kwamen de vorderingen
binnen eenige maanden binnen. Het crediet moet
bij meer dan één zaak echter toch wel drukken.
In een bloeiende, maar kleine slagerij alhier, wel
ker eigenaar fluancieel goed vooruit gaat, en die
dan ook geenszins te lichtvaardig crediet geeft,
blijven, op de 240 klanten, geregeld tusschen de
70 en 80 achterstallig, met een bedrag van onge
veer 4000, dat dus altijd te boek blijft staan.
Volgens de algemeene gewoonte wordeu de reke
ningen maandelijks verzouden, en in weerwil daar
van zijn twintig klanten meer dan vier maanden
achterstallig, drie langer dan een jaar, twee ander
half jaar, drie twee jaren. Oninbaar over 1880 was
bedrag van j 1823. In het afgetrokkene kan
men over het crediet-geven door de winkeliers wel
klagen, maar door de sterke mededinging schijnt
daar weinig aan te doenzelfs ondernemende nij-
veren ten minste durven den toestand niet veran
deren. Wanneer men echter een jaarlijksche korting
toestond aan de vaste groote klanten, dan zou men
met die nieuwe regeling ook wel de bepaling kun
nen doordrijven, dat deze contant moesten betalen,
dat de contant betalenden een grooter percentage
in de winst zouden ontvangen, of dat zij, zooals
ook bij de coöperatie, telkens op afrekening een
som vooruit geven. Op die wijze zou tevens vol
daan worden aan een eisch van billijkheid ten op
zichte van wie op tijd betalen en toch hun waren
duur moeten koopen, omdat de leverancier door de
slechte betaling van anderen zijn renteverlies over
de waren moet omslaan. Er zijn weliswaar thans
reeds leveranciers, die korting geven, maar die
blijven nog steeds iu de minderheid en de beroepen,
die voorhands het meest van de coöperatie hebben
den schoot, moede, met diepe blauwe kringen onder
de oogen, holle wangen en in het dikke blonde haar
grijze streepen, die daarin gisteren nog niet te zien
waren.
„Wat zit je daar Werk liever snauwde hij
haar toe. „Je ziet er uit als de dood zelf. Wat scheelt
je P Heb je een geest gezien
„Een geheel geestenheir," zeide zij, met bevende
lippen.
„Wel bekome hetu!" siste hij.
Tegen den middag, even vóór koffiedrinken werd
geluid, kwam Alfred aan, om naar Dolores te vragen.
Hij trof haar in de zaal aan met EDgels, bleeker
maar schijnbaar beter.
„Lolo heeft zich in het hoofd gezet heden een
picnic aan het Ileksengat te houden," begon hij
en daarom kom ik u vragen, of ge het wilt toestaan
en of ge ons het genoegen wilt doen zelf ook van
de partij te zijn
„O ja, dat is een goed idee 1" riep zij uit.
„Laten wij dan maar tegelijk alles met juffrouw
Kohier afspreken. Mijne gasten tref ik aan den
lunch en dan zeg ik het hun terstond, dan kunnen
zij er met hun dienst op rekenen."
„Maar komt ge dan zelf ook?"
„Ik hoop ju. En als ik mij soms stilletjes eerder
terugtrek, verzoek ik je de plichten der gastvrijheid
voor mij waar te nemen en mijne afwezigheid te
verontschuldigen. Blijft ge lunchen
„Neen, ik dank u. Ik wil Lolo niet bij de lunch
met de officieren alleen laten."
„Daar hebt ge gelijk aan. Dan kan ik ook niet
bij u aandringen."
Juffrouw Kohier had wel veel bezwaren omtrent
de picnic, maar maakte toch de noodige toebe
reidselen.
Terstond na de lunch ging Dolores slapen en
toen mevrouw Rusz kwam om haar te spreken, werd
zij afgewezen, en toen het tegen den tijd van de picnic
liep, toen was gravin Schinga er reeds en kon zij
haar weder niet alleen spreken.
Sinds dien noodiottigen avond was Dolores niet
meer aan het Heksengat geweest, niettegenstaande
te lijden, doen het meerendeels juist niet.
Op de door mij aangegeven wijze zou er tevens
een zeer gewenachte band komen tusschen Jeveran-
cier en klant. Thans toch staat de eerste er aan
bloot, dat de laatste voor een kleinigheid, een gril
dikwijls zelfs maar, van hem vertrekt. Met de voor
gestelde regeling zal de klant dit evenwel na een
enkele grief niet dadelijk doen, maar het einde
van het jaar afwachtendan zal met Januari in
den regel van de boosheid zijn geweken en de
klandizie voor den leverancier behouden blijven.
Te oordeelen naar de cijfers van den broodver
koop, moet men de gevolgtrekking maken, dat een
zoodanige regeling niet de krachten van de leveran
ciers te boven gaat. Weinig levensvatbare zaakjes
kunnen haar echter natuurlijk niet invoeren maar
al is dit ook voor de eigenaren te betreuren, voor
de gemeenschap zou haar ondergang slechts winst
zijn. Want door haar komt het, dat men eens
deels nog veel te veel het oude stelselverkoop
zoo duur mogelijk, blijft huldigen, en dat velen
op een klein debiet drijven, hetgeen natuurlijk
hoogst kostbaar moet zijn en eeu van de oorzaken
is, waardoor de coöperatie zoo bloeit. Met minder
nijveren daarentegen blijft de mededinging toch
onverzwakt, genieten de leveranciers een beter
bestaan, en zou hel publiek goedkooper, dan nu
het geval is, terecht kunnen.
Wat beter is, kan daarom nog niet [dadelijk
algemeen worden ingevoerdde toestauden moe
ten groeien. Maar als de leveranciers wat vroeger
of wat later konden besluiteu tot hetgeen ik hier
voorstelde, dan zouden hun winsten in den aan
vang wel verminderen, maar der coöperatie een
voor allen welkome mededinging worden aangedaan.
Den Haag. G. Emants.
NEDERLAND.
HELDER, 6 Mei.
Naar men aan het „Hbld." meldt, zijn uit
Brussel de noodige bevelen gezonden, om den
heer Greshofï, van de Nieuwe Afrikaansche Han
delsvennootschap, weder op het gebied van den
Congo-staat te doen toelaten.
De schrijver der „brieven uit de hofstad"
aan de „Arnh. Ct." wijst op het zonderling con
tract, dat men eene legerwet behandelt, die de
kosten van 's lands verdediging met vele millioenen
zal doen toenemen, terwijl er een wetsontwerp
gereed ligt tot het aangaan van eene leening, om in
zij vroeger zoo gaarne op .dit romantische plekje
vertoefde. Dat de plaats, waaraan zoovele toover-
sprookjes verbonden waren, waar zij de zoetste, maar
ook de bitterste uren van haar leven had doorleefd,
waar zij bijna den dood gevonden had, dat die
plaats heden het tooneel zou worden van vroolijk
gelach en schertsende woorden, scheen haar onbe
grijpelijk toe, maar zoo is dan ook het beloop der
werelden zoo reed zij dan o ok aan de zijde van
haren voorname gast iu het lichte rijtuig naar de
picnic, want door hare zwakke gezondheid was de
weg haar te lang geworden en wilde zij liever den
terugweg loopen. De anderen waren er reeds alle,
toen zij het Heksengat bereikt hadden en hadden
plaats genomen op de groene graszoden om het witte
uitgespreide tafelkleed, waarop alles stond, wat een
fijne keuken maar kan opleveren.
Dolores ondervond een lichte huivering, toen zij
de plaats betrad, waar zij met het sombere water
om haar leven had gestreden toen echter was
het een open strijd met eeu vijand, die haar over-
wonuen zou hebben, als Alfred Falkner haar niet
ter hulpe was gekomen nu echter streed zij den
zelfden strijd met een vijand, dien zij niet wist te
noemen en zij dacht niet anders of zij zou het
onderspit moeten delven. Evenals een dief in den
nacht was hij tot haar doorgedrongen, had hare
bloeiende gezondheid ondermijnd, haar kracht en
levensmoed ontnomeu en drukte loodzwaarten op
haar.
En evenals toen was het ook nu aan het Hek
sengat, alleen de zon stond iets hooger en wierp
hare nieuwsgierige stralen op het blinkende zilver
werk van de geïmproviseerde tafel, op de uniformen
der huzaren en op het schitterende haar van Dolores
Falkner. Buiten haar waren nog drie dames aan
wezig Lolo, gravin Schinga en mevrouw Rusz. De
laatste, had zich naast Dolores neergezet, maar werd
spoedig weer van hare zijde verdrongen.
(Wordt vervolgd.)