HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
.jaargang w.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
E IsT
J. H. VAN BALEN.
,Er. deacspereeri nimmer!"
Jan Pietera*. Ooen.
Het Vaderlandt ghetronwe
Blij 1 ick tot in*, den doot.
Wilhelmuslied.
Versonijnt lederen Dinsdag, Donderdag om szaterdas.
Abonnementsprysjper 3 maanden.
Voor de courant; binnen de gemeente0.70, met Zondagsblad 1.05
M naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, n n u 1-35
naar alle landen, die in het postverdrag
z|ju opgenomen (inbegrepen Oost-
Indië en Amerika) 1.75, 2.10
naar Znid-Afrika2.50, 3.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prijs der adrertemtiën:
Van 1—5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van da
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tusschen den tekst, per regel 18 a t
Advertentiën voor liefdadige dooleinden5
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand. 5
Agenten in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; NT.-Jersey en Omstreken Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic.
Uit Zuid-Afrika.
Mijn reis naar de Kaap. De Kaapstad. -
Port-Elizabeth.
Een nieuw leven doorstroomt ons geheele wezen,
alle lichamelijke en geestelijke afmatting is als bij
tooverfdag verdwenen, als, na eene zeereis van
eenige weken, de kapitein ons op zijn gewone droge
manier de blijde boodschap brengt, dat wij weldra
land zullen zien. Niet ééns, neen, tallooze malen
stormen wij uit de comfortabel en weelderig inge
richte salon naar het dek, onze wangen zijn rood
en in onze oogen schijnt zich de spankracht van
al onze zenuwen saam te trekken, als wij met
koortsachtig ongeduld den horizon onderzoeken
want ieder oogenblik kan de marsgast het verlos-
singswoord „land" laten hooren. Reeds gelooven
wij een hoogen bergtop aan den horizon te zien
opduiken, maar het blijkt de mast van een schip
te zijn dat ons voor is, eene teleurstelling, door de
hooggespannen verwachting dubbel bitter. Maar
eindelijk, eindelijk is het een feit, eene onloochen
bare waarheid. Aan den zuidoostelijken horizon
teekent zich op een lichten bank van vederwolken
een blauwachtige streep af, die van minuut tot
minuut hooger boven de oppervlakte van den
oceaan rijst. Het is de kroon van een imposanten
rotsburg, dat steenen voorgebergte van Zuid-Afrika,
dat in de geschiedenis der ontdekkingsreizen eene
merkwaardige plaats inneemt de Tafelberg.
Het gevoel van heimwee naar den wal stijgt tot
pijnlijk ongeduld, als men op zoo'n schip op zijn
Hangen overtocht met alle luimen en nukken van
den oceaan te kampen heeft, als de nieuweling op
zee, inplaats van te kunnen genieten van al het
schoone, van die prachtvolle onvergetelijke zonson
dergang, het afwisselende tooneel van de spiegeling
der kleuren des hemels in het water, het aardige
spel der dolfijnen en vliegende visschen, als meu,
inplaats van dat alles te kunnen gadeslaan en be
wonderen, aan zijne hut gebonden is door onge
steldheid en beschutting moet zoeken in de kajuit.
.Dan mist hij alles. Hij ziet niet hoe, inplaats van
«de ondergaande zon, die alles in vurigen goudgloed
Ihult, de wind donkere, van regen zwangere wol
kenmassa's in ijleuden vaart daarheen jaagt, hoe de
zee, inplaats van zacht te kabbelen, bergen water
doet breken op de boeg van het schip en zich in
al de majesteit van zijn toorn vertoont, zoodat de
golven donderend uiteenspatten en het schip in alle
naden en spanten kraakt en steunt.
.Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwedieper Courant.
ia) DE BERGGIDS.
Uit het Duitseh.
Adelgonde begon te lezen ,,'k Kan slechts
„Lees zacht, moeder!" verzocht Betty en hield
ook het papier vast. Na een kleine aan de lectuur
gewijde pauze, fluisterde het meisje blozend,
„moeder 1"
Adelgonde zag verrukt op. „Aan ons
Met een nieuwe toonnuance lispelde Betty voor
den derden maal, „moeder
Deze las nu luid, door den inhoud geroerd,
„'kKan slechts als zusters u beschouwen!"
Haastig riep de dochter, „ik ben al verder 1"
Adelgonde las
„Als één vau ziel en zin
Hier brak zij af: „Betty! onder scherts verborg
hij den gloed zijner ziel welk een man
Het meisje, met de rijmelarij slechts voor oogen,
murmelde
„Ach 1 durfde ik toch mijn hort ontvouwen."
De moeder las verder
„Hoe 'k beide u "bemin I"
,,'t Geluk heeft mij u laten vinden,
„Ach waarom wiLde 't lot zoo wreed.
Zoo vertoonde zich de oceaan aan mij. Van de
36 dagen, aan boord der Briton doorgebracht, had
den wij meer dan 30 dagen storm. Vier weken
lang leed ik aan een hevige dyssenterie, die mijne
krachten dermate had ondermijnd, dat ik nauwe
lijks meer durfde hopen het land te betreden. Bij
een zoodanigen toestand zal de lezer begrijpen, dat
ik van begeerte brandde, de vaste grond onder mijne j
voeten te gevoelen van dat land, waaraan ik ge
hoopt had in dienst der wetenschap al mijne krach
ten te wijden.
Ofschoon doodmoede, voelde ik nieuwe kracht
mij doortintelen, toen de uitroep „land gehoord
werd. Onafgebroken bleef ik op het dek, totdat de j
Tafelberg en zijne beide onafscheidelijke gezellen,
de Leeuwenberg rechts en de Duivelsberg links,
zich' in hunne gausche majesteit aan mij ver
toonden.
Voor wij het dek der Briton verlaten, om den
voet op den Afrikaanschen bodem te zetten, moet
ik nog met een enkel woord gewag maken van een
voorval aan boord, dat mij als het ware een voor
proefje gaf van de gevaren, die mij in Zuid-Afrilca
wachtten.
Wij bevonden ons den 20sten Juni op de hoogte
van St.-Helena. Reeds langer dan drie weken
hadden wij zulk slecht weer, dat het moeite kostte
het op het dek uit te houden. Tengevolge mijner
ziekte was ik zeer zwak geworden en daardoor
scheen mij de atmosfeer en de enge ruimte van de
tweede kajuit (mijne middelen veroorloofden mij niet
eerste klasse te reizen), zooveel erger nog dan
vroeger. Toen ik op dien morgen moeielijker dan
anders ademhaalde, nam ik mij voor, het kostte wat
het wilde, eenigen tijd op het dek door te bren
gen. De scheepsdokter had delirium tremens en
was tot niets nut. Met ontzaggelijke moeite be
reikte ik het voordek, doornat door de overkomende
zeeën. De verlichting, die ik ondervond door het
inademen der frissche lucht, was zoo weldadig, dat
ik de zeeën trotseerde en er bleef.
Na korten tijd echter zag ik in, dat ik hier niet
kon blijven. Door eene nieuwe en nog heviger
stortzee doorwaternat geworden, keek ik even
over de verschansing in de schuimende diepte en
dacht er over na, of het niet beter ware, maar weer
de kajuit op te zoeken. Juist op dat oogenblik
brak een reusachtige golf op het voorschip en over
stroomde het geheel. Ik greep mij in dit critieke
oogenblik terstond vast, maar het hielp mij niet.
Op hetzelfde oogenblik werd ik opgenomen en over
boord gesleurd.
Daar ik onder het vallen nog een touw greep,
werd de kracht van mijn val gebroken en inplaats
van in zee te storten, viel ik loodrecht tu9schen het
lagere scheepswant. Het symbool der hoop, het
groote scheepsanker, werd mijn redder. Ik bleef
tusschen een der armen daarvan en het scheepswant
hangen en werd toen door den toesnellenden hoog
bootsman uit mijne gevaarlijke toestand verlost.
Snel viel Betty in
„Ons nauwer niet aaneen verbinden.
Langzaam en pathetisch besloot Adelgonde.
„En ons doen deelen lief en leed
Het meisje sloeg de handen voor de oogen „hij
•bemint mijl"
„Hartelijker heeft iemand nog nooit moeder en
dochter tegelijk het hof gemaakt," riep Adelgonde.
„Hij bemint mij 1" herhaalde Betty.
De moeder greep haar hand. „Zou je reeds je hart
voor een nieuwe liefde kunnen openen
„Ach moeder," klonk het bevend, „je weet zeer
goed, dat ik in den graaf niet veel vertrouwen
stelde. Maar vader wilde hem volstrekt tot mijn man
maken en daarom
„Genoeg humde Adelgonde, „laat mij met Posse
spreken
„Wat wil je hem zeggen
De moeder streelde haar den wang en las nog
eenmaal
O, waarom zou het lot, zoo wreed,
„Ons nauwer niet daar verlas zij zieh „vereenigen
De dochter viel haar om den hals, „Moeder
Adelgonde keerde zich naar den in de verte
dralende Po9se en riep hem luid toe, „wij hebben
gelezen
Hij naderde aarzelend„Eu ik zie reeds uw
oordeel," de jonge dame wendt zich af
„Van den huichelaar!" voltooide aanmoedigend
vriendelijk Adelgonde.
„Van wien
Zij vervolgde schertsend „die ons gisteren met
opzet den verkeerden weg gewezen heeft, om ons
terug te kunnen vinden, want
j „'t Geluk heeft mij U laten vinden
„Hemeltje lief!" riep Posse, als van den donder
I getrolfen.
I Adelgonde stak hem de hand toe. „Beken het
maar, hoedanig het dichteroog ons als zusters
beschouwt
I Betty brak haar plotseling af: „Moeder, die
j dames
„Nog al hier ontboezemde de moeder vol
I ergernis, „men kan geen oogenblik ongestoord
j blijven
NEDERLAND.
HELDER, i8 Juni.
Men schrijft aan het „Hbld." uit Apeldoorn
Wegens de ongesteldheid van Koningin Wil-
helmina, is de eerste steenlegging voor de Ned.
Herv. kerk te Apeldoorn, welke op heden bepaald
was, voor onbepaalden tijd uitgesteld.
- Betreffende het bezoek, dat de Duitsche
Keizer en Keizerin te Rotterdam zullen brengen,
is bij de autoriteiten aldaar nog niets met zeker
heid bekend.
Verschillende plannen zijn reeds gemaakt, doch
ook weder verworpen. Het laatste plan is, dat
de Keizer en Keizerin den 3den Juli a. s. vroeg
tijdig zouden aankomen aan het station Maas,
waar zij zouden worden opgewacht door HH. MM.
Koningin Wilhelmina en de Regentes.
Het oponthoud te Rotterdam zou van zeer
korten duur zijn. Na een rijtoer door de stad,
zouden de hooge bezoekers met eene extra boot
van Rotterdam, langs den Nieuwen Waterweg,
over zee naar Amsterdam vertrekken. Vaststaande
is ook dit plan echter niet.
Het Koninklijk paleis te Amsterdam is sinds
jl. Dinsdag voor het publiek gesloten. Van Den
Haag zijn reeds eenige verhuiswagens met meu
belen e. a. gezonden om in de kamers, die de
hooge gasten zullen herbergen, geplaatst te worden.
Volgens een bericht uit Den Haag, zou
het ministerie eerst na het vertrek van den
Duitschen Keizer zijn aanvraag om ontslag indie
nen, omdat bij gelegenheid van dat bezoek
besprekingen over verschillende aanhangige zaken
zouden plaats hebben.
Ten vervolge op de bekendmaking in de
„Staatscourant" van 31 Mei/i Juni wordt door
den Minister van Koloniën bekend gemaakt
dat in plaats van tien, vijftien personen ter
beschikking van den gouverneur-generaal van
Nederl.-Indië kunnen worden gesteld om in
rechterlijke betrekkingen daar te lande te wor
den geplaatst.
Naar aanleiding van den uitslag der jongste
verkiezingen zegt de „Standaard
„Cijfers zijn welsprekend.
„Hadden we een proportioneel kiesrecht, zoo-
dat elke partij in de Kamer kon vertegenwoor
digd worden naar gelang van haar getalsterkte
onder de kiezers, dan zou uit de thans geleverde
cijfers volgen, dat in de Kamer niet meer dan
„Ze gaan al weg!" stelde het meisje haar moeder
gerust, en maakte een weinig ruimte tusschen haar
en Posse om den doortocht vrij te laten.
Inderdaad verschenen Emma en Suze reisvaardig,
met de regenmantels, in riemen gebonden, over de
schouders geworpen.
De vrijheer, die haar op den voet volgde, had
zich met een drietal regenschermen belast, die zoo
samengesteld waren, dat ze even goed tot paraplu
als tot wandelstok dienen konden. Uit zijn humeur
als hij was, had hij niet het minste medelijden
met Suze, die de hand tegen het hoofd hield. Kort
voegde hij haar toe „Niets is beter tegen hoofdpijn
dan frissche lucht, mijn kind 1"
Vóór de patiënte antwoordde, ontwaarde zij Christien,
die vergenoegd van den straatweg terugkwam en
vroeg haar hoe het nu met den koetsier stond. „Ja,"
glimlachte zij, „ik begrijp niet waar Jacob blijft."
Horst maakte een snelle beweging, als was Christien
hem een gruwel. „Nu, groet je Jacob en leef wel,
wij gaan heen
„Heengaan riepen Emma en Suze verslagen.
„Ja, we gaan!" verklaarde hij, „ik heb er genoeg
van
Adelgonde had zijn besluit gehoord en fluisterde
haar dochter toe: „zeer aangenaam!"
Christien ging in hare onbeschaamdheid zoover,
om lachend te verklaren, dat hij harentwege ook
wel uitrukken kon r De gevolgen harer woorden
voorkwam ze door snel te verdwijnen.
De vrijheer zag ook niet welke teekens zij wisselde
met den gids, die van deu straatweg naderde hij
bemerkte echter den ouden wel -en maakte er zijn
kinderen ook opmerkzaam op„Kijk eens, die oude
gids komt als geroepen 1"
De meisjes deed de nieuwe verschijning weinig
genoegen. „Dat is fataal!" riep Emma, de wenk-
brouwen fronsende en Suze zuchtte
„Ik wou, dat hij ik weet niet waar zat!"
Het barsche gelaat van Horst helderde een weinig
43 liberalen zitting mogen hebben en dat de
overige 57 zetels naar proportie moesten verdeeld
worden over de R.-Katholieken, de anti-revolu
tionairen en de radicalen."
Blijkens eene opgave in de „Staatscourant"
van 16 dezer bestond de bevolking van Noord
holland op 1 Jan. 1891 uit 407,962 m. en
436,526 vr., totaal 844.488, tegen 829,489
(400,631 m. en 428,858 vr.,) op 1 Jan. 1890.
Helder telde op eerstgenoemd tijdstip 22,737,.
Hoorn 10,922, Alkmaar 15,648, Haarlemmer
meer 15,556, Haarlem 51,629, Nieuwer-Amstel
26,099, Zaandam 15,606 Amsterdam 417,539
inwoners.
De Minister van Buitenlandsche Zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat de betrek
king van adjunct-inspecteur voor het genees
kundig staatstoezicht voor Noordholland, met
ingang van 1 Juli e. k., zal worden opgeheven,
en dat mitsdien alle werkzaamheden, aan dat
staatstoezicht in de provincie verbonden, met
ingang van dien dag zullen zijn opgedragen aan
den inspecteur voor het geneeskundig staatstoe
zicht, dr. J. P. Dozy te Amsterdam.
Blijkens een telegram van den Gouv.-Gen.
van Ned.-Indië van 17 Juni jl., wordt de gou-
vernements-koffieoogst op Java voor dit jaar
thans geraamd op 354.160 pikols.
ST ATEN-GENER A AL
Eerste Kamer.
Zitting van Maandag 15 Juni.
De Voorzitter doet mededeeling van de sedert
de vorige bijeenkomst ingekomen stukken, onder
welke behooren de laatstelijk door de Tweede
Kamer aangenomen wetsontwerpen, o. a. betrek
kelijk de verlenging van den diensttijd der
militieplichtigenonteigening voor verbetering
van den Ouden IJselvan het Departement van
Binnenlandsche Zakengoedkeuring van de
Congo-acte en de formulieren en titels in ver
band met het overgaan van de Kroon op eene
Koningin, benevens een zeventiental ontwerpen
van meer ondergeschikt belang.
Deze wetsontwerpen zijn naar de afdeelingen
verzonden.
De heer van Roijen heeft verlof gevraagd en
verkregen om aan den Minister van Waterstaat
inlichting te vragen omtrent den toestand van
het stationsgebouw te Groningen.
Zitting van Woensdag 17 Juni.
De Kamer nam heden de wetsontwerpen aan,
die geen debat uitlokten, om morgen de overige
af te doen. De heer van Royen ontving van
den Minister van Waterstaat geruststellende mede
deelingen over de spoedige uitbreiding van het
station Groningen.
op, toeu hij den redder in den nood aansprak
„lioor eens, waarde vrind 1 nu kan ik je toch
gebruiken
Kracht nam groetend den punthoed af„Vergeef
me, maar op 't oogenblik ben ik nog niet vrij 1"
Hij wees naar den boom, terzijde van den straat
weg. „Daar staat mijn paard."
„Uw paard?" riep de vrijheer verwonderd.
„Uit den grafelijken stalverklaarde gene.
„Zijt ge nog op het slot geweest vorschte
Suze belangstellend.
Kracht boog toestemmend „Over aangelegenheden
mijn zoon betreffende, en nu zal ik hier den
poelier afwachten,"
„Dien ik naar den Graaf gestuurd heb viel
Horst in.
Adelgonde, die zich met Betty en Posse onder
een grooten olm teruggetrokken had, gaf den jon
gelieden een wenk Hoor
Kracht bevredigde de nieuwsgierigheid van den
Vrijheer„De jonge Graaf wenscht den man nog
eens te spreken; de president is zeer ingenomen
met zijn zoon."
Horst hield deze opmerking voor spotternij en
ging in denzelfden zin voortJa, dat kan ik mij
denken
Emma verbleekte, want ook zij verstond den
gids verkeerd, die aan deu vrijheer zocht te
beduiden„In volle ernst, mijnheer, zeer verheugd.
Graaf Erits heeft het voornemen te huwen en de
President verlangt reeds lang naar een schoon
dochter."
Bij de laatste woorden zag hij de oudste der
zusters zoo beteekenisvol aan, dat Suze heimelijk
Emma in de hand kneep.
De vrijheer bemerkte er niets van, want hij had,
toen hij van het voornemen van den jongen graaf
om te huwen hoorde, den blik op Betty gevestigd
en naderde het meisje nu een paar schreden, terwijl
hij zei„Nu, ik wensch er u geluk me#, mejuffrouw 1"