HELDERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
M 78.
Woensdag 1 Juli 1891.
Jaargang 49.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
EN
J. H. VAN BALEN.
Onze Zuivelhandel.
l ilesespereert nimmer 1"
Jan Pieters. Coen.
Het Vaderlandt ghetronwe
Blijf iok tot in den doot.
Wilhelmuslied.
Versolaljnt lederen Dinsdag, Donderdag ©n Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3 maanden:
Voor de courant binnen de gemeeente0.70, met Zondagsblad 1.05
naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.85
ff alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indic en Amerika). 1.75, 2.10
B H ff Zuid-Afrika2.50, 3.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Prijs der Advertentiën:
Van 15 regels 50 ceuts, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeolingen en anubevclingen, geplaatst tusschen den tekst, per regel 15 Ct.
Advertentiën voor liefdadige doeleinden5»
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5»
Agenten in liet buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jeraey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Me., Okonite Co, Passaic.
(Overgenomen uit het „Handelsblad".)
(Slot.)
De vergadering der Donderdag gehouden
zuivel-conferentie werd geopend door den
eere-voorzitter der K. v. K„ Z. Exc. graaf
van Bylandt, met een kort woord van dank
aan de opgekomen belangstellenden en vooral
aan de beide voornaamste leiders der K. v. K.,
van welke deze conferentie was uitgegaan, de
heeren H. S. J. Maas, Ned. consul te Londen,
en A. A. H. Boissevain, voorzitter der Ned.
K. v. K. te Londen.
„Indien ik mij de taak en de werkkring
van deze Kamer van Koophandel goed voor
stel," zeide verder graaf van Bylandt, „ge
loof ik, dat zij zal moeten zijn een bureau
van informatie niet alleen voor de Neder-
landsche regeering, maar ook en vooral voor
de privaat-belanghebbenden, voor den han
delsstand in beide Kijken, voor den han
delsstand in Nederland, die noodig heeft
goed ingelicht te zijn omtrent den waren
toestand der Engelsche markten, hare eischen
en behoeften en wederkeerig voor den han
delsstand in Engeland, die wenschen kan
nauwkeurig ingelicht te worden omtrent
diezelfde toestanden in Nederland.
„Op die wijze houd ik mij overtuigd, dat
de reeds zoo belangrijke handelsbel rekkingen
tusschen Nederland en Groot-Britnnnië zich
nog meer zullen uitbreiden en op meer
degelijke en vertrouwbare grondslagen zullen
rusten."
Graaf van Bijlandt beloofde ten slotte zijne
medewerking yoor de bespreking van het
belangrijk onderwerp, waarvoor de conferentie
was bijeengeroepen. Op de vergadering
waren o. a. aanwezig de volgende vertegen
woordigers van vereenigingen en maatschap
pijen „Holl. Maatschappij van Landbouw,
„Friesche Maatschappij van Landbouw,
„Geldersch-Overijselsche Maatschappij van
Landb.", „Vereeniging tot ontwikkeling v. d.
Landb. in HoUand's Noorderkwartier, Ge
nootschap voor Landbouw en Kruidkunde"
te Utrecht, „Vereeniging tot verbetering der
fabriekmatige zuivelbereiding in Friesland",
„Boud van zuivelfabrieken" in Groningen,
„Nederlandsche stoombootmaatschappij" te
Rotterdam, „de K. v. Kooph." te Dordrecht
en Middelburg, „Bond van Boterfabrikanten"
te Nieuwe Niedorp Jen „de Coöperatieve
zuivelvereeniging" in Zeeland, alsmede een
Stal leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal.
Nadat de heer Maas het verlag der com-
Feuilleton van de Heldersche- en Nieuwed. Courant.
4> M A R U J A,
DOOE
BRET HARTE.
„Carroll, Car-roll, Car-roll," fluisterde zij
zachtjes bij zich zelf, alsof zij het zelf prettig
vond haar eigen stem te hooren. „Het is
een lieve naam. Hij klinkt als een lied.
Don Carroll, hé? El capitan Don Carroll."
„Maar mijn voornaam is Henry," zeide
hij schuchter.
„Enry dat klinkt zoo goed niet. Don
Enrioo is beter. Maar El capitan Carroll
is het beste van alles. Dat zal ik altijd,
zeggen: El capitan Carroll!"
„Altijd vroeg hij, kleurende als een
Waarom niet P" Hij trachtte haar steels-
gewijze door hare bruine ooghaartjes aan te
kijken, maar zij voorkwam hem, door hem
flinkweg met den stalen blik, dien zij van
haar vader geërfd had, in de oogen te zien.
«Komaan, kapitein Carroll 1 het was niet
om mij uw naam te zeggen dien ik reeds
lang wist dat aangenaam klonkCar-roll!"
lispelde zij opnieuw, terwijl zij hem met
hare ooghaartjes toeknipte„gij hebt mij
daarom niet gevraagd u hier onder vier
oogen te ontmoeten op dezen kouden
morgen," zeide zij, terwijl zij haar sjaal
dicht om hare schouders trok. „Dat kwam
bij het lamp- en kaarslicht, bij den dans en
de muziek van den vorigen avond te pas.
Gij verwacht toch niet, dat ik daarom mijne
missie had voorgelezen, voerden vele sprekers
het woord. Voor het raeerendeel geloofden
zij wel, dat verbetering mogelijk wns, maar
toch dat het uiterst moeilijk, zoo niet on
doenlijk zou wezen, de oude plaats, die de
Nederlandsche zuivel vroeger op de markt
innam, te heroveren.
De commissie deed de volgende voorstellen
1. Dat de Kamer haar steun geve aan de
oprichting van een agentschap voor den ver
koop van goede boter, in het leven te roepen
door Nederl. belanghebbenden en bestuurd
door een bekwaam en deskundig persoon, be
hoorlijk bezoldigd en daarenboven meerdere
inkomsten verkrijgende door de opbrengst
van het product boven een vast te stellen
minimum-prijs.
2. Dat dit agentschap gemachtigd en in
staat gesteld worde om vervolgingen wegens
knoeierijen in te stellen, zoowel in Nederland
als in Engeland. De kooplieden te Londen,
die voor het ter markt brengen van ver-
valschte boter gestraft worden, zouden wel
licht niet ongeneigd gevonden worden de
noodige inlichtingen te verschaffen, waardoor
men den afzender in Nederland zelf zou
kunnen treffen.
3. Het agentschap zou te handelen hebben
volgens instructiën door de Nederl. oprich
ters en hoofdbestuurders vast te stellen om
trent
a. Het stellen van namen en adressen der
fabrikanten op de verpakking.
b. De verpakking zelve, waarvan het o. a.
gewenscht zou zijn, dat die niet anders zou
mogen geschieden dan op hechte en sterke
wijze en zoodanig, dat die niet ten tweeden
male zou kunnen gebruikt worden.
c. Het vervoer. Het agentschap zou kun
nen beproeven de voorkeur te doen geven
aan die stoombootmaatschappijen, welke in
richtingen willen maken om de boter gedu
rende het warme jaargetijde in beteren toe
stand over te brengen dan nu het geval is.
d. Het vaststellen en doen registreeren van
een handelsmerk, hetwelk zou mogen gebruikt
worden voor zoodanige boter, als na her
haalde zending zou blijken steeds van de
beste hoedanigheid te zijn.
De agent zou niet voor eigen rekening in
zuivelproducten mogen handelen.
In de bespreking dezer voorstellen werd
o. a. opgemerkt, dat de werkzaamheden van
zulk een agentschap met groote zorg moeten
worden omschreven, zoodat geen mogelijkheid
open bleef, dat vervalsckte waar werd bin
nengesmokkeld. Graaf van Bylandt deelde
uit zijn veeljarige ervaring eenige staaltjes
van vervalsching mede, o. a. hoe met mar
garine vermengde boter als BUTTERine te
koop werd geboden om de verbruikers te
misleiden.
gasten verlaat, dat ik daarom van monsieur
Garnier wegloop, die {complimentjes maakt,
doch wiens naam niet lief klinkt of van
mr. Raymond, die over mij spreekt als hij
mij niet aan kan spreken. Zij zouden zeggen,
dat deze kapitein Carroll dat wel in hunne
tegenwoordigheid had kunnen vertellen."
„Maar als zij wisten," zeide de jonge
officier, dichter bij haar komende, met een
bleek gelaat en schitterende oogen, „als zij
wisten, dat ik iets anders te zeggen had,
mias Saltonstall iets o, neem mij niet
kwalijk deed ik uw hand zeer iets
tegen j liaar alleen is er clan iemand hun
ner, die het recht heeft daar tegen op te
komen P Zie me zoo niet aan, miss Salton
stall, maar ik vraag het u, ik smeek het u,
zeg mij zulks voor ik verder ga."
„Wie zou zulk een recht bezitten zeide
Maruja, terwijl zij haar hand wegtrok, maar
haar gevaarlijke blik op hem gevestigd hield
„Wie zou u durven beletten tegen mij over
mijne zusters te spreken. Ik beb u gezegd
dat Amita nog vrij is, zoowel als
wij allemaal."
Kapitein Carroll deed een paar passen
achteruit en keek haar verlegen aan. „Kan
het zijn dat u mij verkeerd verstaan hebt,
miss Saltonstall stotterde hij. Denkt gij
nog dat ik op Amitahij hield
eensklaps op en vervolgde toen met vuur
„Herinnert gij u niet, wat ik u gezegd
heb Hebt gij vergeten, wat ik van
avond zeide
„Van avond was van avond
zeide Maruja, terwijl zij even hare schouders
ophaalde. s Avonds wordt men verliefd
over dag trouwt men. Bij muziek, bloemen,
maanlicht, zegt men allerlei dingen 's mor-
Mr. N. .T. RikolF meende op te maken,
dat men door het oprichten van een agent-
schép de tussclienpersonen \vilde verwijderen
en een monopolie oprichten. Dit is echter
geenszins het geval gelijk baron Mackay van
Ophemert, die de dwaasheid van een derge
lijke poging in het laatst der 19de eeuw aan
het licht stelde, betoogde. Steun vond het
voorstel der commissie ook bij den heer L.
van Lookeren Campagne, vertegenwoordiger
der Nederl. regeering, die de oprichting van
een agentschap de eenige mogelijkheid achtte
om de fouten in de zuivelbereiding en in
den handel op te sporen en te verbeteren
en namens de regeering der K. v. K. voor
haar streven hulde bracht. Baron Mackay
van Ophemert geloofde, dat de Ned. zuivel-
producenten het oude spreekwoord„wan
neer het getij verloopt, moet men de bakens
verzetten" niet genoeg ter harte hadden
genomen. Zij hadden tot'de nog recente
instelling van het rundveestamboek geen
rekening gehouden met den toestand van
het veeze hadden niet voldoende gezorgd
voor de zuivere draineering van het weiland,
ze hadden aan de vraag of groote boven
kleine boerderijen de voorkeur verdienen
niet genoeg aandacht geschonken. Men
moet eerst zorgen voor zuivere melk, dan
voor een met bekwaamheid in groote zui-
velinstellingon gecontroleerde bereiding en voor
een keur, dat de goede hoedanigheid waar
borgt vervolgens voor een zorgvuldig ver
voer, waarbij zeer goed kan worden gewaakt,
dat de stoomvaartmaatschappijen buitengewone
maatregelen nemen om de goede overeen
komst te verzekeren en ten .slotte moet de
voorgestelde agent, die de tusschenpersom
niet vervangt, maar met éón vermeerdert,
waken, dat alleen goede waar op de markt
wordt gebracht en dat in Engeland het
vertrouwen terugkeert in de eerlijkheid en
goede trouw der Nederlandsche zuivelhan
delaars.
Ten slotte werd op voorstel van den heer
Rauduin, vertegenwoordiger der Holl. Maat
schappij van Landbouw, met bijna algemeene
stemmen besloten „de afgevaardigden der
Nederlandsche maatschappijen, hier vertegen
woordigd, uit te noodigen verslag uit te bren
gen aan hunne lastgevers van hetgeen op deze
vergadering gesproken is, opdat dezen
zich onderling vereenigen om te trachten
het voorstel der Nederlandsche Kamer van
Koophandel te Londen in overleg met haar
tot een praktisch resultaat te brengen."
Na een woord van dank door baron Van
Dedera namens de geheele vergadering ge
bracht aan Z.Exc. graaf van Bijlandt voor
de groote belangstelling door hem in deze
voor Nederland, zoo belangrijke aangelegen-
beid betoond, werd de bijeenkomst opgeheven.
gens ontbijt men, ten minste, als men niet
gevraagd wordt om een krijgsraad bij te
wonen met kapiteins en commandanten. U
wenscht over mijne zuster te spreken, kapi
tein Car-roll I Welnu, spreek vrij uit.
Doua Amita Carroll klinkt heel, heel aar
dig. Ik zal er mij niet tegen verzetten."
Zij strekte beide handjes naar hem uit,
wierp baar hoofd achterover en glimlachte.
Hij drukte hare handen hartstochtelijk.
„Neen, neen gij zult naar mij luisteren, gij
moet mij begrijpen. Ik heb u lief, Maruja
u, en u alleen. God weet, dat ik het
niet helpen kan God weet, dat ik er
niet tegen zou willen strijden, al kon ik.
Luister naar mij. Ik zal kalm zijn. Niemand
kan ons hier hooren. Ik ben niet gek. Ik
ben geen verrader, geen overlooper. Ik
bewonderde uwe zuster openlijk. Ik kwam
hierheen om haar te zien. Bovendien zweer
ik u, dat ik tegenover haar, en tegenover u
onschuldig beuzelfs zij weet niets meer
van mij, dan dat. Ik zag u, Maruja. Van
dat oogenblik dacht ik, ja droomde ik over
niemand en niets anders."
„Dat is drie, vier, vijf dagen en één
middag geledenZooals gij ziet, weet ik
het precies. En wat verlangt gij nu P"
te beminnen, en u alleen. Met u te
zijn. U voor mij te winnen, tot ik u de
mijne mag noemen. Ik ben niet krankzin
nig, maar ik ben wanhopig. Ik ken het
verschil tusschen uwe positie en de mijne
en toch durf ik u bekennen, dat ik u be
min. Laat mij mogen hopen, Maruja, dat
is het eenige wat ik vraag."
Zij keek hem aan, totdat zij den koorts-
achtigen gloed in zijne oogen als het ware
geheel geabsorveerd had en totdat hare ooren
NEDERLAND.
HELDER, 30 Juni.
Het aantal nieuwe verkiezingen is
door verschillende omstandigheden grooter
geworden dan aanvankelijk vermoed werd.
Zij zullen plaats hebben in de districten
Almeloo, waar mr. W. C. J. J. Cremers
zijne benoeming niet zal aannemen, ten
einde de kiezers in de gelegenheid te stellen
dr. Schaepman weder in de Kamer te
brengen.
Eindhoven, omdat de heer W. P. A.
Mutsaers, die in dit district en in Waalwijk
gekozen is, zijne benoeming voor laatstge
meld district heeft aangenomen.
Schoterland, waar de heer mr. M. W.
Treub zijne benoeming niet zal aannemen,
met het oog op de verkiezing van den
heer Tijdens in het district Winschoten.
Veendam, omdat de heer mr. H. Goe
man Borgesius, die in dit district en in
Zutfen gekozen is, zijne benoeming! voor
laatstgemeld district heeft aangenomen.
Het „Handelsblad" begroet de uit
spraak der stembus met vreugde. Het vonnis
is gewezen over het regeeringsbeleid der
laatste drie jaren en in het bijzonder over
de uiterst zwakke houding der anti-revo
lutionaire partij en hare leiders. Deze partij
heeft dan ook geheel de kosten van het
gelag betaald. Trots haar vertoon van
kracht, trots den ophef en de grootspraak
in de pers, is de a.-r. partij „innerlijk dood
zwak" geworden, door het verzaken van
haar eigen „levensbeginsel," terwille van
de meest principieele tegenstanders, aan
welke zij die tijdelijke grootheid had te
danken."
Thans is de beurt aan de liberalen.
Veel hebben zij goed te maken, zegt het
„Handelsblad." De aansporingen tot een
dracht en voortvarendheid aan de liberale
kamer-meerderheid, gegeven, zijn vruchte
loos geweest.
„Daardoor is Nederland in veel opzichten
achterlijk gebleven; daardoor zijn drin
gende hervormingen verijdeld en vertraagd.
Daardoor heeft de liberale partij in 1888
bij de stembus de nederlaag geleden.
Thans is haar de gelegenheid geboden
goed te maken wat zij heeft verzuimd. De
suisden van zijne hartstochtelijke woorden
toen schudde zij haar hoofdje.
„Het kan niet, Carroll neen, nooit
Hij weerstond den slag op zulk eene
mannelijke, waardige wijze, dat hare oogen
een oogenblik vochtig werden.
„Is een ander mij voor geweest?" vroeg
hij treurig.
„Er is niemand voor wien ik meer vriend
schap gevoel dan voor u. Neen, wees niet
boos. Laat mij gaan. Ik zeg het u, omdat
gij niets voor mij zijn kunt, begrijpt ge wel,
voor mij. Voor mijne zuster Amita, ja."
De jonge krijgsman keek haar koel aan.
„Ik heb u te lang opgehouden, miss Salton
stall, te lang, voor een man, die het
antwoord reeds gekregen heeftmaar ik
verdiende dit niet. Vaarwel
„Wacht even," zeide zij vriendelijk. „Ik
dacht er niet aan u te kwetsen, kapitein
Carroll. Indien ik dit had willen doen,
had ik het niet op deze manier gedaan. Dan
was het niet noodig geweest, dat ik u hier
ontmoette. Zoudt gij mij minder lief gehad
hebben, indien ik in deze bijeenkomst niet
toegestemd had
Hij kon niet antwoorden. In al zijne
ellende wist hij toch, dat hij haar even
lief zou gehad hebben.
„Kom," zeide zij, terwijl zij haar hand
zacht in zijn arm liet rusten, „wees niet
boos op me, omdat ik u aan u zelf terug
geef, zooals gij waart toen gij, slechts vijf
dagen geleden, voor het eerst bij ons in
huis kwaamt. Vijf dagen is niet langmen
kan het geluk en de droefheid, die men in
dien tijd opdeed, spoedig vergeten, niet
waar Carroll kapitein Carroll?" Hare
stem ging in eene bange zucht verloren.
kiezers hebben haar weder hun vertrouwen
geschonken aan de gekozenen nu de taak
aich die onderscheiding waardig te toonen.
Zoo de stembus van Juni 1891 iets heeft
geleerd, dan is hetdat eene staatkundige
partij niet ongestraft hare beloften kan ver
geten. De nieuwe meerderheid zal zich die
les zeker ten nutte maken," hoopt het
„Handelsblad."
De „Standaard" betoogt, dat het de wet
tige uitspraak van de stembus is, „dat het J
ministerie valt en het beleid van 's landa
zaken geheel in de macht der „liberalisten"
is. Zij moeten dus nu optreden of zij j
willen of niet."
Zoodra de Duitsche Keizer het land ver
laten heeft, moeten de ministers hun
ontslag aanbieden en vóór het einde van
Juli moet het nieuwe kabinet gevormd zijn.
„Een stel nieuwe mannen moet optreden en
de eer van de vlag eischt, dat geen enkel
minister uit het oude kabinet in het nieuwe
overga.
De „Maasbode" jubelt over den val van
het ministerie, de legerwet, het bondge
nootschap, de Roomsch-antirevolutionaire
partij.
Het blad zegt, dat de herstemmingen
den uitslag gehad hebben, dien het hoopte, j
Het ministerie is verslagen, de legerwet
veroordeeld en de Roomsch-antirevoluti
onaire partij heeft door den val van dr.
Schaepman den genadeslag verkregen. En
de legerwet volgt de regeering in het graf.
De liberale tegenstanders van de leger
wet zijn zonder uitzondering in de Kamer
teruggekeerd, terwijl de kans, dat de
liberalen een legerwet A la Bergansius zul
len indienen, met de voorwetenschap dat
zij daarmede hun eigen partij verwoesten,
niet groot is.
Uitgevallen- en nieuwe leden.
In de nieuwe Kamer van Honderd, welke
in September optreedt, zullen 19 leden der
oude geen zitting hebben.
Daarvan behooren 9 tot de antire
volutionaire partij, en wel 8 die niet zijn
herkozen, de heeren Brantsen, Engelberts,
Glinderman, Th. Heemskerk, Van Kempen,
Okma. De Vries en baron Van Wassenaer.
De negende is jhr. mr. T. van Asch van
Wijck, die zijn ontslag heeft genomen
wegens zijn benoeming tot Gouverneur van
Suriname, en ook voor den nog onver
vulden zittingsduur door den heer M.
Noordtzij is vervangen.
Vier liberalen gaan niet tot de nieuwe
Kamer overde heeren Gildemeester,
Rooseboom en Seyffardt, die niet wenschte
te worden herkozen, en de heer Zijlker,
die in de minderheid is gebleven.
„Wees niet boos op mij, want nu gij weet,
dat gij niets voor mij zijn kunt, zou ik
toch gaarne zien, dat gij van mijne zuster
hieldt en dat mijne zuster u beminde.
Wij zouden goede vrienden geweest zijn, dat
weet ik zeker."
„Waarom zegt gij, „nu gij weet, dat gij
niets voor mij zijn kunt" vroeg Carroll,
terwijl hij plotseling hare hand greep. „In
's hemelsnaam, zeg mij, wat gij bedoelt
„Ik meen daarmede, dat ik niet kan
trouwen, tenzij met iemand van mijn moe
ders volk. Dit is de wensch mijner moeder
en de wil harer betrekkingen. Gij zijt. een
Amerikaan en hebt geen Spaansch bloed in
uwe aderen."
„Maar dit is toch zeker niet uw laatste
woord Zij haalde hare schouders op.
„Wat zal ik zeggen? Het is de wil van
mijn volk."
„Maar dit zoo besloten zijnde" verder
ging hij nietzijn gelaat werd fluks met
een blos 0vertogen.
„Ga voort, kapitein Carroll. Gij wilt
zeggenWaarom waarschuwde ik u niet,
daar dit besloten was Waarom zeide ik
u niet, toen wij elka&r voor het eerst ont
moetten „Gij zijt gekomen om mijne zus
ter het hof te maken wordt niet op mij
verliefd, ik kan een vreemde niet
trouwen".".
„Gij zijt wreed, Maruja. Maar als het
dat is, dan kan dit vooroordeel weggenomen
wórden, niet waar? Uwe moeder immers
trouwde een vreemde, een Amerikaan
(Wordt vervolgd.)