NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VAN BALEN. B E R I C H T. Edith en Nora Mijn eerste Moord, Versolitjnt lodoron Olasdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementaprp per 3 maanden: Voor do courant binnen de gemeeentef 0.70, met Zondagsblad 1.05 naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.35 alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost-Indië en Amerika). 1.75, m **2.10 Zuid-Afrika2.50, 3.— REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. HELDER. P r)ij b der Advertentiën: Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Ingezonden medcdeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnsschen den tekst, per regel 15 Ct. Adverientiën voor liefdadige doeleinden5» Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 Agenten in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz„ Okonite Co, Passaic. en de aan de lezers van het oude Zondags blad bekende verhalen, zijn thans afgedrukt en liggen ter verzending gereed. Allen, die in 1890 abonne's van het Zondagsblad waren, kunnen nu dat restant op aanvraag gratis bekomen, tegen .vergoeding van de postkosten, zijnde 5 cent, die men ons in postzegels kan zenden. De in dat verhaal doet weinig tot de zaak af. Bij lezing zal men zien, dat de lectuur geregeld volgt. NEDERLAND. HELDER, 9 Juli. De Berlijnsche correspondent van de „N. R. Ct." is in de gelegenheid geweest uit een particulieren brief van iemand uit de naaste omgeving des Keizers eenige zinsneden mee te deelen, welke ten volle de hier bestaanda meening schijnen te bevestigen, dat het bezoek aan Nederland een aangename indruk gemaakt heeft. „Ons verblijf in Nederland zoo staat in den brief was heerlijk en interessant. De ontvangst kenmerkte zich door een verrassende pracht en eene natuurlijke hartelijkheid, waarover de Keizer zóo voldaan is, dat hij op de verdere reis in kleineren kring herhaaldelijk zijne inge nomenheid en zijne vreugde er over te kennen gaf, naar Nederland te zijn gegaan. In gelijken geest heeft ook de Keizerin zich uitgelaten, die verklaarde zich dit bezoek niet half zoo schoon te hebben voorgesteld. Jl. Maandagavond nog her haalde Z. M. verschillende bijzonderheden, welke ons bij de ontvangst voor een deel geheel ontgaan waren. Bijzonder ingenomen was de Keizer met de bezichtiging der Feuilleton van de Helderscbe- en Nieuwed. Courant. M A R U J A, DOOR BRET HARTE. «Niet meer dan tien mijlen hiervandaan," zeide Maruja, terwijl zij met het briefje van den kapitein speelde. U kunt om hem zenden, moederliefDat zal hij heel prettig vinden." //Gij spreekt altijd even lichtvaardig evenals uw vader. Was onze Amita niet op haar gemak?" «Zij en Dorotea en de beide Wilsons reden met Raymond en uw Schotschen vriend, in den tentwagen uit. Zij huilde volstrekt niet, toen zy tegenover Raymond zat." «Goed," zeide mevrouw Saltonstall, iu haar hangmat achterover leunende. «Raymond is een oude vriend. Kom, kind ga nu een siësta nemen, dan ben je tegen den eten weer helder. De wacht van middag bezoek van dr. West." «Weer? Wat zal Pedro wel klein moedertje?" «Pedrozeide de weduwe, terwijl zij niet een driftige beweging overeind ging zitten, «Pedro begint onverdragelijk te wor den. De man is even gek als Don Quichotte het is onmogelijk, zijne buitensporige onheb belijkheid en onverschilligheid tegenover vreemden niet te zien, vooral voor hen, die met zijne vertrouwelijke positie in ons huis, of met zijn jarenlangen diensttijd niet bekend zyn. Er zijn geen mayor-demo's meer, merkwaardige oude charters en documenten op het archief te Amsterdam, over de historische vriendschap tusschen de stede lijke Regeering en de groote Keurvorst; dat was iets naar zijn smaak Op eene andere plaats worden in denzelf den brief de volgende woorden van den Keizer medegedeeld „Het is alles wonderlijk schoon geweest Ik heb een merkwaardig land en beste menschen leeren kennenDie kleine (hiermede Koningin Wilhelmina bedoeld) is een lief, frisch dingzij zal aan mij een goed vriend hebbenwaarop de Keizerin liet volgen„Zij moet eens kennis maken met onze wildzangendat zal een pleizier zijn In Berlijn gelooft men, dat een bezoek aan Nederland niet bij éen blijven zal, maar bij de eerste de beste gelegenheid zal werden hervat. Ook schijnt binnen een niet lang tijdsverloop een tegenbezoek der Koningin-Regentes met de kleine Koningin aan het Berlijnsche Hof te ver wachten te zijnalthans is daarop reeds hier en daar gezinspeeld. De Keizer heeft verder ook gezegd, dat Scheveningen weder zulk een prettigen indruk op hem gemaakt heeft; „maar," zoo voegde hij er bij, „het schijnt toch te veel bezocht om er eens incognito met de zes jongens voor eenigen tijd heen te gaan." Men kan eerlang een adresbeweging onder het Ned. Spoorwegpersoneel ver wachten. Door het geheele land zullen openbare vergaderingen worden uitgeschre ven, waarin de eischen van het spoorweg personeel uiteen gezet zullen worden, ten einde zich daardoor bij een eventueele werkstaking van den steun van het publiek te verzekeren. Vermoedelijk zal daarvoor dr. Vitus Bruinsma optreden te Leeuwarden, Gronin gen, Meppel en Zwolle J. Stoffel te Zutphen, Deventer, Arnhem, 's Bosch of Maastricht A. H. Gerhard te Haarlem, Utrecht, Zaan dam of HelderF. Domela Nicuwen- huis te Amsterdam, Den Haag en Rotter dam D. De Clercq te Leiden, Gouda, Breda en Middelburg, enz. Er is nog weer een Lohman aan een baantje geholpen: jhr. mr. M. A., zoon van den ex-gouverneur van Suriname. Het Ministerie was zeker bang, al weg te zullen zijn, als de familie hier aankomtanders verklaart men zich althans niet, waarom deze heer Lohman, nog stoomende opreis naar Nederland, nu al tegen 15 dezer moest worden aangesteld. (»»S. Ct.") kind 1 De Vallejos, de Briones, de Gastros, houden er geen meer op na. Dr. West zegt op zijne eigenaardige, verstandige wijze, dat het belachelijke overblijfselen van het patri archale systeem zijn." «Die door knappe vreemdelingen kunnen vervangen worden," viel Maruja haar kalm weg in de rede. «Des te gemakkelijker, omdat het patriar chaal systeem niet bij machte geweest is den eerbied, die de kinderen aan de ouders ver schuldigd ziju, te bewaren. Neen Maruja neen, ik ben boos. Blijf van mij afJe haar zakt af en je hebt kringen onder de oogen als een uil. Jij verdedigt dezen fanatieken kerel, omdat hij jou altijd met vrede je gang laat gaan eu je zusters en haar gevolg beloert als de Indianen, wier bloed door zijne aderen loopt. Alleen de heiligen weten, of hij het niet weer geweest is, die het zoo bont maakte, dat kapitein Carroll het hazenpad gekozen heeft. Hij denkt, dat hij alleen de eer der familie moet oewaken en dat hem de heilige taak toever trouwd is door Don Tulano om de voorspel ling van Koorotora te ontzenuwen. Natuurlijk houdt hij zijne dwaling voor echte waar en gaat hij onder de soldaten en bedienden voor een profeet door. Hij maakt de kinderen met zijn belachelijke verhalen bang en spoort hen aan, het heiden-heuveltje te versiereu, alsof het 't altaar van Onze moeder der Smarte is. Hij was gisteren verbazend ruw tegen Dr. West." «Maar u hebt hem steeds in zijn vertrou welijke positie aangemoedigd," zeide Maruja. «U vergeet, moederlief! hoe gij hem er toe bracht, onze gouvernante Enriquita aan kolonel EngelBchman, die te veel attenties Men schrijft uit Den Haag „Algemeen is hier de verontwaardiging over de benoeming van den heerdeSavornin Lohman Junior tot ambtenaar bij het ministerie van koloniën. Verschillende geschikte ambtenaren, die in lageren rang een zeker aantal dienstjaren tellen, zijn ten achter gesteld bij iemand, die van zijn geschiktheid nog de eerste blijken moet geven en als eenige aanbeveling kan aan voeren dat zijn vader pas gouverneur van Suriname is geweest en zich daar op zoo eervolle wijze heeft onderscheiden. „En wel was er haast bij die benoeming De benoemde heer Savomin Lohman is nog niet eens met papa uit Suriname teruggekeerdBij zijne aankomst moest hij zijn tafeltje reeds gedekt vinden. Hij werd dus benoemd„met ingang van 15 dezer." Had men dien datum dan niet kunnen afwachten „Neen, schijnt het, want als ons stervend ministerie dan wel licht reeds niet meer bestond, zou de gele genheid ontbroken hebben om uit dank baarheid den zoon van Suriname's beroem den gouverneur nog onder dak te brengen. Nu is, dank zij der Koninklijke handtee- kening onder het benoemingsbesluit, de eventueele opvolger voor een „fait accompli" geplaatst. „Het is, naar den algemeenen indruk, alhier een stuitende partij-benoeming, die men allerminst van minister Mackay had verwacht. „Welzoo hoorden wij een Kamerlid zeggen de minister zal denken laat ons nu nog maar voor de vriendjes zorgen, we kunnen weldra niets meer doen, en we kunnen ons krediet toch niet meer verspelen." Men herinnert zich Mahieu, den ouden besteller en gewezen militairen zieken oppasser, die tot bij de Tweede Kamer is geweest met zijne klachten over het hem aangedane onrecht, maar voortdurend werd afgewezen en daarbij door de Haagsche autoriteiten nog wat werd geplaagd. Wij hebben nu omtrent dien man iets goeds vernomen, dat wij gaarne vermelden, want het is niet alleen aangenaam voor hem, maar bovenal vereerend voor den minister van Oorlog. De heer Bergansius heeft nl. eenigen tijd geleden aan Mahieu doen weten, dat hij hem in 's Rijks militairen dienst had her plaatst wij meenen te Delft met herstel in zijne vroegere rechten bovendien, en dit in den meest welwillenden vorm daarenboven. Zulk een handeling verdient inderdaad hooge waardeering, want is het nooit ge makkelijk, ongelijk te bekennen, allerminst zeker voor een Generaal-Minister tegenover een soldaat, die zich openlijk hadjbeklaagd. <„H. Ct.") aan Dorotea bewees, op de vlucht te jagen, hoe gij hem zelfs tegen Raymond opgezet hebt en dezen zoo van streek bracht, dat ik zelf hem de hand boven het hoofd moest houden." «Maar indien het mij goeddunkt, hem op te dragen met zulke verklaringen voor den dag te komen, die ik zelf niet te berde kan brengen, zonder de eeuwenoude gastvrijheid der casa te schenden, dat is eene andere zaak. Wij zijn nog zoo ver niet," zeide Dona Maria met zekere zwaarwichtige waardigheid, die onvereenigbaar was met de zwakte van haar argument en toch eenigen indruk maakte «wij zijn nog zoo ver niet, dat we genood zaakt zijn van de inbeeldingen van al onze gasten, die onder ons dak vertoeven, notitie te nemen, zooals de huwelijk-smedende en dochtersverkoopende Engelschen en Amerika nen, neen, de heilige Moeder Maria zij geprezen, maar zoover zijn we nog niet. En in dit geval heeft Pedro tact en weet onder scheid te maken. Nu stelt hij zich als een gek aan. Er zijn vreemden en vreemden. De heele vallei is vol vreemden men kan ze best onderscheiden, nu de oude families jaar op jaar in getal verminderen." «Zeker, zeker!" zeide Maruja leukweg. «Daar hebben we bijvoorbeeld den excellen Rnmierrez, die laatst een vrouw getrouwd heeft uit het café-chantant te San Fransisco hij mag voor mijn part op een heet vuur geroosterd worden. Daar hebben we den jeugdigen José Castro, de eenige padrono onzer nationale stierengevechten te Soquel, de beroemde paardentemmer en de winner van God weet hoeveel wedrennen. En dan hebben we nog Yincente Peralta, die goed op weg is om eene plaats in de vertegen Provinciale Staten van Noordholland. Bij besluit der Prov. Staten van Noord holland van 8 Nov. 1890 werd aan de hh. Bosman en De Lange, te Alkmaar, onder zekere voorwaarden, een renteloos voorschot verleend van f 200,000, voor den aanleg van een locaal-spoorweg van Alkmaar naar Hoorn. Onder die voorwaarden kwamen voorde verplichting van het volgen van zekere richting en het kunnen bewijzen op j 1 Augustus 1891, dat zich voor de uitvoe ring en exploitatie een vennootschap had gevormd. Sedert zijn de heeren in onderhandeling getreden met het bestuur der Holl. IJz. Spoorwegmaatschappij. Deze maatschappij heelt hare verdere medewerking afhankelijk gemaakt van de voorwaarde, dat de ontwor pen richting van de lijn wordt gewijzigd in voege als op een bijgevoegde topographische kaart is aangewezen, terwijl door haar wordt verlangd, dat de spoorweg geen locaal-spoor weg zal zijn, maar als gewone spoorweg zal worden aangelegd. Door de gevorderde wijziging wordt de weg ruim een kilometer langer. De aanvragers zijn bereid daartoe mede te werken, in het midden latende of de wijzi ging op zichzelve eene verbetering is, omdat het hun onbetwistbaar voorkomt, dat eene verbinding door een gewonen spoorweg, in plaats van een locaal-spoorweg, en de exploi tatie daarvan in éene hand met de andere spoorwegen in Noordholland in het algemeen belang is. Zij hebben evenwel voor deze wijziging de toestemming van de Provinciale Staten noodig. Het is hun mogelijk daarbij do verzekering te kunnen geven, dat, indien deze toestemming wordt verkregen, de verbinding zal worden tot stand gebracht met zoodanigen spoed, als met de inachtneming van de wettelijke voor schriften en met eene goede uitvoering van het werk bestaanbaar is. Vandaar dat zij verzoeken den termijn van 1 Augustus 1891 te verlengen tot 1 Aug. 1892, toe te staan dat de lijn een ge wone spoorweg zal wezen en dat die lijn zal loopen langs Heer-hugowaard en Obdam, in plaats van langs Oterleek, Avenhorn en de Waamsloot, onder Berkhout. Gedep. Staten stellen voor den termijn te verlengen, zooals wordt verzocht, en overigens de stukken in hunne handen te stellen, ten woordiging der Amerikaansche Staten machtig te worden. Hij kan heusch lezen en schrijven; zie maar, ik heb een brief van hem." Zij nam een brief uit haar ceintuur, die achter dien van kapitein Carroll verscholen zat. Mevrouw Saltonstall gaf haar dochter een klein tikte met haar waaier. «Je spot met hen, en verdedigt en passant PedroGa nu een dutje doen en zorg, dat je in een ander humeur wakker wordt. Wacht even Ik hoor daar den stap van het paard van den dokter. Toe, ga eens kijken of Pedro hem wel fatsoenlijk ontvangt." Maruja had nauwelijks deu donkeren gang bereikt, toen zy den bezoeker een grijsgebaard man van ongeveer zestig jaren met scherpe gelaatstrekken reeds tegen kwam zonder eenige plichtsplegiug was hij dus binnengekomen. «Ik merk, dat gij niet wachten kondet tot gij aangediend wordt," zeide zij met een glimlach. «Mama zal zich over uw ongeduld verheugen. Gij zult haar in het patio aantreffen." «Peclro kondigde mijne komst niet aan, daar hij zeker nog onder den indruk is van het standje, dat hij gister moest slikken," zeide de dokter driftig. «Ik ontmoette hem buiten de Tienda op den weg, waar hij den vorigen avond met een paar sluipmoordenaars in druk gesprek gewikkeld was ik had de kerels graag op het eerste gezicht overhoop willen schieten." «De mayor domo heeft vele iukoopen te doen en moet dagelijks vele mensehen spreken," zeide Maruja. «Wat zal ik er u van zeggen Wij kunnen ons met zijne kennissen niet inlatenop zijn best kunnen wij onze eigene kennissen beoordeelen, I voegde zij er kalm bij. einde daarop in de najaars-vergadering van advies te dienen. Ter behandeling wordt aan de Staten aan geboden de begrooting van Meerenberg over 1892, in ontvangst en uitgaaf sluitende met een bedrag van f 892,133, en ter goed keuring van de rekening en verantwoording van dat gesticht over 1890, sluitende met een nadeeligen post van f 1254.04$. Voorgesteld wordt de Rijks-begrooting voor de provincie met f 150 te verboogeu en we derom subsidie te verkenen aan liet bestuur der Maatschappij voor den Werkenden Stand en de Zeevaartschool in het Zeemanshuis te Amsterdam, terwijl subsidie wordt gevraagd voor het openhouden van het Noordzeekanaal gedurende den winter. Door den heer W. H. Arkes, te Enkhui zen, wordt f 150,000 subsidie gevraagd voor den aanleg van een stoomtramweg vanScha- gen naar Hoorn. In de aanvrage zegt de heer A., dat hij zich bereids verzekerd heeft van den steun der betrokken gemeenten et waterschappen, en wel met zeer gunstig re sultaat, zooals ook werkelijk blijkt uit het feit, dat de betrokken gemeentebesturen en waterschappen een subsidie hebben toegezegd ten bedrage van f 9000 en zij zullen deel nemen in de onderneming tot een bedrag van f 120,500. De exploitatie berekent hij dat f 66,140 per jaar zal kosten. Daar Ged. Staten het van groot belang voor de welvarende streek achtten, dat de verbinding tot stand komt, stellen zij voor onder zekere voorwaarden een renteloos voor schot, alzoo geen subsidie, van f 150,000, voor den aanleg en de installatie toe te staan. Zitting van Dinsdag 7 Juli. Hedenmiddag te 12 nur kwamen de Staten bijeen en werd de zomervergadering door de Commissaris der Koningin, jhr. mr. J. W. M. Schorer, met gebed geopend. Na de samenstelling der afdeelingen en de lezing der notulen werd mededeeling gedaan van de goedkeuring van verschillende beslui ten, door de Staten in de najaarsvergadering genomen. Hierop werdeD aan de orde gesteld: de rekening over 1889, met de daarbij behoo- rende verantwoordingeen voorstel tot het aangaan eener geldleening, groot f 57,492 de ontworpen begrootingen voor 1892 een voorstel tot het heffen van opcenteneen voordracht tot nadere regeling van de jaar wedde van den hoofdopzichter van de Prov. Waterstaateen voordracht tot het verleenen van subsidie voor de uitgave van het Jaar boekje van Noordholland voor 1892 voor stellen tot het verleenen van subsidie ten be hoeve der Teekenschool v. Kunstambachten De dokter aarzelde, of hij antwoord zou geven, doch met een grimmig «Goeden mor gen," stapte hij haar voorbij naar het Patio. Maruja liet hem alleen trekken. Hare aan dacht werd plotseling gevestigd op eene tot hiertoe onbewegelijke gedaante, welke in de schaduw van een uithoek vau den gang zich verborgen scheen te houden, tot zij passeerde. De flinke oogen van de dochter van Joseph Saltonstall hadden zich niet bedrogen. Zij stapte terstond op de gedaante af en zeide scherp «Pedro I" De gedaante kwam aarzelend in het licht van het dichtst bijzynd venster. Het was een oude man, nog recht van lijf en leden, ofschoon zijne haren van zijne slapen ver dwenen waren en slechts in twee of drie stijve, lange, donkere krullen in zijn hals hingen. Zyn gelaat, waarop juist een der richels van het venster een onheilspellende schaduw wierp, was geel als een gedroogd tabaksblad, met scherp uitkomende aderen. Zijne kleederen toonden een vreemde meuge- ling van die eens bandiets aan en van die van een geestelijke namelijk een fluweelen broek, welke aan de knie tot den voet open en met zilveren knoopen gegarneerd was een breede, roode sjerp rond zijn middel, dat gedeeltelijk door een nauw sluitend chaquet bedekt 1 wasvoorts bedekte eene ronde priestermuts van donkere stof, met breede plooien en gouden randen, zijn hoofd. Zijne ongedurige, gele oogen, sloeg hij neder voor den blik van het jonge meisje en de harde, geveruiste, scherpkantige sombrero, die hij in zijne rimpelige handen hield, trilde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1