HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
M. 83.
Zondag 12 Ml 1891.
Jaargang 49
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
EN
J. H. VAN BALEN.
B ERICH T.
Edith en Nora
Mijn eerste Moord,
MARINE-ZAKEN.
9> M A R U J A,
Bescherming van duiuen.
NEDERLAND.
l dosesperecrt nimmer 1"
Jan Pief er*. Coen.
Het Ysderlandt ghetrcrawc
Blijf iek tot io den dooi.
Vorsotiljnt locloron Dinsdag, Donderdag on Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3
Voor de eoiirnnt binnen de gemeeente
naar de overige plaatsen van Ncderlund
alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indië en Amerika).
Zuid-Afrika
maanden:
0.70, mot Zondagsblad 1.05
0.90, n 1.35
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 1.62/163.
HELDER.
P r a dor Advertcntién:
Van 15 regels 50 cents, elke regel moer 10 cent. Bij abonnement,, uanr gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnsschen dcu tekst, per regel 15 Ct.
Advertentiën voor liefdadige doeleinden5
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand B 5
Agenten in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Braxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic.
en
de aan de lezers van het oude Zondags
blad bekende verhalen, zijn thans
afgedrukt en liggen ter verzending
gereed. Allen, die in 1890 abonne's
van het Zondagsblad waren, kunnen nu
dat restant op aanvraag gratis bekomen,
tegen vergoeding van de portkosten,
zijnde 5 cent, die men ons in postzegels
kan zenden. De
VERKEERDE PAGINEERING
in dat verhaal doet weinig tot de zaak
af. Bij lezing zal men zien, dat de
lectuur geregeld volgt.
Overgenomen uit „het Vaderland*.)
Ter gelegenheid van het verdwijnen van
een SchwartzkopfF-torpedo schreef Patriot een
flink stuk in de Amsterdammer van 14, 15
en 16 Sept. 1890, getiteld „Marine-Torpedo
wezen," waarin eenige allerleerrijkste opmer
kingen en beschouwingen voorkomen over dat
allerbelangrijkst onderwerp. Toch kwam het
ons voor, dat de schrijver Patriot wel wat
overdreef, vooral toen de gewezen minister
Dyserinck in gemoede zijn verklaringen aflegde
en iedereen wel weer gerust moest worden.
Nu er, en wel thans ter reede van Texel,
weder een Schwartzkoplï-torpedo verdwenen
is, die volgens de dagbladen een waarde ver
tegenwoordigt van f 5000, ia het van belang
en vooral een landsbelang, daaromtrent eenige
opmerkingen mede te deelen, die het „sub
rosa" behandelen onzer dilettant-lechnikerij
kunnen doen ophouden.
Patriot schreefdat zes soorteu van torpe
do's, grootendeels geleverd door denEuropeesch
vermaarden Whitehead, door onze kenners zijn
gewogen, aangenomen en na oneindig veel
proeven en bewerkingen steeds mialufct zijn.
De nu verdwenen torpedo is dus het zevende
soort, waarmede onze Marine bezig was
proeven te nemen (zoo noemt men dat), en
Feuilleton van de Helderache- en Nieuwed. Courant.
DOOK
BRET HARTE.
„Gij zijt weêr bezig met spionneeren,
Pedro!" zeide Maruja, in een geheel anderen
tongval dan dien, welken zij tegenover hare
moeder gebruikte. „Het is mijns vaders ver
trouwdste bediende onwaardig."
„Deze man die wolf Dona Maruja
is uw vader, uwe moeder en u onwaardig,"
bracht hij woedend uit. „Ik, Pedro, ik spion
neer niet. Ik volg en volg altijd maar het
spoor van den gluipenden, diefachtigen schelm,
totdat ik hem in mijn macht heb. Ja, ik,
Pedro ik heb uw vader bezworen, dat hij
geen genoegen zou nemen met de helft van
het land, dat hij gestolen heeftTk, Pedro,
ik waarschuwde uwe moeder, dat die man,
iedere keer. dat hij den bodem van La Mission
Perdula betrad, de grootte van het land be
rekende, dat hij kon stelen Hijgende hield
hij op, terwijl zijne oogen flikkerden van een
krankzinnigen gloed, als die van iemand,
wiens gedachten zich slechts op één punt
kunnen concentreeren.
„En gij waart het, Pedrozeide zij
vleiend, terwijl zij haar fijn handje op zijn
hevig zwoegende borst lei, „gij waart het,
die mij in uwe armen droeg, toen ik nog een
kind was. Gij waart het, Pedro, die mij
vóór u op uw schimmel zette, waarvan nie
mand iets wist, behalve wij beiden, niet
waar?" Hij knikte herhaaldelijk en met
die, na ongeveer 2jarigen arbeid in 's Rijks
werkplaatsen (ten einde er iets bruikbaars
van te maken) daar niets anders dan desertie-
eigenschappen schijnt te hebben verkregen.
Moeten wij genoegen blijven nemen, met
het feit, dat bij onze Marine de goede torpedo's
bedorven worden, en dat onbruikbare torpedo's
worden geleverd en aangenomen om „na
allerlei proeven," durende een tijdvak van 2
jaren, plotseling te verdwijnen, om als 't ware
ook 't onderzoek onmogelijk te maken, hoe
veel geld aan arbeid daaraan nutteloos besteed is?
Als wij, op deze wijze voortgaande, aan
het 20ste type zullen zijn gearriveerd, dan
is het terrein voor het „liefhebberen" geheel
vrij en zal zelfs Whitehead ons niet meer
helpen,
Whitehead, eenmaal losgelaten, zal niet
treden in eenig vergelijk met den Berlijnschen
omwerker zijner vinding, met wien de Duitsche
Marine reeds niets meer te maken wil hebben.
Wij doen dus verkeerd het denkbeeld te
volgen van een (ongeoefende) onzer luitenants
ter zee om die groote reputatie af te breken,
ter wille van een pseudo-specialiteit.
Zou de eer onzer Marine er niet, mede
gemoeid zijn als Whitehead leverantie weigerde
op grond, dat zij gepoogd had zijn reputatie
te bederven?
Op Berlijn (Schwartzkoplï) valt niet meer
te rekenen en vooral niet als blijken mocht,
dat wij getracht haddeu zijn waar met de
vruchten van Whitehead's vinding bruikbaar
te maken.
Het is noodig, dat in dezen tak van dienst,
niet langer proefnemers en pseudo-teclmikers
de schatkist doen kermen van hun ongemo
tiveerd bedrijf. Wanneer de Minister uit de
lijst onzer jonge officieren er een koos, die
zich met eigen oog overal van het noodige
en nuttige overtuigt en die niet noodig
heeft een met zoogenaamde torpedo-kennis
geladen grootheid als onmisbaar naast zich
te dulden wanueer dan bovendien kon ge
slaakt. worden het neutraliseeren en noodeloos
controleeren van geoefende officieren ter
wille van dien éen als die hoofdofficier,
door „Neptunes" en „Indië" gebruind, in
de gelegenheid werd gesteld zich tegelijk met
dien tak van dienst te reataureeren, terwijl
de „inhaber" hem vervangt, om als comman
dant van een oorlogsschip te leeren optreden
dan zou het verdwijnen van torpedo's wel
ophouden en het leven van de minderen der
Marine beter beschermd zijn gevaar als
die nu steeds loopen ter oorzake van de onbe
kwaamheid hunner superieuren verminkt te
worden of te verdwijnen.
Reeds een vorige maal wezen wij op een
miskenning in onze Marine. Mocht een en
ander leiden tot verbetering, die zeer zeker
hoogst noodig mag worden genoemd
In handen eener bijzondere commissie uit
de Staten van Noord holland is gesteld een
ontwerp-verordening op het instandhouden
der duinen. Bij dat ontwerp isdoorGedep.
Staten een memorie van toelichting gevoegd,
waaraan wij het volgende ontleenen
„Het is", zoo zeggen Gedep. Staten, „van
algemeene bekendheid, dat onze duinregel,
die het voornaamste bolwerk des lands tegen
de Noordzee uitmaakt, aan onderscheidene
vernielende invloeden is blootgesteld, en de
overheid cr te allen tijde op is bedacht
geweest hem daartegen zooveel mogelijk te
beschermen zooveel mogelijk, omdat afdoende
bescherming van de buitenzijde der mulle
zandhenvelen tegen de vereenigde krachten
van vloed en stormwind tot nog toe volstrekt
onuitvoerbaar is gebleken. De geschiedenis
leert ous dat uit de verdwenen of binnenwaarts
gedrongen dorpen Westvlieland, Huisduinen,
Petten, Cullantsoog en Egmond-aan-Zec, meer
zuidwaarts Noordwijk en Katwijk, en het is
nog geen halve eeuw geleden, dat in 4 of 5
jaar tijcls de duinen aan den Hoek van
Holland aan de zeezijde bijna een half uur
gaans over een-breedte van'ongeveer 50 M.
geheel zijn weggeslagen, en de zee het dorp
Ter-Heide is binnengedrongen. En nog in
onzen tijd zien wij op sommige plaatsen,
getuige bijv. de kust tusschen Petten en
Huisduinen, het vernielingswerk zich voort
zetten
In den regel bepaalt zich (le verdediging
tegen de woede der zee tot maatregelen ora
het verloren terrein terug te winnen, en
daardoor het proces te rekken, waarbij soms
de natuur, adres aan Texel en Wijk-aan-Zee,
te hulp komt, bij welke plaatsen door gewij
zigde stroomingen strand en duinen aanwin
nen doch er zijn ook plaatsen waar eeu
smalle duinregel geheel is doorgebroken of
groot gevaar heeft geloopen dat te doen,
en dan bleef er geen ander middel over dan
dc aanleg eener kunstmatige zeewering, die
uit den aard der zaak zeer kostbaar i3.
Een andere vijand behalve de zee is de
wind, die de duinen meest van het Z.-Westen
naar het N.-Oosten doet verstuiven, waardoor
welige landsdouwen geheel met onvruchtbaar
zand worden bedekt, en weiden, akkers en
boomgaarden onder dat zand worden bedolven.
ontroering. „Gij waart bet, die mij de galante
Caballeros, de Pachecos, de Castros, de Al-
varados, de Estudillos, de Peraltos en de
Vallejos aanwees." Bij iederen naam bewoog
hij zijn hoofd, ten teeken van goedkeuring
en verminderde het vuur in zijne vochtige
oogen. „Gij liet mij beloven, dat ik hen
voor de Amerikanen, die hier komen, niet
zou vergeten. Goed Dat is jaren geleden.
Ik ben ouder geworden. Vele Amerikanen
heb ik ontmoet. Nog ben ik vrij
llij greep hare hand en bracht haar vol
eerbied aan zijne lippen. Zijne oogen herkre
gen hunne zachtere uitdrukkingtoen zijne
ontroering bedaard was, veranderde de toon j
zijner stem in een klSgend geluid, dat den
ouderdom eigen is. „Ja, jagij zijt in
waarheid de eerstgeborene, de erfgename
Gij zijt eene echte Guitierrez. Maar de an
deren Waar zijn zij nu? En het was
altijd Pedro, wat zullen wij van daag doen
Pedro, goede Pedro, wij zijn hier en daar
uit rijden gevraagd -, wij zijn van plan de
nieuwe bewoners in de vallei een bezoek te
brengen wat zegt gij er van Pedro?
Waar zullen we van daag eten ofstel eens
een onderzoek in naar dezen of genen vreem
deling, of het iemand is om mee om te gaan.
Het is zoo goed, of het gister was, dat Amita
tegen mij zeide „Toe, Pedro leen mij jou
paard, dan zal ik dien zwelsenden Amerikaan
eens voorbij snorren, die altijd naast me
komt rijden, ha! ha!" Of de ernstige Doro-
tea fluisterde mij in het oor„Breng den
senor Presamp Tuvas Pompose aan ziju ver
stand, dat de dochters van Guittierrez niet
alleen met vreemdelingen uit rijden mogen
gaan Ja, zelfs de kleine Liseta zeide Waar
om drukt die vreemde heer mijn voet zoo
stevig in zijn groote hand, als hij mij in
den zadel helpt? Zeg hem, dat dit geene
manieren zijn, Pedro Ha Ha I" Hij lachte
als een kind en hield even op. „En waarom
beklaagt Senorita Aruita zich nu over Pedro,
over hare oude Pedro, omdat liij haar en
dien Senor Itaymond van elkander verwijderd
houdt En waarom houdt zij, de mevrouw
van het huis, de Castellana, mij buiten hare
zaken ging hij met klimmende verontwaar
diging voort. „Wat beteekencn die geheime
bijeenkomsten? die beraadslagingen met dien
Judas, zoo maar, zonder dat er iemand bij
is, zonder de familie, zonder mij 1"
„Luister Pedro," zeide het jonge meisje,
hare hand vertrouwelijk op zijn schouder
leggende, „gij hebt de waarheid gezegd
maar gij vergeet, dat de tijd niet stilstaat.
Het zijn geene vreemdelingen meeroude
vrienden zijn gestorven of heengegaan, deze
hebben hunne plaatsen ingenomen. Mijn
vader vergaf den doctor, waarom kunt gij
dat ook niet doen Buitendien, vertrouw
op mij, uwe Marujahierbij tikte haar
hart hoorbaar tegen de internationale samen
koppeling der brieven van kapitein Carroll
en Peralta. „Ik zal toezien dat de eer der
familie ongeschonden blijft. En nu, goede
Pedro, houd je kalm. Zoek geen standje
en wind je niet op, maar ledig op mijn ge
zondheid een fleschje ouden wijn, dat ik je
uit de eetkamer zal gaan halen. Ik heb het
van je ouden vriend, Padre Miquel, gekregen
en is afkomstig uit de oude wijnbergen, die
hier vroeger waren. Moed gehouden, Pedro
En gij zegt, dat Amita zich beklaagd, dat
gij tusschen haar en Raymond getreden zijt.
Éi, zoo l Wat kan het schelen Laat je
hart dan nu eens van blijdschap kloppen,
Tegen die plaag is slechts éen, doch dan ook
afdoend raiddel bekend, n. 1. de bedekking
van het duin door planten, onder welke de
helm ontegenzeglijk de eerste plaats inneemt.
Dit gewas tiert en gedijt op duingronden
waar nog geen ander kan aanslaan, en maakt,
ze geschikt voor verdere begroeiing en beplan
ting, en zonder overdrijving kan worden
gezegd, dat, zoo slechts de bovenkorst van
het duin behoorlijk door helmbeplanting
wordt vastgelegd en deze goed wordt onder
houden, aan het stuiven en rollen der duinen
voor goed eeu einde zal zijn gemaakt. Doch
ook deze beplanting heeft haar vijanden, tegen
wier aanvallen krachtige maatregelen noodig
zijn, en wel liet konijn, dat in groote scharen
zich aan de wortels der helm planten vergast,
en de mensch, die de kostelijke plant geheel
wegrooit tot het vlechten van matjes of het
inpakken van visch.
Bevordering der duinbeplanting en bescher
ming van het geplante tegen vernieling is
dan ook van overwegend belaug voor het
behoud onzer duinen.
Zoo werd door Rijnland ia de jaren 1877.
tot 1879 geregeld f 20.000 per jaar voor
duinbeplanting besteed, zoodat men kan reke
nen, dat -ijnlands duin nu vastligt en is
voor Rijnland alle tusschenkomst van de zijde
der provincie overbodig geworden. Dit kan
ook worden gezegd van alle noordwaarts vau
Rijnland gelegen duinen, die bij het Rijk in
beheer zijn en van eenige andere kleinere
duinreeksen aldaar, doch geenszins is dit het
geval met duinen en duingronden vau bijzon
dere eigenaars, in wier bezit 37 meerendeels
uit haudeu van het domein ziju overgegaan,
namelijk die tusscheu Rijnland en Schoorlen
die onder Callantsoog. Die geheele opper
vlakte is tusschen niet meer dan 16 ver
schillende eigenaars verdeeld, die over het
algemeen hun voor- of binnenduinen goed
beplanten, iu het midden groote, kale stuif-
vlakten laten, terwijl het achterduin tal van
klinkers vertoont. Toch bestaat er groot
verschil tusschen duinen en duingronden van
den een of den ander. Sommige zijn zeer
verwaarloosd, andere eenigermate doch niet
voldoende onderhouden en bij de meeste
wordt wel groote zorg besteed aan het
middenduin, doch wordt aan het achterduin
niet genoeg verricht, terwijl daar nog bij
komt, dat welwillende eigenaars te worstelen
hebben met de zorgeloosheid der buren, wier
stuifvlakte de met groote zorg en kosten
aangelegde beplanting voortdurend met onder
gang bedreigt. Tegen dit kwaad is maar
éen middel, en wel het vastleggen van de
geheele duinstreek binnen den kortst mogelijken
tijd en volgens een vast plan, wat alleen
kan geschieden door bij verordening de ver
plichting te regelen van de eigenaars der
duinen, om hun eigendommen in zoodanigen j
staat te brengeu en te houden, dat zij niet
aan hun bestemming als natuurlijke zeewering
worden onttrokken, en de aangelegen lande
rijen er geen schade door lijden. Dit is het j
doel van de aangeboden verordening. Bij bet
opmaken moest worden gezorgd de moeilijk-
heden te voorkomen, waartoe het ingrijpen
der provincie in de vrije beschikking der
grondeigenaren over hun eigendommen aan
leiding zou kunnen geven. Het algemeen
belang eischt verstuiving te voorkomenop
welke wijze dit geschiedt, moet aan de eige
naars worden overgelaten. Over het algemeen
kan worden gezegd, dat een termijn van
4 jaren voldoende is om den duinregel tot rust
te brengen, doch aan groote vlakten zal meer
tijd moeten worden gelaten. De duurte van
de beplanting zal het misschien noodig ma
ken, dat de provincie geldelijken steun ver- j
leent, en dan is het niet meer dan billijk, j
dat de provincie bedinge vrijheid in de wijze
van beplanting, vrijheid tot beschikking over 1
daarfoc dienstige gewassen, vrijheid ook tot I
uitroeiing van het schadelijke konijn. Hot>;
blijft nu aan de belanghebbenden zeiven over-1
gelaten, of zij die vrijheid voor zich willen
behouden, dan wel, tegen afstand daarvan,
geldelijken steun der provincie ontvangeu. j
Dc meeste eigenaars zullen wel het eerste
kiezen, doch moest dit anders wezen, en het]
belang, dat op het spel staat, daartoe over]
te gaan, te meer daar door het opensteken j
van de gelegenheid om de aan de provincie i
afgestane rechten terug te koopen, het meeste
jelcl wel zal terugkomen. Wil de voorge-1
stelde verandering echter doel treffen, dan
zal de uitvoering in toepassing moeter. wör-
deu opgedragen aan het korps van den
Prov. Waterstaat, en dus moeten worden
onttrokken aan dat van de gemeentebesturen,
daar het is gebleken, dat dit. toezicht geheel
onvoldoende is. Voor dat toezicht zal het
korps ambtenaren bij deu Waterstaat met
twee technisch onderlegde opzichters moeteu
worden uitgebreid.
omdat ik de Peraltas, de Pachecas, de Estu-
dillas en al je oude vrienden van daag hier
te dineeren gevraagd heb. Gij zult de oude
namen booren weerklinken, al zijn de jongelui
je zelf onbekend. Doe je plicht, oude vriend
laat hen zien, dat de gastvrijheid van La
Maison Perdina nog ongeschonden in cere
wordt gehouden, al wordt hare mayordomo
reeds op jaren. Taquita zal je den wijn
brengen. Neen, niet langer dezen kantin
het patio hebt ge nu niets noodig, je hoeft
dien man niet meer te ontmoeten. Kom hier,
geef mij je hand, ik zal je den weg wijzen.
Zij beeft, Pedro Waar is de krachtige ge
spierde arm, die nog geen twee jaar geleden
den stier te Soquel met een enkelen lassoworp
op deu grond deed stuiven Nu kijk eens,
ik kan je wel aan, zie maarzeide zij,
lachende hem stoeiende, duwende en trek
kende voor zich uitdrijvende, tot hunne stem
men in den donkeren gang verloren gingen.
Maruja hield haar woord. Toen de zon
lange schaduwen langs de warande begon te
werpen, kwam er niet alleen in de zijvleugels
van La Maison Perdida, maar in het sombere
middenstuk der oude casa een nieuw leven.
Eenige ruiters en enkele wagens reilen het
plein optusschen de moderne rijtuigen der
bewoners van het huis eu der in de buurt
wonende Amerikanen, zag men enkele karikels
en logge voertuigen van vijftig jaar geleden,
waarvoor bont toegetakelde muilezels gespannen
waren, die door potsierlijk gekleede postiljons
gestuurd werden gewoonlijk reed hun een
voorrijder voorop. Donkere gezichten waren
op het balkon zichtbaar en lichte wolkjes
van cigarettenrook maakten de donkere gan
gen nog duisterder en vermengden zich met
de oude geuren. Elegante vrouwen met
HELDER, ii Juli.
Volgens het „Hbld." heeft de minister
van Binnenlandsche Zaken onlangs, op
gedaan verzoek, medegedeeld, dat het
hem wenschelijk voorkwam, bij de aan-
staande verkiezingen van gemeenteraads
rozen in haar donker haar, wandelden bloots
hoofds met kinderlijk nieuwsgierige blikken
gs de ruime warande en wipten door de
openstaande Eransche vensters het groot salon
in en uit. Zorgvuldig geschoren mannen
met olijfachtige gelaatstrekken, flinke kerels
met sierlijk gekrulde» knevel liepen met eene
z:ck zelf onbewuste waardigheid heen en weer,
alsof al het nieuws, dat hen omringde hun
niets kon schelen. In het begin hielden de
twee rassen zich op een afstand van elkander
maar dank zij de taktvolle, galante manieren
van G armer, de cynische familiariteit van
Raymond en de door niets te veranderen
onverschilligheid van Alladiu, die zijn toover-
paleis verlaten had, zoodra er van eene invi
tatie gerept werd en met het gezelschap
teruggekeerd was, in de hoop de prinses van
China weder te ontmoeten, dank zij hunne
vereenigde pogingen, kwam men nader tot
elkander, werden er compliraeuten gewisseld,
galanteriën uitgekraamd en zelfs vertrouwe
lijke mededeelingen hier en daar gefluisterd.
Jovita Castro had van dc wonderen van
Aladdin's paleis gehoord (trouwens wie zou
dit niet?) en nu vroeg zij, of het werkelijk
waar was, dat de dames iederen morgen een
bouquet en een waaier ontvingen, die bij
haar toilet pasten, en dat de heeren een kal
koentje met champagne op hunne kamers kre
gen, vóór zij aan het ontbijt kwamen?"
„Kom eens kijken, miss, eu breng
vader en uwe broeders mee eu blijf per
weekje, bij mij logeeren, dan kunt u zei
oordeelcn," antwoordde Aladdki galant
„Wacht even Hoe is de voornaam
uw vader Ik zal morgen het rijtuig j
een paar flinke hardloopers om u zenden."
(Wordt vervolgd.)