HELDERSCHE- NIEUWEDIEPER COURANT. M 88. Vrijdag 24 Juli 1891. Jaargang 49. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. 7 EN J. H. VAN BALEN. ,En deseaporeert nimmer 1" Jan Pieterz. Coen. Het Vsderludt ghetamwe Blijf ick tot ia dan doei. Versoütlnt lederen Dinsdag, Donderdag on Zaterdag. Abonnementsprijs per 3 maanden: Voor de rouraut binnen de geraeeentef 0.70, met Zondagsblad 1.05 p naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, «1.35 p p w p alle landen, die in het postverdrag rijn opgenomen (inbegrepen Oost-Jndië en Amerika). 1.75, *<2.10 pp 0 p Znid-Afrika2.50, 3. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein 162/163. HELDER. P r|jj s der Advertentiën: Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnaschen den tekst, per regel 15 Ct. Advertentiën voor liefdadige doeleinden5# Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 Agenten in liet buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic. NEDERLAND. HELDER, 23 Juli. Vrouwen- en Kinder-arbeid. De «Staatscourant" bevat een Kon. besluit van 15 dezer, tot vaststelling van een alge- meenen maatregel van bestuur, als bedoeld bij art. 4 der wet van 5 Mei 1889. Het behelst de navolgende bepalingen Artikel 1. Het is verboden in fabrieken en werkplaatsen A. een persoon beneden zestien jaren of eene vrouw a. arbeid te doen verrichten aan drijfwerk, dat in beweging is, als: 1. smeren, reinigen, onderzoeken, herstellen2. drijfriemen, touwen of kettingen inkorten of herstellen 8. drijfriemen, touwen of kettingen opleggen of afnemen, tenzij, voor wat drijfriemen betreft, deze niet breeder dan 35 mM. zijn en het opleggen en afnemen geschiedt zonder dat de daaraan werkzame persoon den vloer verlaat; b. arbeid te doen verrichten in een werklokaal, waarin niet voldoende beschut gevaarlijk drijf werk aanwezig isals niet voldoende beschut gevaarlijk drijfwerk wordt beschouwd hetgeen als zoodanig door den bevoegden inspecteur van den arbeid is aangewezen. c. aan in gang zijnde werktuigen arbeid te doen verrichten, welke gevaar kan veroorzaken als: smeren, reinigen, onderzoeken, herstellen. Als arbeid welke gevaar kon veroorzaken, wordt beschouwd die als zoodanig door den bevoegden inspecteur is aangewezen. d. aan in rust zijnde werktuigen, waarvan het drijfwerk echter in gang is, arbeid te doen verrichten, welke gevaar kan veroor zaken alssmeren, reinigen, onderzoeken, herstellen. Dit verbod geldt evenwel niet, indien de werktuigen afgekoppeld of zoodanig vastgezet zijn, dat zij niet door eene onvoor ziene omstandigheid of door onachtzaamheid in beweging kunnen komen. Ten aanzien van het afkoppelen en vastzetten kan de be voegde inspecteur voorschriften geven, welker niet-inachtnemiug met niet afkoppelen of niet op de boven omschreven wijze vastzetten wordt gelijk gesteld. c. arbeid te doen verrichten bij werktuigen, waarvan sommige deelen gevaar kunnen ver oorzaken, zooalstandraderen, vliegwielen, waterraderen, laagliggende riemschrijven.spiën, stelschroefen, krukken, uitstekende zuiger stangen, drijfriemen en touwen en drijfwer- F.uilleton vsn de Helderiche- en Nieuwed. Courant. M A R U J A, DOOR BRET HARTE. «Hier heb je er nog vijftig bij. Ga in een hotel te San José en laat mij weten, waar ge je ophoudt. Je kunt na leven en behoeft niet te werken. Nu, je ziet er niet zoo heel stom uit, dus behoef ik je niet te vertellen, dat als je iets van mij verwacht, je deze zaak geheel aan mij over moet laten. Het dacht mij goed van daag, uit eigen vrijen wil je hier binnen te laten komen als ik wil, kan ik je morgen aan de politie overgeven. Heb je nog aan niemand in de vallei je geschiedenis verteld «Neen." «Pas op, dat je het niet doet. Vóór dat je gaat, moet je me nog enkele vragen beantwoorden." Hij trok een stoel bij de tafel en doopte zijn pen in de inkt, alsof hij de antwoorden wilde noteeren. De jonge man schoof, toen hij merkte dat de eenige stoel in de kamer ingenomen was, de boeken van den dokter op zijde en ging naast hem op de tafel zitten. De vragen waren herhalingen van de reeds gedane, maar zij drongen meer fot de bijzon derheden door en getuigden van practischen zin. De antwoorden werden zonder omwegen en op onverschilligen toon gegeven, alsof het onderwerp de moeite niet waard was. Het ken, waarvan de onderkant minder dan 1.60 M. van den werkvloer- is verwijderd, tenzij die deelen of die werktuigen zelve behoorlijk beschut zijn, voor zoover het bedrijf zulks volgens het oordeel van den bevoegden in specteur toelaat. Weefgetouwen worden alleen dan als behoorlijk beschut beschouwd, indien zij van voldoende spoelvangers of spoelborden voorzien zijn. f. bij werktuigen, wiersnijdende-snelloopende deelen of wier plettende deelen gevaar ople veren, arbeid te doen verrichten, die hem of baar met de gevaar veroorzakende deelen in aanraking kan doen komen, tenzij die deelen volgens het oordeel van den bevoegden inspec teur zooveel mogelijk van veiligheidsmiddelen voorzien zijn. Tot deze werktuigen behooren in de eerste plaats cirkel- en lintzagen, frees-, steek-, schaaf- en snijmachines der houtbe werking voorts stroosnijwerktuigen, lompen- siiijders, papiersnijwerktuigen, hakraeswerk- tuigen, metaalscharen, duivels (wolven) der spinnerijen, kalanders en walsen en verder die, welke door den bevoegden inspecteur worden aangewezen. g. arbeid te doen verrichten in een werk lokaal, waarin werktuigen worden in bewe ging gebracht door een krachtwerktuig, tenzij telkens vóór het in gang zetten van dit laatste een in dat werklokaal duidelijk waar neembaar sein worde gegeven. h. arbeid te doen verrichten in een werk lokaal, waar aanwezig zijn onder druk wer kende kook- of andere toestellen, die gevaar voor ontploffing opleveren, of droogcylinders, tenzij die op verzoek van den belanghebbende volgens artikel 10 der wet vau 28 Mei 1869 (Staatsblad No. 97) door de ambtenaren van het Stoomwezen onderzocht, beproefd en goed gekeurd zijn, en verder om de twee jaar inwendig onderzocht of indien zij zich voor inwendig onderzoek niet leenen her- beproefd zijn, en voorts ten minste éénmaal per jaar uitwendig onderzocht zijn door den bevoegden inspecteur van den arbeid, alsmede steeds van de vereischte veiligheidsmiddelen voorzien zijn. Omtrent de wijze van onder zoek en beproeving, het bewijs van de toe gestane werkelijke drukking en de vereischte veiligheidsmiddelen worden voorschriften gege ven door den minister van Justitie, na over leg met den minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. i. arbeid te doen verrichten bij vaste kuipen of bakken, met heete vloeistoffen of gesmolten metaal gevuld, en bij outdekte grondkuipen die gevaar kunnen opleveren volgens het oordeel van den bevoegden inspecteur, tenzij die door heinigen of gordingen omschnt zijn. k. arbeid te doen verrichten in overdekte ovens ot andere besloten ruimteD, waarin de temperatuur meer dan 82® Celsius bedraagt. 1. arbeid te doen verrichten bij, volgens wa3 moeilijk uit te maken of de vrager of degeen die de antwoorden gaf, het minste genoegen in het onderzoek aan den dag legde. Zij" spraken beiden zonder eenigen eerbied van hunne gemeenschappelijke familie en zonder blijk te geven, dat hunne sympa thieke belangstelling in elkander bijzonder groot was. «Nu kun je gaan," zeide de dokter, terwijl hij opstond om een eind aan het discours te maken. «Gij kunt bij de fonda, ongeveer twee mijlen van hier, rusten en je maal krijgen, als je wilt." De jonge man liet zich vaD de tafel glijden en ging naar de deur. De dokter stak zijne handen in zijne zakken en volgde hem. De jonge man deed onbewust hetzelfde en stak zijne handen ook in zyne zakken en keek hem aan. «Dus zal ik van u hooren, als gij in San José zijt?" vroeg Dr. West, zonder hem, maar wel het graan aan te kijken, terwijl er in den toon, waarop hij deze woorden sprak, iets opgesloten lag, als gevoelde hij spijt over zijne eigene onverschilligheid. «Ja als dat zoo uitkomt," antwoordde de jonge man, op den drempel stilstaande. Een flauw gevoel van twee wezens, die elkander eenige verantwoording schuldig zijn, en die elkander niet vreemd kunnen blijven, bekroop hen. Zij hadden elkander wel een hand willen gevenmaar wie zou het eerst de hand aanbieden Eene opwelling van ongedwongene rechtschapenheid verhel derde de zelfzuchtige ziel des vaderseene dergelijke treurige gedachte, van twintig jaar slecht geleefd te hebben, vervulde het gemoed van den zoon. Het deed hun onaan- het oordeel van den bevoegden inspecteur, onvoldoende verlichting van het werklokaal. Als onvoldoende verlichting van een werk lokaal wordt ook beschouwd door middel van kunstlicht gedurende den tijd tusschen 9 uren des voormiddags en 3 uren des na middags, tenzij de bijzondere weergesteldheid het gebruik van kunstlicht noodzakelijk make. De verbodsbepalingen sub b, e, h en 1 gelden niet vóór 1 Mei 1892. Door of vanwege den minister van Justitie, kan voor fabrieken en werkplaatsen, in wer king zijnde vóór 1 November 1891, vrijstel ling van een of meer sub e, h en 1 gestelde voorwaardelijke verbodsbepalingen worden verleend, uiterlijk tot den lsten Mei 1895. B. een persoon beneden zestien jaren: a. als zelfstandige machinist of stoker ar beid te doen verrichten bij krachtwerktuigen of stoomketels. b. arbeid te doen verrichten bij het ver vaardigen of verwerken van ontplofbare stof fen, tenzij volgens het oordoel van den be voegden inspecteur zooveel mogelijk maatre gelen tegen ontploffing genomen zijn. Artikel II. Het is verboden een persoon beneden zestien jaren of eene vrouw onder- aardscben arbeid te doen verrichten in mijnen. Artikel III. Het is verboden, tenzij met inachtneming van de na te melden voorwaar den, een persoon beneden zestien jaren of eene vrouw arbeid te doen verrichten. A. In die gedeelten van fabrieken en werkplaatsen waarin1. Kwikvervoeliesel verwerkt wordt of sublimaat of kwikhoudende verfstoffen bereid worden 2. Arsenicum- verbindingen bereid worden 3. Loodwit, loodsuiker, menie of cbromaatverfstoffen be reid worden 4. Zinkwit bereid wordt 5. Spaansch-groen of Schweinfurter-groen bereid wordt6. Witte Phosphorus ver werkt wordt7. Zwaveligzuur, zwavelkool stof, kooloxijd, nitreuse dampen, vrije ammo niak, chloor of fluor-waterstof gebruikt wordt of ontstaat. B. in fabrieken en werkplaatsen of gedeelte daarvan, waarin de dampkringslucht veront reinigd wordt met stof. Deze fabrieken of werkplaatsen of gedeelte daarvan zijn de volgende: 1. Vlaszwingelarijeu 2 hennep- hekelarijen 3. jutekaarderijen 4. lompen- sorteerderijen5. ruwmolens 6. vilt- makerijen7. schorsmolens8. kalk-, cement-, tras,- krijtmalerijen en zeefterijen; 10. slijperijen, langs een drogen weg, van metalen, glas- of aardewerk 11. bronserijen in letter- en steendrukkerijen 12. sigarenfabrieken13 lettergieterijen 14 letterzetterijen. Art. VI. De in art. III bedoelde voor waarden zijn a. voor alle in art. III bedoelde bedrijven dat het hoofd of de bestuurder genaam aan, dat zij elkander in de kaart lieten kijken, ergo scheidden zij met een gevoel van berouw. Dr. West sloot de deur, stak de lamp aan en vouwde het papier, waarin de aanleeke- ningen stonden, die hij pas geschreven had en stak ze in zijn zak. Toen riep hij zijn meesterknecht. De man kwam binnen en keek de kamer rond, alsof hij verwachtte, dat de gast van den dokter nog hier was. «Zeg, dat een der knechts Backeye voor brengt 1" De meesterknecht aarzelde. «Gaat gij nog uit van avond, 8ir?" «Zeker; misschien ga ik nog wel naar de Saltonstalls. Als ik dat doe, behoef je me niet vóór morgen terug te wachten." «Backeye is van avond pas opnieuw beslagen. Gewoonlijk slaat hij dan zóó, dat er geen zadel aan hem vast te maken is geen raensch die hel durft." «Ik wil wedden, dat hij zijn zadel met mij er op niet af zal trappen," zei de dokter kortweg. «Breng hem hier De man keerde zich om, doch zeide nog eerst «Vondt u den landlooper niet machtig vadsig Ik vond meer leven en gloed in hem, dan in sommige lui, die voor vernuftig en snedig willen doorgaan," zeide dokter West, die zonder het te weten, krachtig de partij voor den afwezige opnam. «Haast je een beetje met het paard." De meesterknecht verdween. De dokter deed een en paar leeren slobkousen een paar breede zilveren sporen aan en zette een hoed met breeden, slappen rand op, maar in van het bedrijf of de onderneming binnen vier weken na eene daartoe strekkende schriftelijke en gedagteekende vordering van den bevoegden inspecteur, dezen eene genees kundige verklaring vertoone, waaruit blijkt, dat de bij die vordering aangewezen jeugdige persoon of vrouw lichamelijke geschiktheid bezit voor den door hem of haar te verrichten arbeid. b. voor de sub A van art. III bedoelde bedrijven dat, volgens het oordeel van den bevoegden inspecteur, 7.00 noodig na overleg met den geneeskundigen ambtenaar, voldoende maatregelen tegen het gevaar van vergiftiging genomen zijn. c. voor de sub. B, No. 1 tot en met 12, van art. III genoemde fabrieken of werk plaatsen dat, volgens het oordeel van den bevoegden inspecteur, voldoende maatregelen zijn genomen tot verwijdering of tegen het verspreiden van stof. d. voor de sub B, Nos. 12 tot en met 14 van artikel 3 genoemde fabrieken of werk plaatsen lste, dat de werklokalen voor iederen aldaar arbeid verrichtenden persoon ten minste 7 M8. vrije luchtruimte opleveren 2de, dat de hoogte dezer werklokalen tusschen den vloer en de zoldering ten minste 3 M. bedrage3de, dat in deze werk lokalen niet geschaft worde4de dat de vloeren dezer werklokalen ten minste een maal per Week geschrobd worden. e. voor de sub B, Nos. 5, 11, 13 en 14 van artikel 3 genoemde fabrieken of werk plaatsen, dat aldaar binnenshuis in of zeer nabij de werklokalen, eene volgens het oordeel van den bevoegden inspecteur goede gelegen heid aanwezig zij, waar de arbeid verrichtende personen zich de handen kunnen wasschen en afdrogen. De sub c en sub d, Nos. 1, 2 en 3 gestelde voorwaarden gelden niet vóór 1 Mei 1892. Door of vanwege den minister van Justitie kan voor fabrieken of werkplaatsen, in wer king zijnde voor 1 Nov. 1891, vrijstelling van een of meer der sub c en d, Nos. 1, 2 en 3, gestelde voorwaarden worden verleend, voor wat betreft die sub c en sub d, No. 3, uiterlijk tot 1 Mei 1895. Artikel V. Het is verboden een persoon beneden zestien jaren als zelfstandig machinist of stoker arbeid te doen verrichten op een stoomschip. Artikel VI. Het is verboden een persoon beneden zestien jaren arbeid te doen ver richten bestaande in het trekken, duwen of dragen van last, welke kennelijk de krachten van dien persoon te boven gaat. Artikel VII. Het is verboden een persoon beneden zestien jaren arbeid te doen ver richten, bestaande in werkzaamheden tot het uitoefenen van gevaarlijke kunstverrichtingen. Art. Vin. Indien het hoofd of de bestuurder zijn deftig gewaad bracht hij voor het overige geene verandering. Hij ging daarop voor het raam staan en keek in de richting van den hoofdweg. Nu zijn zoon weg was, gevoelde hij een beetje spijt, dat hij het on derhoud niet langer gerekt had. Eenige bijzonderheden in zijne wijze van doen, enkele uitdrukkingen in zijn gelaat, toon en houding kwamen hem in zijne onvoldane nieuwsgie righeid of belangstelling weder te binnen. «Geen nood" zeide, hij tot zich zelf«hij zal wel gauw weerom komen, ten minste zoo gauw als ik hem noodig heb, als hij niet eerder komt. Hij denkt, dat hij het hier machtig mooi gepakt heeft en hij is trouwens niet heengegaan om nooit terug te komen. En dan heeft hij dienzelfden verd. trots van zijn moeder, waarvoor hij haar geen dankje hoeft te zeggen. Wat dwaas, dat ik hem niet dadelijk herkendeEn dan die vijf dollars in dat papiertjeDat is net iets voor Jane. En Datuurlijk voegde hij er bitter bij heeft hij niets van mij over zich. Neen, niets. Wel, wel, welkeen verschilHij ging met een grimmigen, trotschen blik naar de deur, als iemand die zich anders voor wilde doen dan hij was, opdat zijn meesterknecht niet onverwachts eenige gelijkenis mocht vinden tusschen hem en den ander. Gelukkigerwijze had Harrison het echter te volhandig met de kuren vau den onbe- dwingbaren Backeye, die juist door den stal knecht voorgebracht werd, om ergens anders op te letten. Bij het gezicht van het paard, veranderde de uitdrukking van den blik des dokters geheelhij kwam weer tot de werkelijkheid van een bedrijf of eene onderneming aan den bevoegden inspecteur verklaart, bezwaar te hebben tegen eene door dezen ingevolge art. I of IV gedane aanwijzing, gegeven voor schrift of uitgesproken oordeel, geeft die in specteur van die aanwijzing, dat voorschrift of dat oordeel eene schriftelijke en gedagtee kende mededeeling aan dat hoofd of dien bestuurder. Dat hoofd of die bestuurder kan zijne bezwaren binnen veertien dagen daarna schrif telijk inbrengen bij den minister van Justitie. Deze stelt het bezwaarschrift in handen van de gezamenlijke inspecteurs, die een plaatse lijk onderzoek instellen en binnen eene maand aan den minister verslag uitbrengen. Deze beslist daarna of en in hoever de ingebrachte bezwaren gegrond zijn. Worden zij geheel of gedeeltelijk gegrond bevonden, dan treedt 's ministers beslissing in de plaats van de aanwijzing, het voorschrift of het oor deel van den inspecteur. Van 's ministers beslissing wordt afschrift gezonden aan het hoofd of den bestuurder van het bedrijf of den onderneming. Art. IX. Voor de toepassing van dit besluit ten aanzien van de Rijkswerkplaatsen en fa brieken, wordt hetgeen daarbij is opgedragen of overgelaten aan den bevoegden inspecteur, geacht te zijn opgedragen of overgelaten aan den ingevolge het laatste lid van art. 18 der wet van 5 Mei 1889 («St.bl." No. 48) door het hoofd van het betrokken Departement van Algemeen Bestuur aangewezen ambtenaar. De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, de heer Havelaar, had jl. Maandag audiëntie bij de Koningin-Regen tes, op Het Loo. Daar het gebruikelijk is de audientien voor de Ministers te staken, wanneer een opdracht tot Kabinetsformatie is gegeven, wordt hieruit afgeleid, dat tot dusver nog niemand met de samenstelling van een Ministerie belast is. Dezer dagen deed in onderscheidene dagbladen het bericht de ronde, zegt het „Vad." dat de aftredende Ministers zich bezig hielden met het opmaken der Staatsbegrooting over het jaar 1892. Sedert vernamen wij, dat dit bericht slechts ten aanzien van enkele Departumenten waar heid bevat en dat integendeel bij de meerderheid der Ministers het trouwens zeer begrijpelijk bezwaar bestaat om de quaesties te beslissen nopens hetgeen in 1892 zal moesten geschieden, waartoe het opmaken eener begrooting telkens aanleiding geeft. Naar men ons verzekert, is dan ook nog geen enkel hoofdstuk der Staatsbe grooting gereed bij het Departement van Financien ingekomen. En vermits in den regel nog 3 A 4 weken verloopen tusschen terug en had voor andere gedachten geen tijd meer. Met behulp van twee man, die den woesten hengst bij den kop vasthielden, sprong de dokter in den zadel. Eenige wilde sprongen schenen slechts dit effect te hebben, dat hij des te vaster in den zadel zat, terwijl iedere sprong, als eene herinne ring daaraan, een dunne, roode streep in de 1 zijden van het beest achterliet, welke een gevolg waren van de wreede sporen van zijn berijder. Mocht er bij hem al een spoor van verlangen aanwezig zijn, om zijn zoon te volgen, zoo werd dit spoedig bedwongen door Backeye, die hem pijlsnel in de tegenover gestelde richting voerde, zoodat dokter West, voor dat hij zijn paard geheel in bedwang had, reeds een halve mijl in de richting van La Mision Perida afgelegd had. Dr. West had er geen spijt van. Twintig jaren geleden had hij eene wettelijke veree- niging, berustende op wederzijdsch wantrou wen en verbittering, verbroken en zijne vrouw in eene scheiding toegestemd, die hij ook om dezelfde redenen gewenscht achtte. Met haar had hij ook het gevolg dezer vereeni- ging een minderjarigen zoon verlaten. Wat hij nu verkoos te doen, was zuiver vrij willig het eenige wat hem voor dezen jon gen vreemdeling ingenomen had, was de totale onverschilligheid, waarmee hij de zaken met zijn vader besproken had liet hem het wederzien koud, den ander blijkbaar niet minder. Voor het oogenblik hield het half wilde dier al zijne aandacht in beslag. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1