HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
laargang
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
Dr.P.C.F.Frowein.
EN
J. H. VAN BALEN.
Onze Uniformen.
„En Jesespereert nimmer I*
Jan Pieterz. Coen.
HetlViderfcadt ghetroowe
Blijf tot in d«n doot.
WUMmmlied.
Versonunt iocleren Oiasdag, Donderdag ©n Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3
Voor de courant binnen de gemeeente
naar dc overige plaatsen van Nederland
t w alle landen, die in het postverdrag
rijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indië en Amerika).
Zuid-Afrika
maanden:
f 0.70, met Zondagsblad 1.05
0.90, 1.35
r 1.75,
2.50,
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein 162/163.
HELDER.
Pr ij a der Advertentiën:'
Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang Tan de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden medeileelingen en aanbevelingen, geplaatst tnssohcn den tekst, per regel 15 Ct.
Advertentiën voor liefdadige doeleinden5,
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5
Agenten in het buitenland: België, Mr N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles; N.-Jersey en Omstreken: Mr. P. Langeveld Mz., Okonite Co, Passaic.
Bij de verkiezing van één lid voor
den Raad dezer Gemeente, op Dinsdag
a. s., noodigen wij de Kiezers met aan
drang uit, hun stem uit te brengen op
den Heer
Naar aanleiding van de voorgenomen
veranderingen in kleeding en uitrusting
bij het Nederlandsche leger, meen ik, dat
de volgende wenken niet te onpas zouden
zijn. Wellicht zal men nu eens willen
breken met tal van verouderde begrippen
en iets oorspronkelijks invoeren, zonder
slaafsche navolging van een of andere
groote mogendheid.
Enkele mijner denkbeelden verschillen
totaal met het bestaandeik geloof echter
dat ze doelmatig en practisch zijn.
Meermalen was ik in de gelegenheid,
het een en ander waar te nemen bij
Verschillende Europeesche legers; 't geen
volgt is dan ook zoowat een resume van
vele goede en practische zaken die ik
daar zag, behalve mijn oorlogstenue, die
geheel oorspronkelijk is.
Daar ik weet dat men hier zeer voor
zuinigheid is, heb ik niets durven voor
stellen wat maar eenigszins kostbaar kan
worden geacht, b. v. zilveren tressen voor
de officieren der cavalerie; daar evenwel
de adjudanten en ordonnans-officieren van
H. M. zich zelfs met zwarte tressen moeten
behelpen, zullen we daar verder niet over
redeneeren I
Wanneer men nu wel bedenkt
1. dat de meeste legers, en zeker het
onze, tegen pl. m. één jaar oorlogstoestand
50 a 60 jaren van vrede beleven
2. dat de toekomstige oorlogen, en dus
ook de voorbereidende oefeningen, na de
jongste uitvindingen op 't gebied van
geweren en kanonnen en van het rooklooze
buskruit, een geheel nieuwe taktiek in
Feuilleton vin de Heldersche- en Nieuwed. Courant.
l6> M A R U J A,
DOOK
BRET HARTE.
«Neem het hun niet kwalijk," fluisterde
hij«gij kunt uw oudste zuster toch niet
altijd uw geleide aanbieden. Zeg het mij
gerust, woudt gij heusch dat ik dien edelen
landlooper mijne hulp aanbood Gij hebt
maar te bevelen." Maar Araita's belangstel
ling scheen zoo geheel bevredigd door Ray-
monda eenvoudig aanbod, dat zij slechts even
tegen hem lachte, een kleur kreeg en enkel
zeide„Neen."
Maruja's scherpe ooren hadden alles op
gevangen wat er achter haar gezegd werd; een
oogenblik haatte zij hare zuster voor hare doel-
looze weigering van Baymonds voorstel. Maar
toen zij steelsgewijze rondgekeken en zich
overtuigd had dat de vreemdeling zich met
de menigte verwijderd had, zocht zg op hare
gewone manier Amita weder op. De anderen
waren reeds in den wagen gestegen, maar
Maruja had eensklaps lust gekregen naar de
loodsen en werkplaatsen te wandelen, waar
de lijkdragers bij elkaar gekomen waren. De
meesterknecht Harrison, door deze onverge
lijkelijk schoone verschijning in zijn gebied van
streek gebracht, kwam terstond naar voren.
«Ik zal u nu niet storen, mijnheer Har-
ri-son," zeide zij, met zekeren komischen na
druk de medeklinkers uitsprekende„maar
op een goeden dag zal ik hierheen rijden en
u verzoeken, mij uwe wonderlijke machines
te laten zien."
Zij glimlachte en keerde zich om, ten einde
haar rijtuig op te zoeken. Maar voordjt zij
eenige stappen gedaan had, bemerkte zij, dat
't leven zullen roepen, mijns inziens eene
guerilla-oorlog in 't groot
3. dat derhalve al wat blinkt en alle
schelle kleuren zullen moeten worden ver
meden, terwijl men toch officieren, onder
officieren en manschappen maar niet altoos
kan laten loopen als bestedelingen;
zoo kom ik tot deze conclusie, dat men
zal moeten invoeren
1. eene nette tenue, smaakvol en toch
niet te kostbaar, we zullen 't maar noe
men „groote tenue", en 2. eene tenue voor
oorlog, marschen, kampeeren, werken,
exerceeren, enz., deze laatste zeer eenvou
dig en gemakkelijk en daarbij zoo ingericht
dat de vijand, zelfs op betrekkelijk korten
afstand, geen rangen of graden kan onder
scheiden. (Bij dit laatste behoeft men
derhalve op niets te letten, dan op gemak
en doelmatigheid.)
I. Groote tenue.
A. Infanterie.
Korte jas en pantalon donkergrijs, de
jas met één rij sierlijke platte knoopen
de schoot kort en zonder ruimte (Oosten-
rijksch model)de pantalon wijd, met
zwarte bies of lat, in halve laarzenwitte
platte schouderdekkingen, een niet te
groote winks, kleur van de kraagde
mouw met flinken breeden omslagde
verschillende regimenten onderscheiden
door de kleur van kraag en opslag, b. v.
rood, ponceau, oranje, geel, donkergroen,
hemelsblauw, zwart, enz. (al deze kleuren
staan goed bij grijs); hoofddeksel, een
lichte helm (model Engelsche infanterie),
liefst van neutrale kleur.
Voor officieren een breede passant op
den schouder, in groote tenue een gouden
epaulet er doorheen. De onderscheidings
teekenen voor officieren van alle wapens,
als bij de Marine, op den benedenarm.
Bij splitsing van het regiment grenadiers
en jagers, daar de samenvoeging van die
twee al te kluchtig is:
Grenadiers, korte jas, model
infanterie, donkerblauwe kraag en opslagen
rood: schouderdekkingen wit of geel; pan
talon donker blauw of grijshelm als de
intanterie, doch met witte panache.
Jagers, jas en pantalon donker
groen; kraag enz. oranjeschouderdekkin
gen wit; vilten hoed, model Bersaglieri,
met witten of blauw-zwarten veder.
De onderdeelen van het wapen, als boven,
met kleine verschillen in de uitmonstering
en sommige, zooals bijv. de hospitaalcom-
zij het, door het hooge golvende graan, uit
het oog verloren had. Een klein, Spaansch
vloekje ontsnapte haar. Onmiddellijk daarop
weken de korenhalmen vóór haar en eene
gedaante kwam te voorschijn. Het was de
vreemdeling.
Zij deed van schrik een stap achteruit.
Hij daarentegen trad in het korenveld terug
en hield de halmen met uitgestrekte armen
terug, ten einde haar door te laten. Toen
zij werktuigelijk voortging, ging hij zonder
een woord te spreken achteruit en maakte
zoodoende een pad voor haar, tot zij de zweep
van den koetsier kon zien, welke boven het
koren uitstak.
Hier bleef hij staan, week naar den eenen
kant uit en maakte voor haar, met zijne
armen wijd uitgestrekt, den doortocht vrij.
Zij trachtte te spreken, maar kon slechts
haar hoofd buigen daarop gleed zij hem met
eene vreemde gewaarwording voorbij, waar
toe trouwens zijne houding aanleiding
gaf alsof het haar gelukt was aan zijne
omarming te ontsnappen. Maar het volgende
oogenblik liet hij zijne armen zakken, het
graan sloot zich rond hem heen en hij was
aan haar oog onttrokken. Zij bereikte het
rijtuig zonder dat de inzittenden haar gewaar
werden en vloog met een lachje op hare
zuster af.
«Heilige maagdriep Amita, „waar
komt gij van daan?"
„Van daar!" antwoordde Maruja, met een
nauw merkbare, zenuwachtige rilling op het
korenveld wijzende.
„Wij waren bang dat we je verloren
hadden."
„Ik ookzeide Maruja, terwijl zij een
vroolijken blik hemelwaarts zond, toen zij
haar sjaal dicht om hare schouders trok.
„Is er iets gebeurd U ziet er zoo
vreemd uit," zeide Carroll, dichter bij haar
pagnie, lange pantalon zonder laarzen.
B. Administratie.
Jas donkerblauw; pantalon idem, lang
voor de kwartiermeesters, in de laars voor
de intendantenkraag en opgeslagen
ponceau; epaulet en onderscheidingsteeke
nen zilver; helm als de infanterie.
C. Cavalerie.
Atilla, hemelsblauw of licht grijs met
zwarte tressen, witte fouragères, gedragen
als bij de rijdende artillerie; pantalon
zwart, halfwijd (demi-collant) in de laarzen
(model Pruissische huzaren)de kolbak
wat lager; de regimenten onderscheiden
door de kleur van kraag en opslagen.
D. Artillerie.
R ij d e n d e. De gele lissen vervan
gen door zwarte, kraag en opslagen rood,
pantalon en laarzen als de cavaleriekolbak
veel lager, met aigret.
V e 1 d-a rtillerie. Atilla en panta
lon donker blauwfouragères als de rijdende
artilleriekraag en opslagen roodde pan
talon en laarzen als boven.
Vesting-artillerie. Atilla en
pantalon, kraag en opslagen als voren
geen fouragères, maar een dik geel koord
dwars over de borst met kwasten aan den
linker schouder.
Voor de veld- en vesting-artillerie eene
kleine bonten muts (model Russisch) met
aigret.
E. Genietroepen.
Korte jas en pantalon donker grijskraag
en opslagen zwart, voor de officieren van
fluweelwinks rood, schouderdekkingen
witde officieren de gouden epaulet
laarzen model cavaleriehelm als de infan
terie, doch met roode panache.
F. Generale staf.
Atilla en pantalon als de artillerie; fou
ragères van goud,gedragen als de rijdende
artillerie; kraag en opslagen ponceau;
kolbak wat lager.
G. Geneeskundige dienst.
Liefst gekleed ongeveer zooaLs bij de marine
en met een lichten degen of sabel.
Oorlogs- of Campagne-tenue.
Van den generaal tot den jongsten sol
daat, eene losse tuniek met doffe knoopen,
zakken op de borst en vrij kort (ongeveer
model mariniers); kleur als van het wa
pen pantalons als boven opgegeven
hoofddeksel een lage pet, model kepie, met
breeden zwarten band en biezen (kleur
van het korps) en met lederen stormband.
Voor alle wapens een ruime overjas met
schuivende.
Hare oogen glinsterden, maar zij zag erg
bleek.
„Niets, niets I" zeide zij haastig, terwijl zij
naar het korenveld keek.
„Indien de spoed, waarmeê wijlen de doc-
ter op de aarde teruggekeerd zou zijn, niet
al te onbehoorlijk geweest ware, zou ik den
ken, dat de docter u een geestenbezoek ge
bracht had," zei Raymond, haar nieuwsgierig
aanziende.
„Hij zou zeker beleefd geuoeg geweest zijn
niet zóó op mijne blikken te letten," zeide
Maruja. Zie ik er werkelijk zoo monster
achtig uit?"
Carroll dacht dat hij haar nooit zoo schoon
gezien had. Hare vurige oogen straalden,
van onder hare wimpers, van geluk.
„Waar denkt gij aan?" vroeg Carroll, toen
zij verder reden.
Zij dacht over den vreemdeling die haar
vol bewondering aangekeken had en aan zijne
blauwe oogen. Maar zij keek kalm haar
minnaar in het gelaat en zeide zacht„Aan
niets dat u, vrees ik, belang in zou boezemen."
IX.
Het bericht van de toewijzing van dr.
West's bezitting aan mevrouw Saltonstall werd
gevolgd door de nog meer opzienbarende ont
dekking dat het testament van den docter
bepaalde, dat zij zijn eenige erfgenaam zou
zijn en dat zij dus eigenares zou worden van
alles wat de docter bezeten had, nadat zij
zijne schulden betaald en eenige legaten uit
gekeerd had. Het werd haar geschonken als
eene erkenning van hare talenten en van hare
rechtschapen wijze waarop zij hun beider
zaken behartigd had en tevens als een blijk
van vertrouwen en van innige genegenheid
van den testator. Nadat de eerste verbazing
gesust was, werd de loop der zaken voor zeer
doffe knoopen, eveneens kleur van het
wapen, doch voor de bereden officie
ren en minderen langer dan voordeonbe-
redenen de jas voorzien van een niet te
grooten kraag, met patje af te sluiteneen
losse kraag van waterproof, reikende tot
aan de helft van den bovenarm en voor
zien van een doelmatige kap, om bij slecht
of koud weder over de pet te worden ge
slagen. Voor alle officieren en minderen
een paar vetlaarzen. Koppel van bruin
tuigleder, over de tuniek en |c. q. (ook
voor de officieren)aan dezen koppel
worden bevestigd de patroontasch, de veld-
flesch, de revolvertasch enz. Voor allen
die de sleepsabel dragen, ter linkerzijde
op den koppel een stevige vaste haak. (Dit
veldtenue geldt ook voor den geneeskun
digen dienst te velde, die echter een goed
zichtbare pet van lichte kleur zou moeten
hebben). Voor officieren van alle wapenen
dezelfde sabel (artillerie-model), beredenen
iste taille en onberedenen 2de taille. De
sporen met riemen bevestigd, inplaats van
schroeven. De bestaande stijgbeugels te
vervangen door houten (Amerikaansch
model). Alle beredenen officieren en
minderen een patroongordel over den lin
ker schouder naar rechts.
De karabijn bij de cavalerie niet meer
over de rechter dij gedragen en ook niet
over den rug, maar in een foudraal rechts
achter den zadel (als bij de Engelsche
cavalerie); deze wijze van dragen is veel
gemakkelijker voor den ruiter, terwijl de
karabijn zonder moeite kan worden
gegrepen.
Bij de bereden artillerie de sabel te
bevestigen links achter den zadelhet op
en alstijgen gaat daarbij veel vlugger en
met minder gevaar gepaard, terwijl de
man toch de revolver aan den koppel
heeft voor eventueel gevecht man tegen
man.
Observator e.
Aanteekeningen.
Bij het Zwitsersche leger is eert zeer
degelijk donkergrijs laken in gebruik.
Zwart is te verkiezen boven blauwbij
verschillende legers, b. v. bij het Pruisische,
wordt veel zwart laken gedragen.
Zwarte tressen zijn zeer te verkiezen
boven de donkerblauwe.
Bij de oorlogstenue de insignes voor
rangen en graden te vervangen door
minder zichtbare, b. v. matte sterren, knoop
jes, lissen.
In campagne-tenue de officieren steeds
zonder sjerp.
Landweer, schutterij, of wat het dan
ook moge worden, te kleeden als het
leger, met andere uitmonstering.
Bij de infanterie, in plaats van de lange
bajonet, een dolk op het geweer.
De voet-artillerie te bewapenen met de
j karabijn in plaats van het infanterie-
1 geweer, dat hier minder nuttig is; op de
karabijn een lange bajonet, liefst als bij
de marèchaussée.
Zou het niet doelmatig zijn, ook ter
vermijding van vele onnoodige handgrepen,
het geweer steeds te dragen zooals bij het
Oostenrijksche leger, aan den riem over
den rechterschouder? Bij dat leger wordt
zulks altoos gedaan, bij exercitiën, mar
schen, parades, tot zelfs bij het defileeren
voor den Keizer; geen handgrepen zijn
daar bekend, dan vellen van 't geweer en
eventueel presenteeren.
Bereden officieren en minderen eene
schabrak in overeenstemming en met de
kleur der uniform, in oorlogstenue echter
niet te gebruiken.
Daar een sabel (oorlogswapen) met breed
gevest de schoot van jas of attila zeer
spoedig kaal maakt, zou elk wapen afzon
derlijk aan hooge autoriteiten een model
•kunnen voorstellen van een lichte sabel,
door officieren buiten dienst te dragen
dit zal wel geen bezwaar opleveren, daar
het bij alle groote mogendheden wordt
toegestaan en het bij ons toch niet klein-
geestiger behoeft toe te gaan dan bijv. in
Duitschland of Rusland.
(Overgenomen uit de H. Ct.)
NEDERLAND.
natuuurlijk en gewenscht gehouden de beide
bezittingen werden nu één, al de rijkdommen
kwamen in eene hand en onder één beheer,
hetgeen hel land niet anders dan ten goede
kon komen. Indien mevrouw Saltonstall een
arme weduwe in plaats van eene rijke geweest
was, indien zij de. huishoudster van den docter
in plaats van zijn compagnon geweest was;
dan ware den uitersten wil van den docter eene
scherpe critiek niet gespaard. Maar, aange
zien door deze combinatie de geheele vallei
van den heiligen Antonius onder één bestuur
geraakte, scheen de beschikking des docters
uiterst billijk en gewenscht. Ja, er kwam
oog iets bij een vaag gerucht omtrent het
verleden des docters en zijn vorige ongeluk
kige omstandigheden, scheen deze uitnemend
praktische beschikking in een nog beter licht
te plaatsen en daardoor ook werd elke
onregelmatigheid van zijn jeugd vergeven en
vergeten.
Het effect dezer gebeurtenis op de aanver
wante takken der Guitierrez en op de bedien
den was duidelijk merkbaar. Het scheen dat
het geluk en de tradities van de familie voor
goed bevestigd waren de vrouwelijke Gui
tierrez had haar gebied uitgebreid, in plaats
van ten onder gebrachtde vreemde, de
indringer was van alles beroofd het lot der
Mision Perdida was gekeerd de vloek van
Koorotora was in een zegen veranderd zijn
profeet en opvolger, Pedro, de mayor-domo,
leefde in een atmosfeer van aanbidding en
bewondering van de zijde der bedienden en
van het mindere volk. Deze erkenning van
zijn invloed ontving hij soms met eene aan
matiging van onmetelijken trots, waaraan
slechts een Spaansche bediende kan lijden
maar soms ook was hij zoo nederig en als
het ware gedrukt onder dien lof, dat men
in hem nooit den ziener en profeet zou her
kennen. «Zie je wel," zei Sanchez tegen de
HELDER, 20 Augustus.
Omtrent het bezoek, jl. Maandag door
de beide Koninginnen aan Deventer ge
bracht, wordt gemeld
Om halfdrie kwamen Maandagmiddag
HH. MM. met gevolg, over de Langebrug
de stad binnen. Een talrijke menigte, die
een luid gejubel aanhief, was op de been.
ongeloovige Taquita, „zie je wel dat hij net
zoo min zijn macht kent als een kindhet
bewijs ligt voor de hand."
Dona Maria alleen deelde de vereering van
Pedro niet en toen er voorgesteld werd een
feest ter eere van de vermeerdering der
bezittingen onder den ouden perenboom bij
het Indianenbergje te geven, was zij zoo diep-
verontwaardigd, dat men het zich nog lang
daarna herinnerde. „Is het nog niet genoeg,
dat wij door dien dwazen heilige in een
bespottelijk daglicht geplaatst zijn," zeide zij
tot Maruja, „en zouden wij nu nog de nage
dachtenis van onzen vriend moeten beleedigen
door Pedro's idioten voorvader, tengevolge
van de edelmoedigheid van den dokter, te
verheerlijken Men zou juist gedacht hebben
dat de gruwelijk laffe praatjes over mijn
armen vriend, die door uwe betrekkingen
(het was een nieuwe eigenaardigheid van
Dona Maria om tegen Maruja altijd te spreken
over hare familie, alsof zij alleen van haar
was)uitgestrooid zijn, thans in dezelfde
aarde begraven zou zijn geworden, waar de
beenderen der wolven en van Koorotora rus-
teu. Laat hem er om denken, dat het best
mogelijk is dat de aarde zijne voorvaderen
met den perenboom omgespit en dat zijn
heidensche tempel verwoest kan worden. In
dien, zooals de ingenieur zegt, een tak van
den nieuwen spoorweg langs. La Mision Per
dida mocht aangelegd worden, dan ben ik
het met hem eens dat deze beter daardoor
kan loopen dan ergens anders, omdat dit de
naaste weg is en men daar het eenige onbe
bouwde gedeelte van het park heeft, dus de
minste schade en dc minste kosten."
„U zult dat toch niet toestaan, mama?"
vroeg Maruja, die geheel onder den indruk
verkeerde van de nieuwe kracht die van haar
moeder uitging.
(Wordt vervolgd.)