HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
zoiïaag 3iT AiTgustüsT
Jaargang
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
EN
J. H. VAN BALEN.
.Uii desespcrcert uiinmerl"
Jan Pielerz. Coen.
Het Vaderlaadt ghetnwwe
Ulgf ick tot in den dool.
Wiliulwuuiiéd.
Versonijiat loderon DlasdLag, Oond.ora»s git Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3 maanden:
Voor do courant binnen de gemeeentef 0.70, met Zondagsblad f 1.05
naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1-35
alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indië en Amerika). 1.75, 2.10
i Zuid-Afrika2.50, 3.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein. Helder.
Telefoonnummer 18.
Prqa der Advertentiën:
Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbovelingon, geplaatst tusschen den tekst, per regel 20 Ct.
Advertentiën voor liefdadige doeleinden8»
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5
Agent in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles.
NEDERLAND.
HELDER, 29 Augustus.
H. M. de Koningin-Regentes zal de ver
gadering van de Staten-Generaal op 15
September in persoon openen en wordt
daartoe eenige dagen te voren met de
Koningin in de residentie verwacht.
Met machtiging van H. M. de
Koningin-weduwe-Regentes is door de
Regeering de uitnoodiging der Regeeringen
van Italië en Portugal aanvaard, om een
Nederl. rechtsgeleerde te benoemen, ten
einde als scheidsrechter uitspraak te doen
in een geschil, tusschen beide Regeeringen
gerezen, ter zake der vordering van een
Italiaansch onderdaan tegen de Portugeesche
Regeering en is als zoodanig aangewezen
de heer mr. J. Heemskerk Az., minister
|an Staat, lid van den Raad van State.
De eerste audiëntie van den minister van
Oorlog werd jl. Donderdag bezocht door
Verschillende opper- en hoofdofficieren, 0. a.
éoor generaal Van Teijlingen.
Maandag a. s. zal de minister van
JJuitenlandsche Zaken aan de hoofden der
gezantschappen en andere autoriteiten een
«ladiner aanbieden.
Niettegenstaande het bestuur der
jKberale Centrale Kiesvereeniging in het
fSesdistrict Emmen bij den Minister, mr.
M. J. Smidt, er op heeft aangedrongen
'iet district als Kamerlid te blijven ver
tegenwoordigen, heeft de heer Smidt ge
meend zich niet herkiesbaar te moeten
stellen.
Naar de „Avp." verneemt, heeft de
beer P. Caland, hoofd-inspecteur van den
Waterstaat, eervol ontslag uit zijne betrekking
aangevraagd.
Ook de heer G. van Diesen, inspecteur
van den Waterstaat, moet voornemens zijn
ontslag aan te vragen.
Volgens een bericht uit Den Haag
aan een Duitsch blad gezonden, zou onze
regeering voornemens zijn een leening van
ten minste 50 millioen gulden te sluiten.
Feuilleton van de Helderache- en Nieuwed. Conrant.
Mi M A R U J A,
DOOB
IBRET HARTE.
„Gij dient dat te weten," antwoordde zij,
voor zich kijkende.
„Ik Waarom
„Gij hebt mij tweemaal ruw bejegend."
„Tweemaal?"
„Ja eens bij La Mision Perdida en
eens op den weg van Sint Antonio."
Ziin blik was neerslachtig en droefgeestig.
„Dien morgen by de Missie zag ik, ver
worpeling als ik was, in u slechts een mooi
meisje, dat mij met hare meedoogenlooze
schoonheid wilde verpletteren. Te Sint Antonio
overhandigde ik den waaier, dien ik opgeraapt
had, aan hem, wiens blikken mij zeiden, dat
hij u beminde."
Zij stampte ongeduldig met haar voetje op
den grond.
„U had een beetje galanter mogen zijn en
minder makkelijk eene keuze mogen doen,"
zeide zij bits. «Maar sedert wanneer zijt gij,
heeren, zoo scherpzichtig en helder van blik
geworden Zoudt gij denken dat hij tegen
over anderen ook zoo onvoorzichtig te werk
zou gaan
„Ik heb geene aanspraak op den eerbied
van anderen," antwoordde hij ruw. Doch
dadelijk voegde hij er op een zachteu toon
bij, terwijl hij haar vriendelijk aankeek „Gij
waart vanmiddag in den rouw toen gij hier
kwaamt, miss Saltonstall
„Zoo? Ja, dat was voor dr. West, den
vriend mijner moeder."
Waar een spoorwegongeluk goecl voor
is. Gelijk men weet, heeft onze Regeering
terstond na het spoorwegongeluk bij Mön-
chenstein door een daartoe afgevaardigd
ingenieur een onderzoek doen instellen naar
de oorzaken van het bezwijken der brug
aldaar. Onaf hankelijk echter van het door
dien afgevaardigde uitgebracht rapport, heeft
men met loffelijken ijver reeds terstond de
Ned. spoorwegbruggen nader onderzocht,
om mogelijke gebreken, zoo die gevonden
worden, onmiddellijk te verhelpen. Zoo
werden aan het ijzerwerk der spoorweg
brug te Zutphen niet minder dan 6000
klinknagels onvoldoende bevonden en ver
nieuwd.
De opmerking wordt echter gemaakt,
schrijft de „Haarl. Ct.," dat het te wenschen
ware, dat van spoorwegbruggen ook niet
meer dan noodig is werd gevergd, en dus
het kruisen van treinen op spoorwegbruggen
met groote spanning, gelijk nu cn dan zelfs
met goederentreinen geschiedt, werd ver
boden.
Omtrent de verrichtingen van den
's Gravenhage opgerichten en onlangs in
werking getreden Arbeidsraad kan het
volgende worden medegedeeld
Bij den Raad zijn ernstige klachten
ingekomen van werklieden, omtrent het uit
betalen van loon in kroegen.
Zooals bekend, is het doel van den
Arbeidsraad om in oprechten zin den
ambachtslui aan een beter lot te helpen.
Gekant tegen hen, die de sociale orde
willen verstoren en ontevredenheid onder
de arbeiders trachten te stichten, is de
Arbeidsraad even sterk tegen hen, die het
werkvolk exploiteeren willen door te laten
werken zonder redelijk loon.
De minister van Financien maakt
bekend, dat op Maandag 7 Sept a. s., van
des voorm. negen tot des nam. éeu uur,
ten kantore van den agent van het ministerie
van Financien te Amsterdam, en van den
arrond.-betaalmeester te Rotterdam kunnen
worden ingeleverd inschrijvingsbiljetten tot
het bekomen van schatkistpromessen, welke,
op grond van art. 1 der wet van 5 Dec.
1881 (Staatsblad No. 185), en het Kon.
besluit van 8 dezer (Staatsblad No 157),
tot een bedrag van drie millioen gulden
zullen worden uitgegeven.
Deze promessen, groot f 10.000 en f 1000,
worden aan de order van den nemer uit
gegeven. Zij dragen de dagteekening van
14 Sept. 1891, en zijn drie maanden na
dien dag, derhalve op 15 Dec. 1891,
betaalbaar ten kantore van de Ned. Bank
te Amsterdam.
„Het stond u goed, zeer goed zelfs."
„Gij maakt mij een compliment, maar ik
waarschuw u, dat kapitein Carroll zich nog
veel complimcnteuser uitgedrukt heefthij
zeide, dat ik geen rouw hoefde te dragen
ik had niets anders te doen dan mijn oog
haartjes half steng te zetten. Hij is een
militair, weet u."
„Hij schijnt even geestig als rijk te zijn,"
zeide Guest bitter.
„Denkt gij, dat hij gefortuneerd is zeide
Mnrnja, hem aanziende. Er lag in deze,
oogenschijnlijk zoo eenvoudige vraag zooveel
opgesloten, dat Guest haar aankeek, als wilde
hij opheldering vragen. Wat hij in hare
oogen las, maakte dat zijn hart ophield te
kloppen, althans voor een oogenblik. Zij
scheen zich daarvan niet -bewust, want zij
begon ook te beven.
„Is het niet?" vroeg Guest zacht.
„Denkt gij dat het noodig is dat hij
rijk is fluisterde zij.
Eene plotselinge stilte overviel hen. Het
geluid der stemmen hunner medegasten scheen
zeer ver van hen verwijderd de warme adem
der bloemen scheen hunne zinnen te bene
velen 7-ij trachtten te spreken, doch konden
nietzij waren zoo dicht bij elkander, dat
de beide lange halmen van een palmboom
voldoende waren om hen te verbergen. Te
midden dezer stilte hoorde men eene stem,
gelijk en toch niet gelijk aan die van Maruja,
welke fluisterde „Ga heen Ga heen 1" maar
iedere keer scheen zij in de heerschende
stilte gesmoord te worden. Het volgend
oogenblik werden de palmbladen op zij ge
schoven, de donkere gedaante van een jong
man sloop als een lenig, wild beest door het
palmboschje en Maruja bevond zich, bleek
en bevend, alleen in het midden van de
Nadere bijzonderheden bevat de „Staats
courant" van jl. Donderdag.
In een artikel, aan het afgetreden
Ministerie gewijd, zegt „het Hbld." 0. a.
„Wie hebben reden gehad, zich te ver
heugen over het beleid der laatste drie
jaren? Zeker niet diegenen onder de anti-
revolutionnairen, die in r8S8 inderdaad
op elk geleed hervormingen wenschten,
maar alleen de behoudsgezinden, die hun
aanhang grootendeels onder de Katholieken
vinden. Immers: schier alles is bij het
oude gebleven De Tweede Kamer was
weder „op het doode punt" gekomen,
niet omdat de twee helften tegen elkander
opwogen, maar omdat de beide deelen
der grootste helft niet met elkander over
weg konden en zoodoende de Regeerings-
machine verlamd werd.
„Dat was trouwens reeds lang voorspeld
en ingezien ook van anti-revolutionnaire
zijde.
„Toen het Kamerlid De Savornin
Lohman (een der thans afgetreden Minis
ters) in het begin van 1886 zich neerzette
om Prof. Spruyt's vraag te beantwoorden
hoe lang het bondgenootschap tusschen
twee zoo strijdige partijen zou duren
erkende de leider der anti-revolutionnaire
Kamerklub„de Katholieke partij kan
geen stap verzetten, zonder ons, anti-
revolutionnairen, en omgekeerd wij niet,
zonder onze Katholieke bondgenooten."
Beiden hadden elkander dus op politiek
gebied in de macht. Door samen te
gaan, werd de een niets hoegenaamd
sterker dan voorzoover zijn bondgenoot
het goedkeurde. De eenige reden, waarom
zij bijeen waren gekomen en bijeen wilden
blijven, was deze„de liberalen kunnen
beiden, beurt om beurt, doodslaan, zonder
dat zij een vin kunnen veroerren". Daarom
willen de anti-revolutionnairen liever „een
beetje macht in eigen handen houden."
En, zoo besloot de heer Lohman, „het
samengaan met Rome is voor ons profijte
lijker dan ons te laten doodslaan door u"
(liberalen).
„De liberalen uit het bestuur te houden,
uit vrees voor zelfbehoud, en zeiven „een
beetje macht" in handen te hebben, was
dan ook het voorname streven der bond
genooten."
Het nieuwgekozen lid van de Tweede
Kamer, de heer Noordtzy, docent aan de
Theologische School te Kampen, heeft op
de Synode te Leeuwarden medegedeeld,
dat hij heeft besloten docent te blijven en
voor het Kamerlidmaatschap te bedanken.
zaal, in het volle licht der electrische gloei
lampen, met haar gelaat naar den gang ge
keerd, waaruit haar gezelschap haar tegemoet
trad. Zij was boos en bang tegelijk zij had
overwonnen en toch beefde zij. Zonder een
oogenblik nagedacht te hebben, was zij door
Henry Guest gekust en had hem een
kus teruggegeven.
De snelstloopende paarden uit Aladdins
stallen hadden haar dien nacht niet te ver
en spoedig genoeg van dit tooneel afkunnen
voeren, waarvan hare gedachten geheel ver
vuld waren. Verstandig en prat op hare
ondervinding, vol vertrouwen op hare schoon
heid, veilig in haar egoïsme, streng tegenover
de zwakheden van anderen, nauwkeurig
lettende op de daden en woorden van mannen
en vrouwen, gesteld op hare positie en
traditie als zij was, met haar vaders helderen
blik de praktische beteekenis begrijpende
van elke afwijking van de aangenomene
denkwijzen, die zij als vrouw van de wereld
zoo stipt eerbiedigde, ondanks dat alles keerde
zij met hare gedachten weder en weder tot
dat heerlijke oogenblik van 700 straks terug.
Zij dacht aan hare moeder en zusters, aan
liaymond en Garnier, aan Aladdin, zij
forceerde zich om aan Carroll te denken
maar zij sloot ieder oogenblik hare oogen,
met een flauw glimlachje op liaar gelaat eu
soesde weder over den korten, doch heerlijken
droom, dien' zij met Guest doorleefde en die
begon en eindigde met elkanders lippen aan
te raken. Erg te verwonderen was het niet
dat, zooals zij daar in sjaals en mantels
gewikkeld, voor ieder verborgen, achterover
in het rijtuig geleund, stil daar neer zat,
en met haar bleek gelaat naar den kouden
sterrenhemel gekeerd, dat twee andere sterren
van onder hare wimpers glinsterend en
Door den afgetreden minister van
oorlog is bij de Tweede Kamer, onder
dagteekening vau 19 Augustus, aanhangig
gemaakt eene wetsvoordracht tot wijziging
van hoofdstuk VIII (oorlog) der staatsbe-
grooting voor 1890. Zij stre'kt tot verhoo
ging van een aantal artikelen betreffende
de prov. staven, officierstractementen voor
de infanterie, cavelerie, artillerie en genie,
de voedingsmiddelen van de menages voor
den troep, de fourages, het militair onder
wijs, het kampeeren van troepen, de huur
van gebouwen voor kazerneering enz., oe
feningen van milicien-verlofgangers en het
wapen der marechaussee.
De verschillende verhoogingen worden
gedeeltelijk gedekt door vermindering van
eenige posten, welke laatste nog wordt
overtroffen door een som van f 88,680.
Ook vanwege den afgetreden minister
van Marine is een suppletoire begrooting
ingekomen, waarbij het eindcijfer van het
hoofdstuk evenwel onveranderd blijft. De
aanvulling betreftkosten voor overplaat
sing bij het auxiliair-eskader in Indie, kos
ten buitenslands gemaakt voor herstel van
schepen, den bouw van het projectielen
magazijn te Amsterdam (f 72,520), trans
portkosten voor officieren en minderen
en kosten der kust- en oeververlichting.
Het gezamenlijk bedrag der verhoogingen
beloopt f 188,870, met welk cijfer evenwel
kan worden verminderd de post voor aan
bouw van schepen bij particulieren ten
gevolge van de vertraging, die in den aan
bouw van de schepen „Koningin Wilhel-
mina" en „Reinier Claeszen" is ontstaan.
De „Amsterdammer", in een kort
entrefilet de artikelen van „Handelsblad"
en „Het Vaderland" besprekende, zegt,
dat deze bladen haar in 't gelijk stellen,
waar zij haar meening heeft uitgesproken,
dat de manier, waarop het Kabinet wordt
samengesteld, het vermoeden wettigt, dat
de heer Tak van Poortvliet zijn politieke
overtuiging ten offer heeft gebracht aan
zijn portefeuille.
Gelijk bekend is, zegt het blad, heeft
de heer Tak de kiesrechthervorming den
hoeksteen der overige hervormingen ge
noemd. Wij zijn nu leerrijke discussies te
wachten over het woord „hoeksteen". In
elk geval over het achttal in zijn geheel
zal men eerst iets kunnen zeggen wanneer
men weet of de heer Tak zijn woord denkt
te houden of te breken. Alle discussie
voor dien tijd is nutteloos.
Men deelt mede, dat de afgetreden
minister van Oorlog, de gen.-majoor Ber-
gansius, bestemd is om den gen.-majoor
trillend te voorschijn kwamen en een vurigen
gloed van zich afstraalden.
X.
De regentijd was vroeg aangebroken. De
droogte der laatste drie weken had de levens
krachten der groote vallei gedeeltelijk ge
sloopt de doode graanhalmen ruischten als
verdorde vischgraten over dr. West's graf.
De alles uitdrogende wind en zon hadden
Aladdins paleis niet bekoorlijker gemaakt
overal waren spleten en reten zichtbaar, welke
het een wrak voorkomen gaven, zoodat het
er uitzag, alsof het zoo maar op eens van
de aarde weggevaagd kon wordende vreeselijke
zuid-westmoessons hadden het grootendeels
onbewoonbaar gemaakt; de prachtige meubels
in de ontvangkamers waren met waterdichte
overtrekken omhangenhet aquarium was
ondergeloopen de „Brug der Verzuchtingen"
lag nu werkelijk over een kanaal, of liever
over een waterplas naar de stallen. Slechts
de biljartzaal, de slaapkamer en het kantoor
van mr. Prince bleven ongedeerdin het
laatste zat op zekeren stormachtigen namid
dag mr. Prince zelf in zijn boeken en papie
ren verdiept. Zijn brik stond op het voor
plein met slik overdekt, alsof men juist
iemand van bet station er mede had afge
haald, waarvoor dit wagentje speciaal gebruikt
werd, en de rooklucht van pas aangelegde
vuren bewees, dat het huis slechts even te
voren betrokken was.
Het geluid van hoefgetrappel op het voor
plein werd spoedig door voetstappen in den
gang gevolgdeen bediende kondigde het
bezoek van kapitein Carroll aan zijn meester
aan. De kapitein hield zijne militaire overjas
aan en bleef midden in de kamer stokstijf
staan met zijn uniformpet in de hand.
Van der Beek als commandant der Nieuwe
Hollandsche Wateilinie op te volgen.
In bijvoegsels tot de „Staatscourant"
van 28 dezer is opgenomen eene statistiek
der drankwet over het tijdvak van 1 Jan.
31 Dec. 1890. Wat Noord-Holland betreft
blijkt daaruit het volgendeHet getal ver
gunningen, in den loop van het jaar 1890
verleend voor localiteiten, waarvoor reeds
aan een ander persoon vergunning was
verleend, bedroeg 576; het aantal vergun
ningen verleend krachtens de achtste zin
snede van art. 2 der drankwet 4; nieuwe
vergunningen binnen de grenzen van het
maximum 18; ingetrokken vergunningen
10 (9 krachtens art 9 der drankwet en
1 krachtens art. 27); vervallen bij gebreke
van tijdige betaling van het vergunnings
recht (art. 7 al. 2 der drankwet) 15 totaal
der voor alle vergunningen betaalde prijzen
f 197,025.87 totaal der inrichtingen waar
krachtens vergunning op 21 Dec. 1890
sterke drank in het klein wordt verkocht
3826, waarvan 1484 te Amsterdam, met
eene opbrengst van f 121,239.12.
De vrijzinnige Kiesvereeniging „Plicht
en Recht" te Purmerend heeft in hare ver
gadering van jl. Donderdagavond den heer
mr. M. W. F. Treub tot candidaat gesteld
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer
in het district Hoorn.
Met den benoemde stonden op het gros
tal de heeren K. de Boer, burgemeester
van Assendelit, en W. Bax, predikant te 1-
Zaandam.
De minister van Buitenlandsche Zaken, l"
de heer mr. G. van Tienhoven, gaf giste-
ren op zijne villa „Erica" aan den Sche- E
veningschen weg, een déjeuner ter eere van 1-
den Groothertog van Saksen.
Op de eerste audiëntie van den mi-
nister van Marine maakten o. a. hunne M
opwachting dc vice-admiraal Cramer, de F
schout-bij-nacht Bogaert, de kapitqins ter )t
zee Uhlenbeck, Arriens en Pabst, de kolonel
commandant der mariniers, de kolonels p!
geneeskundigen der zeemacht Coomans de
Ruyter en Thompson, enz.
Sinnenlandsch nieuws.
Helder. Gisterenavond werd in de
Marine-cantine alhier eene algemeene ver
gadering gehouden door de afdeeling Wil
lemsoord van de Vereeniging „het Marine
fonds," die zich ten doel stelt, aan de leden
onderstand te verleenen, voor zooverre zij
den dienst zonder of met een klein pensioen
„Ik had u van het station af kunnen laten
halen," zei Prince, „indien gij daar vandaan
gekomen zijt ten minste. Ik ben juist tehuis."
„Ik gaf de voorkeur aan een rit te paard,"
zei Carroll koel.
„Ga daar bij het vuur zitten," zei Prince,
een stoel dichterbij trekkende, „en droog u."
„Voor dat wij verder gaan moet ik u eerst
naar de reden van dit onderhoud vragen,"
zei Carroll kortweg. „Gij hebt mij verzocht
hierheen te komen, ten einde met u over
eene zaak te spreken, die in nauw verband
staat met zekere brieven, welke ik eenige
maanden geleden aan hunne rechtmatige
eigenares teruggegeven heb. Indien het uw
doel is ze mij weder te ontfutselen of op een
onderwerp terug te komen, dat in het ver
geetboek moet blijven, dan weiger ik met u
in een onderhoud te treden."
„Het betreft werkelijk de brieven en het
staat aan u te beoordeelen of zij vergeten
moeten worden of niet. Het is mijn schuld
niet indien er iets van de zaak uitgelekt is. I
U moet niet vergeter, dat gij gisteren pas j
van uwe inspectie-reis teruggekeerd zijt, zoo
dat men u geen boodschap zenden kon."
Carroll sloeg een koelen blik op Prince
en ging toen op een stoel, met zijn overjas
aan en zijn lange rijlaarzen over elkaar ge
kruist, voor het vuur zitten. Toen hij daa^
zoo en profle voor hem zat, kon Prince [L
niet nalaten op te merken, dat hij er ouder
en ernstiger uitzag dan bij hun laatste on-
derhoud en dat 7ijn wangen zoo vermagerd
waren, dat men zulks niet alleen aan den
actieven dienst kon toeschrijven.
(Wordt vervolgd.)