I kan bi F smeer. 1 leloven. met veel trëvoêT zaamheden, niet Korver zegt, zich bij het nalezen der con cessie-voorwaarden te hebben verbaasd over de wijze, waarop indertijd, bij het verleenen der concessie aan de gasfabriek, met de ge meente-belangen is omgesprongen. De Voorzitter is het daarmee volkomen eens wat echter de thans aanhangige zaak betreft, deze is niet dadelijk uit te maken. Hij wenscht eene Commissie van onderzoek te doei: benoe men door eenc vergadering die meer voltallig is als deze, waarmede de leden zich kunnen vereenigen. Ten opzichte van de Duinwaterleiding- Maatschappij zegt de heer Korver nog, dnt het hem nooit recht duidelijk is geweest, welke rechten de gemeente tegenover deze Maatschappij heeft. Zou het niet wenschelijk zyn, vraagt spr., dat de voorwaarden, waarop genoemde Maatschappij concessie erlangde, eens gedrukt aan de leden van den Baad werden verstrekt en daarna eene Commissie te benoemen, om de rechten der gemeente en de verplichtingen der Maatschappij te onderzoeken De Voorzitter raadt den heer Korver aan, eerst de concessie eens in zijn geheel na te pluizen. Voorz. heeft het eenmaal geprobeerd, maar 't was een waar labyrint, waaruit hij zich ten slotte niet wist te redden. Hij is er echter wel voor, eene Commissie te benoemenmisschien kan 't ook wel in banden* worden gesteld van de Gat-commissie P De heer Korver neemt hiermede genoegen, doch dringt nogmaals op spoedige behandeling aan. De Voorzitter stelt nu de vaststelling der rekening van de gemeente aan de orde. De heer Van Neck meent echter bezwaar te moeten maken om, met het oog op de hangende quaestie, de uitgaven goed te keureu. De heer Klik geeft in overweging de rekening onder protest goed te keuren, wat echter volgens den heer Hordijk niet aangaat. Protesteeren geeft hier toch niets meerde zaken zijn gebeurd en we staan nu voor 't feit. Ook de heer Korver zegt dat de rekening kan worden aangenomen, maar onder protest, daar het Dag. Bestuur in de veriichtings-quaestie niet gehandeld heeft overeenkomstig de concessie. De Voorz. meent te moeten protesteeren tegen het door den heer Korver gesprokene. Negen jaren achtereen heeft de Raad de rekening goed gekeurd en nu gaat het daarom toch niet aan, alleen het Dag. Bestuur voor deze misvatting verantwoordelijk te stellen. Na nog eenige gedachtenwisseling tusschen de Voorzitter en den heer Korver, stelt Voorzit ter voor de rekening goed te keuren, onder voorbehoud, dat worde getracht het voor de ftasverlichting te veel betaalde, alsnog van de Directie der fabriek terug te ontvangen. Dit voorstel wordt aangenomen en de reke- 'ning der gemeente met eenparige stemmen 'goedgekeurd. Ook aan de rekeningen van het Burgerlijk Armbestuur en het Algemeen Weeshuis hecht «de Raad met algemeene stemmen zijne goedkeuring. Die van de Schutterij is, Jvolgens den heer Korver, niet in orde, (omdat de post «Bureaukosten" niet is (gespecificeerd. Ook deze rekening wordt (echter met 5 steramen tegen 1 (die van Jden heer Korver) goedgekeurd. De heeren jHoogenbosch, Klik en Van Neck onthielden ach van stemming, omdat deze rekening iet bij het onderzoek in hunne (eerste) afdeeling aanwezig was. De staat van oninbare posten over 1890 wordt eenparig vastgesteld voor den Hoofdei, omslag op f 1882,30 en voor de honden belasting op f 138.20. De verschillende goedgekeurde rekeningen lebben de navolgende eindcijfers Gemeente: Ontvangst f 195,509.73* Uitgaaf 183,011.85 Goed slot f 12,498.38| Burgerlijk Armbestuur: Ontvangst f 11,248.32 Uitgaaf 10,525.91 Goed slot f 722.41 Algemeen Weeshuis: Ontvangst f 13,803.85$ Uitgaaf 13,048.14$ Goed slot f 255.21 dd. Artillerie-Schutterij: Ontvangst f 1444.56 Uitgaaf 1435.59 Goed slot f 8.97 Door den Voorzitter wordt ter tafel ge- sht eene suppletoire begrooting voor 1891, lip wegens de aangegane geldleening en uitvoering van verschillende openbare "fwerken, welke begrooting in ontvangst en z!|uitgaaf wordt vastgesteld op een bedrag van z,ï 50,207.50. Het auppl. kohier van den hoofdelijken '.omslag, dienst 1891, hierna den Raad aange- f'^oden, wordt goedgekeurd tot een bedrag 1 Kan f 938. Gelezen wordt eene missive van den heer "'Commissaris des Konings in deze provincie, houdende herinnering, dat door H. M. de v.!Koningin-Regentes slechts voor 1891 mach- n tiging is verleend tot het heffen van een hoofdelijken omslag en eene plaatselijke be- lasting op het gedistilleerd, zoodat, wanneer pde gemeente deze belastingen ook voor het f vervolg wil heffen, de Raad daartoe vóór 7<jl5 October opnieuw moet besluiten. Met ^eenparige stemmen wordt dit besluit nu ge- SjDomen. v. Voorlezing geschiedt van een schrijven van l'.^den heer Korver en zes zijner mede-raads- zlJ|eden, inhoudende het voorstel om over te W1)jaan tot verpachting van het Heldersche É^bmaal als vischwater, tegen zoodanige pacht- e dom en onder die voorwaarden, als door het Dag. Bestuur noodig zal worden geoordeeld. Op voorstel des Voorzitters wordt met een; parige stemmen besloten, debeliandeling dezer zaak tot de volgende vergadering uit te stellen. Door den Voorzitter wordt namens het Dag. Bestuur voorgesteld om de jaarwedde van den te benoemen gemeente-apotheker, tevens directeur van het Ziekenhuis, te ver- hoogen tot f 2000, onder bepaling dat hij alsdan, des noodig, voor zijne rekening een geëxamineerden assistent zal behooren aan tc stellen. Uit de toelichting des Voorzitters blijkt, dat de vruchtelooze pogingen, tot heden aangewend om in de door het vertrek van den heer Soetens ontstane vacature te voor zien, B. en W. tot het doen van dit voorstel aanleiding hebben gegeven, omdat zij de overtuigiug hebben, dat op eene bezoldiging van f 1200 's jaars geen gegadigden zullen zijn te vinden. De heer Korver vraagt of het der gemeente niet voordeeliger zou uit komen, indien de levering der geneesmiddelen werd aanbesteed en dan de gemeente-apotheek op te heffen, waarop door den Voorzitter in ontkennenden zin wordt geantwoordt. De heer Bakker wenscht te worden ingelicht of den te benoemen titularis de verplich ting zal worden opgelegd eene assistent aan te stellen en vindt het, nadat door den Voorzitter is medegedeeld dat hij hiertoe niet verplicht zal zijn, indien hij kans ziet de apotheek alleen waar te nemen, wel wat ge waagd de bediening der apotheek aan één man over te laten. Zoo zou b. v. ingeval van ziekte van den apotheker alle bediening ontbreken. De Voorzitter verzekert, dat hij gehouden zal ziju in zoodanig geval een plaatsvervanger te stellen, waarin bij instructie zal worden voorzien. Het komt den heer Korver voor, dat het toch goedkooper zou zijn de levering der geneesmiddelen aan te besteden, wat de Voorzitter echter wederlegt door de mededeeling, dat de apothekers alhier bereid zijn de levering tegen den prijs van 24 cent per recept op zich te nemen, terwijl ieder recept, in de gemeente-apotheek bereid (er worden daar gemiddeld 10.000 recepten per jaar behandeld), der gemeente 19 cent kost. De heer Bakker geeft in over weging een apotheker aan te stellen op eene jaarwedde van f1600 en een assistent op f 400.De Voorz. heeft hiertegen meer dan éen bezwaar: Primo vreest hij dat er geen geëxa mineerden assistent voor f 400 te krijgen zal zijn en secundo zou op deze wijze weer een nieuwen gemeente-ambtenaar worden ge vormd en zou men twee masten in een schuit krijgen, waar er maar één in thuisbehoort. Nogmaals poogt de heer Bakker den Voorzitter tot andere inzichten te brengen, door er op te wijzen dat voor het nachtwerk toch wel een assistent noodig zal zijn, echter zonder gevolg, want in stemming gebracht, wordt het voorstel van B. en W., om de jaarwedde van den apotheker te verhoogen tot op f 2000, zonder verplichting om een assistent aan te stellen, aangenomen met alge meene stemmen op één na, die van den heer Bakker. Thans is aan de orde: het aanbrengen van eenige wijzigingen in de politie-verordening, in verband met de door HH. Ged. Staten op verschillende artikelen gemaakte bemerkingen. Door den heer Hordijk werd in overwe- ging gegeven de behandeling dezer zaak tot de volgende zitting te verdagen, maar met het oog op het weinig tijdroovende van deze werkzaamheid, achtte de Voorzitter dit niet noodzakelijk. Achtereenvolgens worden nu de verschillende door Ged. Staten gewenschte verbeteringen aangebracht en wordt de verordening, aldus gewijzigd, met eenparige stemmen voorloopig vastgesteld. Mededeeling geschiedt, dat door HH. Ged. Staten machtiging is verleend tot het doen van betalingen uit den post voor onvoorziene uitgaven (gratificatie Ritter en agenten van politie), welke mededeeling voor kennisgeving wordt aangenomen. Voorgelezen wordt een adres van den heer G. E. Kloosterhuis,hoofd der Herhalingsschool alhier, houdende het verzoek, om, met het oog op het groot aantal leerlingen in de meisjes-klasse van die school, voor den aan staanden cursus het onderwijzend personeel met één onderwijzer te vermeerderen. Namens het Dag. Bestuur wordt door den Voorzitter voorgesteld om, mocht de Raad op het verzoek van den heer Kloosterhuis gunstig beschikken, den heer A. Klerk als ouderwijzer aan de Herhalingsschool aan te stellen, wat der gemeente f 100 zou kosten. De heer Korver spreekt zijne bevreemding uit over het feit, dat in dit geval door B. en W. Van den gewonen regel wordt afge weken. Spr. acht het een verblijdend verschijn sel dat op eene vermeerdering van het getal leerlingen kan wórden gewezen, maar hij vindt het vreemd dat door het Dag. Bestuur, zooals toch gewoonlijk bij eene onderwijzers-benoe ming geschiedt, geen drietal ter tafel gebracht, maar slechts één onderwijzer ter benoeming voorgedragen wordt. De rede daarvan is, licht Voorz. toe, dat er geen geschikter onder wijzer als den heer Klerk te vinden was, daar men toch voor eene klasse meisjes,waaronder er zijn van 16 en 17 jaar, geen jongmensch kan zetten. De heer Korver verlangt dit ook niet, maar meent dat er toch wel oudere onderwijzers zijn, voor wie die betrekking nog een buitenkansje zou wezen. Dit moge zoo zijn, zegt de Voorzitter, maar bij het onderwijs mag er geen sprake van zijn om op philantropisch gebied te gaan wer ken. De heer Korver is het hiermede niet volkomen eens en stelt nu voor de zaak tot eene volgende vergadering uit te stellen, waartoe wordt besloten. Thans geschiedt mededeeling van den staat van dienst van den voormaligen gemeente-apotheker, den heer Soetens, tot het bepalen van het bedrag van diens pensioen, welk pensioen wordt vastgesteld op f 313 's jaars. In aansluiting met het daaromtrent in de vorige zitting bepaalde, wordt nu met eenparige stemmen het besluit vastgesteld Ooslslootstraat in erfpacht, aan de Hervormde Diaconie alhier, tot het bouwen van een huis voor oude mannen en vrouwen, en zulks tegen een erfpachtsrecht van 2 cent per M* 's jaars, ingaande 15 Sept. a. b. Op voorstel van den Voorzitter wordt, mede met eenparige stemmen, besloten de armen- practijk in de wijk, vacant geworden door het vertrek van den heer dr. Bakker, tijdelijk op te dragen aan den heer H. Bitter Sr., tot in de bestaande vacature zal zijn voorzien, en zulks op gelijke voorwaarden als waarop de lieer Bakker zijne diensten verleende. Mede op voorstel des Voorz. wordt het Dag. Bestuur gemachtigd tot het huren, voor den tijd van 20 jaar, van een perceel grondsaan de Kooi (Koegras), toebehoorende aan den heer G. Laagland Winder, noodig voor het plaatsen van de brandspuit, wanneer deze van Huisduinen naar de Kooi wordt overgebracht. Bedoelde grond, ter oppervlakte van 35 M*, is verkrijgbaar tegen een erfpachtsrecht van 30 cent per M' 's jaars. De Voorzitter deelt nog mede dat door de Commissie voor de stichting van een Vogel poel-monument een adres is ingezonden, onder mededeeling dat de Commissie besloten heeft ter nagedachtenis van dr. Vogelpoel een monumentale klok in deze gemeente te plaatsen, den Raad verzoekende daarvoor eene plaat3 te willen aanwijzen en in het onderhoud te wil len voorzien. De Commissie,-dus deelde Voorz. mede, had voor de plaatsing het oog gevestigd op het Molenpleinspr. zou het echter beter achten de klok bij de Nieuwebrug te stichten, omdat daar ter plaatse van geen enkelen kerktoren den tijd wordt aangegeven. Nadat de heer Korver ook nog de aandacht heeft gevestigd op het pleintje in de Spoorstraat, tegenover de Vlamingstraat, wordt het nemen eeuer beslissing in deze zaak tot de volgende vergadering verdaagt. Bij de rondvraag vraagt de heer Bakker, wanneer het vischafslag-gebouw in exploitatie zal komen. Met het oog op het ongunstige weer acht spr. het zeer gewenscht, dat de afslag, die nu in de open lucht plaats heeft, spoedig in het lokaal kan worden gehoudeu. De Voorzitter deelt mede, dat op de mach tiging van den betrokken Minister wordt gewacht, die wegens politieke omstandigheden nog niet is verleend. Op aandrang van den heer Bakker doet de Voorzitter toezeg ging, datwanneer de vereischte machtiging nog lang op zich laat wachten, B. en W. den minister, daaraan nogmaals zullen herinneren. De heer Korver geeft ten slotte in over weging, B. en W. geene verdere machtiging te verleenen, om voor de gasverlichting den prijs te betalen, die daarvoor tot heden be taald is. De Voorzitter acht deze maat regel wel wat kras. Hij zegt echter toe de Directie van de Gasfabriek zoo spoedig mogelijk te zullen aanschrijven, dat in het vervolg geen hoogeren dan in het contract bepaalden prijs kan worden betaald. Nadat de Voorzitter den heer Bakker nog eenige inlichtingen heeft verstrekt omtrent de gasverlichting ten behoeve van het Weeshuis, wordt de vergadering gesloten. Texel. Gemeenteraad. Zit ting van Dinsdag 1 Sept. Voorzitter de heer C. M. Kooy, burge meester. Tegenwoordig 10 leden, de heeren Coninck Westenberg, E. Keijser, Brouwer, Boon, Zijm, Roeper, Dros, Koning, Bakker en de Voor zitter. Afwezig de heer C. Pz. Keijser, met ken nisgeving. De notulen der vorige vergadering worden, na eene bemerking van den heer Bakker, dat de door ZEd. geraamde opbrengst der visschery (zie vorig raadsverslag) niet enkel was die der Noordzeevisscberij doch ook die der ansjovisvisscherij, goedgekeurd. Daarna had plaats de installatie der benoemde raadsleden. Door den heer Kooy worden de gevorderde eeden afgelegd in handen van den Wethouder, de heer Westenberg, die daarna ZEd. geluk wenschte met zijne benoeming als lid van den raad en de belangen der gemeente Texel hem dringend aanbeval. Door de heeren F. Keijser en Dros werd de belofte of eed afgelegd in handen van den Voorz., die beide heeren daarna geluk wenschte met de hernieuwing van hun mandaat en daarbij den wensch uitsprak,dat zij vele jaren in het belang der gemeente mochten werk zaam zyn. Daarna doet de Voorz. mededeeling van ingekomen prov. bladen en circulaires, zoo mede van eene missive van Comm. des Konings, dat aan de Burgemeester van deze gemeente een verlof van 3 weken wordt ver leend, ingaande 2 Sept. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Overgaande tot verschillende benoemingen, wordt benoemd a. tot Wethouder de heer F. Keijser, met 8 stemmen een stem was op den heer Roe per uitgebracht. b. tot H. d. S. aan den Hoorn, de heer C. Schaap, onderwijzer alhier c. tot onderwijzeres aan de Waal, mej. G. Tol, te Wijk aan Zee d. tot onderwijzeressen in de nuttige hand werken te Cocksdorp, mej. N. Deuzeman Visserte Eierland (Zuid-Zijde) mej. N. E. FlensVan Putten. Voor tot deze twee laatste benoemingen werd overgegaan, wordt door den heer Boon gevraagd of die benoemingen tijdelijk waren, waarop de Voorz. toestemmend antwoordde bij benoeming van onderwijzeressen aan die scholen worden bovengenoemde benoemingen alzoo ingetrokken. Op het in de vorige verg. aanhangig ge bleven adres van den heer Zwanenburg, te Oudeschild, om grond nevens de scheepstim merwerf iu erfpacht te bekomen, wordt door B. en W. gunstig geadviseerd, met dien ver stande, dat de grond niet voor den tijd van zelfde voorwaarden als dit aan anderen wordt gegeven, dat de Raad zich het recht voor behoudt de erfpacht ten alle tijde te kunnen opzeggen. Overeenkomstig het advies wordt het voor stel zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Bij rondvraag brengt de heer Roeper ter sprake de slechte toestand vau de straat aan de Waal. Do Voorz. antwoordt hierop dat daariu juist thans wordt voorzien. De Voorzitter maakt den Raad attent, dat hoewel door de benoeming van den heer Schaap tot H. d. S. te den Hoorn, het aantal onderwijzers aan den Burg wordt verminderd, daarvoor eeen nieuwe benoeming wordt ver- eischt. Hij merkt daarbij echter op dat het H. d. S., de heer dè Braai, hem mededeeling heeft gedaan, dat de inrichting van het schoollokaal niet toelaat om met een onder wijzer minder het onderwijs behoorlijk te regelen, weshalve hij de leden van den raad uitnoodigt, om zich persoonlijk van de inrichting van het schoollokaal te overtuigen, ten einde i:i eene volgende vergadering op goede gronden te kunnen beslissen of de benoeming van een onderwijzer in de ontstane vacature wordt wenschelijk geacht, of dat op andere wijze in eene goede regeling van het onderwijs kan worden voorzieD. Verder niets te behandelen zijdne, wordt de vergadering gesloten. Zijpe. Onze Gemeenteraad vergaderde den laten Sept. en wijdde al zijn aandacht, behalve aan de begrooting voor 1892, aan het rijden met hondenkarren. Een alles behalve interessante bezigheid. Alle leden waren tegenwoordig en de heeren Francis en Schuit, benevens het nieuwe raads lid, de heer Kruijer, werden behoorlijk geïn stalleerd. Na goedkeuring der notulen, bood de Voorz. de begrooting aan, welke in ont vangsten en uitgaven bedraagt f 81908.75. Onder de ontvangsten is begrepen de post H. O. a f 7000 (f 1000 minder dan de vorige jaren); onder de uitgaven, voor wat daarmede in verband staat, bijna f 16000. Subsidie Armbestuur f 5800, idem Weeshuis f 200, kosten verpleg. krankzinn. f 720, enz. En nu kwam de hondenwagen voor. Onge veer 20 ingezetenen hadden n. 1. een adres ingediend om te verzoeken met deze hupsche voertuigen te mogen rijden. Ik vind dat een zeer zonderligne uitdrukking, mijnheer de redacteur. Men spreekt gewoonlijk niet van paardenwagens en daarom zou ik er de voorkeur aan geven te spreken van het rijden met wagens getrokken door honden, dat zal zeker wel de bedoeling zijn. Enfin, het ding was voor en we zouden instappen. De heer Nobel wilde er wel mede rijdenhij vond het heel billijk en men reed er toch mede, ondanks het verbod. Als zoo'n bepaling nu niet te handhaven is, wat heb je er dan aan En dan kende hij nog iemand, die nu met een bok of een geit reed (ik hoop niet dat dit de bekende «hobbelende geit" is van het kermislied) en die geitenwagen-rijder zou zoo gaarne honden voorspannen, daar hij dan de omliggende gemeenten kan bezoeken. Maar toen de tweede passagier er in moest wilde deze niet. Dat was de heer Van Beuse- kom. Deze wilde niet, om de concurrentie voor de winkeliers nog niet zwaarder te maken. Met honden rijden zou hij een ware ramp vinden. Ook de heer Francis wilde niet instap pen. Volgens hem zijn er velen tegen en dat er geen adres van tegenstanders is ingekomen, is om persoonlijke ralenen van velen. Ook de heer Biersteker bedankt voor dit tochtjehij vindt het eveneens onbillijk tegenover inge zetenen en het hindert hem al lang, dat men het toch doet, ondanks de verordening. Nog minder zin had de heer Schuijt, die zelfs beweerde dat het misbruik oogluikend werd toegelaten. Hij dringt op handhaving aan. De heer Kruijer wil ook al niethij vindt het rijden met óie dingen onveilig en meent dat Zijpe met zijn prachtige waterwegen er best buiten kan. Maar de heer Nobel was nog niet te bewegen uit te stappen. Hij vond de groote concur rentie wel goed in het belang van het publiek, dat zonder dien te hooge prijzen betaalt. Het verband tusschen waterwegen en hondenwagens begreep hij echter niet. Dat was toch anders, dunkt mij, nogal duidelijk en de daarop gevolgde verklaring van den heer Kruijer on noodig. Eindelijk kreeg nu toch de heer Nobel nog gezelschap: de heeren Waiboer en de Wit stappen in en houden hem gezelschap, tot aan het eind het voorstel met 7 tegen 4 steramen wordt ver worpen. Of die 4 voorstemmers (de heer Zeeman stapte op 't laatste oogenblik nog in) per hondenkar naar huis zijn gereden, kan ik u niet zeggen. Schagen. Onze Gemeente raad van l September 11., kenmerkte zich door eeuejspeech van onzen geachten burgervader, welke ik belangrijk genoeg acht, om deze op den voorgrond te stellen. Het betrof de plechtigheid van eedsaflegging door de nieuw beuoerade raadsleden, en ik moet zeggen, de heer Beels sprak tot die heeren een even waardig als hartig woordje. ZEd. begon met te zeggen dat hij er j niet aan twijfelde of der inhoud de afteleggen 1 eeden is de heeren bekend en vervolgde aldus I Ik herinner er aan dat het de plicht is van een raadslid, alle krachten te wijden 1 aan de behartiging der belangen van geheel de gemeente niet van enkelen, van een groep, van neringdoenden of landbouwers, van rijken of armen, maar de belangen van een iedereen. Een raadslid moet open oog en oor hebben voor de belangen van alle ingezetenen, op hem rust de verplichting bijstand te verleenen aan ieder, die zijn hulp of raad (ver langt. Zoo opgevat, is de betrekking van raads- lid alleen benijdenswaardig. In eene gemeente als deze is het lidmaat leden zich vaak geplaatst zien voor de op lossing van zeer lastige kwesties, tusschen de belangen van enkelen en die van liet geheel. Maar hij die dan zijn plicht getrouw vervult, zal ook zijn loon vinden in gemoeds rust, welke eigen is aan rechtschapen karakters. Verschil van opvatting is er altijdmen beziet allen de zaken niet van hetzelfde standpunt en ook heeft men niet altijd voldoening. Maar hoeveel verschil van inzicht er ook bestaat en hoeveel de meeningen ook met elkaar in lijnrechten strijd mogen zijn, het komt mij voor, dat verschil van opinie slechts ten voordeele kan zijn, wanneer de raadsleden maar op één punt eensgezind zijn. Als gij een bosch nauwkeurig aanschouwt, zult gij daarin boomen van den meest verschil lenden vorm en kleur zien doch allen hebben een zaak gemeenzij trekken hun levens kracht uit denzelfden bodem. Zoo moet het ook gesteld zijn met de leden van den raad eener gemeente. Al het streven der leden moet gebaseerd zijn op de liefde voor en de gehechtheid aan de gemeente." Zie, mijnheer de redacteur, ik wenschte wel datelke burgemeester bij de installatie van niewue leden hen zoo eens even waardig, even flink herinnerde aan hetgeen zij op zich genomen hebben, aan hun plichten. Wij zouden dan minder last hebben van allerlei klein geestig geharrewar, waarmede den kostbaren tijd maar al te vaak wordt verbeuzeld. Na de eedaflegging en de notulen kwam de oude kwestie alweder ter sprake, die reeds zooveel woorden gekost heeft: de rijkstelegraaf of telefoon. In verschillende raadsvergaderingen zijn.zooals u bekend is, verschillende voorstellen geweest, die eindelijk leidden tot een motie, waarbij de wenschelijkheid werd uitgedrukt, dat verbetering zou worden aangebracht in de telegrafische gemeenschap van Schagen met andere gemeenten. Door B. en W. is toen onderzocht in hoe verre dan eec rijkstelegraaf kantoor,in te richten in het tegenwoordig postkantoor, geldelijk voor- of nadeel voor de gemeente zou opleveren en ten slotte werd besloten deze kwestie aan te houden tot de begrooting voor het dienstjaar 1892. Dat moet nu in deze maand plaats hebben B. en W. hadden daarom dat punt in deze vergadering weder aan de orde gebracht. Er bleek nu dat door één persoon in 14 dagen tijd 25 telegrammen ontvangen waren, zonder dat deze ergens over te klagen had. Dit deelde de heer Govers mede. De heer Plomp meende, dat er wel iets aan ontbrak, maar achtte de groote kosten niet gerechtvaardigd. Schagens handel bestaat slechts uit vee- en wat graanhandel. Een rijkstelegraaf kantoor zou de gemeente gedurende de eerste 20 jaar f 500 's jaars kosten. Dat offer is te zwaar. De heer Hazeu verklaarde, dat de veehan delaar Moor had verklaard, dat verbetering niet noodig was. Een en ander bewoog den heer Govers nu te vragen wie eigenlijk klaagde. «Vele" adressanten, zegt de Voorz.(Dat schijnen diezelfde «vele" te zijn, die tijdens de ver kiezingen in kiezers veranderen.) Ook de Voorz. acht verbetering niet noodig en met het oog op de kosten niet gerechtvaardigd. De heer v. d. Maaten vraagt de kwestie nog een jaar aan te houden (wel ja, waarom niet, 't is nog niet lang genoeg aangehouden). Hy wil de zaak niet van de baan schuiven en gelooft, dat Schagen uitsluitend leeft van het «kleine beetje" veehandel, dat het, volgens den heer Plomp, heeft. Men mag zich dus daarvoor wel eenige opoffering getroosten. De heer Plomp is het daarmede niet eens. Op sommige marktdagen wordt er nog niet eens één tele gram verzonden. Dat komt, zegt de heer v. d. Maaten, omdat de afstand naar het station te groot is. Na nog eenige discussie tusschen den Voorz., de heer v. d. Maaten, en de heerenPlomp enGovers,wordt het voorstel v. d. Maaten, om uitstel, met 8 tegen 1 stem verworpen en aangenomen geen post op de begrooting te brengen voor een tetelegraaf- kantoor. Afgedaan dus Daarna kwam in behandeling de vaststelling van het honorarium voor den ambtenaar, belast met de keuring van vleesch en visch enz. Op voorstel van dep heer Plomp wordt besloten eerst de instructie voor den keurmeester vast te stellen en daarna zijn honorarium te bepalen. En nu komt aan de orde de ongelukkige kwestie van de kinderen vau Vredenburg. Zooals bekend, is die persoon indertijd spoor loos verdwenen. Volgens het onderzoek, door den Voorz. ingesteld, kon noch de politie te Alkmaar, nóch die te Amsterdam eenige inlich tingen geven. Men zegt, dat de man op de zeevi8scherij is, maar niemand weet dit zeker. Intusschen zit de gemeente opgescheept met de drie kinderen van dien ontaarden vader. Het gebrekkige van onze regeling der armenzorg, komt bij dit geval weder duidelijk in al zijn naakte waarheid aan het licht. De Diakonie der Herv. Gem. wil die drie stum pers niet langer dan tot 10 Sept. houden of de gemeente moet per week fl voor elk kind betalen. Dat is nu zooveel niet, maar de Raad wil het niet geven. B. en W. meenen, dat het niet aangaat der gelijke lasten de gemeente op te leggen. Reeds is de ziekenverpleging ten laste der gem. gebracht en het schijnt het streven der Herv. Diakonie te zijn, om al dergelijke gevallen op de gemeente over te brengen. Maar, behalve dat, is hem gebleken, dat de H. Diak. moreel verplicht is voor die kin deren te zorgen. Er bestaat toch nog het fonds-Bregman, krachtens beschikking van den erflater ten bote vau KathoL of Protest, armen, die wel gedoopt maar geen lidmaat waren. Deze nalatenschap kwam voor de helft ten behoeve van beide Diakoniën en werd om de eigenaardige strekking toevertrouwd aan afzonderlijke personen. Tot 1854 of'56 was het in beheer bij het Weeshuis, maar toen kwam het onder controle van de Hervormde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 2