stedelijke en plattelandsgemeenten gehoord.
De minister van Marine, vergezeld
g van zijn adjudant, den luit. ter zee iste
C1 klasse Hordijk, zoomede de minister van
Koloniën brachten jl. Zaterdag een bezoek
aan Amsterdam, ter bezichtiging van het
In pantserdekkorvet „Sumatra", dat eerst
al daags van Amsterdam naar Nederl.-Indie
;a zal vertrekken.
ff Bossard heeft 't slecht getroffen met
;e zijn beroep op H. M.
le Zijn adres werd namens H. M. aan het
departement van Koloniën verzonden, blijk-
l baar niet om inlichting, maar ter afdoening.
En toen was natuurlijk, want bureau
C had z.i., dat spreekt van zelf, in 1885
lil goede redenen voor zijne beschikking van
1 24 Februari, no. 47, de uitslag te voor-
zien gewezen van de hand.
lc Bossard ontving de voïgende ministeri-
QC eele beschikking, lett. C. no. 52
„De Minister van Koloniën,
„Gelezen een vanwege de Koningin-
Weduwe, Regentes, bij kantbeschikking
01 van den 5n dezer, no. 34, aan hetDepar-
tement van Koloniën gezonden rekest dd.
'S' 2 dezer, waarbij de gepasporteerde militair
k van het leger in Nederl.-Indie B. Bossard
verzocht in het genot van gagement te
le' worden gesteld
8' „Gelet enz.
1 „Heeft goedgevonden
if „Krachtens de vermelde kantbeschikking,
bij uittreksel dezer, aan den adressant te
kennen te geven, dat zijn verzoek voor
°e geene andere beschikking vatbaar is, dan
hem onder dagteekening van 24 Februari
c 1885, Lett. C, no. 47, is medegedeeld."
I Kenschetsend voor de Nederl. admini-
stratie, dat „Gelet enz." Om welke rede-
nen een vei zoek wordt gewezen van de
hand, gaat een adressant niet aandat het
geweigerd wordt mag hij weten, maarniet
ïf" waarom.
Wij vertrouwen intusschen, dat Bossard
't er, eenmaal begonnen, nu niet bij zal
laten en nu eens zal willen weten, hoe
r zijn zilveren medaille voor 24jarigen dienst
5 „sich reimt" met de afwijzing van zijne
aanvraag om pensioen. (H. Ct.)
ee De vraag, wat gedaan kan worden
om de met opzicht tot het opium te volgen
le gedragslijn zooveel doenlijk aan het
,4], doel, dat voor oogen behoort te staan,
1 te doen beantwoorden, is thans in Indië
t naar aanleiding van het rapport van den
heer Groeneveld in overweging. In afwach-
ting wordt reeds naar een doelmatige wijze
van verpakking van de hoeveelheden, die
door de verbruikers worden gevraagd, uit-
gezien.
IP' Volgens uit 's Gravenhage medege
ld leelde berichten bestaat het voornemen,
i*41 rij het aanstaand adres-debat in de
r Tweede Kamer aan de Regeering eenige
inlichtingen te vragen omtrent den loop der
wc jongste ministerieele crisis.
rm STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
.jj, Het ontwerp-Adres van Autwoord op de
„jjj Troonrede, zpoals dit in de openbare zitting
,e Ier Kamer heden om II uur aan de orde
tyj 50ij komen, luidt als volgt
„Mevrouw
„Het was voor de Kamer een hoogge-
vaardeerd voorrecht, U. M. te midden van
Ie vertegenwoordigers van het Nederlandsche
■oe olk te mogen zien, ten einde de gewone
itting der Staten-Generaal in naam der
üei ^0n'0£'n *e openen.
„Voor de gedane mededeelingen betuigen
lel °"zen eerbiedigen dank.
i^n „Met levendige ingenomenheid vernamen
j0 rij van LT. M., dat het haar streven zal zijn,
itaa 'e ljervonningen in wetgeving en slaatsbe-
tuur, waarvan de noodzakelijkheid is erkend
n waBrloe de Grondwetsherziening den weg
j'0 eeft geopend, tot stand te doen komen.
„Gaarne verklaren wij ons bereid, U. M.
dit streven krachtig terzijde te staan.
„Het is ons ernstig voornemen, te beant-
in 'oorden aan het vertrouwen, waarmede
ar—T. M. onze medewerking inroept tot verze-
ering van de stoffelijke en zedelijke welvaart
- an het Nederlandsche volk.
„Moge de arbeid van U. M. en van de
'olksvertegenwoordiging onder Gods zegen
rekken tot blijvend welzijn van het dierbaar
«Ierland
I01
yE „Wij beschouwen het als een onzer voor
af lamste plichten, tot een nadere regeling
jrZ. »n het kiesrecht mede te werken,
gil „U, M. zal ons mede bereid vinden, aan
:rlc, 1 behandeling der overige voorstellen, waar-
in de indiening is aangekondigd, onze
aaty krachten te wijden.
)p „Het welzijn der overzeesche bezittingen,
it ons, evenals U. M., zeer ter harte gaat,
^(.Uen wy naar vermogen trachten te bevor-
Ód""0*
C „Heugelijk waardeeren wij, dat zee- en
!rlm ndmuclil, waar van haar meer dan gewone
^spanning wordt gevorderd, op loffelijke
le^ijt© baien plicht betrachten.
2 h „Wij hopen, dat de goede vruchten, welke
ri.* M. verwacht van de samenwerking met
c Koloniale Staten in Suriname, zullen wor-
j'-p ii verkregen.
De redactie der zinsnede betreffende het
l^arocht zal aan de aandacht niet ontgaan.
Bijna zegt het ontwerp-adrea daarmede,
t «le Kamer het kiesrecht stellig op den
>rgrond plaatst, vooral wanneer men
irneiciis, en in verband met de „Millioe-
,rey ispcech", de finnnciën zonder afzonderlijke
ier~ 111 rhling ziet opgenomen onder „de overige
i*»irslellen".
rlw
Ji
uour ui'11 nifilVsl'ir nersiui" ji. i rij uiig rrili.iiin-ci mj
de indiening van de StaaUbegrootiui; voor 1892, nan
de Tweede Kamer, constateert op den dieuat van 1889
een voordcelig saldo van f 481,813, zijnde f 286,485
boven do raming, welk verschil ia te danken voor
f 87,314 aan meerdere inkomsten en voor f239.171
aan mindere uitgaven.
Over 1890 zal het vermoedelijk tekort, geraamd
op ongeveer 26 tnillioen, slechts f 22,348,974 bedragen,
wat echter grootendeeb, nl. voor f 2.400.000 veroor
zaakt wordt door het nog onbetaald blijven van de
uitkeering aan de Kanaalmaatschappij, en vertier
door mindere uitgaven ad f 289,605 en meerdere
ontvangsten ad f 829,841. Dit tekort over 1S90 is
voor een bedrag van bijna 20 millioen veroorzaakt
door de apoorweg-overeenkomstenhet eigenlijke tekort
bedraagt slechts f 2,481,321.
Voor 1891 wordt de opbrengst der middelen nu
geraamd op 127 millioen. De uitgaven, aanvankeliik
geraamd op f 135,992,492, zullen tot f 138.416,080
klimmen (o. a. door verhooging van de onderwijs
kosten met f 308,000 en door meerdere nitgaven
ad f 772.400 voor het Merwedekanaal). Het loo-
pende dienstjaar zal dus een vermoedelijk te kort
opleveren van f 3,400,000.
Voor 1892 raamt de Regeering de middelen op
f 127,600,150 en de nitgaven op f 129,959,038, dus
het tekort op f 2,358,888.
De middelen zijn f 1,064,125 hooger geraamd dan
voor 1891het gewone accres der inkomsten heeft
de minister nl., met het oog op de tijdsomstandig
heden alechts matig geraamd.
De uitgaven zijn f 7.376,642 lager geraamd dan
het vorig jaar, voornamelijk door het weglaten van
den post van 5 millioen gulden voor zilverontrnuu-
ting. De minister verwacht geen uitgaven daarvoor.
Zijne overtuiging is dat de waardevastheid van ons
geld thans aanmerkelijk beter is verzekerd dan eenige
jaren geleden, zoodat in 1892 de Staat voor dat doel
geen uitgaven zal behoeven te doen. Het crediet
van ons lsnd rust echter voor een goed deel op het
ongeschokt vertrouwen in ons ruilmiddel en de wet
van 1884 geeft aan dat vertrouwen een atevigen
grondslag; de post voor zilverontmnnting is dos
behouden, maar voor „memorie."
Het eindcijfer der begrooting van Waterstaat is
f 1,648,758 lager dan het loopende jaar. Voor aan
leg van spoorwegen en Merwede kanaal, welke hun vol
tooiing naderen, is f 2,452,000 minder noodig.
De begrootiug van Oorlog is f 703,592 lager,
voornamelijk tengevolge der vermindering van do
kosien der voltooiing, van het veslingstelsel.
Hooger zijn geranmdhoofdstuk 1 (Huis der Ko
ningin) f 11,000 hoofdstuk III Buiteolandsche Zaken
f 2871 en hoofdstuk V (Binnenl. Znkeu) f444,177,
dit laatste bijna geheel wegens de voortdurend
stijgende kosten der nieuwe wet op het lager on
derwijs.
Volgens de methode, ten aanzien van vorige dienst
jaren gevolgd, zou 1892 een batig saldo van ruim
6 ton moeten opleveren. Doch deze gunstige uit
komst durft deze minister niet voorspiegelenwaut
suppletoire credieten kunnen ditmaal zeer noodig
zijn. Zelfs dan echter, wanneer nog eenige meerdere
nitgaven moeten geschieden, kan het dienstjaar 1892
althans zonder tekort sluiten.
Twee punten roerde de minister ten slotte in zijne
rede nog san.
Ten eerste den toestand der kas, die een blijvende
versterking zal noodig hebben. Er is over vorige
diensten een ongedekt tekort van rnim 36 millioen.
Er moet dus gedacht worden aan maatregelen om
daarin geheel of ten deele te vóórzien. Want de vlottende
schuld, ougerekend het debet-saldo bij de Ned. bauk
en de daarvoor in pand gegeven schatkistbiljetten,
zal binnen weinige dagen geklommen zijn tot
f 7.500.000, en duurzame aanwas van die schnltl
moet niet alleen tegengegaan, maar de schuld zelve
ook geconsolideerd wordend. w. z., c'.o minister
kondigt een leening aan.
Het tweede punt betreft het belastingstelsel.
Wat moet geschieden om daarin verbetering te
brengen en welke orde moet bij het invoeren van de
gewenschte verbeteringen worden in acht genomen
Deze vrngen beantwoordde de minister in groote
trekken aldus:
Ten eerste worden minder-vermogenden te zwaar
gedrukt. Wat zij betaleu aan personeeie belastingen
accijnsen, staat in vele gevallen bniten verhouding
tot hetgeen aan meergegoeden is opgelegd.
Ten tweede zijn sommige belastingen, hoewel in
beginsel niet afkeurenswaardig, onbillijk geregeld, o. a.
de patentbelasting.
Ten derde zijn met sommige retribntiën belastin
gen vereenigd. Deze vereeniging, reeds in theorie
nooit aan te bevelen, wordt hinderlijk, wanneerzulko
belastingen zeer zwaar zijn, waarbij de minister
doelt op de evenredige registratierechten, die ook
na de verbeteringen van 1882 een grondige herzie
ning noodig hebben, zegt hij.
Bovendien is de wetgeving op de gemeentefinan-
ciën gebrekkig. Groote gemeentelijke uitgaven
moeten veelal geschieden voor oogmerken van niet
zuiver plaatselijk belang; en de gemeentebesturen
kunnen niet allen treffen, die tot de plaatselijke
nitgaven behooren bij te dragen.
Sommige dezer fouten zijn slechts te verbeteren
na een omvangrijk onderzoekandere eerst, nadat
zekere hervormingen zijn voorafgegaanDoch aan
de verwijdering van enkele kan terstond de hand
worden geslagen, en deze overweging bepaalt van
zelve de gedragslijn der Regeering.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. De Timmerlieden-vereeniging
„Door eendracht welvaart" alhier, hield
jl. Zondagmiddag eene openbare, voor ieder
kosteloos toegankelijke vergadering in „Tivoli",
waarin als spreker optrad de heer A. Heijer,
lid van den Arbeidsraad te 's Hage.
Nadat de vergadering door den Voorzitter,
den heer D. de Wijn, was geopend, die
daarbij de wordingsgeschiedenis der Vereeni
ging in herinnering bracht en er met ingeno
menheid melding van maakte dat door den
Gemeenteraad eene subsidie van f 100 is
verleend voor de oprichting van een teeken
cursus en dat de aannemers te dezer plaatse
der Vereeniging steun hebben toegezegd
waar deze noodig is, werd het woord verleend
aan den heer Heyer.
Deze begon, na den aanwezigen het wel
kom te hebben toegeroepen, met er op te
wijzen, dat men van hem niet moest ver
wachten dat hij staatsmanswijsheid of hooge-
schoolgéleerdheid zou verkondigen, want hetgeen
hij ten beste zou geven was het product van
de studie, die hij 's avonds na volbrachte
zware dagtaak spr. is ook timmermans
knecht maakte, 's avonds in de uren, die
bestemd waren om met vrouw en kinderen
gezellig samen te zijn. Spr. deed dan ook
uitkomen dat „•vrije tijd" voor hem, die zich
interesseert voor de belangen van den werkman,
eene ongekende weelde is, want de taak om
de vereeniging der arbeiders zoo hoog mogelijk
op te voeren neemt allen beschikbaren tijd
in beslag. En vereeniging moet er zijn, omdat
organisatie de macht is om er toe te komen,
dat vrouw en kinderen, dat de arbeiders een
mensch waardig bestaan hebben.
rgütüiu ui»1
1 politieke vakverceniging, politiek alleen in
't belang van het vak, om samenwerking te
j verkrijgen tusschen patroons en werklieden.
Spreker wijdde een woord van hulde aan
j dc werkzaamheid van het Bestuur van „Dooreen-
j dracht welvaart," welke Vereeniging bier als
afileeling van den Bond ijverig werkzaam is.
Aan deze werkzaamheid is het te danken
dat onze gemeente tot de weinige plaatsen
I in ons land behoort, waar de patroons /.ich
zoo welwillend hebben betoond om de bil-
lijke vragen der timmerlieden in te willigen
en dat de gemeenteraad f 100 toestond voor
den op te richten teeken-cursus. Dit raads-
j besluit werd door spreker warm toegejuicht,
omdat hier tot heden niets tot ontwikkeling
van den werkman werd gedaan. Deze stap
in de goede richting gedaan zijnde, spoorde
spr. herhaaldelijk tot nauwere aaneensluiting
aan, om te bewerken dat in deze richting
worde voortgegaan.
Om nader aan te toonen, welk succes door
organisatie kan worden verkregen, stond spr.
uitvoerig stil bij hetgeen door de gezamelijke
vakvereenigingen in den Haag, sprekers
woonplaats, is tot stand gebracht. Daar
werden verschillende vragen tot de patroons
gericht, allen strekkende om het lot van den
werkman te verbeteren en op de meeste dezer
vragen werden van bijna alle patroons en
architecten gunstige antwoorden ontvangen
en bovendien bewerkten de arbeiders door
hunne beweging dat zij de publieke opinie
op hunne hand kregen. En dit is veel
waard, zeide spr., want de publieke opinie
treft den onwilligen patroons meer dan eenige
geldboete zou vermogen.
Verder noemde spr. als een der vruchten
van de werklieden-organisatiehet tot stand
komen van den Arbeidsraad, die de geschillen
tusschen patroons en werklieden onderzoekt
en tot oplossing zoekt te brengen.
De patroons (de meesten n.1.) meenden
aanvankelijk, dat deze Arbeidsraad voor hen
een lastpost zou worden, maar reeds nu is
men van een ander gevoelen, daar de Raad
het gemeenschappelijk belang, dus zoowel
dat van den patroon als van den werkman
beoogt.
Is er reeds veel tot stand gekomen, wij
hopen steeds meer en meer vooruit te gaan
en daarbij te streven naar voortdurende goede
verstandhouding met onze patroons, zeide
spreker. De publieke opinie moet vóór
den werkman zijn, als hij zich slechts veree-
nigt, niet om eene openbare strijd te voeren,
maar als om le zeggenhoud rekening met
ons groot aantal, want anders kan tweespalt
niet uitblijven Als om aan te toonen wat
organisatie vermag, deelde spr. mede, dat de
Engelsche mijnwerkers reeds een reservekas
van 400,000 pond sterling vormden, die bij
eventuëele botsing kan worden aangesproken.
Na eene korte pauze behandelde spreker
de Statuten van den Nederli Timmerlieden-
bond en zette hij het doel van dien Bond
zeer duidelijk uiteen. Hierbij bleek dat de
Bond streeft naarregeling van den duur
der arbeid bij de wetverhooging van den
loon-standaard,kosteloos onderwijs aan
ambachtsscholen, in aansluiting met het
herhal ings-oniler wijs, de oprichting van
arbeidsrechtbanken en naar algemeen stem
recht. Ten opzichte van de kiesbevoegd
heid deelde spr. mede dat de Bond zich
niet tevreden stety_ met algemeen kies recht,
maar naar de invoering van algemeen stem
recht streeft, d. i. het recht van de bevolking
om over alle wetten en besluiten mede te
stemmen. Met eenen vergelijkenden staat
in de hand toonde spr. aan dat Nederland
tot die Rijken behoort die, op het gebied
van het kiesrecht, geheel achteraan komen,
daar van de 100 inwoners slechts 4 het
kiesrecht hebben.
Spreker eindigde zijne rede, die herhaalde
lijk werd geapplaudiseerd, met er nogmaals
op to wijzen dat al het genoemde slechts
door vereeniging, door*organisatie kan wor
den verkregen, waarom hij ook de scheeps
timmerlieden en de timmerlieden van 's Rijks
werf, ofschoon vast loon genietende, aanspoor
de om zich bij de Vereeniging aan te sluiten,
en met het voorlezen van een door den
heer G. van Duivenbode vervaardigd lied,
waarin het nut van organisatie wordt
bezongen.
Van de gelegenheid tot debat, hierop
aangeboden, werd het eerst gebruik gemaakt
door den heer W. Korving, die er den spr.
op wees dat hij zich vergistte, waar hij
meende dat hier niets tot ontwikkeling van
den ambachtsman wordt gedaan, daar wij
hier toch eene Industrieschool bezitten, die
den werkman steeds goede diensten bewees.
De heer Heijer érkende dat hij niet aan de
Industrieschool had gedacht, ofschoon hij
toch meer speciaal de ontwikkeling van den
volwassen werkman óp het oog had.
De heer G. E. Haak zeide, in de meeste
opzichten met de rede des heeren Heijer te
kunnen instemmen. In. een uitvoerige impro
visatie toonde hij zelfs nog aan dat de loons-
verhooging de laatste jaren geer. gelijken tred
heeft gehouden met de zooveel hoogere prijzen
der consumptie-artikelen. Met vuur trok de
heer Haak ten strijde tegen het drankmis
bruik, hetwelk den werkman nog ellendiger
maakt dan hij reeds is. Spr. gaat echter
niet met het gevoelen van den heer Heijer
mee, waar deze ook het stemrecht aan de
vrouw wil toegekend zien. Dit zou er, volgens
Bpr., toe leiden dat we weer zouden komen onder
de gevreesde priester-heerschappij en dat
tweedracht in het huisgezin ontstond.
Den heer Heijer deed het veel genoegen
dat hij in den heer Haak zulk een krachtig
verdediger vondt. Deze had hij hier niet ver
wacht, zijne verwachtingen waren dus overtrof-
1'eti en dit deed hem uitroepen de Helder
is een klein paradijs Spr. is er echter beslist
voor, ook aan de vrouw het kiesrecht toe te
kennenbij gelijke plichten komen haar ook
De heer D. M. Griinwald zeide het beter
te achten wanneer de Bond zich op een 7uiver
maatschappelyk standpunt bewoog en zich niet
met staatkunde inliet. Verder laakte hij het
dat de heer Heijer uit vreemde landen allerlei
voorbeelden aanhaaldeom te doen uitkomen
dat het daar zooveel beter is dan hier, wat
men toch niet altijd als wnar kan aannemen.
Gedachtig aan het spreekwoord verre vrienden
zijn altyd gezond, zeide spr.verre zaken
lijken altijd mooi, terwijl toch in het geprezen
Amerika en zelfs in Zwitserland, waar het
recht van referendum (algemeen stemrecht)
wordt toegepast, ook lang niet alles naar
wensch gaat. Zonder voorbeelden uit den
vreemde aan te halen, kan er genoeg uit ons
eigen land worden bijgebracht om ons te
verbeteren. De achturige arbeidsdag zou
spr. nuttig en noodig vinden voor mijn- en
fabrieksarbeiders, maar minder voor hen, die
in gezonde werkplaatsen arbeiden. Hoe meer
tijd zij hebben, hoe meer gelegenheid ook
om zich aan drankmisbruik over te geven,
zeide spreker.
De heer Heijer, den heer Grünwald beant
woordende, zeide dat het den Bond onmo
gelijk is zich buiten de politiek te houden.
Juist door de politiek wordt de arbeid onder
drukt en het lot van den werkman zal niet
verbeteren, zoolang de staatkundige toestanden
niet zijn gewijzigd.
Spr. weet niet wat er tegen kan zyn, goede
voorbeelden aan het buitenland te ontleenen,
even zoogoed als de lage manier, waarop de
Russische regeering jegens hare Joodsche
onderdanen handelt, hier wordt besproken en
afgekeurd. De vooruitgang in het buitenland
zal Nederland ook daarheen drijven, want
omdat ons land een klein staatje ia, meenen
wij hier niets te kunnen doen.
Evenals de mijn- en fabrieks-arbeiders, ver
langen de timmerlieden met recht een kor-
teren arbeidsdag. Spr. is er niet bang voor
dat de arbeiders, meer vrije tijd hebbende,
in de kroeg zullen loopen dat zal de werk
man nooit doen omdat hij op zooveel
hooger peil staat dan de geleerde parvenu.
De heer Grünwald, het door hem gespro
kene nader verdedigende, zeide van algemeen
stemrecht weinig heil te verwachten. De
jongste stemmingen hebben bewezen dat nog
niet de helft der kiezers aan de verkiezingen
deelneemt en het zijnjuistdethuisblijversdieom
algemeen stemrecht roepen. Hij zeide verderniet
te hebben gezegd dat het leugentaal was, wat
omtrent het moois in den vreemde werd
meegedeeld, maar er alleen voor te hebben
gewaarschuwd dat er zooveel van verre tot
ons komt, dat later blijkt niet waar te zijn.
Ook had hij niet gezegd dat de werkman,
meer vrijen tijd hebbende, naar de kroeg
z a 1 loopen maar dat hij er dan meerdere
gelegenheid toe heeft.
De heer D. de Wijn doet, om den heer
Grünwald te doen zien wat de Heldersche
afdeeling van den Bond wil, raededeeling
van hetgeen daaromtrent in het reglement
der Vereeniging is opgenomen. Dat 8 uren
werkens voor den mijnwerker genoeg is,
stemt spr. volkomen toe, maar 10 uur daags
is voor den timmerman ook genoeg, want
wie het niet weet, kan niet denken wat er
van hem wordt gevorderd. Spr. meent
dat het nog bewezen moet worden dat
juist de thuisblijvers bij de verkiezingen htt
meest om algemeen stemrecht roepen. Als
er eenmaal algemeen stemrecht is zullen dc
werklieden niet thuisblijven, omdat zij weten
dat dit het middel is om tot verbetering te
komen, ook om te geraken tot kosteloos vak
onderwijs van staatswege, terwijl het nu juist
de bezittenden zijn die dc meeste voordeelen
van den Staat genieten.
Met een woord van dank, tot den heer
Heijer en tot de aanwezigen gericht, sloot de
President hierop de vergadering.
Kolhosji. Jl. Woensdag had alhier
de gewone jaarlijksche kolf- en biljartwed
strijd plaats. Aan het kolven werd door
32 personen deelgenomen; de prijs werd
behaald door den heer Jb. Westerman,
Barsingerhornde premie door den heer
A. Kist, Zuidscharwoude. Bij het biljarten
won de heer A. Kist, Zuidscharwoude, den
prijsde heer L. Helder, Barsingerhorn,
de eerste en de heer G. Blaauboer, Kol-
horn, de tweede premie.
Sijbekarspel. Voor de betrekking
van lid van den raad dezer gemeente, moet
eene herstemming plaats hebben tusschen
de heeren J. Pluister te Bneningbroek, onder
deze gemeente, en Cillautel, alhier.
Winkel. Tot directeur van het vee
fonds „De vier Koggen", is benoemd de
heer J. Jongejan alhier.
Amsterdam. Het jaarverslag der
Maatschappij van Weldadigheid, uitge
bracht in de Algemeene vergadering van
afgevaardigden en leden der Maatschapij,
den 2den Juni jl. alhier gehouden, is in
druk verschenen. O. a. vindt men daarin
eene specifieke opgave van den uitslag
der algemeene collecte. Daaruit blijkt,
dat de opbrengst in de verschillende
provinciën was: Noordbrabant f 2265.74$,
Gelderland f 5241.36$, Zuidholland
f 6762.84, Noordholland f 6411.62$, Zeeland
f 938.97$, Utrecht f 3239.50$, Friesland
f 2028.01$, Overijsel f 2741.59$, Groningen
f 1632.94$, Drente f 998.98$, Limburg
f 203.99 totaal f 32,484.32$.
Vermeerdering van het aantal leden
blijft bij voortduring eene hoogst gewenschte
zaak. Wij hopen, dat de kennisneming
van het verslag velen zal bewegen, tot het
lidmaatschap dezer zoo hoogst nuttige Maat
schappij toe te treden.
De „Staatscourant" bevat een extract uit
het reisrapport van 4r. Ms. atoomschoencr
„Dolfijn" gedurende een kruistocht van dien
bodem van en met 14 Augustus tot en met
4 Scpt. 1891.
De luit. ter zee 2de kl. Jhr. J. O. De
Jong van Beek en Donk, dienende aan boord
Hr. Ms. schroefstoomschip „Van Galen," wordt
met 26 dezer op non-act. gesteld te zijner
vervanging wordt op folio van luit. ter zee
2de kl. geplaatst de adelborst 1ste kl. Jhr.
J. A. Vau Geen.
De off. van adm. lste kl. der zeemacht
M. D. De Jong vertrekt 26 Oct. a. s. per stoom
schip „Conrad" der Maatschappij „Nederland"
naar Oost-Indië.
Een goed voorbeeld is door den beheerder,
der artillerie-cantine te Utrecht, kapt. Jhr.
C. van der Wijck, gegeven. Op de zakjes
waarin uit den cantinevoorraad sigaren worden
afgeleverd, staat een herinnering, dat de Rijks
postspaarbank een veilige en rentëgevende
gelegenheid aanbiedt tot bewaring van spaar
penningen. Aan de cantine zijn bovendien
formulieren voor besparing van kleine sommen
door middel van frankeerzegels kosteloos te
bekomen en de kapitein-beheerder verklaart
zich bereid verdere inlichtingen te geven.
Wellicht geschiedt iets dergelijks in meer
cantines. De vermelding van dit geval moge
er toe leiden, dat dit voorbeeld worde nage
volgd overal waar het nog niet geschiedt.
Departement van Marine in Oost-Indië.
Vergund om wegens langdurig verblijf in
deze gewesten naar Nederland terug te
keeren, aan den kapt.-luit. ter zee H. Van
der Meer.
Ontslagen Op verzoek eervol uit 's landa
dienst, de opziener bij de directie der fabriek
voor de marine en het stoomwezen te Soera-
baja W. Smith.
OpgedragenDe betrekking van oudsten
officier aan boord van Hr. Ms. raderst. 4e kl.
Oenarang aan den luit. ter zee 2e kl. L. J.
H. Willinge, behoorendo tot de rolle van
dien bodem.
Ontheven Op verzoek wegens ziekte, eervol
van de verdere waarneming der Intrekking
van ingenieur 3de kl. voor het vak van
scheepsbouw bij het Marine Etablissement te
Soerabaja, S. J. Veenstra.
Onderwijs en Examens.
Een prettig dagje was het jl. Vrijdag voor
de schoolkinderen aan de Waal op Texel.
In 10 rijtuigen reden zij om tien uur van
daar naar den vuurtoren van Eierland, waar
zij onder begunstiging van heerlijk weder een
prettigen namiddag doorbrachten.
Op de voordracht ter benoeming van een
derden onderwijzer aan de school lste klasse
No. 63, te Amsterdam komt voor dc heer
C. Schuil, onderwijzer te Koegras, voorheen
in gelijke betrekking aan de Christelijke school
te Oosterend op Texel.
De heer D. van Zomeren, te St. Pankras,
is benoemd tot onderwijzer aan de openbare
school te Spaarndam.
In plaats van mejuffrouw G. Hiuke, aan
wie met 1 Oct. e. k. eervol ontslag is verleend,
werd door den Raad der gemeente Obdam
den 16 dezer tot onderwijzeres aan de gemeen
schappelijke Spierdijker school benoemd, mejuf
frouw E. I. van Hecke, thans onderwijzeres
te Zuiddorpe, No, 1 der voordracht.
Landbouw en Veeteelt.
In de 54e algemeene vergadering der Holl.
Maatschappij van Landbouw 14 dezer te
Alkmaar gehouden werd door den heer Her
man F. Bultman, die een terugblik wierp
op het afgeloopen jaar, gewezen op de vruch-
telooze poging om de regeering te bewegen
de varkensziekte onder de besmettelijke ziek
ten op te nemen, op het adres in zake de
jachtwet, de pogingen bij het gemeentebestuur
van Amsterdam aangewend, om verbeteriug
in de wijze van slachten te verkrijgen. De
oprichting der Kamer van Koophandel te
Londen, de benoeming der maatschappij tot
eerelid van de oommission permanente des
congres internationaux d'agriculture a Paris
en wees er ten slotte op, dat de Nederland
sche landbouw recht heeft waardeering te vin
den by hen die voor de nationale bronnen
van welvaart hebben te waken.
74 Afd. en 12 algem. leden waren tegen
woordig.
De heer Ph. de Kanter deed eenige mede
deelingen over de oprichting eener onderlinge
brandverzekering, 35 afdeelingen zijn door
correspondenten vertegenwoordigd. De inspec
teurs verrichten tijdelijk belangeloos hun dienst
evenals het bestuur. Thans is voor ruim een
kwart millioen verzekerd en ruim een millioen
toegezegd.
Tot voorz. werd gekozen de heer Herman
F. Bultman, tot lid van het hoofdbestuur
jhr. J. B. van Merle en tot lid der finan-
ciëele commissie de heer Teengs. Het voor
stel tot deelneming aau de door het land-
bouwcomité voorgenomen oprichting van een
algemeen Nederlandsch Landbouwweekblad,
werd namens het hoofdbestuur verdedigd
door den heer P. J. A. de Bruine, die er op
wees dat het initiatief was uitgegaan van
deze maatschappij, wier afgevaardigden de
zaak in het comité brachten.
Na enkele opmerkingen werd het voorstel
bij acclamatie aangenomen.
Door Delft werd gevraagd wat gedaan kon
worden om fe beletten, dat koeien met opge
perste uiers ter markt werden gebracht.
Het hoofdbestuur werd in deze zaak dilli»
gent verklaaad.
Een voorstel van het hoofdbestuur, om een
bedrag van f 600 beschikbaar te stellen voor
proefvelden in Zuidholland, rond nogal be
spreking.
Verschillende afd. toonden de wenschelyk**