HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
EN
J. H. VAN BALEN.
,E» dtitipenort nimmer 1*
Jan Fiat art. Cotn.
Versoüljnt lodoron. Dlasaag, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per 3
Voor ic courant binnen de geraceente
t naar de orerige plaatsen van Nederland
allé landen, die in het postverdrag
rijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indië en Amerika).
Zuid-Afrika
maanden:
f 0.70, mot Zondagsblad f 1.05
0.90, u t 1.35
175,
2.50,
2.10
s
REDACTBUR-UITGEVfiR
Molenplein. Helder.
Tcleroonuniiimci* 20.
Prijs der Advert'entiën:
Van 15 regels 50 cents, elke regel moer 10 cent. Bij abonnement, naar gelaag Taaie
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tns3cben den tekst, per regel 10 Ct.
Advartentiën voor liefdadige doeleinden5
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5
Agent in liet bnitenUnd: België, Mr. N. Bertonx, Agence de pnblicité, 12 Bue Ste-Gudule, Bruxelles.
NEDERLAND.
HELDER, 17 November.
Volgen» een schrijven in de „Arnh.
Ct." staat het met de plannen van den
minister Seyffardt als volgt. Zijn ideaal
is, dat ieder weerbaar Nederlander in tijd
van gevaar medehelpt aan de verdediging
van het Vaderland. Van de 40,000 jon
gelingen, die jaarlijks den 20 jarigen leet-
tijd bereiken, wil hij aan 15000 vrijstel
lingen verleenen. Voor sommigen hiervan,
te weten voor de ziekelijken en degenen,
die een onteerend vonnis te hunnen laste
hebben, is de uitsluiting absoluut. Maar
voor de bedienaren van den godsdienst,
voor hen, die afgekeurd zijn wegens ten-
geren lichaamsbouw, en voor hen, die wèl
ongeschikt zijn voor soldaat, maar niet voor
eenigen anderen militairen dienst, zal de
vrijstelling slechts betrekkelijk zijn. Al
deze catagoriën zullen naar het stelsel
van Seyffardt in vredestijd, zij 't ook
zonder de uniform te dragen, geoefend
worden voor de eigenaardige taak, die hij
hun toedenkt. Aan studenten, aan jonge
lieden, die in zaken zijn, .vil hij de dienst
plicht zoo gemakkelijk mogelijk maken,
door het t-ijdstip der indiensttreding te ver
vroegen of te verlaten, desnoods met eene
speelruimte van .5 jaar. Studenten in de
medicijnen, a. s. apothekers en veeartsen
kunnen eerst hunne studiën voltooien, om
later voor de reserve beschikbaar te blijven,
nadat zij eerst 3 of 6 maanden hebben
gediend.
Men ziet het zoo besluit de schrijver
voor vervanging is in deze organisatie
geen plaats gelaten persoonlijke dienstplicht
is het consigne, doch met eene vrijgevig
heid, die zelfs den meest verstokten anti-
militairist tot het aannemen van zijn wet
moet verleiden.
In eene huishoudelijke vergadering
der afdeeling Knijpe van de Friesche Volks
partij is besloten aan artikel 8 van het
reglement der afdeeling het volgende toe te
voegen
„Ieder lid der afdeeling, die zich aan
herhaalde dronkenschap schuldig maakt,
of door onzedelijk levensgedrag de afdee
ling in het bijzonder en de Volkspartij in
het algemeen tot oneer verstrekt, kan bij
7«ulll«toi Tta da Haldaracha- «a Nituwed. Courant.
Herfstdagen.
NAAR HET HOOGDUITSCH
rail
Friedrich Jacobsen.
Daar kwamen wij aan eene kleine open
ruimte, waarop een jonge eik stond.
„Weet gij het nog wel, Margreet," zeide
ik, „is het u ook niet, alsof wij hier weer
afscheid moesten nemen
„Och, zwijg daarvan!" antwoordde zij
zacht en maakte een afwijzend gebaar met de
hand.
„Ik ben er immers nog, nichtje
„Voor hoe lang nog?" klonk het droomerig
van hare lippen.
Antwoordde daar een derde persoon: „voor
immer
Neen, het was misschien de roep eens
woud vogels, maar Margreet sloeg verward het
hoofd op. Toen wees zij naar rechts en zeide
„Laat ons dit zijpad volgen, anders verdwalen
wij nog."
De weg werd nauwer, wij moesten, dicht
naast elkander gaan, zoo dicht dikwijls, dat
ik den warmen adem van het meisje op
mijne wang voelde.
Zij nam haar japon een weinig op, omdat
de takken vochtig van de mist waren, ik zag
haar kleinen voet.
En eene nieuwe herinnering ontwaakte
in mij.
„Weet gij nog wel, Margreet die schom
mel? Waar ia mijn appel
meerderheid van stemmen door de leden
worden geroieerd, nadat door drie of meer
leden het bewijs hiervoor geleverd is en
den beschuldigde de gelegenheid gegeven
is zich te verdedigen en te verantwoorden
in eene huishoudelijke vergadering."
Naar men verzekert, worden ten
paleize alle toebereidselen gemaakt voor de
ontvangst van HH. MM. de Koningin en
de Koningin-Regentes op 2 Dec. a. s.
De afdeeling „Rotterdam" van bet
alg. Ned. Werklieden-verbond heeft zich
per adres tot de Tweede Kamer gewend
met het verzoek, om bij de Regeering er
op aan te dringen, dat zij den ongelukkigen
Ned. landverhuizers in Argentinië ter hulp
komt en zoo mogelijk in staat stelt naar
het vaderland terug te keeren.
Naar „het Vad." verneemt, heeft
jhr. De Savornin Lohraan, oud-Gouverneur
van Suriname, het plan zich te Nusky in
Pruisisch Silezië, waar hij thans verblijft,
te vestigen.
Noordzeekanaal. Gedep. Staten
van Noord-Holland hadden aan Prov. Sta
ten voorgesteld om, ten einde in het ver
volg des winters de ongestoorde vaart op
het Noord zeekanaal te waarborgen, aan de
Vereeniging voor algemeene scheepvaart-
belangen of eenige andere, die zich in
hare plaats met de onderneming mocht
belasten, voor den tijd van 28 jaren,
ingaande met het tijdstip waarop de onder
neming in werking treedt, onder de bij de
voordracht genoemde voorwaarden, eene
bijdrage uit <Je provinciale fondsen te ver
leenen van één derde der in de begrooting
van het plan omschreven vaste exploitatie
kosten, tot een maximum van f 12,000 's
jaars.
De commissie uit de Staten, de heeren
Rutgers van Rozenburg, C. Corver van
Wessem, J. Boïssevain, P. Ledeboer, C.
Cordes, A. Maclaine Pont, F. Th. Wester-
woudt, Joh. Rozendaal en W. H. K. Mout-
haan, aan welke opgedragen was rapport
over dit voorstel uit te brengen, heeft als
slotsom van haar thans aan de leden ver
zonden beschouwingen voorgesteld de
voordracht van Ged. aldus te lezen
Voor het aanwenden der middelen die
noodig zijn, "om in het vervolg des winters
de ongestoorde vaart op het Noordzeeka
naal te waarborgen, in den geest van het
door de vereeniging voor algemeene scheep-
vaartbelangen overlegde plan, aan die ver
eeniging of eenige andere die zich, in hare
plaats, met de onderneming mocht belasten,
voor den tijd van 28 jaar ingaande met
het tijdstip waarop die onderneming in
Zij had even te voren haar handschoen
uitgetrokkennu rustte mijn blik op hare
tengere, blanke vingers en ik beet mij spijtig
op de lippen. Toen sprak mijn mond, wai
het hart niet meende
„Hoe kan ik ook gelooven, dat gij u een
jonsensdwaasheid nog zoudt herinneren I"
Het was zoo doodstil, dat wij het hameren
van den specht in het bosch konden hooren,
of was dit 't bonzen van ons eigen hart
Margaretha was van mijne zijde geweken
en ging nu voor mij uit. Zij hield haar hoofdje
gebogen daar waar de blonde krullen op
haar fijn geplooid halskraagje vielen, was ecu
smal lint zichtbaar geworden. Ik weet niet
hoe, maar telkens werden mijne oogen op
nieuw daarheen getrokken. Nooit had ik een
medaillon of zoo iets op de borst van het
meisje opgemerkt, het moest dus stellig iets
heel geheimzinnigs wezen, wal zij zoo ver
borgen bij zich droeg en dat wel op haar
hart.
Daar stonden we onverwachts aan den oever
van het Ugleimeer.
Geen zonnestraal viel op de watervlakte,
want de herfstnevels trokken door het land.
Het helrood en geel gekleurde loof der
boomen spiegelde zich somber in het zwarte,
stille water en daar beneden in de diepte
weerkaatste zich de grauwe lucht.
Wij liepen langs den oevervaak werd
het pad zoo smal, dat de kiezelsteentjes
onder onze voeten van daan en in het meer
rolden. Toen kwamen wij aan een punt,
waar de weg ophield daar lag een schuit-
je'
„Ik wil u eens het meer oproeien, Margreet,"
zei ik en maakte het touw los.
werking treedt, eene bijdrage uit de pro
vinciale fondsen te verleenen. van één
derde der jaarlijksche exploitatiekosten
daaronder niet berekend de kosten ver
bonden aan het openhouden der binnen
vaart door de gemeente Amsterdam
doch welk één derde niet hooger zal
zijn dan f 12,000 's jaars, onder voor
waarden
r. dat ten minste èn door het rijk en
door de gemeente Amsterdam eene gelijke
bijdrage in die kosten worde verstrekt
2. dat ten genoegen van Ged. Staten
blijke van de aanwezigheid van het voor
de onderneming benoodigde kapitaal en
van de aanwending van alle middelen, die
noodig zijn om het Noordzeekanaal bij
vorst bevaarbaar te houden
.3. dat de Vereeniging voor algemeene
scheepvaartbelangen of eenige andere die
zich, in hare plaats, met de onderneming
mocht belasten, jaarlijks de rekening en
verantwoording over het gevoerd beheer
ter goedkeuring aan Gedep. Staten over-
legge en, bij weigering van goedkeuring,
zich onderwerpe aan de beslissing van
den minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Uit de memorie van antwoord.
Buitenlandsche Zaken.
Argentinië.
Terwijl hij zich aan een beslist oordeel
omtrent den toestand der Nederlandsche
landverhuizers naar Argentinië onthoudt,
meent de minister te moeten betwijfelen,
of die te recht betreurde toestand voor
allen zóó bedenkelijk is, als algemeen
wordt aangenomen. De arbeidzame en
bekwame landverhuizers hebben er veelal
een behoorlijk bestaan gevonden. Voor
zoover men het inderdaad verdient, kan
men in vele gevallen geholpen worden door
de Nederlandsche Vereeniging te Buenos-
Ayres. De vraag kan rijzen of die Ver
eeniging niet meer steun uit Nederland zou
kunnen erlangen. Vooralsnog schijnt er
wel gevaar te bestaan om ten behoeve der
Nederlandsche landverhuizers naar Argen
tinië meer te doen dan hun de hulp te
blijven verleeuen van onze consulaire ambte
naren in dat land. Tegen kolonisatie in
West-Indië bestaan inzonderheid groote
bezwaren, daar in 't gunstigste geval, aldaar
alleen vooruitzichten bestaan voor personen
die voor immigratie ten volle geschikt zijn.
Den consul-generaal te Buenos-Ayres kun
nen bezwaarlijk gegronde verwijten worden
Zonder een woord te spreken, zette zij
zich tegenover mij neder, onze knieën raak
ten elkander.
Wij dreven midden boven de ondoorgron
delijke diepte.
Onze harten waren nog zoo jong en onze
handen beefden.
Zoo moet het eerste men3chenpaar gebeefd
hebben van een onbewust verlangen, toen zij
in den hof van Eden tegenover elkander
stonden en de avondschaduwen van den
zesden dag op den boom der kennis neder
daalden.
De vingers van het meisje gleden spelend
langs het lintje om haar halsdaar verdeelde
zich voor een oogenblik de nevel en een
matte, blceke zonnestraal drong door den
ijlen mistsluier heen en ik zag in Margaretha's
handen een dunnen gouden ring met een
blauw vergeet-mij-nietje en die ring hing aan
het lintje om haren hal».
En een wonderzoet gevoel beving mij, eene
bedwelming gelijk.
Daar wierp ik mij aan de borst van het
meisjemijne armen strengelden zich om
haren hals en vol begeerte drukte ik mijne
lippen op haar kleinen mond.
Als de bruisende vloed, die den dijk
verbreekt, zoo stroomde met onweerstaanbaren
drang het verlangen van mijn hart naar
buiten.
Het was een zinnelooze hartstocht
Zij had de kracht niet, mij af te weren en
haar zwellende boezem bewoog zich aan mijne
borst.
Het kan nauwelijks zoo lang geduurd
hebben, als de bliksem tijd noodig heeft den
hemel ia laaien gloed te zetten» en toch lagen
gemaakt. Na eerst gewezen te hebben op
de groote verwachtingen in Argentinië,
heeft hij later herhaaldelijk gewaarschuwd
tegen landverhuizing van bepaalde catego-
riën en toen desniettemin vele landverhuizers
bleven aankomen, heeft hij velen geholpen
en ook een Liefdadigheidsvereniging opge
richt. Van stratbare handelingen van stoom
vaartmaatschappijen en landverhuizerskan
toren is indertijd bij onderzoek niets geble
ken. De Regeering zal zoo zorgvuldig
mogelijk door hare consulaire ambtenaren
doen controleeren wat door belanghebben
den bij het vervoer van immigranten wordt
medegedeeld, opdat zij, waar noodig,
die mcdedeelingen officieel kunnen tegen
spreken.
Tot bescherming van de Nederlandsche
onderdanen in China en de Nederlandsche
belangen aldaar, worden tot dusverre,
volgens verkregen inlichtingen, geen bijzon
dere maatregelen vereischt.
Blnnenlandech nieuwt.
HET KAMERLID HELDT
in „Vooruitgang".
De Vrijzinnige Vereeniging „Vooruitgang*
alhier hield jl. Zaterdagavond in „Tivoli"
eene goedbezochte openbare vergadering,
waarin als spreker optrad de heer B. H. Heldt,
lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal, inet het onderwerp: „Verbod van arbeid
voor kinderen, in verband met de invoering
van leerplicht en voldoende gelegenheid tot
herhnlings- en vakonderwijs.
De Voorzitter der Vereeniging, de heer
J. II. Van Balen, opende de vergadering met
een woord van welkom tot de aanwezigen,
van welke gelegenheid spr. gebruik maakte
om te doen uitkomen en nadrukkelijk te
constatccren dat „Vooruitgang" is eene be
slist vooruitstrevend liberale Vereeniging en
niet eene Vereeniging van radicalen of „nog
grooter booswichten", zooals wel eens i» be
weerd geworden. Aangezien in hare sta
tuten dc bcpaliDg is opgenomen dat tot de
middelen, die de Vereeniging kan aanwenden
om haar doel te bereiken, behoorthet
houden van openbare voordrachten, meende
het Bestuur niet beter le kunnen doen, dan
dc vertegenwoordigers en het volk tot elkan
der te brengen, en daar art. 1. van het pro
gram luidt, dat de Vereeniging zal streven
naar verbetering van het lot van den werk
man, werd in de eerste plaats tot den heer
Heldt, de woordvoerder der werklieden inde
Tweede Kamer, het verzoek gericht, de eerste
openbare spreekbeurt te vervullen, waaraan
deze welwillend gevolg gaf.
De heer Heldt, hierna het woord erlan-
er jaren mijns levens in die eene seconde.
liet lint om Margreets hals, waaraan de
ring hing, was door mijne onstuimige omhel
zing gebroken, en bet dierbaar kleinood glipte
er al' en rolde over den rand van het vaar
tuig. Mijne handen zonken machteloos neer
en sprakeloos staarden wij iu de diepte.
Boven ons klonk een dof geraas en de
mist vloog voor den wind heen. Ik greep
beseffeloos naar dc riemen en langzaam gleed
de boot als door vloeiend lood op den oever
toe.
Op den terugtocht liepen wij stom voort,
elk aan eene zijde van den weg.
Wij hadden onder den boom der kennis
gerust, en de wrange vrucht was in onzen
schoot gevallen.
Ik verwijl slechts even bij de gebeurte
nissen van dien dag, want de herinnering
daarvan doet mij pijnlijk aan. Wij hebben
later niet veel woorden meer met elkaar
gewisseld, wij waren nooit alleen te zamen.
Den volgenden dag reeds reisde ik naar
huis.
Het was zonnig Septemberweer geweest,
toen ik voor de laatste maal onder de zwaar
beladen vruchtboomen in den tuin der ouder
lijke woning wandelde. Nu waren de vruch
ten binnengehaald en hing de natte Octo-
bernevel op de naakte twijgen.
Dit is de rechte tijd om zich geheel over
te geven aan vervlogen herinneringen en
gedachten, indien niet de kilheid daar buiten
over ons eigen hart heenstrijkt en met huive
ring vervult.
Waar was mijn herfstvrede gebleven
In het schemerlicht dier droeve dagen
wandelde Margaretha's slank figuurtje naast
gende, zegt dat hij, nu het Bestuur der Ver
eeniging, hem uitnoodigende. hem de vrijheid
liet in het kiezen van een onderwerp, het 't
best oordeelde twee onderwerpen in verband
met elkander te behandelenéén dat betere
regeling vordert en één dat niet geregeld is,
doch noodzakelijk wettelijke regeling behoeft.
Dat eerste onderwerp ishet verbod van
kinderarbeid. Ten opzichte van het verbod
en de regeling van den arbeid van kinderen
bestaat reeds eene wet, doch de daarmede
verkregen resultaten zijn uit den aard der
zaak nog gering. Dit vraagstuk heeft eene
geschiedenis. In 1874 heeft de wetgever
erkend, dat het streed met alle menschelijk
gevoel, tlat de jongste kinderen reeds in dienst
konden worden genomen en werd, op initia
tief van den heer mr. Van Houten, alle
fabriekmatige- en ambachtsarbeid verboden
voor kinderen beneden den leeftijd van 12
jaar. Mr. Van Houten wilde reeds toenmaals
verder gaan en, naast het verbod van arbeid,
leerplicht zien ingevoerd, wat hem echter niet
is mogen gelukken. Hij zat intusschen niet
stil en wist te bewerkeu, dat in 1889 de
wet-Van Houten belangrijk werd uitgebreid,
nadat de Regeering besloten had de arbeids-
enquette in te voeren.
Met de wet van 1889 werd in hoofdzaak
verkregen dat de wet-Van Houten veel werd
verbeterd, wijl nu ook werden getroffen de
kinderen, die in dienst zijn van de ouders,
waardoor 't dan ook feitelijk aan den vader
is verboden, zijn kind beneden den gevor
derden leeftijd arbeid te doen verrichten,
terwijl voorts de arbeid van jongelieden be
neden den 16jarigen leeftijd werd geregeld en
de vrouwen-arbeid op Zondag en bij nacht
werd verboden, en werd bepaald, dat het
aantal arbeids-uren van jongelieden beneden
den genoemden leeftijd en vrouwen niet meer
dan elt per etmaal mag bedragen. 't Is
heiaas niet mogen gelukken de wet ook uit
te breiden tot den veldarbeid. Als terloops
wees spr. er nog op, dat het verboden is
eene vrouw arbeid te doen verrichten in
fabrieken en werkplaatsen binnen 4 weken
na hare bevalling.
Voldoen kunnen deze bepalingen ons niet,
zeide spr. Wij mogen dankbaar zijn voor
hetgeen is verkregen, maar er is nog alle
reden voor onvoldaanheid, voor ontevreden
heid.
Voornamelijk wil spr. zich bij zijne
beschouwingen bepalen tot den arbeid van
kinderen en jongelieden. Het betreurende,
dat door de wet niet getroffen zijn de kin
deren die op het veld en in de veenderijen
werken, acht spr. het verder een groot ver
zuim, dat bij het toelaten tot den arbeid
alleen rekening is gehouden met den leeftijd
en niet tevens met de lichamelijke geschikt-
mij, bij het schijnsel der lamp zat zij in
mijne verbeelding den geheelen langen avond
tegenover mij en wanneer het tien uur sloeg
op den kerktoren en de uil zijn klagelijken
kreet uitstiet, al» daarna de wanden der
kamer mij omgaven, waar zij vertoefd had
en de kussens mij omsloten, waarin haar
lichaam gerust had, dan
Het is een wet in de natuur, dat na de
Septemberzon de Octobernevel komt dan
volgt de Novemberstorm.
8 November.
Zes jaren waren sedert voorbijgegaan en
veel was in dien tijd veranderd. Mijn vader
rustte in het graf en mijne moeder had haai
intrek bij haren broeder genomen, wiens
vrouw eveneens niet meer in het land dei
levenden verwijlde. Hij zelf had zijn ambt
neergelegd en Holstein verlatendoor een
verren bloedverwant was hem een landgoed
vermaakt, dat in een der weinig vruchtbare
streken op de Luneburger heide op eenige
mijlen afstands van Luneburg gelegen was
hier had hij zich neergezet.
Mijne moeder en Margaretha namen zijne
huishouding waar.
Mijn examen voor geneeskundige was met
een goeden uitslag bekroondmijn weg had
mij steeds verder naar het zuiden gevoerd
en sinds den dood mijns vaders had ik voo;
het laatst mijn geboortegrond gedrukt. II
had Margaretha niet weergezien en over eei
jongensdwaasheid eens gelachen.
(SIqI volgt.J