HELDERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
ji=. ru.
EN
J. H. VAN BALEN.
IJsopruiming
in het Noordzeekanaal.
De Moedertranen.
,En deseipereert nimmer I*
J*n Fieterz. Co en.
•■uvirau^ wc/ IjVV UUJLUUlLUrff
i»U VXUIX X W
Het Vaderlandt ghetronwe
Blijf ick tot in den doot.
VUkêlmuatitê.
Versoliljnt lederen Dinsdag, Donderdag en Zaterdag.
A b o e »i t p r ij e per 3 maanden:
J—t de cenrant binnen de gemeeente0.70, met Zondagsblad 1.05
t t naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1-35
alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen
Ooat-Indië en Amerika). 1.75, 2.10
t Zuid-Afrika2.50, 3.
REDACTEUR-UITGEVER
Molenplein. Helder.
Telefoonnummer 20.
Prjja der Advertjentiën:
Van 1—5 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang nn da
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelingen en aanbevelingen, geplaatst tosschen den tekst, per regel 10 Ct.
Advartentiën voor liefdadige doeleinden
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand
Agent in het buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bmxellea.
De strenge winter van 189091 heeft
al heel wat hooiden warm gemaakt en
legio pennen in beweging gebracht, alles
met het doel om maatregelen te nemen
dat men niet andermaal door den stren
gen wintervorst zal worden verrast.
Vooral op scheepvaartgebied zijn de
handen in het voorjaar terstond aan
't werk geslagen, om herhalingen van
hetgeen in het vorige winterseizoen is
geschiedt te voorkomen wijs als men
geworden was door schade en schande.
Men zal het zich herinneren hoe, toen
onze waterwegen en vaarten in ijsvlakten
van meer dan een meter dikte waren
herschapen, de scheepvaart weken achtereen
was gestremd, hoe verschillende schepen
door het ijs min of meer belangrijke schade
bekwamen, hoe men met alle ten dienste
staande middelen trachtte het ijs op te
ruimen en vaargeulen te maken.
't Waren niet alleen Nederlandsche
havens, die door het ijs ontoegankelijk
geworden waren, ook Antwerpen en meer
andere buitenlanesche havens waren
onbereikbaar en ook d&dr heeft men
terstond alle krachten ingespannen, om
voor het vervolg aan het ijs het hoofd te
kunnen bieden.
Op onze binnenlandsche havens maakte
Rotterdam met den Nieuwen Waterweg
eene gunstige uitzondering. Zelfs onder
de allerongunstigste omstandigheden bleef
Rotterdam voor de buitenlandsche scheep
vaart open.
Amsterdam daarentegen, zich nog zoo
gaarne „de eerste koopstad des Rijks"
noemendenu, men weet hoe't daar
mee gesteld was. Dagen en weken achtereen
kon geen schip het IJ bereiken en ofschoon
tonnen gouds werden besteed om in den
toestand verbetering te brengen, om het
Noordzeekanaal bevaarbaar te maken,
't mocht weinig baten, vóór het den winter
vorst behaagde iets minder streng te
heerschen.
Is het dus te verwonderen dat Amsterdam,
naijverig op den Rotterdamschen Waterweg,
zich schaamde dat zij het tegen hare zuster-
F«nll]tt«i m dt Hs!d«r»ch«- Nisun»d. Coorsnt.
Legende uit Provence.
Schoon waart g\;, Avignon 1
Schoon ia zij ook nu nog, zoo schoon als
zonnestralen en bekoorlijke vrouwen een stad
slechts kunnen maken toch befeekent dit
niets tegen hetgeen zij voorheen was, toen
de Pausen hier nog zetelden.
Dat was de gouden tijd voor Avignon In
de straten wemelde het van bont gekleede
soldaten, fiere rossen en schitterende equipages
men zag er dames met groote waaiers
en lange slepen, vrouwen met zwarte oogen
en gouden lokken, vergezeld van pages, die
bijna even schoon waren als zij zeiven, en
ook bijna even listig, Vorsten uit alle landen,
met rijk gevolg en tal van bedienden, reisden
hier door, spreidden een korte poos hun glans
ten toon, bedroefden een paar schoone oogen
en verdwenenberoemde dichters kwamen,
bezongen de kerk en de vrouwen en speelden
met lauweren en rozen.
En waren de dagen schoon, de nachten
waren nog veel schooner, die zoele, liefelijke
nachten van AvignonDar. was de lucht
vervuld van bloemengeur en de melodiën van
harp en citer, en op de straten door maan
en sterrenglans verlicht, traden, schoone
jongelingen met lange vederen op den hoed
en spitse degens aan hun zijde zij zongen
minneliederen eu zagen met smachtenden
blik naar de vensters hunner schoonen omhoog;
en achter de gordijnen kwam dan even be
weging, hier schitterde een donker oog en
daar speelde een lachje om een rooden mond.
koopstad moest afleggen, dat de Amster-
damsche handel, wakker geschud door de
geledene verliezen, terstond plannen
beraamde om eene herhaling van het
gebeurde te voorkomen Neen immers.
En niemand heeft het dan ook kunnen
verwonderen dat in eene vergadering van
belanghebbende reeders en kooplieden
eene „Vereeniging van algemeene scheep-
vaartbelangen" werd tot stand gebracht, die
zich ten doel steltmiddelen aan te wenden
om in het vervolg des winters de onge
stoorde vaart op het Noordzeekanaal te
waarborgen.
Deze Vereeniging is dadelijk aan 't werk
getogen, heeft gegevens verzameld in het
buitenland, hoe men daar bij de ijs-
opruiming te werk gaat en een plan
vastgesteld, volgens hetwelk zij wil werken,
om te beproeven het Noordzeekanaal zelfs
in den meest ouderwetschen winter open
te houden. Of dit plan aan de verwach
tingen zal voldoen, zal in de praktijk
moeten blijken, maar dat het dubbeltjes
zal kosten, daarvan kan men verzekerd
zijn, nu de genoemde Vereeniging de
onkosten per winter van 40 dagen vorst
raamt op f 64.225. Dergelijke sommen
kunnen natuurlijk niet geheel door particu
liere belanghebbenden worden bestreden
en daarom heeft de Vereeniging er dan
ook op gerekend dat het rijk, de provincie
en de gemeente jaarlijks f 60.000 in de
kosten zullen bijdragen, niets meer en
niets minder.
Het adres der Vereeniging, waarin zij
voor het beoogde doel aan onze provincie
eene jaarlijksche bijdrage verzocht, werd
in de zomervergadering der Provinciale
Staten voorgelezen en om raad en advies
gesteld in handen van Gedeputeerde
Staten.
En wat stellen Ged. Staten nu voor?
Om te besluiten aan de Vereehiging
voor „algemeene" scheepvaartbelangen een
subsidie uit de Provinciale kas te verleenen
van ten hoogste f 12.000 'sjaars, voor den
tijd van 28 jaren, ingaande met het tijdstip
waarop de onderneming in werking treedt,
voor het verzekeren van de ongestoorde
vaart op het Noordzeekanaal.
De Commissie uit de Staten, voor 4/9
gedeelte bestaande uit Amsterdamsche
leden en verder uit 2 leden van Nieuwer-
Amstel, 1 uit Zaandam, 1 uit Hoorn en
1 uit Alkmaar, aan welke in de najaars
vergadering werd opgedragen rapport
over het voorstel van Ged. Staten uit te
brengen, heeft dit zeer gunstig ontvangen
en tot aanneming van het voorstel geadvi-
Op de rivier wiegelden slanke barken
met vergulden kiel en blinkende zonnetent,
cn tusschen de plooien der met zilver gestikte
gordijnen door klonken zoete woorden,
woorden van teedere liefde van de lippen van
een minnend paar, en de wind, de zwoele
nachtwind van Avignon, vervlud van de
geuren der oranje- en myrtenboschjes, waar
mede hij zoo even nog liefkozend speelde,
streek over den vloed eu sloop brutaalweg
tusschen de plooien der gordijnen door de
tent binnen, om eeue schoone op den schou
der te kussen en den ijverzuchtigen minnaar
de haren verward dooreen te blazen.
Toen was het een leven van louter genot
te Avignon
En de sterren spiegelden zich in de Rhone
en het maanlicht baadde zich in den vloed,
en te midden van al dien glans dreef menige
bleeke, verwelkte bloesemtwijg de rivier af,
ijlings daarhenen gevoerd-door den snellen
stroom, ver weg van de gelukkige stad naar
de koele, diepe zee. Wat voerde zij wel
met zich mede Een zucht Een kus Een
traan
Ach, op de heerlijke rivier dreven, tusschen
vergulde pleiziervaartuigeu, verwelkte, levens
moede bloesemtwijgen en ook in de schoone
stad vertoonde zich de ellende der armoede
naast de blinkende pracht des rijkdoms.
Zoo was het te Avignon, ook in hare
schoonste dagen, de dagen der pausen
Het was op een Augustusdag. De laurier
en myrtenbooraen keken recht nieuwsgierig
over de marmeren tuinmuren naar beneden
in de straatdaar sloop een donkere gestalte
langs de huizen. In de donkerste schaduw
verborg zij zich, zij schaamde zich voor de
helle zonnestralen, ze was ook zoo ellendig.
Zij was de weduwe van een man uit het
seerd, onder voorbehoud dat eenige veran
dering in de voorwaarden wordt gebracht,
en misschien zou het voorstel dan ook nu
reeds door de Prov. Staten zijn aangenomen,
indien niet ter elfder ure eene missive was
ingekomen van den Minister van Binnen
landsche Zaken, die over deze subsidie-
quaestie eene nadere conferentie wenscht
van daartoe aan te wijzen ambtenaren van
den Waterstaat, met Gedep. Staten en mei
het gemeentebestuur van Amsterdam. In
afwachting van hetgeen deze conferentie
zal opleveren, is de verdere behandeling
dezer aangelegenheid verdaagd tot 3
December a. s.
Wij gelooven niet dat die conferentie
veel verandering zal brengen in den stand
van zaken. De voorwaarden mogen nog
eenige wijziging ondergaan, in hoofdzaak
zal het voorstel van Gedep. Staten wel
onveranderd in stemming komen en
natuurlijk worden aangenomen, daaraan
valt niet te twijfelen.
Ook de afgevaardigden van ons district
zullen hun stem over het voorstel moeten
uitbrengen, ook hunne goedkeuring zal
worden gevraagd, om 28 jaar achtereen
jaarlijks f 12.000 uit te keer en voor het
openhouden bij vorst van den Amsterdamschen
waterweg naar zee. Zullen zij hunne goed
keuring aan het voorstel hechten, zonder
van de gelegenheid gebruik te maken om
ook de belangen van ons district te bevor
deren Wij hopen en verwachten het
niet.
Nu de provincie op het punt staat eene
zoo aanzienlijke subsidie te verleenen,
alleen in het belang van het zuidelijk deel
onzer provincie en meer speciaal nog in
dat van den Amsterdamschen handel, nu
past o. i. de vraag of ook het noordelijk
deel der provincie zich ter gelegener tijd
in gelijke belangstelling zal mogen ver
heugen, of men op gelijken steun van de
provincie zal kunnen rekenen, wanneer
het eventueel noodig mocht zijn, kosten te
maken voor de bevaarbaarhouding van
het Groot Noordhollandsch kanaal of van
het Nieuwediep bij strenge vorst. Deze
vraag moet o. i. bij deze gelegenheid door
onze afgevaardigden worden gesteld,'omdat
het zeer gewenscht is hierop een beslist
antwoord te ontvangen.
Men meene niet dat wij geen belang
hebben bij de ongestoorde vaart bij winter
op het Groot Noordholl. kanaal, omdat
er 's winters weinig „vaart" is. 't Kan
immers zijn nut hebben, nu reeds de
verzekering aan Gedep. Staten te ontlokken,
dat wij bij voorkomende gelegenheid op gelijke
volk en haar kind lag doodziek van honger
en gebrek. Vandaag reeds vroeg had zij gebe
deld aan de groote trap van het pauselijk
paleismaar zoo terugstootend was haar
uiterlijk, dat de roode Zwitachers haar weg
gejaagd hadden, eerst met schamper gelach,
daarna met barsche dreigementen en zij sloop
verder en bedelde elders. Niemand bekommerde
zich om haar, niemand had er tijd toewant
heden was het een dag van feestvreugde, Óen
van die dagen, waarop het raenschdom alle
ellende wel de wereld uit zou willen jubelen.
Daarom vermeed ook ieder de arme weduwe
als een voorwerp van afschuw, daarom schoven
de soldaten der lijfwacht haar op zijde, zooals
zij gewoon waren met alles te doen, wat het
oog onaangenaam aandeed en daarom ook had
zij zich verborgen in de schaduw.
De feestklokken luidden, de vogelen deden
hun liefelijk gezang hooren en de menschen
juichten. De straten waren met bloemen be
strooid en om het grauwe gesteente van
huizen en paleizen waren groene kransen
gewonden en kostbare stoffen, met goud en
zilver doorwerktwant het was heden de
huwelijksdag der schoone, jonge koningin
Jeanne, die gevierd werd.
Zachter klonk het klokgelui, maar luid
trompetgeschal vervulde de lucht en de hoefslag
van vurige paarden dreunde door de straten.
Aan vensters en balkons verdrongen zich de
menschen, schoone vrouwen bogen zich over
de leuningen heen en wierpen rozen naar
beneden, anderen hieven hunne kinderen
omhoog, kinderen, frisch en rood als rozen
en nog veel schooner. En toen de arme
weduwe de kinderen zoo vroolijk hoordejubelen
en in de mollige handjes klappen, toen werd
het haar benauwd om 't hart, want ze dacht
aan haar eigen, zieke kind en zuchtte«Ach,
hulp aanspraak kunnen maken. Immers,
men weet niet wat in de toekomst ligt
opgesloten.
Richten wij ons oog b. v. eens op Alkmaar.
De Alkmaarsche houthandel breidt zich
gaandeweg uit. Kwamen hier tot nu toe
meest schepen van kleinere afmetingen
met voor Alkmaar bestemde lading binnen,
jl. Zondag kwam voor de eerste maal eene
groote, met hout beladen stoomboot aan,
die Maandagmorgen naar Alkmaar is
opgestoomd en met het oog op den
ondernemingsgeest van den Alkmaarschen
handel verwachten wij, dat het niet bij
die eene stoomboot zal blijven. Verleven
digt nu de houthandel, 't is zeer wel
mogelijk dat weldra andere producten per
scheepsgelegenheid uit het buitenland
zullen worden aangevoerd en in dat geval
zou een ijsvrij Noordhollandsch kanaal
onzen handel evenveel waard zijn als een
ijsvrij Noordzeekanaal aan Amsterdam.
En dan onze haven We hebben het
in den vorigen winter ondervonden, dat
ook deze, zij het ook voor enkele dagen,
door het ijs kan worden afgesloten. Hoe
goed zou 't nu "niet zijn, te weten dat de
provincie het hare wilde bijdragen om in
dergelijke exceptioneele gevallen te hulp
te komen, zoowel in 't belang van den
vischhandel als van de buitenlandsche
scheepvaart
Er is tot heden niet gevraagd om steun
van de provincie voor dit doel, misschien
is er zelfs niet aan gedacht, omdat men er niet
direct provinciale belangen bij in 'tspel
meende, maar nu Gedeputeerde Staten zoo
bereid zijn bevonden den Amsterdamschen
handel te hulp te komen, nu is het plicht
om er op te wijzen dat er nog andere dan
Amsterdamsche belangen te behartigen zijn,
nu is het tijd om gelijke rechten te vragen
voor het noordelijk deel der provincie, zij
het ook voor de toekomst 1
NEDERLAND.
HELDER, 38 November.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 26 November.
Staatsbegrooting.
De heer Van Beuningen verzekerde
zijn steun aan de Regeering, wier voorloopige
mocht mijn jongen ook nog eens zoo frisch
en gezond worden en zoo leeren lachen als
deze kinderen
En nader kwam het trompetgeschal. Schoone
edelknapen, in kleederen, die glinsterden van
goud en zilver, schreden met fleren tred en
voorname houding voort; dat gaf de weduwe
een steek door 't hart en zij dacht „O, als
mijn zoontje eens zoo schoon en voornaam
kon worden als deze!"
En luider weerklonk het trompetgeschal en
luider het juichen der menigte en dichter
viel de geurige, lieflijke bloemenregen. In
een vergulde koets, met zes sneeuwwitte rossen
bespannen, kwam het bruidspaar aangereden,
de bekoorlijke, aanvallige bruid, de schoone,
gelukkige bruidegom, beiden omgeven door
den glans van hoogste aardsche zaligheid.
Toen werd het duister voor de oogen der
weduwe, zij drukte de magere handen op haar
borst en steunde: «Ach, kon mijn lieveling
ook eens zoo gelukkig worden als deze
bruidegom
De optocht was voorbij en aan de vensters
en balkons werd het ledig. De myrten- en
laurierboomen fluisterden onder elkander en
met de vogels over hetgeen zij gezien hadden
en op de straat herinnerde alleen nog een
paar vertrapte bloemen aan de pracht van
den trouwstoet. Toen «loop de arme weduwe
uit haar schuilhoek en zocht onder de bloemen
er eenige uit, die nog niet geheel verbleekt
en verwelkt waren voor haar kind en
sleepte zich vermoeid huiswaarts. Daar, in
een donkere, vunzige kelderwoning, in een
der dompigste, nauwste stegen, daar lag haar
kind, bleek en uitgeteerd, met blauwe lippen
en starren blik.... te sterven. Toen het zijn
moeder hoorde, beproefde het zijn magere
armpjes naar haar uit te strekken en als zij
handelingen hem alleszins vertrouwen inboe
zemden en die hij tijd wil geven om hare
hervormingen uit te voeren.
De heer A. van Dedera verwondert zich,
dat de Regeering de Legerwet heeft ingetrok
ken, daar de liberale partij die toch zoo
krachtig heeft voorgestaan. Over persoonlijken
dienstplicht moet bij partieele wetsherziening
beslist worden. Kiesrechthervorming moet gaan
vóór belastingherziening en inmiddels alleen
tijdelijke regelingen gemaakt, waarover alle
partijen het eens zijn. Omtrent de belasting
plannen der Regeering vraagt hij nadere
inlichtingen, terwijl hij den heer Poelman
waarschuwt tegen overdreven verwachtingen
van uitbreiding van 't kiesrecht.
De heer Hintzen waarschuwde voor alle
overijling bij sociale hervormingen en bij uit
breiding der Staatsinmenging.
De heer Roessingh achtte ook noodig,
dat belastinghervorming ga vóór kiesrecht.
Hij hield een krachtig pleidooi voor het
platteland, dat zoozeer is achtergesteld bij de
steden.
De heer De Beaufort (Arasterdam) be
streed den aandrang tot grondwetsherziening!
voor scheidiug van Kerk en Staat en kwam
op tegen overdrijving van den heer Poelman,
als zouden de zwakkeren thans zoozeer ver
drukt worden verdedigde de Regeering in
wie hij vertrouwen bleef stellen en die hij i
aanspoorde, op bezadigde wijze goede her
vormingen voor te bereiden.
De heer Rutgers gaf aan belastinghervor
ming de voorkeur boven kiesrechthervorming,
drong aan op meer licht omtrent de belas
tingplannen cn achtte de belasting op het;
roerend vermogen zeer noodig. Sterk drong;
hij aan op afschaffing der mutatierechten en,
regeling van het gemeentelijk belastingstelsel.
De heer Van Houten bestreed het wis
selend voorzitterschap van den ministerraad
en verdedigde kiesrechts wijziging, maar meen
de, dat inmiddels andere zaken mogen behan
deld worden. Ook in het defensievraagstuk;
zag hij wel kans, met den minister van Oorlog
samen te gaan.
De heer Borgesius drong aan op belas-j'
tingregeling, met ontheffing van lasten eener-i
zijds en op partiëela regeling van sociale
aangelegenheden. Hij zou de regeering steunen,
zoolang zij aan hare beloften trouw bleef.
Zitting van Vrijdag 27 November.
Tot toelating van den heer Havelaar it
besloten,
De minister Van Tienhoven had den
indruk gekregen, dat de Kamer bereid is
met de Regeering saam te werken daarvooi
dankende, bleef de Regeering als hare hoofd
werkzaamheden aanmerken kiesrecht, belas'
de rozen op zijn wiegje legde, vertrok hel
zijn mond tot een lachjemaar lacher
kon het jongsken niet meer. Arm kind j
Arme moeder
De moeder dacht aan de vroolijke kleinen
aan de vensters en op de balkons Zij wierj
zich voor de wieg op den grond, kuste haa
zoontje en dacht er aan, hoe zij wellicht me
hem van ellende en droefheid zou sterven
en vol bitterheid dacht ze dan ook aan har
drie wenschen, die niemand gehoord had en
dat was maar goed ook!
Had niemand ze werkelijk vernomen?
In het vochtige, donkere vertrekje verscheel
plotseling een blinkende gestalte, die zich to
de weduwe wendde en met een stem, teede
als een zuchtje van den morgenwind en zoe
als het gezang van den nachtegaal, tot haa
zeide«Uw drie wenschen zullen verhoori
worden, maar bij de vervulling van den laatste!
moet gij sterven. Wilt gij dat?"
De moeder antwoordde juichend*0
volgaarneEn de gestalte verdween. D
moeder legde haar wang tegen het uitgeteerd
gezichtje vau haar kind, weende van blijdscha;
en sliep in.
Zij weende van vreugde 1 Drie groot
tranen weende ze en die vielen op het schamel
dek der wieg, daar bleven ze liggen en droog
den niet op, maar werden al grooter en groote
en blonken steeds schooner.
Als de weduwe den volgenden morge
vroeg ontwaakte en de vermoeide ooge
opende, waren de tranen drie kostbare ede
gesteenten geworden, wit, groen en root
zooals geen Koningin op aarde er toonen kaï
Toen kuste zij haar kindje, dat nog sliei
.en snelde naar een juwelier. Deze was me
zijn knechten in zijn werkplaats aan de
arbeid. Toen hij de edelgesteenten der weduv