NEDERLAND.
dezen weg hunnen hartelijken dank voor
den bewiJzen van belangstelling op
va dan zullen de beide ijzeipantseringen zeker
niet te weinig geschat zijn.
vc c. Bepaling der strijd waarde
in verband met de snelheid.
Hierbij werd 5 pCt. in rekening gebracht
voor elke mijl meer of minder snelheid,
dan die van het veronderstelde standaard-
schip.
d. Bepaling der strijdwaarde
in verband met de onderdeelen
van het schip. Door ons werd aan-
dii genomen, dat houten schepen na 25 jaren
gebruik niet meer dan 25 pCt. van hunne
oorspronkelijke waarde behielden en dus
aa elk schip 3 pCt. per jaar verloor.
Voor ijzeren schepen werd voor elk jaar,
J_ dat zij oud waren, 2 pCt. afgetrokken van
de gevechtswaarde die zij oorspronkelijk
hadden.
Al deze factoren geven te zamen de
gevechtswaarde in tonnen en vormen de
eerste kolom lett. A. der onderstaande
tabel.
Mogendheid. A. B. C.
Groot-Brittan ië 430,600 540,000 81,3
Frankrijk 306,000 482,000 61.0
Italië 217,600 180,000 121,0
l6l Rusland 163,800 238,000 69,0
Dnitschland 90,060 130,000 69,5
Vereenigde Staten 69,123 104,810 66,0
I Spanje 46,700 59,250 78,8
China 26,000 37,400 70,0
Oostenrijk 20,900 54,980 38,0
Turkije 12,270 39,300 32,5
Arg. Republiek 12,150 22,600 53,8
Portugal 11,420 29,479 55,8
I Griekenland 11,257 16,229 69,5
Denemarken 10,301 24,521 42,0
OO Brazilië 9,680 18,000 53,6
mst Noorw. en Zweden 8.960 27,568 34,0
Japan 8,956 16.800 54,1
J Chili 8,660 12,909 67,0
Nederland 7,294 33,842 21,8
De kolom B. geeft de werkelijke water-
verplaatsing in tonnen van de pantser-
■fa. schepen aan.
w Kolom C. werd verkregen door deeling
van B. op A. en stelt een percentage voor.
Deze kolom geeft werkelijk in het algemeen
een goed overzicht van de soort van
GR schepen, waaruit de vloten van de ver-
a schillende mogendheden bestaan. Het
buitengewoon hooge percentage voor Italië
bewijst, dat deze staat fraaie en ontzag-
m wekkende schepen bezit, waarvan de
strijdwaarde per schip zelfs grooter is dan
'J k die der Engelsche vloot. Door het minder
'er aantal schepen is de gevechtswaarde der
rooi Italiaansche vloot echter slechts de helft van
die der Engelsche vloot.
0 n Het geringe percentage voor Holland
?en daarentegen moet tot de slotsom leiden,
tkjg dat onze vloot bestaat uitkleine,
1 oude, dungepantserde schepen,
met een zeer geringe vqart en toetst
P 1 men deze conclusie aan de werkelijkheid,
>ant dan leert men, dat geen enkel schip
onzer vloot eenige gevechtswaarde bezit
en dat de schepen, die thans in aanbouw
Wzijn, feitelijk eene te geringe pantsering en
te licht geschut hebbenen niettegen
staande deze gebreken zullen deze twee
n schepén meer waard zijn dan onzegeheele
ÖC. overige vloot te samen.
Bij bovenstaande vergelijking der gevechts
waarde der verschillende vloten, is slechts
een verdedigingsoorlog voor oogen gehou
den. Immers ter verdediging van de
kusten van een land zijn pantserforten en
batterijen. Verder de verschillende typen
van gepantserde schepen, die wij hierboven
beschouwden en eindelijk torpedo's, torpe
dobooten, torpedo-schepen en torpedo-
kruisers.
De eerste categorie schepenzijn door ons
opgenomen. Deze rubriek bevat de
drijvende batterijen, de kustverdedigings
vaartuigen en de ramtorenschepen (battle
ahips).
In den bovenstaanden vergelijkenden staat
ontbreken dus de torpedobooten. Het zou
ons te ver voeren, om ook omtrent deze
vernielingswerktuigen een vergelijkend
c, 1S' DE AVONTUREN
^^SIDI-FROUSSARD.
Naar het Franech van G. Le Faure.
Laadtklonk het bevel van den
adjudant, en toen de vijand op vijftig meter
genaderd was, weerklonk een tweede salvo
met dezelfde uitwerking als het eerste.
De aanvallers deinsden terug en verdwenen
weder achter de wallen. De adjudant loosde
een zucht van verlichting.
Nu zullen wij ten minste eenigen tijd
rust hebben, zeide hij, Fontaignac eene sigarette
aanbiedend en er zelf ook een opstekend.
Het kanon van het fort vuurde onaf
gebroken door en verdreef langzamerhand
de vijanden uit de woningen, waaruit zij
geruimen tijd een kogelregen op de wallen
hadden afgezonden.
De kleine sergeant raadpleegde weder zijn
horloge.
Halfacht, zeide hij mismoedig, die
schurken doen mij waarschijnlijk de „Pei-Ho"
Denkt gij, dat uw Chinees zich binnen
het bereik der kogels zal wagen
Bij die laatste woorden had de adjudant den
kijker weder op het fort gericht en een vroolijke
uitroep was er het gevolg van
Kijk, kapitein Bertin wordt ongeduldig.
Ziehier de rede zijner vreugde. Eene
afdeeling soldaten had het fort verlaten en
marcheerde nu in breede tirailleurslinie naar
onderwerp terug ^^.omen. zaleven^l
wel geen verwondering wekken, wanneer
wij nu reeds zeggen, dat de Nederlandsche
torpedovloot een zeer slecht figuur maakt
bij vergelijking van de getalsterkte, de
doelmatigheid en de strijdwaarde onzer
torpedovaartuigen met die der overige
natiën.
Moge Nederland toeh eindelijk uit zijnen
slaap ontwaken; moge de natie en de
volksvertegenwoordiging eindelijk tot het
besef komen, dat de omvang der offers,
die ons na een' oorlog zullen worden
opgelegd, afhankelijk is van de kracht
onzer weerbaarheid bij den aanvang van
den strijd.
Moge de schimp, dat wij eene nation
éteinte zijn, niet langer ons met recht wor
den toegevoegd.
Publiciteit is het eenige middel tot
verbetering. De overige natiën maken
hiervan ruimschoots gebruik. De andere
regeeringen lichten het volk in betreffende
de zaken, die met hun bestaan in het
nauwste verband staan.
Zelfs in werken, door de Amerikaansche
regeering uitgegeven, vindt men meer
bijzonderheden omtrent onze vloot dan in
de Nederlandsche regeeringsverslagen.
Moge ook de Nederlandsche regeering
den weg van geheimhouding verlaten en
het volk daardoor opwekken tot belang
stelling in alle onderwerpen, die hun wel
vaart en hun voortbestaan betreffen.
Dit is de wensch van den schrijver.
W. H. M. DE GELDER,
Scheepsbouwkundig Ingenieur.
HELDER, 8 December.
Subsidie Noordzeekanaal. Een
bevriende hand stelt ons in staat een uit
voeriger verslag van de rede, door den heer
Buchner 11. Donderdag in de vergadering
der Prov. Staten gehouden, te geven, dan
in ons kort verslag is opgenomen. Die rede
luidde als volgt
M. de Voorz.Het zij mij vergund met
een enkel woord de stem te motiveeren,
welke ik zal uitbrengen omtrent het punt,
thans aan de orde. Ik acht mij daartoe
verplicht, omdat het district, hetwelk ik de
eer heb in deze vergadering te vertegen
woordigen, nu juist niet gezegd kan worden
zoo bijster veel voordeel te hebben of
gehad te hebben van het Noordzeekanaal
het tegendeel is waar en daarom is het ook
nog voor mij, als afgevaardigde van Hel
der, een open vraag, of ik ten aanzien
van het pnnt, thans aan de orde, te doen
heb met een algemeen provinciaal belang,
dan wel met een belang van Amsterdam,
terwijl het bij sommigen bevreemding zou
kunnen wekken, indien ik hielp steunen
maatregelen, strekkende tot de bevaarbaar-
houding van datzelfde kanaal, dat, zoo
dikwijls terecht, genoemd wordt de dood
van het Nieuwediep. En toch, M. d.V., al zal
dan ook de te verleenen bijdrage, zoo al
niet geheel, dan toch zeker voor het grootste
deel, ten bate komen van de hoofdstad,
zal ik evenwel stemmen vóór het verleenen
van die bijdrage, omdat, zoo die thans
verleend mocht worden, een praecedent te
meer zal zijn geboren, waarop te zijner tijd
hetNieuwediep zich zal mogen kunnen beroe
pen. Was toch de laatste jaren, tengevolge
van de opening van het Noordzeekanaal,
handel en scheepvaart aldaar kwijnende,
in de jongste tijden zijn teekenen merk
baar, die wijzen op verlevendiging van den
handel en de scheepvaart. Verschillende
oorzaken werken daartoe te zamen, o. a.
de grootere omvang, welke de houthandel
de stad op, gevolgd door twee andere afdee-
lingen, aan wier hoofd een officier reed.
Onmiddellijk werd aan beide zijden een hevig
geweervuur geopend en gedurende een half
uur kon men door den rook en het vuur
nauwelijks de menschelijke gedaanten onder
scheiden, die nu eens in den looppas voor
waarts rukten en dan weder terugtrokken, om
daarna weder eene voorwaartsche beweging te
doen. Ook de kanonnen van het fort bleven
doorbulderen.
Plotseling weerklonk het scherpe geluid
der trompetten.
De aanvalbromde de adjudant, wiens
hand zich vaster om zijn sabelgreep klemde.
De kleine soldalen van kapitein Bertin
snelden met gevelde bajonet voorwaarts. Doch,
overstelpt door een vreeselijk geweervuur,
maakten zij halt, deinsden terug en maakten
weder halt, terwijl de andere afdeeling vooruit
rukte om hunne linie te verdubbelen.
Opnieuw schalden de trompetten en allen
wierpen zich met nieuwen moed vooruit.
In de grootste spanning sloegen de in de
citadel opgesloten manschappen deze worste
ling, waarvan hun lot afhing, gade en ver
gaten er bijna den vijand door, die henzelven
bedreigde.
Zij slaan er doorzij slaan er door 1
riep een hunner.
Zij maken halt!.... zij wijken, voor den
donder
Neen, zij wijken niet.... zij rukken weer
vooruit, zij werpen de Zwarte Vlaggen over
hoop 1
Daarop plotseling
Dat is verdoemd jammer I
De wind voerde een zwak trompetgeschal
onlangs van uit Nieuwediep langs liet N.
H. kanaal een groote zeeboot met een
belangrijke lading hout in genoemde ge
meente komen lossen, terwijl vroeger slechts
kleine ladingen in kleinere vaartuigen werden
aangevoerd. Wijst alzoo een en ander op
betere tijden voor het Nieuwediep, zoo wil ik
thans reeds,- M. d. Voorz., de hoop en ook
de verwachting uitspreken, dat, zoo de thans
gevraagde bijdrage voor het Noordzee
kanaal wordt verleend, deze vergadering,
daartoe krachtig gesteund door Ged. Staten,
dezelfde vrijgevigheid zal betrachten, indien
later door het noordelijk deel van ons
gewest en met name door het Nieuwediep, de
steun wordt gevraagd uit de provinciale
fondsen en dan voor tyn handel en zjjn
scheepvaart.
Met ingang van 1 Jan. a. s. worden
wederom een aantal ambtenaren bij den
aanleg van Staatsspoorwegen eervol ont
slagen.
Het eervol ontslag, door den directeur
van de Staatsspoorwegen gevraagd, kan
ook eerstdaags worden tegemoet gezien.
Enkele ambtenaren, buiten het bureau
te 's Gravenhage, blijven alsnog in dienst,
terwijl ook sommigen gedetacheerd blijven
aan het Departement van Waterstaat.
Het afdeelingsverslag der Tweede
Kamer is verschenen over de wetsontwerpen
tot tijdelijke versterking van de nationale
militie en tot wijziging van de schutterij wet.
De commissie van rapporteurs (bestaande
uit de heeren Rutgers van Rozenburg, Land,
Schim melpenninck van der Oye, Van der
Feltz en Guyot) vat de beschouwingen,
welke uit de afdeelingen zijn gerapporteerd,
ten slotte hierin samen, dat het wetsontwerp
tot tijdelijke versterking van de militie op
den bijval van de meerderheid der Kamer
kwalijk rekenen kan, tenzij het óf tot eene
zuivere noodwet omgewerkt, óf met de
vereischte bepalingen tot invoering van den
persoonlijken dienstplicht aangevuld wordt.
Nog werd gevraagd of de Reg. het
schutterij-ontwerp'Jzal handhaven als het
milititie-ontwerp mocht verworpen worden.
De gewone audiëntie van den minister
van Marine zal op Vrijdag 11 dezer niet
plaats hebben.
Binnenlandsch nieuws.
Helder. Het programma van het
derde Win ter-Concert, hedenavond door
het Stafmuziekkorps der Kon. Ned. Marine
in het lokaal „Tivoli" alhier te geven, luidt
als volgt
1. Marsch aus der Pos»eUnsere Don
Juans, Fr. Ferron. 2. Vorspiel und Siciliana
aus der OperCavalleria Rusticana, Pietro
Mascagni. 3. Air aus der Suite für solo-
violitio (auf der G. Saite), Joh. Seb. Bach.
4. Grande Fantaisie sur des motifs de 1'opéra
Les Huguenots, Musique de G. Meijerbeer,
J. H. Bekker. 5. Ouverture zu der Operette
Der Bettelstudent, Carl Millöcker. 6. a.
Intermède de 1'opéraMignon, Ambroise
Thomasb. Marche Egyptiene, Joh. Strauss.
7. Souvenir de l'operetteCillette de Narbonne,
Edmuud Audran. 8. Tout Paris, valse, Emil
Waldteufel.
No. 1, 2, 5, 7 en 8 eerste uitvoering.
Texel. Door eenige jongelieden is
alhier een rederijkerskamer opgericht, onder
den naam „Advendo".
Het voornemen moet bestaan om op den
tweeden Kerstdag de eerste voorstelling te
geven.
Zuid-Zijpe. De heeren C. Bos en
C. Constant alhier, benevens R. Kriller, te
Schoorl en J. Muijs, te Alkmaar, hebben
twee eikenhouten schepen aangekocht, die
eerstdaags aan de Burgervlotbrug gesloopt
zullen worden. Voor de arbeiders en
neringdoenden aldaar is dit zeer voordee-
lig, wijl de publieke verkoopingen, die
spoedig gehouden zullen worden, veel volk
naar die plaats lokken.
van het fort naar de citadelhet was het
signaal voor den terugtocht.
Langzaam en in de grootste orde trokken
de fortsoldaten terug, den vijand met hun
vuur steeds in bedwang houdend, totdat ein
delijk hun laatste man achter de muren van
de vesting verdween.
Fontaignac keek den adjudant aan, die
doodsbleek was en zenuwachtig zijne knevels
plukte.
Een slecht denkbeeld van u om hier
den nacht te willen doorbrengen, kameraad,
zeide hij eindelijk.
Eene vraag blonk in Fontaignac's oog.
Wij zijn gefopt, vervolgde de adjudant,
zich achter het oor krabbend. De munitie
raakt op.
Nu was de beurt aan Fontaignac om bleek
te worden.
Ons rest nog altijd de bajonet, ant
woordde hij na eenige seconden.
Zeker, en wij zullen onzen huid duur
verkoopen maar het ergste is, dat die schur
ken de citadel zullen bemachtigen en kapitein
Bertin heeft mij niet hierheen gezonden om
te sterren, doch om den mij toevertrouwden
post te bewaren.
Luitenant, kwam een der mannen van
beneden zeggen, er is een geheel stuk van
den muur ingeschoten als dit nog langer
zoo duurt, zal cr eeue bres komen en staan
wij niet meer gedekt.
De adjudant ging naar omlaag, onderzocht
de verwoesting, door de Chiueesche projec
tielen aangericht, en, terwijl de manschappen
van de eerste verdieping het vuur des vijands
bleven beantwoorden, beval hij den overigen
soldaten de opening zooveel mogelijk met alle
Kz.j llil vait de Twee<Ie Kamer dei btaten-
Generaal, is bij den uitgever H. 1). Tjeenk
Willink, te Haarlem, in het licht gegeven
de rede, door hem uitgesproken op de
jongste te Purmerend gehouden vergadering
•van Hollands Noorderkwartier, in zake de
wik- en weegloonen, benevens de toen ook
door hem vermelde tienjarige overzichten
van de opbrengst dier loonen en andere
marktgelden, geheven op de markten in
de gemeenten Hoorn, Alkmaar, Purmerend
en Edam, gednreade de jaren 1881 toten
met 1890.
Herwijnen. Sedert vele jaren was de
betrekking van secretaris dezer gemeente
opgedragen aan den burgemeesrer. Thans,
nu er een nieuw hoofd der gemeente is
opgetreden, die bij de wethouders niet in
de gratie schijnt te vallen, benoemde de
Raad met 4 tegen 8 stemmen den gemeente
ontvanger tot secretaris, op voordracht van
de meerderheid van het college van Dag.
Bestuur, niettegenstaande de nieuwe burge
meester naar het secretariaat had gesollici
teerd.
Marine en Leger.
Per mailboot „Prins van Oranje" vertrokken
jl. Zaterdagmorgen van Amsterdam naar
Batavia, onder geleide van den luit. ter zee
lste kl. J. C. Cramer, de adelborsten 1ste kl
W. A. J. van den Hurk, C. H. van Asperen,
P. Koster, L. T. van Heusden, G. J. Knip-
horst, H. C. Dudok van Heel, A. W. Tirion,
W. M. K. B. van Idsinga, P. C. Coops, A.
H. van Deursen, A. J. de Graaf, Jhr. W. C.
van Panhuys, L. I. C. L. de Vriese, C. de
Haes, W. H. M. de Freraery en J. van der
Valk.
Den lsten Januari a. s. worden van de
Kweekschool voor Zeevaart te Leiden 82
jongens overgeplaatst op Hr. Ms. opleidings
schip „Admiraal van Wassenaer" te Amsterdam.
Hr. Ms. torpedobooten groot model „Nobo"
en „Goentoer" zijn aangewezen voor de ver
dediging van het Zuiderfrontier.
Z. E. de minister van Marine heeft den
heer J. Leeflang, op zijn verzoek tegen 1 Jan.
a. s. eervol ontslag verleeud als scheepsdiep-
gangmeter te Hellevoetsluis en als zoodanig
benoemd den heer J. Kerkhof.
Bij Kon. besluit is aan de navolgende vlag-,
hoofd-en verdere officieren der zeemacht en van
het korps mariniers vergunning verleend tot het
aannemen der na te noemen ridderorden, hun
geschonken door Z. M. den Keizer van Duitsch-
laud, Koning van Pruisen ridder lste kl.
der orde van den Rooden Adelaar, de sehout-
bij-naclit G. Kruysridder 2de kl. der orde
van den Rooden Adelaar, de kapiteins ter
zee G. Doorman, A. Quispel, H. Schotborgh
en de kolonel, commandant van het korps
mariniers F. A. Van Braam Houckgeest,
adjudant in buitengewonen dienst van H. M.
de Koningin ridder 3de kl. der orde van
den Rooden Adelaar, de luit. ter zoe lste kl.
J. Lnytjes ridder 4de kl. der orde van den
Rooden Adelaar, de 1ste luits. bij het korps
mariniers D. G. Vreedenberg, A. J. Paeblig
ridder lste kl. der orde van de Kroon van
Pruisen, de viee-admirnal W. F. H. Cramer
ridder 2de kl. met de Ster der orde van de
Kroon van Pruisen, de schout-bij-nacht C.
H. Bogaertridder 2de kl. der orde van dc
Kroon van Pruisen, de kapt.-luits. ter zee J.
R. Eek, A. G. Ellis en de luit.-kol. bij het
korps mariniers A. H. W. De Gelder ridder
3de kl. der orde van de Kroon van Pruisen,
de luits. ter zee lste kl. J. L. Hordijk, D.
Stolp, J. C. Jeekel, J. H. L. J. baron Sweerts
de Landas Wyborgh, H. G. J. Wolterbeek,
H. P. Netscher, W. J. Cohen Stuart, J. Hartog,
H. J. F. Michelhoff en de kapt. bij het korps
mariniers J. W. Van Riel.
De mach. 2de kl. L. F. Van Beek, behoo-
rende tot de rol van Hr. Ms. instructieschip
voor torpedisten „Marnix" alhier, is ter ver
vanging van den mach. lste kl. B. L. Vries,
geplaatst op folio van mach. lste kl. aan
boord van Hr. Ms. torpedo-transportvaartuig
„Mercuur."
beschikbare voorwerpen dicht te stoppen.
Wij zullen spoedig genoodzaakt zijn
deze stelling te verlaten, of anders zullen die
ploerten ons doodschieten als honden, zonder
dat wij hun vuur kunnen beantwoorden, zeide
hjj.
Opeens scheen hij echter eeue nieuwe in
geving te krijgen. Alle patronen der inland-
sche hulptroepen liet hij bijeenbrengen en aan
de marine-infanterie uitdeelen.
Gij weet, voegde hij er bij, dit is al
wat wij hebben. Weest er dus zoo zuinig
mede, alsof het uwe oogappels waren, want
als dit verschoten is....
Hij maakte een gebaar, alsof hij zeggen
wilde „dan is ons leven weder in Gods hand,"
en stak eene nieuwe sigarette op.
Op dit oogeublik klonk er eene geweldige
uitbarsting aan de zijde der riviereene
vurige lijn werd langs den hemel beschreven
en onmiddellijk brak er brand uit in een
gedeelte der stad, waar het meerendeel der
Chineesche troepen ingekwartierd was.
Dat heeft veel van de muziek van de
„la Carobine 1" riep de adjudant uit. En
zijne kijker derwaarts richtend, vervolgde hij
Waarachtig, ik zie de kanonneerboot, daar
ligt ze vlak tegenover ons in de Arroyo....
hoor daar kraken hare kanonnen van 14 eM
En daar gaan de stukken van 4 cM. ook
aan den gang, voegde hij er bij, toen een
andere knal hoorbaar werd.
Reeds wreven de soldaten, verheugd over
de onverwachte hulp, in hunne handen en
een van hen riep uit
In dat geval zijn wij gered 1 Ik zal
een handje helpen, op het welzijn van de
Carobine.
eme/tTer
ts «ov., jf. van liet aoon van ecu kruis
tocht naar de kleine Antillen, van Curaijao
vertrokken en 13 Nov. in de baai van St.
Thomas aangekomen. Na aldaar vier dagen
vertoefd te hebben, heeft het stoomschip
17 Nov., de baai verlaten, koers zettende
naar St. Martin.
De gebruikelijke saluutschoten en eerbe
wijzen, alsmede de officiöele bezoeken, wareu
over en weer in acht genomen.
Het plan is verder nog de eilanden St.
Eustatius en Saba aan te doen en vervolgens
in den loop dezer maand St. Lucia en Trinidad
en 22 Dec. naar Curaijao terug t§ keeren.
Aan boord was alles wel.
Departement van Marine in Oost-Indie.
Benoemd tot 3de stuurman F. L. Lixtot
2de stuurman P. Engelkes tot raach.-lcerling
2de kl. J. F. Michel.
Geplaatst: F. L. Lix en J. F. Michel,
voorn., op „Reiger."
Overgeplaatstde 2de stuurman P. Engel
kes, van „Condor" op „Zeemeeuw" de lste
stuurman J. H. Hondius van Herwerden, van
„Zeemeeuw" op „Raafidem W. F. Berman,
van „Raaf" op „Indragiri de 2de mach. L.
L. G. T. Born, van „Condor" op „Havik;"
idem W. J. Steinbuch, van „Havik" op
„Condorde lste mach. W. G. Dietz, van
„Indragiri" op „Albatrosde 2de mach. J.
W. J. Rotteveel, van „Reiger" op „Indragiri."
OntslagenOp verzoek, eervol, de
magazijnmeester bij het marine-tablissement
te Soerabaja, W. F. G. L. Faubel.
BelastMet de waarneming dier betrekkiug
de officier van administratie lste kl. bij de
Kon. Marine H. J. Verveen.
Over het „baren" aan de Militaire Acade
mie schrijft men aan de „Arnh. Ct."
„De Militaire Academie is natuurlijk een
geheel militaire inrichting. De daar geplaatste
kadets hooren, evenals andere militairen, de
krijgsartikelen voorlezen na hun aankomst
en voorts later op vaste tijdstippenze zijn
aan de militaire wetten onderworpen en zijn
dus niets anders dan jeugdige krijgslieden.
De naam „Academie" schijnt de jongelieden,
reeds van den beginne af, echter in den
waan gebracht te hebben, dat ze een soort
studenten waren, en die waan schijnen de
chefs nog niet te hebben kunnen doen ver
dwijnen. Van oudsher en tot den liuidigen
dag hoorde men van „ontgroenen" of „baren".
„In een militaire inrichting komen zulke
arbitraire en anti-militaire gebruiken in het
geheel niet te pas. Maar evenals de „kwade
geest", die soms in een troep kan heerschen,
moeielijk uit te roeien is, zoo kunnen mis
bruiken dikwijls slechts te keer gegaan wor
den door een buitengewonen maatregel.
„Welnu, ik doe er een aan de hand.
„Men late de jengdige kadets de nieuwe
lingen veertien dagen eerder op de Mili
taire Akademie komen, dan de oudere. De
eersten worden, na aankomst, dadelijk ge
kleed, beginnen van den tweeden dag af met
exercitiën en andere oefeningen, en na veer
tien dagen zijn ze reeds eeuigszius ingewijd
in het militaire vak en, als de ouderen ko
men, zijn de jongeren reeds meer hun kame
raden. Men kan bovendien gelasten, dat het
zoo zijn moet en niet anders. In St.-Cyr
bestaat, als ik mij niet vergis, eene regeling
als de door mij aaugeprezene waarschijn
lijk om gelijke oorzaken als bij ons inge
voerd en ze moet zeer goed werken.
Onderwijs en Examens.
Op de gewone vergadering der Gewestelijke
vereeniging Noord-Holland van het Neder
lands Onderwijzers-Genootschap, op 28 dezer
te Amsterdam te houden, zal onder meer
worden behandeld een voorstel van het
bestuur, om aan de afdeeling Amsterdam
eene subsidie van f 100 toe te staan voor
de ontvangst der leden van de algemeene
vergadering des Geuootschaps in 1892, bij
de herdenking van het 50-jarig bestaan.
Kerknieuws.
Beroepen bij de Iierv. gera. te Wieringer-
waard, de heer G. Brink, cand. te Ruiner-
wolde.
Daarop schoot hij zijn geweer af en een
bamboehoed, die over den muur kwam heen
kijken, vloog met den schedel, dien hij dekte,
aan stukken.
De vreugde was echter van korten duur.
Ongeveer tien minuten lang had de Caro
bine zonder ophouden gevuurd, doch nu zweeg
baar geschut plotseling. Zonder dat de citadel
troepen wisten of konden raden waarom,
verliet zij hare positie en. keerde met vollen
kracht naar den Thaï-Buih terug.
Alweer een troefkaart minder, zuchtte
de adjudant ontmoedigd.
Naderhand vernam men, hoe de zaak zich
had toegedragen. Op de kanonneerboot, die
met een krachtig vuur ontvangen was, waren
binnen enkele oogenblikken acht van de twee-
en twintig manschappen buiten gerecht gesteld,
zoodat zij zich met verlies van kettingen en
twee ankers moest terugtrekken. Kapitein
Bauer had met eigen hand de kabels gekapt.
De boot en zelfs hare pantsers, waren door
boord door de kogels, die a bout portant op
haar waren afgeschoten.
Intusschen werd de toestand voor de kleine
citadel-bezetting hoe langer zoo ernstiger. Daar
zij zeer zuinig moest zijn met hare munitie,
werd het goed onderhouden vuur des vijands
slechts nu en dan met een geweerschot be
antwoord. Yoor de tweede maal beproefde de
vijand een storm, doch ook nu werd hij na
een vreeselijk gevecht van man tegen man
teruggeslagende Chineezen, in huu schuil
hoek teruggekeerd, openden echteronmiddellijk
weder een levendig geweervuur tegen de
ellendige poort, die langzamerhand tot puin
geschoten werd.
(Wordt vervolgd.)