HELDERSCHE NIEUWEDIEPER COURANT. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. EN J. H. VAN BALEN. 5) Mevrouw de Gravin, „Es daieipereert nimmer I* Jmn Pieten. Coen. Het Vaderlandt ghetronw» Blijf ick tot in den doot. WilMmtaKsé. VorsolilJnt lederen Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. Abonnementeprijs per 3 Voor de oeurtnt binnen de geineeente naar dc overige plaatsen van Nederland alle landen, die in het postverdrag rijn opgenomen (inbegrepen Oost-Indië en Amerika). t m m Zuid-Afrika n a a .n d e n: 0.70, met Zondagsblad 1.05 0.90, ,1.85 1.75, 2.50, REDACTEUR-UITGEVER Molenplein. Helder. Telefoonnummer 30. Prija der Advertjentiën: Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang ven de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Iugezonden medodeelingen en aanbevelingen, geplaatst tnaschen den tekst, per regel 10 Ct, Advertentiën voor liefdadige doeleinden6, o?" 5" Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 Agent in het buitenland: België, Mr N. Bertoux, Agence de publicité, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxelles. NEDERLAND. HELDER, lo December. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag 8 December. Staatsbegrooting. De heer Noordtzij drong opnieuw aan op wettelijke voorziening ten gunste der rechtsgelijkheid bij erkenning van kerkge nootschappen de heer Bahlmann eischte uitzonderingsvoorschriften op de Arbeidswet voor bleekerijen en schoenmakerijen en geheele herziening van het Kon. besluit tot uitvoering der wet. De heer Rutgers vroeg nogmaals, of de Regeering de aangekondigde lotsverzeke- ring van werklieden wil beperken tot handwerkslieden of uitbreiden tot alle arbeiders. De heer Kerdijk bestreed den heer Bahlmann en waarschuwde sterk tegen diens aandrang tot mildere uitvoering der Arbeids wet, klaagde over onvoldoende handhaving, wegens gemis aan toezicht en wenschte dit op te dragen aan bepaalde daarvoor aange wezen politiedienaren. De heer Van Velzen drong er op aan, de technische arbeidszaken over te brengen naar Waterstaat. De minister van Justitie erkende de wenschelijkheid van herziening der militaire rechtspleging. Wijziging van het Wetb. voor Strafvor dering is van hem niet te wachten, dan bij hooge uitzondering, evenmin het eerste boek van 't B. Wetboek. Bij de wet te regelen, dat een huurcon tract is een afbetalingscontract, gaat niet aanspr. achtte om procureur te worden examen noch stage gewenscht. Wijziging der Arbeidswet is niet van hem te ver wachten. Met zijn collega van Waterstaat zal de minister overleggen, het beroep van beslis singen der arbeidsinspecteurs anders te rege len. Een speciaal toezicht in elke gemeente is niet wenschelijk. Tegen de prostitutie zal de Regeering krachtig ijveren, waar dat mogelijk is. Feuilleton nn de Heldertche- en Nieuwed. Courant. door Victor Bltithgen. „Daar zijn vrouwlui, mijnheer Züssow," zeide de koeteier, over den schouder been en wees met de zweep naar het bosch. „Ik geloof, de genadige freule van Muchow." Tusschen <le booraen zag men twee kleuren schitteren, licht en donkerrood twee stroo- hoeden en twee zakdoeken werden door meisjesarmen omhoog gezwaaid. Züssow nam zijn hoed af en zwaaide daarmede terug. „Welk een genot, zoo jong te zijn," sprak hij droefgeestig, terwijl hij nog een poosje naar de fladderende doekjes bleef staren. „Dat kent geen zorgen," Zij staken hunne zakdoeken weer bij zich en zagen elkander met lachende oogen aan. „Hij is toch te aardig," zeide gravin Hilde als 't ware tot zichzelven. „Wie?" klonk het op uildagenden toon uit de mond van de gezelschapsjuffrouw. Hilde keek haar verbluft aan, maar plotse ling helderde haar gezichtje weer op. „Ik bedoel niet papa Züssow natuurlijk niet I Ik dacht aan.... welnu, aan den nieuwen opzichter." „Ha! Werkelijk? Aan geen ander? Welnu, die vind ik eene schoonheid I" „Dat begrijp ik niet hij heeft zulke hatelijke oogen, zoo groen, bruin, grijs en hij kijkt iemand altijd zoo van terzijde aan. Voor mij heeft hij iets huiveringwekkends. Tegenover den heer Noordtzij verdedigde de minister het standpunt der Regeering en ontkent het bestaan van rechtsongelijkheid. Zitting van Woensdag 9 December. De heer Bevers bepleitte verbetering van het notarisambt binnen de perken der bestaande wet, door opheffing van stand plaatsen, schorsing van het candidaats- examen, beter toezicht op soliditeit en voor koming van beunhazerij. De heer Noordtzij bestreed de beschou wingen des ministers omtrent de rechtsbe voegdheid en erkenning der kerkgenoot schappen de heer Keuchenius drong mede sterk aan op verzekering aan de Gerefor meerde kerk van de rechten, haar sedert de 16de eeuw toegekend. De heer Clercx drong aan op herziening der fiscale en registratiewetgeving. De heer Tijdens drong aan op strafver mindering voor Geel en sloot zich aan bij de conclusie der meeting te Amsterdam. De minister van Justitie verklaarde, dat bij pensioneering van werklieden gewone werklieden worden bedoeld. Op de vragen van den heer Tijdens of hij bij den ministerraad voorwaardelijke invrijheidstelling zal vragen of de Ko ningin-Regentes voorlichten, kon de minister niet antwoorden, daar hij niet kan mee- deelen wat in de boezem der Regeering zal of moet geschieden. Overigens meent hij, dat de rechterlijke uitspraak als zoodanig moet worden geeerbiedigd. I Het algemeen debat werd gesloten. Aan den heer Levy kan de minister niet beloven verhooging der bezoldigingen van rechters in sommige hoofdplaatsenaan 1 den heer Lieftinck beloofde hij verhooging der tractementen van Rijksveldwachters. De minister zal zoodra mogelijk voor zien in de behoefte aan opvoedingsgestich ten en in het gebrek aan de cellulaire ge vangenis te Nieuwer-Amstel, ontstaan door geluidsoverbrenging. Hoofdstuk Justitie is aangenomen, even als 't ontwerp tot verlenging van den ter mijn der Arbeids-enquête. De minister ver klaarde te zullen overwegen de instelling eener enquête naar den veldarbeid. De beraadslaging over Hoofdstuk V is aangevangen. De heer Zijp bestreed de bestendiging der wik- en weegloonen. De Haagsche corr. der „Zutph. Ct." ver zekert, dat het ontwerp tot invoering eener vermogensbelasting het Departement van Financien nog niet heeft verlaten. In zoo verre met de uitdrukking „het Departement verlaten" bedoeld isbij den Raad van State ingekomen, is dit juist, zegt het „Vad." Maar het ontwerp was gereed en door den minister aan den tijdelijken voorzitter van den ministerraad gezonden. Naar wij ver nemen, zullen vermogens tot f 100.000 met 1 per mille getroffen worden. In verband met dit ontwerp is men bezig een bedrijfs belasting te ontwerpen, waarin ook trakte menten van ambtenaren en andere gesala rieerde personen betrokken zullen worden. En tevens wordt een nieuwe regeling der personeele belasting ontworpen, De Nederl. Vereeniging van werk tuig- en scheepsbouwkundigen heeft aan H. M. de Koningin-Regentes een adres aangeboden met de strekking om het nieuwe oorlogsschip r ten behoeve der Indische militaire Marine niet in het buitenland te doen bouwen zonder mededinging van de binnenlandsche nijverheid. In het adres wordt betoogd,dat de redenen door den minister van Marine aangegeven om het schip in Engeland te doen ver vaardigen, nl. de spoed, waarmede het dan zou kunnen afgeleverd worden en de erva ring, door den buitenlandschen bouwmeester bij den bouw van dergelijke schepen opge daan, niet opwegen tegen de nadeelen. In de eerste plaats wordt een belangrijk werk aan de nijvere werkkrachten hier te lande onthouden. Ten tweede verliezen de Neder- landsche scheepsbouwkundigen een gelegen heid om een oplossing te vinden voor behoeften der Nationale Marine. Ten slotte kan de ervaring van den buitenlandschen bouwmeester slechts teu deele ten goede komen aan het nieuwe schip, omdat hij die ervaring mist omtrent de bewapening, die volgens vroegere raededeelingen van den minister van Koloniën niet dan gewijzigd van het Engelsche type zal worden overge nomen. Jl. Maandag dineerden aan de tafel van H. M. de Koningin-Regentes generaal- majoor Bergansius, commandant van de stelling van Amsterdam en de luitenant- generaal Boumeester, kanselier der Neder- landsche Orden. Jl. Zondag is onder het voorzitterschap van dr. Vitus Bruinsma een vergadering gehouden van het Friesch comité van de Volkspartij. Er waren aanwezig 82 afge vaardigden, vertegenwoordigende 56 van de 100 aangesloten Vereenigingen. Bovendien zou hij minstens tien jaar jonger moeten zijn." „Nu, ik viud die oogen juist interessant. Er ligt zoo iets geheimzinnigs in, zoo iet9 van diepe, donkere afgronden des levens. Wanneer oogen voor mij gevaarlijk kunnen zijn, dan zijn het zulke. Die man heeft iets magnetisch in zich. Wanneer die oogen mij aanzien, is het mij evenals een konijntje, dat zich niet kan verroeren, omdat de oogen van een slang er op rusten. Het is mij altijd alsof uit die oogen klauwen zullen te voor- j schijn komen." De gravin liet een heldere lach hooren. „Je bent dol. En dat noemt gij schoonheid?" „Verschil van smaak," merkte juffrouw I Blankenstein schouderophalend op. „Voor mij moet een man iets raadselach tigs hebben, iets hoe zal ik het noemen, iets verdachts, iets huiveringwekkends, wan- neer hij op mij indruk wil maken. Lieve hemel, als iemand daar zoo braaf en solide voor mij staat, zou ik hem wel zoo lang kunnen tarten, totdat hij woedend werd eu alles door elkaar gooide." „Hu, Hedwig, nu wordt gij toch huivering wekkend. Eene mooie dominé's dochter Eene vroolijke trek vloog over het strakke, bijna norsche, maar toch pikant getaekend gelaat van de gezelschapsdame. „Dat is eene oude geschiedenis, lieve," zeide zij. „Kinderen van geestelijken worden of engelen of duivels. Ik ben natuurlijk juist het laatste." „Neen, nu doet ge u weer slechter voor, dan ge zijt dat schijnt eene manie van u te zijn en daardoor benadeeltJge u zelve in de oogen van andere», die u niet beter kennen." „Wie weet," bromde de andere. „Ik geloof echter, dat uwe genadige mama mij beter doorziet dan gij. Zij bezit ook vuurzij uit het wel is waar in honderd minder gevaarlijke hartstochten en invallen, maar dat kan men doen, als men geld heeft. Maar weet ge, wat het schoone is, dat ik in dien inspecteur vind Hij heeft zulk een zuiveren tintkortweg gezegd wit als sneeuw, rood als bloed, zwart als ebbenhout „Sneeuwwitje 1" riep gravin Hilde lachen de. „Sneeuwwitje met den slangenblik, zoo zal ik hem voortaan noemen. Ach, arm konijntje, ik zal op u moeten passen, opdat hij u niet verslindtik zal er dadelijk een begin mede maken. Dat moet ik aan De voorzitter constateerde, dat de vrees, 27 Sept. op de toen gehouden vergadering geuit, dat in den naasten tijd ettelijke Ver. zich zouden afscheiden, ongegrond is gebleken. Slechts één had zich terugge trokken. Na eenige wijzigingen, in de statuten aangebracht, werd aan de orde gesteld het voorstel van het bestuur, om met het oog op de groote armoede, die ook dezen winter, in het bijzonder in Friesland, geleden wordt, aan de Tweede Kamer een adres te zenden, waarin aangedrongen wordt op het zoo spoedig mogelijk nemen van maatregelen tot verbetering van armenzorg. Na lange en nu en dan hartstochtelijke discussies werd met 48 tegen 16 st. besloten het adres te zenden en volgens het „N. v. d. D.," aan het bestuur opgedragen het concept nog in dien zin te wijzigen als zij uit de discussiên beeft meenen te moeten afleiden, dat gewenscht werd. Tevens besloot men, aan zooveel Ver eenigingen mogelijk het adres te zenden,met uitnoodiging om öf adhaesie-adressen, öf adressen in denzelfden geest aan de wet gevende macht te richten. De vergadering besloot ten slotte het punt omtrent het bevorderen der richting van vak vereenigingen tot de volgende ver gadering aan te houden. Bij de jl. Dinsdag te Amsterdam gehouden verkiezing voor éen lid der Provinciale Staten (vacature mr. Aug. Philips) werden uitgebracht 3666 stemmen. Er werden uitgebracht op de heeren mr. J. E. Henny (lib.) 1776 stemmen, mr. J. A. N. Travaglino (kath.) 983 stemmen en W. Hovy (anti-rev.) 848 stemmen. Dientengevolge moet een herstemming plaats hebben tusschen de heeren Henny en Travaglino. De uitslag van de Kamerverkiezing in het district Tiel is, dat gekozen is de heermr. M. Tydeman Jr., (lib.) met 1547 van de 2327 geldige stemmen. De heer mr. JE. baron Mackay (antir.) verkreeg 7 98 stemmen. Binnenlandsch nieuws. Helder. Gemeenteraad. Zit ting van Dinsdag 8 December 1891. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 17 leden. Afwezig zijn de heeren Bakker en Hoogenbosch. De tribune is goed bezet. Na de opening der vergadering wordende aanteekeningen van het verhandelde in de zeggen „Wanneer gij het doet," zeide Hedwig heftig, terwijl zij de gravin ruw bij den arm greep, „ga ik rechtstreeks naar den baron gij weet wel, naar hem en dan vertel ik hem, wat gij gisterenavond gezegd hebt." Het gelaat der gravin werd door een verraderlijk rood overtogen. „Nu, laten we maar weer vrede sluiten," zeide zij. Daarna haar lip optrekkende, voegde zij er bij„Het zou mij echter niets kunnen schelen. Met een neef maakt men zooveel drukte niet. Men kan hem gerust ronduit zeggen, of men hem aardig of afschuwelijk vindt. Maar laten we nu het bosch weer ingaan." „Goed, maar ik zal voorgaan en gij moet mij beloven, mij door dik en dun te zullen volgen." „Dat beloof ik u plechtig Nu drongen de twee meisjes, Hedwig vooraan, door hazelaarsboschjes en ander dik struikgewas door, terwijl zij telkens hunne kleeren moesten verlossen van de takken, waaraan deze bleven vastzitten. Van den vorige zitting voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. Door den Voorzitter wordt voorgesteld a.._ de nieuwgebouwde brug over het Ileldersche j kanaal bij de Keizerstraat eenen officiëelen naam te geven en medegedeeld, dat bij het Dag. Bestuur het denkbeeld is opgekomen'1 de brug, naar de Keizerstraat, Keizers brug te doopen. De heer Over Linden acht een zoo verheven naam onnoo- dignaar de Gasfabriek of de Windsteeg zou de brug met evenveel recht Gas- of j Windbrug kunnen heeten. Ook de heer Korver acht den naam Windbrug meer ge- j wensebt. Bij hoofdelijke stemming wordt] echter het voorstel des Voorzitters met een-j parige stemmen aangenomen en de brug offi ciéél Keizersbrug geheeten. Thans stelt de Voorzitter aan de orde: 1 benoeming van een brugwachter. Doorjl het Dag. Bestuur is voor deze betrekking een J voordracht opgemaakt, waarop zijn geplaatst L J. Wentel, K. Bregman, Visser en van Kalken. Tot de benoeming overgaande, wordt met F 10 steramen benoemd K. Bregman. Op. F J. Wentel waren 6 stemmen uitgebracht,! terwijl J. Helder 1 stem verkreeg. Door den Voorzitter wordt voorgesteld alsnul over te gaan tot vaststelling van het Reg-jP lement voor het Ziekenhuis en deApoil theek, zooals het is gewijzigd en bijdeledeiil ter kennisname heeft gecirculeerd.Deheeil Zurrauhlen bekomt op zijne vraag, of d< wijzigingen in bet reglement zijn aangebrachl in overleg met Bestuurderen van het Zieken huis, van den Voorzitter een toestemmen) antwoord. In stemming gebracht, wordi het reglement hierop met eenparige stemmee vastgesteld. Te midden van de stemming vraagt de heer Franken of het reglement ir de vorige zitting is voorgelezen, waarop dooi den Voorzitter ontkennend wordt geantwoord' De heer Franken verklaart er dan nie! vóór te kunnen stemmen, omdat z. i. be publiek recht heeft om den inhoud te kennen Misschien stelt het er wel niet veel belanj in, zegt spr., maar in eene openbare zittinj dienen de zaken openbaar te worden behan deld. De Voorzitter herinnert dat he reglement bjj de leden heeft gecirculeerd; hi F is echter bereid, het te doen voorlezen, n-1 zulks door den heer Franken wordt verlangd! Deze toont zich voldaan en hech! mede zijne goedkeuring aan de vaststelling. L Het uit 66 artikelen samengestelde reglemet^H wordt hierop door den Secretaris voorgelezei H De Voorzitter doet hierop voorlezing g<| schieden van een van den Commissaris dn Koningin in deze provincie ontvangen missievM houdende op verzoek van den Minister va*l Binnenl. Zaken de mededeeling, dat de gt grond lachte hun de sleutelbloemen, anemonen en viooltjes toe, om hen heen bewoog zich het jonge groen en onder hunne voeten kraakte het dorre hout. Boven hen hoorde men het gezang van de koekoek. „Ja, waar gaan we toch heen „Dat is mijn geheim," zeide juffrouw Blankenstein. „Of beter gezegd, ik weet het zelve niet. Grüble nicht und frage nicht, Geh der Nase nach Deinen Weg begreifst Du erst, Wenn Dein Sehicksal sprach. Ik zou echter wel willen, dat we wat eten hadden meegenomen. De volgende keer zal ik er echter beter voor zorgen. „Ik ook," zeide gravin Hilde lachende. Toen zij een hoek vau het bosch hadden omgeslagen, zagen zij tusschen de boomen door het open veld, waarop niet ver van den rand van het bosch eenige mannen en vrou wen in gebogen houding bezig waren. De gezelschapsdame wendde zich met eene halve wending van het hoofd naar gravin Hilde en beider oogen ontmoetten elkander. Het gelaat der gravin werd weer met een blos bedekt en tegelijkertijd begonnen beiden te lachen zij spraken echter geen woord, maar liepen langzaam op den rand van het bosch toe. „Als ik mij niet vergis, staat mijnheer Achim von Sedlnitzkij daar," zeide juffrouw Blankenstein op schelmschen toon, terwijl zij, met de hand boven de oogen, naar de arbeiders tuurde. De jonge man stond op vijftig schreden afstands met de handen in de zakken van zijn jas, waaruit een stevige doornstok om hoog stak. Juffrouw Blankenstein begon -| hoorbaar te hoesten. Gravin Hilde frons I het voorhoofd en zeide toornig, terwijl 2.1 een paar stappen achteruit liep: J „Maar, Hedwig „Welnu?" vroeg deze kortaf. „Mag niet hoesten De jonge man had zich omgekeerd en e verheugde trek gleed over zijn schoof gewoonlijk ernstig gelaat. Zijne handen v< lieten oogenblikkelijk de jaszakken cn zij11 voeten, welke in elegante rijlaarzen stake"| waadden met groote schreden door den week?* akkergrond, naar de meisjes toe. „Goeden morgen, dames," zeide hij beleef; „het doet mij veel genoegen ji „Hebt ge niet wat voor ons te etjl mijnheer von Sedlnitzkij viel juffroij Blankenstein hem in de rede. „Hetgeno< zou dau geheel aan onzen kant zijn. zijn verdwaalde wandelaarsters en hebben geen drie uren iets over de lippen gehad. „Maar, Hedwig, dat gaat te ver!" en gravin legde haar haastig de hand op_l mond. „Laat u niets voorpraten, Achira.^^ „Ik heb ook werkelijk reeds gegete H bekende hij openhartig. „Misschien mag|fl| echter voor de dames wel een paar aardappel in de asch braden Vuur is spoedig gemaa» I „Dat i9 een kostelijk idee 1" riep juffrt I Blankenstein uit. „Kom mee, mijn^' von Sedluitzkij, dan zullen we samen gaan sprokkelen." Inderdaad begonnen beiden droog houj verzamelen en op te stapelen. Gravin Hrl bleef tegen een boom geleund staan en 1 I hoofdschuddend toe, terwijl de werklifl zich pieuwsgierig omwendden. „Wees toch verstandig," zeide zij. (Wordt veTTolgdl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1891 | | pagina 1