ie,
DE AVONTUREN
SIDI-FROUSSARD.
ij
dezer
de
de
di<
lee
1,
te Londen2o. liet brengen op de
Staatsbegrooting voor 1892 van een som
van f 10.000 voor bezoldiging, bureau
kosten, enz.
Uit de in druk verschenen uit
komsten der 7de algemeene volkstel
ling blijkt nog, dat er in Nederland
op 31 December 1889 bestonden
811.353 bewoonde en 35.680 onbe
woonde woonhuizen, 2264 woonhuizen
die in aanbouw waren, en verder 9788
bewoonde schepen.
Bij de telling waren in ons land
aanwezig2.144.lll mannen en 2.227.382
vrouwen. Tijdelijk afwezig 84.375 m.
•n 55.545 vr., hetwelk een totaal geeft
van 4.511.415 inwoners.
Het getal huisgezinnen bedroeg
910.930, wier leden verdeeld waren als
volgt: mannel. hoofden van gezinnen
787.824, vrouwel. id. 123.106kinde
ren 2.199.492, personen in dienstbe
trekking 228.497 (waarvanmannen
70.520, vrouwen 157.977), overige
leden der gezinnen 1.024.151afzon
derlijk leefden 26.091 mannen en 40.894
vrouwen.
De bevolking van gestichten en
andere instellingen, onder één bestnur
te zamen wonende, bestond uit 47.970
mannen en 33.390 vrouwen.
In oppervlakte besloeg het Rijk
3.253.826.52 hectaren, d. i. 1368.49
inwoners per 1000 hectaren.
Het getal blinden bedroeg 2114,
waarvan 441 onderwijs genoten heb
ben dat der doofstommen was 1977,
waarvan 1451 het voor doofstommen
bestemde onderwijs genieten of genoten
hebben.
In zijn antwoord omtrent het
leeningsontwerp zegt de minister van
Financiën, dat door deze leening juist
zooveel zal worden verkregen als noodig
is en dus voor Nederlandsche behoeften
geen nieuwe leening zal behoeven
gesloten te worden, zoolang zich geen
onvoorziene omstandigheden voordoen.
Den toestand der geldmarkt acht de
minister minder gunstig dan ongeveer
anderhalf jaar geleden maar in verge-
lijking met de omstandigheden, waar-
i onder nog vóór weinige jaren leeningen
ivjj[ I door den Staat zijn te gelde gemaakt,
kan de toestand toch voorzeker wèl
u gunstig heeten. Toen werden 4 pCt.
r' I leeningen tegen ongeveer pari uitgege-
r.0 'j1 ven en thans mag met vrij groote
'8®!zekerheid verwacht worden, dat tegen
denzelfden prijs een 3£ pCts. fonds
jdeijj te plaatsen zal zijn; zulk een tijdstip
ongebruikt te laten, zou niet verant-
l woord zijn, meent de minister.
In de eerste maanden des jaars is
het geld in den regel 't overvloedigst
vermoedelijk zal dus eene der hoofd-
[f voorwaarden van het welslagen eener
■jl leening eerlang wel vervuld zijn.
jQl De minister heeft overgelegd de balans
der Ned. Rhijnspoorweg-Maatschappij,
5ij 'j opgemaakt 14 October 1890. Daaruit
istig( blijkt, dat f 185,638 minder in de
ird n schatkist is gestort, dan tijdens de
dent behandeling van de spoorwegovereen-
3>#« komsten in uitzicht werd gesteld.
De heer F. S. A. De Clercq, uit
det Zutphen. hield jl. Dinsdagavond in het
stm r Indisch Genootschap" een voordracht
150 2 over de Minahassa. Hij gaf een historisch
OTJi overzicht van de handelingen van
tfri *t Nederlandsch gezag aldaar, waarin
'e
Don®
ti
V
id di
GI
chaj
ider
van
D
V) Naar het Franach van G. Le Faure.
Dey
Twee, drie, vijf uren verliepen,
'^zonder dat er eenige verandering in
„den toestand kwam.
len d Ongerust over de stilte op de citadel,
t^vhad kapitein Bertin een nieuwen uitval
E]bgewaagd, doch met niet beter uitslag
brl^dan de eerste maal. Wat kon hij ook
itbo"met zijne driehonderd manschappen
sre uitrichten tegen de vierduizend Chi-
neezen, die Hai-Dzuong bezet hielden?
e(jeTevergeefs stak hij met zijne
i#|j ^houwitsers de stroohutten in brand en
■dv<lrac^tte z'ck ^oor de vlammen heen
T(j 4 te vereenigen met den adjudant. De
g^imoed en de heldhaftigheid zijner
soldaten leden schipbreuk tegen het
^-/'overweldigend aantal hunner vijanden.
Gij hebt bepaald verkeerd gedaan,
yran onze gastvrijheid gebruik te maken,
Q herhaal de de adjudant tot Fontaignac.
komen hier niet meer uit.
De sergeant haalde met zekere
(onverschilligheid de schouders op en
Qhiiintwoordde niet. Gedurende eenige
tsti >°gönblikken onderzocht hij aandachtig
Hen omtrek der citadel. Plotseling
^rees hij naar de rijstvelden, die zich
"echts naar de rivier uitstrekten:
1. geheele intrekking van de gedwon- j
gen koffiecultuur en vervanging van
den vrijen uitvoer van koffie door de
heffing van een vast recht2. nadere j
regeling der meest drukkende heere- i
diensten in een juiste verhouding tot 1
de plaatselijke behoeften en de krachten j
der bevolking en 3. deugdelijke erken-
ning van het gezag der hoofden door I
de verplichting om hen te raadplegen,
waar het geldt hun eigen belangen en
die hunner onderhoorigen.
Bij het debat, dat op de zeer toege
juichte rede volgde, bleken de heeren
De Lange, De Vries, Van Alphen en
Kielstra 't in hoofdzaak met den inleider
eens te zijn.
De toekomst der arbeldswetge-
vlaf. Wat er ten aanzien der
arbeidswetgeving van den minister
Smidt te wachten is, blijkt tamelijk
duidelijk uit zijne rede, bij het begroo-
tingsdebat gehouden.
Van dat antwoord aan de verschil
lende sprekers is nl. het volgende ge
deelte aan de v sociale quaestie" gewijd
#Wij hebben jl. Donderdagmorgen
vernomen, hoe verschillend het oordeel
is over de Arbeidswet. Terwijl de
eene spreker verklaarde, dat niemand
daarmede is ingenomen, als zijnde te
gestreng en ingrijpend, meende een
ander afgevaardigde, dat de weinige
ingenomenheid daaruit voortsproot, dat
zij niet ver genoeg gaat.
*Ik stel mij daarin geen partij. De
waarheid ligt misschien ook in het
midden. Maar ik wensch mij te houden
aan de wet, zooals die bestaat, daar ik
niet voornemens ben, mij voor te bereiden
tot eene wijziging. Wanneer de Wet
gevende Macht eenmaal na rijp beraad
uitspraak heeft gedaan ïn één zoo
belangrijk onderwerp, als dit hier is
geschied, moet men daaromtrent de
lessen der ervaring afwachten, die eerst
kunnen worden opgedaan nadat de wet
eenigen tijd zal hebben gewerkt. In
zoover er dus eene critiek van de wet
is geleverd, meen ik mij daarmede niet
te behoeven op te houden."
Verder eenig détail-gehaspel met den
heer Bahlmann, over het uitvoering-
besluit.
En daarmee uit. Dat is alles wat de
heer Smidt op 't hart had en op zijn
program heeft ten aanzien van het
arbeidsvraagstuk.
Hij schijnt er dus al zoowat over te
denken als Jhr. Rutgers van Rozen
burg, die met de volgende geestige
ontboezeming toonde, hoe ernstig door
hem het groote vraagstuk van onzen
tijd wordt opgevat.
*Het is stijl tegenwoordig, zeide
deze redenaar, veel belang te stel
len of althans te toonen in het lot van
den arbeider. Hoe dat komt, wil of
kan ik niet uitmaken, daar het toch
niet is aan te nemen, dat de reden
hierin zou te zoeken zijn, dat de hand
werkslieden de talrijkste groep van het
volk achter de kiezers vormen, die,
wanneer algemeen stemrecht ingevoerd
of eerlang aan het kiesrecht eene zeer
groote uitbreiding gegeven wordt, het
eerst aan de beurt liggen om tot de
stembus geroepen en uit dien hoofde
geeourtiseerd te worden."
Is 't niet alsof de liberale Jhr.
Rutgers van RöZénbuig, afgevaardigde
Hoeveel tijd denkt gij, dat ik
langs dien weg noodig zou hebben om
de Thai-Biuh te bereiken!
Ongeveer tien minutenmaar
gij denkt er toch niet aan
Om uwe beleefdheid met ondank
te beloonen Zeer zeker.
Gij zijt krankzinnig dat kost
u het leven.
Misschien nietmaar wat wacht
mij hier?
Wat is uw voornemen dan?
Ik spreek nooit over mijne
plannen, voor ze te hebben uitgevoerd
men zegt dat dit ongeluk brengt
gij moet mij echter helpen.
Waarin
Laat het vuur uwer manschappen
ophouden dat zal gindsche schurken
aanmoedigen den aanval te herhalen
houdt hen dan slechts tien minuten
bezig, dan heb ik tijd de rijstvelden
te bereiken; dat is alles. Geef mij
bovendien zes patronen, voegde hij
er bij.
Nadat aan zijn laatste verzoek vol
daan was, laadde hij zijn revolver
weder en reikte den adjudant de hand
met de woorden
Tot weerziens en goed succès,
luitenant.
Vervolgens gleed hij door een der
vensters der benedenwoning en bleef
in de citadel wachten.
Weldra stegen aan den buitenmuur
luide kreten op en het vuur werd weer
Gelukkig, dat de minister Smidt
nogmaals beloofde, dat de sociale wet
geving naar zijn ambtgenoot van
Waterstaat, Handel en Nijverheid zal
worden overgebracht. Denkelijk ziet de
heer Lely er meer in.
(H. Ct)
Cadettenschool te Alkmaar.
Bij nota van wijziging op Hoofdstuk
VIII der Staatsbegrooting voor 1892 is
door den min. van Oorlog een som van
f 145.000 opgenomen voor het bouwen
van genoemde school, na aftrek van
het aandeel in de kosten door de
gemeente Alkmaar te dragen (zijnde
f 110.000 en kostelooze afstand van
terrein). Aanvankelijk was de minister
voornemens overeenkomstig contract
met Alkmaar, de school door de ge
meente te doen bouwen, tegen betaling
door den Staat gedurende 40 jaren van
eene annuïteit, doch bij nadere over
weging is het den minister meer regel
matig en wenschelijk voorgekomen, den
bouw voor 's Rijks rekening te doen
plaats hebben, onder gebruikmaking
van het aangeboden terrein en van de
bijdrage van Alkmaar. Voorloopig zijn
de bouwkosten op f 255.000 geraamd.
Binnenlandtch nieuws.
Texel. Met groote teleurstelling
is te Oosterend het bericht ontvangen,
dat noch de Minister, noch Gede
puteerde Staten, termen hebben gevon
den om steun te verleenen aan den
aanleg eener zeehaven. Niet alleen de
visschersstand, maar de geheele burgerij
wordt aldus meent men hier
gedrukt door het gemis der haven. De
toestand is er niet op verbeterd, nu de
specie uit de nieuw gemaakte bijhaven
op Oude Schild op den Zeedijk wordt
gebracht, waardoor de passage voor
goederen uit Oude Schild naar hier,
geheel belemmerd wordt. Alle winter
voorraad moet daardoor over Den Haag
vervoerd worden.
Wijdenes. Bij de jl. Dinsdag
gehouden herstemming voor een lid
van den Gemeenteraad werd met 35
van de 47 stemmen gekozen de heer
J. Peereboom Kz.
Znidscliarwoiide. De gemeente-
begrooting is vastgesteld in ontvangst
en uitgaaf op f 13,266,97.
Koedijk. Jl Woensdag hield de
Vereeniging //Ziekenverpleging" alhier
hare eerste algemeene vergadering. Uit
de mededeelingen van het bestuur bleek,
dat 58 personen zich als lid hadden
laten inschrijven. Ongeveer een-vijfde
der inkomsten waren uitgegeven, groo-
tendeels tot aanschaffing der meest
benoodigde hulpmiddelenhet overige
werd als reserve in kas gehouden. Het
Algemeen Armbestuur had een gedeelte
van haar armhuis welwillend afgestaan
tot magazijn. Tot algemeen genoegen
kon worden medegedeeld, dat zoogoed
als niemand gebruik had behoeven te
maken van de hulpmiddelen. Besloten
werd, dit jaar de contributie nog op
f 2 te latenin het vervolg kon dit
waarschijnlijk worden verminderd.
krachtig hervat. De Chineezen onder
namen den derden storm.
Toen sloop Fontaignac met den
vinger aan den trekker zijner revolver,
tusschen de puinhoopen door, bereikte
den muur, sprong er op en liet zich
naar beneden glijden. Zijn goed gesternte
deed hem terechtkomen op een zachten
grond, zonder dat hij zich bezeerde.
Onmiddellijk stond hij op en liep
dwars door de rijstvelden, terwijl hem
een kogelregen om de ooren floot.
V.
Waarin Sidi-Froussard terugkomt
op zijne vooringenomenheid
tegen Sir Cockney.
Ongeveer een uur was verloopen
sedert Fontaignac met zijn detachement
de Pei-Ho had verlaten.
Iedereen scheen ter ruste te zijn
gegaan alleen Pascal leunde droomerig
over de verschansing, toen hij plotseling
aangesproken werd met de volgende
woorden
Zoo, kameraad, nog niet naar
bed!
De oude huzaar keek om en mat
met een lang niet vriendelijk oog den
correspondent van den rDakota's
Hereld," die, met eene pijp tusschen
de tanden, naderde.
Naar bedbromde hij, in die
kombuis daar beneden Het stinkt me
daar te veel naar Chineezendaarom
van de Noordh. Vereeniging ,Het
Witte Kruis" werd tot bestuurslid, in
plaats van den heer P. B. J. Ferf, die
met 1 Jan. a. s. aftreedt, gekozen de
heer P. J. van Eldik Thieme, te
Bloemendaal, oud-hoofdbestuurder.
Vervolgens werden de volgende
subsidie-aanvragen der afdeelingen toe
gestaan uit de renten van het stam
kapitaal.
Alkmaar f 500 vqor meubileering
van het Raadhuis.
Beverwijk f 300 voor aankoop van
materiëel en het verstrekken van ver
sterkende middelen aan herstellende
zieken.
Bloemendaal f 100 tegemoetkoming
voor een gelijk bedrag, dat de afdeeling
moet missen als gevolg van het ver
breken eener overeenkomst met het
gemeentebestuur aldaar.
Graft f 300 tot a. het verleenen van
hulp en het verstrekken van versterkende
middelen aan herstellende ziekenb.
gedeeltelijke dekking van een tekort
op den bouw der regenbakken voor
a. was f 300 en voor b. f 200 aan
gevraagd.
Haarlem f 4800 als bijdrage in den
bouw van een badhuis.
Hilversum f 4500 voor gelijk doel.
Monnikendam f 300 voor het maken
van een ijskelder.
Rijp f 300 voor gelijk doel als
Beverwijk.
Winkel f 350 tot dekking van het
nadeelig saldo harer rekening, veroor
zaakt door de exploitatie van het door
haar ingevoerd tonnenstelsel.
Zaandam f 300 tot vermeerdering
van het materiëel voor ziekenverpleging.
Zaandijk f 300 als tegemoetkoming
in de exploitatiekosten der badinrichting,
voor ontsmetting, onderzoek van levens
middelen, materiëel voor ziekenverple
ging en gezondheidskoloniën.
Haarlemmermeer f 300 voor een
ijskelder.
De begrooting voor 1892 werd in
ontvangst en uitgaaf vastgesteld op
f 26,703.29 die voor het Herstellings
oord //Heideheuvel" op f 9947.70,
wordende de ontvangsten van dat ge
sticht geraamd op f 3172.68 voor rente
van het kapitaal, per resto groot f96,000,
f 4000 voor verpleeggelden en f 2775.02
bijdrage uit het kapitaal voor stichtingen.
Leiden. Uit deze stad moet de treur-
mare komen, dat weder een der rijkstbe-
gaafde en der beminnelijkste priesters
der wetenschap is overleden. Dr. Abraham
Kuenen, hoogleeraar in de theologie,
bezweek jl. Donderdag in den ouderdom
van 63 jaren, na een lijden van ver
scheidene weken, dat, ook al vertoonden
zich nu en dan schijnbare teekenen van
beterschap, van den aanvang af weinig
hoop liet op zijn behoud.
Kuenen, op 16 Sept. 1828 te Haarlem
geboren, stond reeds als student bekend
wegens zijn buitengewone geleerdheid,
zoodat hij reeds op 23jarigen leeftijd
tot adjutor interpretis legati Warneriani
en nog voor zijn promotie in 1853 tot
buitengewoon hoogleeraar in de theologie
werd benoemd, welk ambt hij 12 Maart
aanvaardde, met een rede de accurato
antiquitatis Hebraicae studio, theologo
Christiaho magnopere comraendando.
Geestdriftvol aanhanger der moderne
theologie, behoorde hij tot Scholtens ijve
rigste leerlingen en was weldra de even-
blijf ik vannacht liever hier, waar men
ten minste ruim ademhaalt.
De Amerikaan fronsde de wenkbrau
wen en zijne woorden verrieden een
zeker ongeduld.
Indien ik er u mede kon dienen,
zeide hij zoo welwillend mogelijk, zou
ik u voorstellen de kamer, die de
kapitein ter mijner beschikking heeft
gesteld, met mij te deelen.
Te beleefdbromde Pascal
norsch.... inderdaad, te beleefd, mijnheer
de journalist.
Daarop zweeg hij, vreezende, dat
hem in antwoord op den weiwillenden
voorslag van Cockney een onaangenaam
woord zou ontsnappen.
Deze echter vervolgde:
Oude soldaten moeten iets voor
elkander over hebben.
Pascal maakte eene beweging van
verbazing.
Oude soldaten riep hij vragend
uit.
Jatweemaal gewondeen
sabelhouw uver den schouder en een
kogel in de borst.
Met eene zekere beslistheid knikte
Pascal eenige malen met het hoofd
en mompelde toen wat minder vij
andig
Ik heb ook al tegen mijzelven
gezegd
Wat hebt gij gezegd vroeg de
Amerikaan met zooveel drift, dat dit
op een beter waarnemer dan Pascal een
spoedig tot ver buiten de grenzen van
zijn Vaderland. Vooral zijn vHistorisch-
critisch onderzoek naar het ontstaan
van de verzameling van de boeken des
Ouden Verbonds" was een baanbrekend
werk, dat de grondslag is geworden
van alle verder onderzoek betreffende
het Oude Testament. Een groot blijk
van waardeering gewerd hem uit het
buitenland, toen hem een tiental jaren
geleden de Hibbert lectures te Londen
werden opgedragen. Onder zijn geschrif
ten noemen wij nog buiten tal van
tijdschrift-artikelen „De godsdienst van
Israël tot den ondergang van den Jood-
schen Staat* en j/De Profeteh van
Israël.*
In de laatste jaren was Kuenen
voorzitter der Academie van Weten
schappen.
Niet alleen om zijn geleerdheid, ook
om zijn karakter werd dr. Kuenen
algemeen hoog vereerd. Het bekende
gedicht aan dr. Humanus van De
Génestet was tot hem gericht. Hij
was voor de studenteu de welwillendste
en beminnelijkste der hoogleeraren,
voor zijn vrienden de trouwste en
hartelijkste der vrienden, voor zijn
bestrijders de ridderlijkste en nauw
gezetste der tegenstanders. Zonder
overdrijving mag gezegd worden, dat
de moderne theologie in hem den besten
harer vertegenwoordigers verliest.
Benoemingen, enz.
Bij Kon. besluit van 9 Dec. zijn, met
ingang van 1 Jan. 1892, ter vervanging van
de op 31 December 1891 aftredende en niet
herbenoembare leden van de geneeskundige
raden, tot leden dier raden benoemd:
Voor NoordhollandG. C. van Balen
Blanken, ïieel- en vroedmeester te Sijbekars-
peldr. B. J. Stokvis, hoogleeraar te
Amsterdam J. Polak, apotheker te Amster
dam P. Kruysse, apotheker te Amsterdam
mr. G. A. Van Hamel, hoogleeraar te
Amsterdam.
Voorts zijn, met ingang van 1 Januari 1892,
benoemd tot plaatsvervangende leden van de
geneeskundige raden
Voor Noordholland P. H. Vorstman, heel-
en vroedmeester te Amsterdamdr. J. Mul
der, te Zaandijk M. L. Q. Van Ledden
Hulsebosch, apotheker te Amsterdamdr.
H. D. Krusema, apotheker te Haarlem mr.
W. Lulofs, substituut-officier van justitie te
Amsterdam.
Herkozen tot lid van 't dagelijksch bestuur
van den polder Westerveer, onder Spanbroek,
de heer D. Koning en tot hoofd-ingeland de
heer Jb. Jonker, terwijl tot hoofd-ingeland
is gekozen de heer J. Commandeur.
Kerknieuw 8.
Naar wij uit goede bron vernemen, heeft
de Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente alhier,
op het request van 607 leden, om een ortho
doxen predikant te beroepen, afwijzend
moeten beschikken. Het is namelijk den
Kerkeraad gebleken, dat, terwijl het aantal
stemgerechtigde leden van zijne gemeente
1107 bedraagt, zich onder de 607 requestanten
maar 122 stemgerechtigde leden bevinden.
Door aan het verzoek van de orthodoxen te
voldoen, zouden dus aan f gedeelten der ge
meente slechts twee predikanten en aan
slechts gedeelte één predikant gegeven
worden, wat onbillijk werd geoordeeld.
Door het bedanken van den heer P. Knut
tel, formeerde de Kerkeraad der Herv. gem.
alhier gisterenavond het volgende zestalJ.
C. Benit, te BovenkarspelG. O. W. van
Geijtenbeek, te SleeuwijkC. Hoekstra, te
Hoogezand Dr. J. M. J. Hoog, te Terwolde
zeer vreemden indruk zou hebben
gemaakt.
Deze streek zijne rousachtige knevels
op en antwoordde
Als men vijf-en-twintig jaren
gediend heeft, heeft men wat militairs
in het oog en zoo dikwijls ik u gezien
heb, zei ik: daar gaat een burger, die
iets militairs over zich heeft. Vooral
uw linkerbeen verraadt dat.... gij
weet, militairen maken daarmede eene
kleine zijdelingsche beweging, om de
sabelscheede niet tegen het been te
krijgengij hebt zeker bij de
cavalerie gediend
Cockney onderdrukte eene beweging.
Zeker, ik ben cavalerist geweest,
maar dit heeft mij niet belet in 1870
infanterist te zijn, met Charette....
Pascal strekte zijne groote geopende
hand uit naar den Amerikaan, wiens
vingers hij eene ware marteling deed
ondergaan.
Ak'Arbiriep hij getroffen uit,
dat is goedEn geheel en al omge
keerd begon hij zich zijne verdenking
te verwijten van den man, die zijn
leven voor Frankrijk had gewaagd.
Cockney antwoordde eenvoudig
Heeft elk vreemdeling niet
twee vaderlandenhet zijne en
Frankrijk?
Deze laatste woorden voltooiden
Cockney's overwinning.
(Wordt vervolgd.)