HELDERSCHE-
NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
EN
Het Vaderiandt j^etroowe
Blgf ick tot in den doot.
Versoüljrit lederen Olnadng, Donderdag 011 zaterdag.
A b o n n e in e n t p r ij s per 3
Voor de courant bfünen de gemr.eente
ww b 'Mr de orerige plnatven van Nederland
www w alle landen, die io het postverdrag
rijn opgenomen (inbegrepen
Ooat-Indifi en Amerika).
bib b Zuid-Afrika
maanden:
f 0.70, met Zondagsblad 1.05
0.90, 1.35
1-75,
2.50,
2.10
3.—
REDACTKUR-UfTGEVER
J. H. VAN BALEN.
Molenplein. Helder.
Telefoonnummer 20.
Prjjt der A d v er t e n t i n j
Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de
hoeveelheid regela, aanmerkelijk lager.
Ingezonden mededeelinzen en aanbevelingen, geplaatst tnsschen den tekst, per regel 10 Ct.
Advertenticn voor liefdadige doeleinden5»
Dienstaanbiedingen voor den werkenden standS
Agent in liet buitenland: België, Mr. N. Bertoux, Agence de publicitë, 12 Rue Ste-Gudule, Bruxellea.
Zij, die zich met 1 Jan.
1S92 op dit blad abon-
neeren, ontvanqen de tot
dien datum verschijnende
nummers GRATIS.
NEDERLAND.
HELDER, 19 December.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Avondzitting van Woensdag.
Staatsbegrooting.
De Kamer wijdde hare zitting aan
de „algemeene beschouwingen" over
Oorlog.
't Meest interessant daarvan is de rede
van den minister Seyffardt, waarin men,
hetgeen voorafging, vrijwel vindt afge
spiegeld.
De minister begon met te verklaren,
dat hij de moeielijkheid inziet voor een
minister, die 3^ jaar Kamerlid was. Men
werpt hem veel voor de voeten, wat
hij vroeger heeft gezegd.
Aan den heer Van Vlijmen zeide hij,
dat het niet is tegen te gaan, voor
bewapening steeds gelden aan te vragen.
Men wordt er moreel toe gedwongen.
De materieele verbetering van den
toestand van den soldaat is in behan
deling.
De toestand van het officierscorps.
Hij heeft er vroeger over gesproken,
maar hij werd schaakmat gezet door
den toenmaligen minister, met de mede-
deeling, dat verbetering 2 ton zou kosten.
Hij zoekt nu naar partieele verbetering.
De promotie der officieren houdt hij
zooveel mogelijk in het oog; zes vaca
tures zijn door hem vervuld door
infanterie-officieren.
Afschaffing van den majoorsrang acht
PauiUetoB r»n d« HeUartche- en Niauwed. Courant.
hij bezwaarlijk, met het oog op de
verplaatsingen, terwijl in Indië gehecht
wordt aan een hoogeren rang voor een
van de twee bataljons-commandanten.
De minister is persoonlijk tegen het
duel. Een afzonderlijke wet is echter
niet noodig. De strafwet verbiedt het;
daarmede is het uit.
Het kazerneleven, 's Ministers voor-
ganger heeft getracht, in alle richtingen
verbeteringen aan te brengen. Onmogelijk
is het, onderofficieren in de chambrée
I te laten slapen, of het laten wonen van
i officieren in de kazernes. De minister
onderzoekt echter of het mogelijk is,
I den officier van den dag voortdurend
in de kazerne te laten verblijven.
De minister beseft het nut der mili
taire tehuizen. De korporaal, die de
jongens naar een verkeerd huis bracht,
zal er duchtig bij zijn geweest als het
bekend werd.
Wat het schenken van sterken drank
betreft, uit verschillende rapporten leest
de minister voor, dat het verlof van
gunstigen invloed is op het straffen van
dronkenschap.
De minister is geen voorstander van
het dragen van wapenen buiten dienst.
Maar dit hangt samen met uniform-
verandering. Overwegen wil hij gaarne,
of het wenschelijk is, soldaten inet
korte verloven te verbieden met wapenen
uit te gaan. Bij de verbeteringen van het
kazerneleven zal hij zich door niemand
laten terughouden om misbruiken weg
te nemen.
Wat de keuring van de kleeding
betreft, de minister heeft groot ver
trouwen in de keuringscommissiën te
Amsterdam. Sedert haar instelling is
de draagtijd langer geworden. Beroep
op den rechter zou weinig baten.
Aan den heer Von Löben Seis ver
zekerde de minister, dat hij op couran
tenpraatjes niet antwoordt. De minister
ziet geen verheffing in zijn optreden,
maar heeft een taak op zich genomen
en hoopt die naar den eisch bij de Kamer
in te leiden. (Bravo, toejuiching.) Hij
zal zijn belofte houden, maar kan geen
zekerheid geven. Drie zijner ambte
naren, die aan de Legerwet werkten,
liggen al drie weken aan de influenza.
Gaarne zal hij onderzoeken veranderde
9) Mevrouw de Gravin,
door
Victor Blüthgen.
„Ik geloof,* dat zijn vader veel
schulden had, daardoor heeft hij zich
altijd slechts met moeite boven water
kunnen houden, want niemand kan
van hem zeggen, dat hij zich ooit in
iets te buiten is gegaan. Hij heeft
ook dikwijls slecht gespeculeerd, terwijl
hij ook bij het bankroet van Löwenberg
veel schade heeft geleden."
„Die arme Züssow het doet mij
van harte leed," zeide de graaf,terwijl
hij steelsgewijze een schuchteren blik
op den opzichter wierp. „Ik geloof
echter niet, dat wij veel gevaar zullen
loopen, als ik hem nog eens help. Ja,
ja, hij heeft bij Löwenberg veel
verloren het ontbreekt hem slechts
aan bedrijfskapitaal om zijne schade
weer te herstellen. Hij moet het hebben,
anders kan hij zich onmogelijk staande
houden."
„Zooals mijnheer de graaf beveelt
ïk heb er anders niet veel vertrou
wen op."
„Ach, het zal zoo erg niet zijn.
Bovendien hebben wij toch reeds zoo
veel verspild, dat die 20000 mark er
ook nog wel bij kunnen. Schrijf dus
maar aan Paasch, dat hij 20000 mark
aan effecten verkoopt en naar Preinitz
zendt. Intusschen zal ik nog eens
ernstig met Züssow spreken wees
dus zoo goed mijn paard te laten
zadelen. De meisjes zullen er toch
ook wel zijn en ik geloof, dat mijne
vrouw op haar rit Preinitz ook wilde
aandoen."
„Wenscht mijnheer de graaf de boe
ken niet in te zien
„Neen, beste Küssow, dat vind ik
niet noodig."
De opzichter nam de boeken weer
onder den arm en nam afscheid.
„Het is tocli water in de zee gooien,"
mompelde de getrouwe Eckart, toen
hij buiten gekomen was en hij trok
daarbij verdrietig de wenkbrauwen op.
„Ik houd veel van goede menschen,
maar als zij zoo goedsmoedsen ik
moet dat alles maar aanzien en zelf er
in meedoen ook
De graaf zette zich in zijn draaistoel
neer, steunde het hoofd op zijn arm
en draaide naderhand aan zijn baard.
„Mijn God, wat een geldNog
eenige jaren zoo en ik bezit niets meer.
Ik moet met Meta spreken, hoe zwaar
het mij ook valt. Zij moet ook om
Hilde denken met het weinigje
moederlijke gevoel, dat zij bezit, zal
het echter moeielijk zijn, haar dat te
doen inzien
Tien minuten later werd zijn paard
voorgebracht.
regeling in de bevelvoering, maar hij
is er geen groot voorstander van. De
spoorwegregeling wordt ontworpen. Een
belofte omtrent de ontwerpen betreffende
den staat van oorlog en beleg en de
militaire inundatiën kan hij niet geven
hij moet de zaken onderzoeken.
Vrees voor ingrijpen indehandelingen
der divisie-commandanten behoeft men
niet te koesteren. Dat hij de winter-
oefeningen afkeurde, heeft daarmede
niets te maken. Ze hebben bitter weinig
nut, gelijk zekere „Mars", in een courant
erkende.
Den toestand der paardenartsen wil
hij nagaan, al komt hem die niet zoo
ongunstig voor.
Welke hoofdofficieren vrijbiljetten
hebben in comedies, weet hij niet. Zoo
veel kwaad ziet hij er niet in, dat de
soldaten figuranten zijn, mits ze maar
niet gedwongen worden.
De verhouding van de verschillende
commandanten met den minister acht
hij niet goed geregeld. Hij zal de zaak
aanvatten en hoopt ze te kunnen ver
beteren binnen de perken van het budget,
dus zonder hoogere uitgaven.
Zitting van Donderdag 17 Dec.
Aangenomen werd een ontwerp tot
intrekking der onteigeningswet voor
een tramweg AmsterdamAmstelveen
tot onteigening voor een straatweg van
Diever naar de grens; de begrootingen
van Pensioenfonds en Domeinfonds
tot grensverandering van Maasland en
Maassluis en tot bekrachtiging der
provinciale belasting in Noord-Brabant.
Bij 't voorgezet debat over Oorlog
kwamen de heeren Van Kerkwijk
en Van Houten op tegen het behoud
van 't Militair Huis in zijn tegenwoor
dige organisatie, als strijdig met een
vroeger Kon. besluit en in strijd met
het karakter van dat Huis. Vooral bij
een Koningin, die geen opperbevelhebber
is, is een Militair Huis onnoodig.
De ABiiii*ter van Oorlog meende,
dat door opheffing van het Militaire
Huis Nederland zich belachelijk zou
maken, terwijl de organisatie volkomen
regelmatig is en de verantwoordelijkheid
van den minister als raadsman in
militaire zaken geenszins wordt miskend.
Het voorkomen van het slot Prei
nitz is geheel verschillend van dat van
Müchow. De tuin wordt van het
landhuis gescheiden door een breeden
rijweg, welke hier en daar met over
blijfselen van oude populieren versierd
wordt. De boerderijen zijn oud en
zien er vervallen en onzindelijk uit
daarnaast staat aan den weg een bran
derij van twee verdiepingen hoog
naar de eerste verdieping voert een
overdekte houten trap. Men kan
opmerken, dat de bezitter zieh weinig
heeft ingelaten met verbeteringen, laat
staan met verfraaiingen.
Aan den anderen kant heeft het
echter een vriendelijker voorkomen
het landhuis staat op den achtergrond
van een groot park. Dit park, dat
vele morgen groot is, was aangelegd door
den voormaligen Züssow later is
het echter weinig onderhouden gewor
den, maar toch zag het er nu met het
frissche meigroen, de daartussclien
verspreide vlierboschjes en de met
licht groene bladeren voorziene pijn-
boomen, nog even bekoorlijk uit, als
een oud park maar zijn kan. Het
landhuis is een lang, wit gepleisterd
gebouwvan twee verdiepingen, met
een hoog dak, vele vensters en in de
eenvoudigste stijl gebouwd. De hoofd
ingang bevindt zich naar de zijde van
Müchow, een stukje verder, tegenover
de branderij, staat een stal voor de
rijtuigen der bezoekers en daartegenover
De heer Van Kerkwijk gispte op
hoogen toon den minister en stelde
een amendement voor tot vermindering
met f 3000, om het aantal adjudanten
te brengen op 7.
Nader verklaarde de minister, op
instigatie van den heer Van der
Kaay. de zaak in ernstige overweging
te willen nemen, maar ze onrijp te
achten voor een amendement.
Het araend.-Van Kerkwijk werd
verworpen, met 69 tegen 17
stemmen.
De heeren Tijdens en Van Nmieii
drongen sterk aan op aankoop van
inlandsche paarden voor de remonte.
De minister verzekerde dat, volgens
ontvangen inlichtingen, vele paarden,
door den inspecteur goedgekeurd,
door de remonte-commissie werden
afgekeurd.
De heeren Tijdens, Smeenge en
Lieftinck wenschten nader onderzoek.
De minister beloofde te zullen
overwegen, of geregeld mededeelingen
omtrent de Milit. Academie kunnen
gedaan worden.
Hij beloofde onderzoek naar het feit
dat een gestrafte cadet ontslagen was
uit de provoost, zonder voorkennis van
den straffenden officier.
De f 145,000 voor de Cadettenschool
te Alkmaar zijn aangenomen, nadat
verworpen was een amend.-Bobbeluiaii
om een memoriepost uit te trekken én
de plaats van vestiging nog in het
onzekere te laten.
Het subsidie van f 10,000 aan de
Utrechtsche Vereeniging voor oud
strijders is goedgekeurd, na verwerping,
met 59 tegen 23 stemmen, van een
amend.-Liefiinck om f 25,000 toe te
staan en intrekking van een ainend.-
Tijdens om 1 ton toe te staan.
De vestingbegrooting en de oorlogs-
begrooting zijn aangenomen zonder
hoofdei yke stemming.
Zitting van Vrijdag 18 Dec.
Hoofdstuk IX (Waterstaat).
Door den heer Schepel werd op
nieuw eene motie voorgesteld, de wen-
schelijkheid uitsprekende der instelling
van een departement van Landbouw.
Deze motie zal later worden behandeld.
een gebouw van ouderen datum,
waarin de opzichter verblijf houdt.
Hierheen hebben de jonge dames van
Müchow zich begevenonderweg heb
ben zij Magda Züssow opgenomen, die
hun een stukje tegemoet is gegaan, een
slank, blond meisje, met een rond, wel
wat grof gelaat en gezonde kleur.
Zij ziet er onbeduidend maar bemin
nelijk uit en is met eene hartstochte
lijke liefde gehecht aan gravin Hilde,
wier kalme en natuurlijke voornaam
heid veel indruk op haar maakt en
die zij voor het schoonste meisje der
wereld houdt.
Terwijl een half volwassen jongen
den koetsier bijstaat, begeven zich de
meisjes tusschen bedden vol hyacinthen,
crocussen, violen en tulpen door naar
de warande. Zij weten, dat zij dominé
Hallaz van Müchow zullen aantreffen
en zij glimlachen tegen elkander, als
zij de hoek van het huis omslaan de
geestelijke is een jong, nog ongehuwd
man en klaarblijkelijk maakt hij juf
frouw Blankenstein het hof. In zijn
lange, zwarte jas, met de witte das
om, zit hij met den huisheer en diens
vrouw koffie te drinkenzij staan
nu alle drie op en loopen de meisjes
tegemoet. De geestelijke ziet er zeer
respectabel uiteen ernstig gelaat met
hoog voorhoofd, licht gekruld bruin
haar en groote bruine oogen, welke
eene ietwat stichtelijke uitdrukking
beztiten en dit alles op een slank,
Door de heeren Travagllno en
üartogh werd de wenschelijkheid
betoogd tot herziening der algemeene
voorwaarden van aanbesteding, waarbij
de heeren Ilnber en üavelaar de
Regeering tot voorzichtigheid aan
maanden.
De heer Conrad bepleitte de wen
schelijkheid van partieele wettelijke
regeling van het algemeen bestuur van
den Waterstaat.
De heer Mutsaers pleitte voor
subsidie voor den aanleg van het ver
bindingskanaal tusschen Zuid-Willems
vaart en Amer, terwijl de heer Van
Bcimlngeii subsidie vroeg voor ver
betering van den Leidschen Rijn.
De inluitater wilde de aanvragen
voor beide zaken afwachtenzegde
eene partieele regeling van "het water
staatsbestuur toe, en behield zich eene
nadere beslissing voor omtrent de aan
bestedingen.
De heer Van der Velde wenschte
regeling van het stoomvaartwezen; de
miniatcr verwees hem naar de vroe
gere stnkken.
De heer Conrad vroeg nog eene
gewijzigde dienstregeling voor de inge
nieurs, wat de minister beloofde, ter
wijl hij tevens toezegde verbetering
van de pensioenpositie der bureau
ambtenaren van den waterstaat.
De heeren Kiel*!ra en Conrad
betoogden het groote belang der ver
betering van de Berkel en de Schip
beek de heer Itlulsacrs kwam voor,
de kleine riviertjes in N.-Brabant op
de heer v. «1. Rorcli vroeg een meer
algemeene regeling der kleine riviertjes.
De minister verwees naar de schrif
telijke gedachten wisseling de zaak zal
met spoed behandeld worden.
De heer Viruly drong aan op spoe-i
dige aanschaffing voor Rijksrekening
van een ijsploeg, voor de groote rivie
ren de minister 'beloofde deze wenk;
in overweging te zullen nemen.
De heeren fl.ainbrcchts en Clercxj
vroegen verbetering van de Maas in
Limburgde minister verklaarde, da"
de zaak in onderzoek is.
De heeren Clcrcx en Seret bespra
ken voorts de gevolgen der verleggin
van den Niei^wen Maasmond; de mini.
eenigszins schraal bovenlijf. De huis
vrouw zag er voor haren leeftijd ou
uitzij was groot en schraal en ha
een ziekelijk voorkomen. Zij leed
aan de maag en aan migraine, maar zf
verdroeg het geduldig. Het was eene
goede ziel.
Züssow's forsche stem begroette her
reeds van verre.
„Goeden dag, kindertjes's Mor--"
gens vroeg wandelen en 's middag?'
rijden dus alle dagen kermis. Ho'
gaat het er mee Ik had mijne vrouv,
reeds gezegd, dat gij vanmiddag kome.
zoudtik wist het van uw mama..
„Mama komt misschien ook nog hier
zij liet inspannen, toen wij wegrede!
dag mama Züssow, dag dominé
zij stak dezen hare hand toe, ter wij
de gezelschapsdame slechts boog
zich daarna weder spoedig tot de hui
I vrouw keerde. Deze bracht hen n
naar de koffietafel onder de warande,;
„Zeg eens, Hilde, heeft je paf
ook soms een brief voor mij meeg»
geven
„Neen, hij meende ook mee
komen, maar hij had nu een onderho
met Küssow."
(Wordt vervolgd.)!