NEDERLAND. vond de kapitein op den bodem vier riemen, die in ieder geval beter waren dan de door hem en Tom vervaar digde, en dadelijk gebruikt werden om het vaartuig in dieper water te brengen en zóó ver van het strand te verwij deren, dat men in de kampong de riemslagen niet meer zou kunnen hooren. Terwijl Hoofd, de ingenieur, ik en Sidin roeiden en de kapitein aan het roer zat, was de bootsman met behulp van den dokter en den anderen Javaan bezig den mast vast te zetten, eenige van onze matten door middel van lange dorens en vezels aan elkander te hech ten en dit als zeil aan den kleinen mast te bevestigen. Hoe ellendig en primi tief dit zeil ook was, werd het toch door den wind gevuld, zoodat wij vrij vlug over het water gleden en spoedig met het vermoeiende roeien konden op houden. HELDER, 21 Januari. Officiëele berichten uit de „Staatscourant'1 Bij Kon. besluit is, in plaats van wijlen mr. M. A. Kluppel, tot mede bewindvoerder over het door Maartje Jacobsd. Van den Hoorn, wed. van Pieter Lammertzn. Fortuijn, gesticht fonds te Alkmaar benoemd jhr. mr. P. Van Foreest, te Heiloo. De luits. ter zee 1ste kl. L. N. De Bruyne en G. L. Goedhardt worden, resp. met 1 en 16 Febr. a. s., alhier gedetacheerd. Blijkens bij het Dep. van Marine ontvangen bericht, is Hr. Ms. schroef- stoomschip 1ste kl. „Johan Willem Friso", onder bevel van den kapt. ter zee J. C. Joekes, den 18den dezer te Teneriffe (Kanarische eilanden) aange komen. Naar het „Vad." verneemt, is te 's Gravenhage bericht ontvangen, dat een der spoorwegbruggen in denSumatra- spoorweg naar de Ombiliënvelden door een overstrooming is weggeslagen en is dientengevolge spoedige uitzending van een nieuwe brug verzocht. Dc werkeloozen. Jl. Don derdagmorgen te elf uur kwam voor „Concordia", op den Gedempten Voor burgwal te Amsterdam, wederom een groote menigte werkeloozen bijeen, die in een zeer langen optocht langs de grachten en straten trok. Bij het vertrekken werd onder den troep het volgende strooibiljet geworpen Werkeloozen, Broodeloozen. KOMT ALLEN om 2 uur op den Dam. ADRES BEURS. Wij geven U Geld en Brood! Langs de Keizersgracht terug ging de lange stoet naar het stadhuis, waar eenige leden van het comité door den burgemeester werden ontvangen. De burgemeester gaf den leden van het comité het volgende ten antwoord „Het zal u wel bekend zijn, wat Woensdag in deze zaal in den Gemeen teraad is gesproken en daaruit zal u gebleken zijn dat het Gemeentebestuur tot zijn leedwezen niet bij machte is, op het oogenblik in den tegenwoordigen toestand verandering te brengen, en dus niet aan het in de motie neergelegd verzoek kan voldoen. Wat van particuliere zijde kan ge daan worden, wordt gedaan en zal wor den gedaan. Ik herhaal het, het gemeentebestuur als zoodanig kan echter niet aan het in de motie neergelegde verzoek vol doen." Van Steenbergen dankte den burge meester voor de mededeeling, waarna de commissieleden des burgemeesters kamer verlieten. Nadat de menigte de Oudezijds Voor burgwal had verlaten, trok zij wederom naar den gedempten Voorburgwal. Op de bank bij het gebouw „Con- cordia" sprak iemand de menigte toe. Hij zeide, dat men zich moet wapenen met bijlen, stokken en wat men heeft als men de beurs gaat nemen. Dit wordt door een ander afgeraden, die tegen ge weld waarschuwt maar toch aanraadt om, als „de klabakken" komen, niet op den loop te gaan. Op dat oogenblik verzamelde zich veel volk op den Dam. Tegen half twee maakten een hon derdtal personen, die de trappen van de Beurs bezet hielden, het den eersten beursbezoekers lastig. Sommigen gaven geld, anderen werden van de trappen geworpen, onder de kreten „slaat ze dood brood en werk Onderwijl kwam uit de beurs, onder aanvoering van den commissaris Stork en drie inspecteurs, een politiemacht van omstreeks vijftig agenten te voorschijn, die de trappen en het terrein voor de beurs ruim maakten, onder vrij groot verzet van de menigte, die het grootste gedeelte van den Dam bezet had. Intusschen werd onder de menigte een roode vlag omhoog gestoken, ter wijl het vrijheidslied werd aangeheven. Een sterke politiemacht drong onder de menigte, de sabels werden getrokken en de roode vlag werd genomen. Onder het zingen van het Vrijheids lied trok de stoet de Kalverstraat in, waar een roode en zwarte doek, aan een stok gehecht, werden ontrold. Voor de bakkerij van den heer A. Vos werd halt gehouden, en de kreet Brood 1 Brood aangeheven. Uit den winkel werden toen brooden aan de menigte toegeworpen. Gisteren trokken de werkloozen, onder aanvoering van Geel, naar de broodfabriek in de Vijzelstraat, waar men Donderdag beloofd had gisteren brood uit te deelen. Zij kregen echter niets. De menigte trok daarna af, maar ongeveer halftwee verzamelde zich eene groote menigte op den Dam, die weldra de Kalverstraat introk, onder het zingen van socialistische liederen. In korten tijd groeide de troep aan en kon men het aantal op eenige dui zenden schatten. De Kalverstraat was zwart van menschen, het gewone ver keer was gestremd aan de ingangen der stegen en voor de ramen der winkel en koffiehuizen verdrongen zich tal van nieuwsgierigen. Te half drie trok de stoet langs het Spui, waar de menigte zich wapende met steenen van een gesloopt huis. Daarop ging het verder, langs Singel en Heiligen- weg, terug naar de Kalverstraat, onder het voortdurend zingen van socialis tische liederen. In de Kalverstraat bij de Taksteeg kwam het tot een botsing met de politie, het volk begon met steenen te werpen, waarop eenige sterke afdeelingen agen ten vreeselijke charges met de blanke sabel maakten. De menigte vluchtte steenenwerpend op het Rokin en in de zijstraten, achtervolgd door de sabelende politie. Velen zijn gearresteerd en talrijke ge wonden, die op het ijs op 't Rokin op hopen lagen, zijn naar 't gasthuis ge bracht. (Amst.) Blnnenlandsch nieuws. Helder. Daags vóór de jongste buiten gewone Raadsvergadering wsrd door de vischbandelaren alhier aan de leden van den Raad de volgende circulaire gericht i In de Raadsvergadering tan morgen, 17 Januari, is aan de orde de wijziging van de Politieverordening op den Vischafslag en zal het van uwe stemmen afhangen, of deze verordening al of niet in werking zal treden. Het is u bekend, dat het College van Zeevisscherijen, in deze zaak geraadpleegd, heeft geadviseerd lot het mnken van een verordening op den vischafslag, in overleg net vissckers en handelaren. Indien wij in het verslag van dat College over het jaar 1891, bladzijde 108 opslaan, dan lezen wij daarin woordelijk „Zijn wij wel ingelicht, dan is het gemeentebestuur thans voornemens, in overleg met de belanghebbenden (visschers zoowel als vischbandelaren) een reglement voor den afslag van visch te ontwerpen. Wil men zekerheid hebben, dat zoo wel met de belangen van de vischaan- brengers als met die van den handel rekening zal gehouden worden, dan is dat ongetwijfeld de beste, haast schreven wijdc eenige weg." In plaats van in dien geest te handelen, is er, zonder de visschers en handelaren daarin te kennen, eene verordening op den vischafslag vastgesteld, welke in de praktijk onuitvoerbaar is en waaraan zich de visschers en kooplui niet kunnen onderwerpen. Wij vragen u af, of het in het belang is van den handel, door politie-verordening den visschers en handelaren een dergelijke ver ordening te willen opdringen. Welke belangen worden door dezen dwangmaatregel gebaat? Geene 1 In welke plaats elders ziet men zooiets gebeuren Hecht men dan in het geheel niet aan de adviezen van het College van Zeevisscherijen, welk College voor de helft bestaat uit leden, die zelf in visscherijzaken zijn en dus alleszins bevoegd moeten worden geacht, dergelijke zaken te beoordeelen. Is die voorgenomen politieverordening tevens niet in strijd met hetgeen op bladz. 67 van datzelfde verslag is te lezen en hetgeen hier woordelijk volgt? Daar toch lezen wij „Onze visscherijen zijn hare machtige ontwikkeling in de laatste 25 jaren on betwistbaar verschuldigd aan de volle dige vrijheid van bedrijf en van handel, en zij zou dus haar verleden ten eenen- male verloochenen, wanneer zij de voor waarde van verdere ontwikkeling in de toekomst ergens anders zocht, dan in de stipte handhaving van die vrijheid." Wij vragen u af, waar blijft de vrijheid van handelen, indien de gemeente zich het monopolie van den vischaislag toeeigent Wat wij hebben gevraagd, was een eenvoudig gebouwtje en niets meer. Laat men dat, zooals beloofd is, aan den commissaris van den afslag of de handelaren verhuren tegen een prijs, dat de gemeente er behoorlijke rente van trekt, doch laten visschers en kooplui hunne eigen zaken regelen, of dat zij ten minste gekend worden in de regeling dier zaken. Den vischhandel hier door allerlei willekeurige maatregelen tegen zich in te nemen, kan nimmer in het belang zijn van de plaats onzer inwoning. Dat men vooral niet uit het oog verlieze, dat IJmuiden door hare gunstiger ligging, het vooruitzicht op een visschershaven en medewerking van de autoriteiten een concur rent is waarmede rekening dient gehouden te worden, en dat men hier juist door zoo veel mogelijk mede- en samen te werken, moet trachten te behouden wat men heeft. Dit nu ligt, door uwe goedkeuring aan de wijziging in de Politieverordening te ont houden, in uw hand. Schagen, 20 Jan. Hoewel ijs en weder verre van „dienende" waren, had toch de uitgeschreven schoonrijderij op schaatsen gisteren alhier plaats. Een i3tal paren dong naar de uitgeloofde prijzen van f 20, f 10 en f 5. De eerste prijs werd toegekend aan den heer F. A. T. Groneman en mej. M. Kaan Ad., de tweede aan den heer N. Kaan Dz. en mej. S. Kaan Dd. en de derde aan den heer R. Schenk Kz. en mej. G. Bakker An., allen te Wieringerwaard. 't Behoeft voor zeker geen nader betoog, dat ook dit onderdeel der sport daar hoog aange schreven staat. Hoogwoud. Uit de rekening van den penningmeester is gebleken, dat het Onder ling Begrafenisfonds op 31 December 1892 625 leden telde. In den loop van dat jaar zijn 9 deelhebbers overleden. De ontvang sten bedroegen in 1892 f 701,17, de uit gaven f 592,09, zoodat op 1 Januari 1893 een batig saldo van f 109,08 aanwezig was. Bennebroek. Alhier is overleden de heer M. van der Eist, gedurende eene lange reeks van jaren wethouder en lid van den Raad. De overledene bereikte den ouderdom van bijna zeven-en-tachtig jaren. Schermerhorn. De Raad dezer ge meente heeft tot gemeente-ontvanger (in de plaats van wijlen den heer E. Voerman) gekozen den heer J. de Leeuw. Marlna en Leger. Naar de „N. Bred. Ct." verneemt, zullen dit jaar 55 cadetten aan de Kon. Cadet tenschool te Alkmaar geplaatst worden, van wie er 30 bestemd zijn voor den dienstin Oost-Indie. Departement van Marine in Oost-Indië. Ontslagen Op verzoek eervol uit 's lands dienst, de 2de stuurman bij de gouv.-Marine J. W. G. Beukers. OvergeplaatstVan de „Koning der Neder landen", onder eervolle ontheffing van de waarneming van den geneesk. dienst, naar de „Sumatra", en opgedragen de waarneming van den geneesk. dienst, de off. van gez. lste kl. W. Blaakhert; van de „Sumatra", onder eervolle ontheffing als voren, naar de „Koning der Nederlanden" en opgedragen als voren, de off. van gez. lste kl. W". Meij- boom van de „Gedeh" naar de „Van Ga len" en opgedragen de waarneming van den administratieven dienst, de off. van adm. 2de kl. J. M. Trompvan de „Gedeh" naar de „Bromo" de adj.-adm. Th. II. H. Bodde van de „Gedeh" naar de „Koning der Neder landen" de adj.-adm. D. Peereboom Voller van de „Koningin Emma der Nederlanden" naar de „Gedeh" de lste luit. der mariniers C. P. van Borselen vau de „Prins Hendrik der Nederlanden" de lste luit. der mariniers A. M. Bakker. Vergund om wegens ziekte naar Nederland terug te keeren aan den lsten luit. der mariniers A. de Timmerman, van Hr. Ms. korvet „Gedeh". Rechtszake n. Arrondissements-Rec'ntbank te Alkmaar. Zitting van 17 Januari. Herplaatsing wegens misstelling. H. O., te Helder, verstoring eener ver gadering, f 10 boete, subs. 10 dageu hecht. J. P., te Beemster, mishandeling, 3 weken gev. Buitenland. België. De burgemeesters en de gede legeerden van de zeven voorsteden te Brussel hebben met algemeene stemmen be sloten de ingezetenen dier gemeenten te doen stemmen over het algemeen kies recht. De burgemeester, de heer Buis, blijkt tegen dit plan gekant en heeft geen deel genomen aan de vergadering. Frankrijk. De advokaat-generaal eindigde jl. Woensdag zijn requisitoir in zake de Panama-directeuren. Hij verklaarde, dat alleen de feiten, vóór 1888 gepleegd, verjaard zijn en achtte voor het overige bewezen, dat oplichting en misbruik van vertrouwen is gepleegd. Ferdinand De Lesseps, in wiens naam verschillende bedriegelijke daden werden verricht, is ook verantwoordelijkvan handelen ter goeder trouw kon geen sprake zijn. De beide Lesseps, Cottu en Fontane zijn allen schuldig, door oplichterij geld te hebben verkregen en het aan zijne bestemming te hebben onttrokken. Wat Eiffel, den aannemer der maatschappij, betreft, het is bewezen, dat hij niets heeft geleverd, maar alles heeft genotenhij heeft dus misbruik gemaakt van een hem verstrekte lastgeving. Bovendien heeft Eiffel zich getoond als een man, wien men geen paard zou toevertrouwen, en die in staat zou zijn het, na de manen te hebben ge verfd, weder aan den eigenaar te verkoopen. De advokaat-generaal vroeg het hof, de wet toe te passen. Een gestrenge straf is noodig. Voor zulke misdrijven, als waar voor deze beschuldigden terechtstaan, kan men niet met een boete volstaan. Ingevolge het verzoek der regeering om uitlevering, is Cornelius Herz te midder nacht in zijn hotel op beschuldiging: bedrog in de Panamazaak te hebben gepleegd, ge vangen genomen. Herz was intusschen te ziek, het hotel te verlaten en blijft daarom aldaar nog onder toezicht. Engeland. - - De rechtbank van Bristol heeft jl. Donderdag den bekenden volks leider Ben Tillett naar de assises verwezen, op beschuldiging, eene opruiende rede tot de dokwerkers, waarin tot oproer werd aangespoord, te hebben gehouden. Oostenrijk. Bij het bal, dat gisteren door de stad Weenen den Keizer werd aangeboden, trad deze de zaal binnen, den arm gevende aan de echtgenoote van den Franschen gezant, hetgeen eene groote ovatie uitlokte. Italië. Het wordt bevestigd, dat, ten gevolge van de ontdekte ernstige onregel matigheden, Tolongo, de gouverneur der Roraeinsche Bank en de kassier Lazzaroni, zijn aangehouden. Het schijnt dat de biljettenomloop tot 60 millioen boven het wettelijk maximum was gestegen. Van dit bedrag was 21 milli oen niet gedekt. Tolongo, die lid van den Senaat is, heeft zich op de parlementaire onschendbaarheid beroepen en protesteert op dien grond tegen zijn gevangenneming. In de kantoren der bank en in de woning der gevangenen heelt een huiszoeking plaats gehad. De zaak maakt in de stad een geweldi gen indruk. Uit het onderzoek is gebleken, dat, ter wijl slechts was opgegeven dat voor 73 millioen biljetten was uitgegeven, de werke lijke omloop 135 millioen bedraagt. De Nationale Bank heeft de verantwoor delijkheid aanvaard voor de geregelde af» wikkeling van de zaken der bank. 100 meenen vent, dien re-fe-ren-da-ris of drommedaris of wat het ook voor een vent is?" „Een schurk barstte mijnheer Aersen uit, „een laag hartige schurk Een gemeene „Ja, zeker, zwager, ik zeg niet dat het een net mensch is, maar dit juffertje dan, die met een getrouwden vent er van door gaat, en die bij mij komt met dien vent en vertelt, dat hij haar verloofde is, wat is dat voor een meisje Zeker een fatsoenlijk meisje, dood onschuldig, niet waar „Hij heeft haar verleidbulderde mijnheer Aersen, „verleid, zeg ik je. Beloofd haar te trouwen....!" „Papperlepapkwam tante; „zij wist heel goed, dat hij getrouwd was, dat wist de heele Haag." „Vervloekte schelm!" bulderde mijnheer Aersen weer, zonder op tante's aanmerking te antwoorden. „Maar ik zal hem leeren. Hij zal weten dat hij met mij te doen heeft Er is nog gerechtigheid in het land." „Daar doe je niks aan, man zei tante, met hare uit gespreide hand eene beweging makende van links naar rechts, alsof zij de lucht doorsneed, „daar doe je niks aan. Ze is vrijwillig meegegaan. En ze wou wat graag ook Nietwaar, liefje Aafje snikte nog harder. „Jawel, zoo kan je wel uitgaan. Dat gaat maar naar Luik enWaar ben je nog meer geweest. Te Brussel zeker en te Parijs misschien?" Aafje knikte, met de handen voor het gelaat. „Dacht ik het niet," riep tante uit. „Zeker, Parijs waarom niet? Zoover heb ik het nog niet kunnen brengen, deern, met al mijn sparen niet. Maar ik wensch er op die 101 manier ook niet te komen, hoorEn met zoo'n meid had ik nogal wat op, die zou ik haast bij mij genomen heb ben, neen, ik moet er niet aan denken „Aafje, Aafje, hoe kon je zoo iets doen!„ Het was voor het eerst dat juffrouw Aersen een woord zeide, maar in den toon, waarop dat gezegd werd, lag de geheele diepe smart der moeder over het verloren gaan van haar kind. „Hoe kon je ons zooveel verdriet aandoen," vervolgde zij. „Kind, kind, arm zijn wij, maar dat was niets. Maar jij hebt bij de armoede ook nog de schande over ons ge bracht." Zij zweeg en weende bitter. „Als je mijn dochter was, gooide ik je de deur uit!" zeide tante. „En zoo'n brave jongen te bedriegen, je ouders, je tante, je verloofde, allen te bedriegen, schandaal daar je bent." Maar Aafje luisterde minder naar de toornige verwijten van tante dan naar het bedroefd snikken van hare moeder. Dat deed haar meer aan. „Moeder, vergeef het mij," bad zij. „Als ik wist dat je berouw had," mompelde het goede mensch, „dan zou ik het doen. Maar je toont dat niet eens. O, kind, weet je dan niet wat je voor verschrikke lijks hebt bedreven? Heb je dan niet gedacht dat je Albert misschien voor zijn leven ongelukkig hebt gemaakt en die vrouw, die vrouw van hem, weet je dan niet dat die rechten op haar man heeft en niet jij. O, 't is af schuwelijk Zij barstte in een hevig snikken uit en toch kon zij de smeekende daar niet voor haar laten staan, zonder een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 2