Het is te hopen dat dit geschiedt en dat dit moge leiden tot eene oplossing die aan het bij velen verontruste rechtsge voel bevrediging schenkt. De socialist Poutsma, van Sneek, die verleden week is gevangen genqpien, wordt beschuldigd van het volgende feit: „dat hij op 30 Jan. 1893 te Sneek in eene verga dering van werkloozen en arbeiders ten aanhoore. van de aanwezigen, en dezen op die wijze opruiende tot e« n strafbaar feit, heeft gezegd: „Nu Maandag naar de vergadering van den gemeenteraad; kom om halftwee bij mij aan huis, dan trekken wij gezamelijk er heen, en mochten ze je dan werk willen verschaffen, doch bestaande in dat menschonteerende steenkloppen tegen 40 cents per dag, neem dan de keien en sla den heeren er mee de hersens in, doe dat", tegen welk feit bij art. 131, j°. 141 Wetb. van Strafrecht eene gevangenisstraf van meer dan vier jaren is bedreigd. Bovendien wordt Poutsma nog vervolgd wegens vijf feiten van strafbare opruiing, gepleegd te Bolsward, Dokkum, Franeker, Sneek en Leeuwarden. Nadat het jl. Maandagnamiddag te Sliedrecht vrij rumoerig geweest was, trok een groote menigte langs den dijk, op vele plaatsen ruiten inwerpende. Men verwacht er pontonniers uit Dordrecht. De antirev. kiesvereeniging „Neder land en Oranje" te Leeuwarden heeft in haar jl. Maandagavond gehouden vergade ring met algemeene stemmen besloten bij de komende herstemming de candidatuur van den heer Gerritsen te steunen, wijl de verkiezing van dezen candidaat de meeste kansen biedt voor de aanneming der kies wetten-Tak. Binnenlandsch nieuws. Helder. De Voddenraper van Parijs die gisterenavond door de directie-Van Lier ten tooneele werd gebracht, moge een oud stuk zijn, het is nog altijd een stuk dat pakt. Dat bewees de volle zaal en het menigvuldig applaudiseeren. Trouwens, waar de hoofdrollen vervuld worden door krachten als de heeren Bigot, Lageman, Van SpriDkhuizen enz. en de dames Albregt- Engelman, Cohen en André, kan men zeker zijn van eene goede vertolking. Toch zouden wij der directie wel, in overweging willen geven hier ook eens wat meer recents ten tooneele te brengen, het bezoek op de hoogste rangen zou daardoor zeker bevor derd worden. Texel. Naar de „Tex. Ct." verneemt, worden door eenigen onzer ingezetenen stappen gedaan om te geraken tot de op richting van een ondetting uitkeeringsfonds bij overlijden, alhier. Wieringen. Gemeenteraad.Zitting van Dinsdag 31 Januari 1893. Voorzitter de heer Van Kempen, burge meester. Tegenwoordig alle Jeden. Na de opening der vergadering worden de aanteekeningen van het behandelde in de vorige zitting voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. Hierna wordt, op voorstel des Voorzitters, besloten, de openbare vergadering te schorsen en gaat de Raad over in comité, ter behan deling van niet voor de ooren van het aan wezige publiek bestemde zaken. Nadat de vergadering is heropend, deelt de Voorzitter mede, dnt is ingekomen een sehrijven van den heer Districts-schoolopne- ner, waarin deze een beroep doet op het billijkheidsgevoel van den Raad, om alsnog te besluiten de tractementen van de hoofden der scholen te verhoogen, daar deze z. i. te laag zijn. De Voorzitter brengt, naar aanleiding Tan dit schrijven, nogmaals in 1 stemming of de Raad genegen is de jaar wedden der hoofden"" <e verhoogen. De meerderheid verklaart zich hiertegen, zoodat I de toestand onveranderd wordt behouden en sollicitanten naar de betrekking van hoofd te Westerland op het gewone salaris zullen worden opgeroepen. Vervolgens geschiedt mededeeling, dat door HH. Gedep. Staten eenige bemerkingen zijn gemaakt op de begrooting voor 1893, en wel: 1. Dat de Rijksbijdrage in de kosten van i het lager onderwijs te laag is geraamd 2. Dat de post ad f 300 voor restauratie van den toren te Oosterlaud uit den post voor onvoorziene uitgaven behoort te worden verrekend, echter eerst nadat daartoe door Gedep. Staten machtiging zal zijn verleend, en j 3. Dat de aan den onderwijzer F. Keulen j verleende gratificatie ad f 50 niet zonder bij zondere machtiging van Gedep. Staten kan worden uitgekeerd, wanneer deze bij de vaste 1 jaarwedde wordt gerekend te bebooren. Op voorstel des Voorzitters wordt besloten om ten opzichte van de beide eerste benier- j kingen aan Gedep. Staten de noodige in- lichtingen te verstrekken. Naar aanleiding 1 van de laatste bemerking brengt de Voor zitter in het midden dat de gratificatie ad f50 'sjaars, die sedert 1882 aan den onder- wijzer Keulen wordt verleend, persoonlijk is I en niet tot de jaarwedde behoort. De gra tificatie werd indertijd toegestaan op grond j dat de betrokken onderwijzer, die hier op eene jaarwedde van f700 werkzaam was, in eene andere gemeente werd benoemd op een 1 tractement van f 750. Daar men den man hier niet gaarne wilde missen, werd besloten hem ook hier evenveel te geven en de Raad deed dit, door hem eene jaarlijksche gratifi catie ad f 50 toe le kennen. Voorzitter stelt daarom voor te beslissen, dat de gratificatie is te beschouwen als eene vaste, persoonlijke aan den onderwijzer Keulen, en dat, mocht j deze onderwijzer de gemeente gaan verlaten, de Raad niet gehouden is zijn opvolger f 760 tractement te geven. Met eenparige stem men wordt overeenkomstig dit voorstel be sloten. De Voorzitter deelt mede, dat, naar aan leiding van het in de vorige zitting genomen besluit tot het doen van af- en overschrijvingen, van Gedep. Staten berichl is ontvangen dat de aanvrage om deze goed te keuren, bij Gedep. Staten behoort te worden ingezon den in den vorm van een gewoon Raadsbesluit. 1'e betaling van f50 aan den Secretaris, bij wijze van gratificatie, wegens vele werkzaam heden zeggen Gedep. Staten is niet geoorloofd, waarom deze post door hen niet kan worden goedgekeurd. Is de Raad echter van oordeel dat de jaarwedde van den Sec retaris te laag is, dan kan verhooging daarvan door hem aan Gedep. Staten worden voor gesteld. Toen deze opmerking was inge komen, «egt de Voorzitter, heeft de Gemeente secretaris zich persoonlijk tot Gedep. Staten gewend, met het verzoek om alsnog op hun besluit fe willen terugkomen en machtiging te verlecnen tot betaling der aan hem toe gekende gratificatie over 1892. In antwoord op dit verzoek is toen van Gedep. Staten de mededeeling ontvangen dat zij voor dit maal hunne medewerking aan het Raadsbesluit in quaestie niet zonden onthouden, wanneer de Raad hunne machtiging vraagt tot beta ling der gratificatie, den post voor onvoor ziene uitgaven. Op voorstel van den Voor zitter wordt algemeen goedgevonden deze machtiging alsnog te vragen. Verder is nog ingekomen een missieve van Gedep. Staten, waarin op spoedige indiening der gewijzigde begrooting wordt aangedrongen. De Voorzitter zegt, dat hieraan zal worden voldaan. De Voorzitter herinnert ten slotte aan de hier bestaande gewooDte om jaarlijks met St. Pieter de verhuring te doen plaats hebben van de aan de gemeente in eigendom toebe- hoorende landerijen en zulks om beurten bij verschillende kasteleins. Dc beurt is thans aan den kastelein Engel, waar hij voorstelt, de verhuring op 22 Februari e. k. te houden. De heer Heijblok deelt mede, Jat het Dijksbestuur voornemens is de verhuring van hare landerijen ten huize van Dk. Lont te doen plaats hebben, welke mededeeling de verwondering des Voorzitters wekt. De ver huringen van de gemeente en den polder hebben steeds gelijktijdig plaats en iu overleg met het Dijksbestuur is vroeger bepaald dat die om beurten bij verschillende per sonen zouden plaats hebben. Volgens deze bepaling is de beurt nu aan Engel en Voorz. ziet niet in, waarom men biervan zon moeten afwijken. De meerderheid der Ingelanden was er voor, het nu bij Koorn of bij Lont te doen, zegt de heer Heijblok. De Voor zitter wijst op de billijkheid van de eenmaal als regel aangenomen gewoonte. De kasteleins betalen allen hun vergunningsrecht, wat dan toch ten bate der gemeente komt, dus is 't ook billijk dat zij om beurten wederkeerig eenig voordeel van de gemeente hebben. De heer Obreen herinnert er aan, dat het Heemraadschap zich indertijd bij dit besluit heeft nedergelegd. Wilde het hiervan afwijken en eene verandering in 't leven roepen, dan moest het dit hebben gedaan in overleg met de gemeeute. De heer Heijblok zegt, per soonlijk wel genegeu te zijn de oude gewoonte te volgen, maar hij moet er eerst met het Dijksbestuur nog over spreken, vóór hij eeuige toezegging kan doen. En wat moeten wij doen als het Dijksbestuur nu bij haar voor nemen wenscht te blijven vraagt de Voor zitter. Wel, dan zal de gemeente wel moeten volgen, zegt de heer Obreen, want dier verhuring is de kleinste. Met een parige stemmen wordt nu ijesloteu, de ver huring op 22 Februari e. k. op nader te bepalen plaats zal plaats hebben. De Voor zitter zegt te hopen dat het Heemraadschap den weg der billijkheid zal willen bewandelen en zal besluiten de bestaaa.de gewoonte te volgen. Een staande de vergadering ingekomen adres van A. Annes, omtrent de invulling van zijn beschrijvingsbiljet zal in de volgende zitting worden behandeld. Bij de nu volgende rondvraag vestigt de heer Heijblok de aandacht op een gebrek aau een door hem aaugewezen openbare pomp, waarin de Voorzitter toezegt te zullen laten voorzien. De heer Tijsen verzoekt namens de onder wijzeres mej. Schadée, haar te willen ver gunnen, om, als zij elders mocht worden benoemd, te mogen berichten, dnt zij 14 dagen na dato hare benoeming zal kunnen aanvaarden, in antwoord waarop de Voor zitter mededeelt, dat hij gaarne bereid is, waar mogelijk, haar belang te bevorderen. Verder niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter hierop de vergadering. Wieringer waard. De bevolking dezer gemeente bestond op 31 Dec. 1891 uit 580 m. en 641 v., te zamen 1221 pers. In 1892 zijn geboren 13 m. en 16 v.in gekomen van elders 61 m. en 61 v. over leden zijn 11 m. en 11 v.; vertrokken naar elders 78 m. en 89 v. De bevolking bestond dus op 31 Dec. '892 uit 565 m. eu 6 5 v., te zamen 2183 pers. eu verminderde alzoo met 38 personen. Er hadden 10 huwelijken plaats, allen tusschen jonkm. en jonged. Barsingerhorn, 1 Febr. Hedenmorgen vergaderde de Raad dezer gemeente. Na opening der vergadering werden de notulen der vorige zitting gelezen, goedge keurd en mededeeling gedaan van eene mis sive van HH. Gedep. Staten, dd. 4 Jan. jl., waarbij goedgekeurd teruggezonden werd het besluit tot het doen van uitgaven uit den post voor onvoorziene uitgaven, dienst 1892. Het verzoek vau den heer P. Zondervan, vroeger alhier, thans te Leeuwarden woon achtig, om restitutie van zijn aanslag in den hoofdei, omslag der gem. over de laatste drie maanden van 1893, werd verleend. Voor eenig tariefwerk aan de dokterswo ning, indertijd geraamd op f 56, thans op f 84.11, werd goedkeuring verleend. Op de voordracht voor hoofd der openb. lagere school komen alphabetisch voor de heerenC. Brands, hoofd der school te LisserbroekJ. J. Bruins, id. te Fluitenberg; J. de Groot, 1ste onderw. te WinkelH. v. Heerikhuizen, h. d. s. te LutjewindelA. J. Hofman, 1ste onderw. te Vianen en J. Vel- linga, onderw. te Groningen. Bij de eerste stemming bekwam de heer de Groot 4 stemmen, zoodat deze benoemd is. Bij de algemeene rondvraag brengt de heer Blauwboer weder ter sprake het ophalen van asch en vuilnis te Kolhorn. De Voorz. zegt, dat belanghebbenden zijn opgeroepen, doch dat zich geen enkele heeft aangemeld j men is dus wel verplicht voor het ophalen eenige vergoeding te geven. Wordt besloten het bij openbare inschrijving aan te besteden. De heer Raat wenscht, nu het voetpad van den Hom tot Barsingerhorn opgeheven is, eene andere verkeersweg tusschen dat gedeelte der gemeente en Barsingerhorn. In dien de kade, loopende langs den boezem, tusschen den Horn en de Leek, behard werd, zou een goede verkeersweg worden verkregen en hü zou wenschen, dat het Gemeente bestuur eerst eens met de verschillende eige naars onderhandelde, of ook zij tot dat doel willen medewerken. Ook de andere leden waren het er over eens, dat die verkeersweg zeer nuttig zou zijn. De Voorz. zegt, dal hij er in beginsel voor is en dat hij ver trouwt op de medewerking vau belangheb benden, doch dat men eerst de kosten moet weten. Hierna wordt de vergadering gesloten. 1 Schagen. Naar de „Sch. Ct." uit goede bron verneemt, zal op Zondag 18 I dezer in het Noordhollandsch Koffiehuis alhier, het Loreley-quartet uit Haarlem I optreden. Dit quartet-gezelschap verwierf reeds te Groningen en Amsterdam 3 me dailles. Ook de heeren Gebr. Wilson, van Hoorn, zuslen zich dien avond doen hooren. Egmond. Op het adres van den heer Jan Holland, te Amsterdam, om con cessie voor den aanleg eener stoomtram van Alkmaar over Bergen en Castricum naar Haarlem, is door den Gemeenteraad de beslissing voorloopig aangehouden. De concessie wordt thans gevraagd zonder gua- rantie. Kolhorn. De Schrinkaagpolder, de vorige week weder diep in het water staande (enkele stukken stonden geheel onder), is thans van het overtollige water bevrijd. In geen 25 jaren moest zooveel gemalen worden als in dezen winter. Haarlem. Een comité, bestaande uit de heeren Louis Hartz, ingenieur, Charles Verrier, beiden te Brussel en J. Holland, handelsagent, Rotterdam, heeft zich gevormd met doel een stoomtram tusschen Haarlem en Alkmaar aan te leggen en te exploiteeren. Naar men mededeelt, hebben eenige kapi talisten (Belgen) zich bereid verklaard dat plan ten uitvoer te brengen, zoodra de ge meentebesturen de concessies hebben ver leend. Guarantie wordt niet gevraagd. Marine en Leger. Hr. Ms. schroefstoomschip „Bonaire" ver trok weder naar de Noordzee ter uitoefe ning van politietoezicht op de visscherij en -zal vermoedelijk 1 r dezer alhier binnen vallen, tegen welken tijd de „^Zeehond" gereed zal zijn om haar te vervangen. De 2de stuurman v. c. V. P. Van Zalm heeft een voldoend examen afgelegd voor den rang van xste stuurman. De bouw van een raraschip zal aan 's Rijks marine-établissement te Arasterdam worden opgedragen. Onderwijs en examens. Mej. J. G. H. Ketting, onderwijzeres te Avenhorn, is benoemd tot onderwijzeres te Vlissingen. Tot onderwijzer aan de Parochiale school te Grootebroek is benoemd de heer J. Busscher, te Groningen. Landbouw en Veeteoit. Schagen, 1 Febr. Vanwege de afd. Scbagcn der liollandsche Maatschappij van Landbouw, trad in een tamelijk drukbezochte vergadering als spreker op, de heer K. de Boer, van Assendelft, met het onderwerp verbetering van landbouwtoestanden. In een beknopt, doch duidelijk overzicht, beantwoordt de spreker achtereenvolgens de volgende vragenHoe is de tegenwoordige toestand wat zijn de oorzaken hoe kan men in dezen toestand verbetering brengen, 't Is volgens spreker een hoogst betreurens- waardig feit, dat het aantal huurboeren bij het jaar toeneemt, terwijl dat der eigenge- erfden in gelijke Terhouding afneemt. Uit het I verslag van den thans ontbonden Landbouw- Commissie over 1890 blijkt, dat in dat jaar drie-vijfde van den bodem toebehoorde aan nietboeren. De Hypothecaire schuld van het i twee-vijfde der eigengeërf len bedroeg alleen I in Noord- en Zuidbolland f 40,000,000. Als men niet weet dat deze schuld van 1880 1890 met 25 millioen vermeerderde, buiten de royementen vanhypotheeken door verkoop, dan blijkt daaruit wel duidelijk, dat het ont bindingsproces van den landbouwstand met rasse schreden vooruitgaat. Waaraan dat te wijten is Volgens sommige kortzichtigen aan te duur land, overdreven weelde en te lage productieprijzen. Deze willen bescher ming van de staats-protectie. Maar dan heb ben de buitenlandsche schuldbrieven evenveel recht op staatstusschenkomst. Spreker zoekt de oorzaak dieper. Ze schuilt in de concen tratie van 't kapitaal. Dc 5000 millioen rente, welke alle jaren wordt overlegd, zoekl naar plaatsing. Wel wordt een deel gesto ken in de nijverheid, maar de hoofdsom wordt belegd in land. Zoo geraken langza merhand de fabrieks-arbeiders en de huurboe ren in dienst van 't groot kapitaal. Deze toestand heerscht niet alleen in Nederland, ook in 8udere landen zien wij betzelfde ver schijnsel. De Engelsche wetgever is den huurboer reeds in den strijd tegen 't groot kapitaal tegemoet gekomen. Toch zijn de plaatselijke toestanden daar gunstiger dan hier. De groot-grondbezitter woont daar nog te midden zijner bezittingen, heeft zorg voor den grond eu moedigt ver beteringen aan. De Staat kent in Engeland den huurboer bij het verlaten der hoeve eene schadeloosstelling toe, voor 1 verbeteringen of stichten van gebouwen2 draineeren 3 bemesting. Daardoor kan de boer tijdelijk zijne hoeve verbeteren, zonder daardoor bij 't verlaten schade te lijden. Ouderhandsche overeenkomsten zijn ongeldig. De toestanden hier zijn echter ander3. De grond behoort voor een groot deel aan hen, die de zaak eenvoudig als een voordeelige geldbelegging beschouwen. De productie van den grond gaat in den vorm van huur en hypotheeken buiten de provincie (Friesland). Onze land- bouwvereenigingen, landbouwspecialiteiten afgevaardigden, doen de zaak meer kwaad dan goed. De regeering meent door hunne voorlichting, de bestaande achteruitgang te kunnen verbeteren. Progressieve grondbelasting, overlegging van grond- en mutatierechten, zijn lapmidde len. Naar evenredigheid dat men den grond ontlast, zal ze naar waarde stijgen. Volgens spreker is er sleohts cén afdoend middel De grond aan den gebruiker. Daarom bepale de wet: Alleen hij kan tot grondbezit ge raken, die hem zelf gebruikt. Uitgezonderd zijn De gronden in eigendom bchoorende aan staat, gemeente en provincie, bestemd voor den publieken dienst. Gronden, die door ouders aan kinderen worden verhuurd. Gronden, die door erving ann minderjarige kinderen toebehooren. Gronden, die in rechte linie erven. Gronden, bestemd voor bouwterrein. Na een geanimeerd debat tusscheu de hee ren Koster, van Schagerbrug, Schenk, van Anna Paulowna en Roep, van Schagen, en de inleider anderzijds, sloot de heer P. Buis, met een woord van dank aan den geachten inleider en het belangstellende publiek, de vergadering. 120 uitdrukten, maar kou ze niet vinden. De ambtenaren, belast met bet archief, hadden ze nietzij waren gedekt door bet bewijs, indertijd door den referendaris Hardijk geteekend en bekommerden zich er verder niet om. Het was hun vrij onverschillig, of die stukken terechtkwamen ot niet. Maar Albert zat er danig mede in. Hij verlangde de stukken van den referendaris, die Hardijk had opgevolgd en met zijne plaats aan het departement ook zijn kamer met toebehooren had aanvaard en de referendaris verlangde ze van Van Strien. Voor de zooveelste maal hadden zij laden en loketten op de kamer van den referendaris doorzocht, maar niets gevonden, toen de referendaris eindelijk opeens een gebaar van verrassing maakte. „Daar heb je 't," zeide hij, zich uit zijne gebogen hou ding oprichtende, „dat ik daaraan ook niet vroeger heb gedacht Albert staakte eveneens zijn zoeken. „Wat bedoelt u vroeg hij. „Wel, hij heeft die stukken meegenomen." „Meegenomen „Ja, naar huis, indertijd. Begrijp je? Ze zijn bij hem thuis. Zoo kan je wel zoeken." „Zoudt u dat denken vroeg Albert. „Wis en zeker, het kan niet anders. Geen mensch kan er belang bij hebben, die stukken te verdonkeremanen. Plet is lieel eenvoudig. Hij heeft ze mee naar huis geno men en vergeten ze weer terug te brengen. Er zullen er wel meer bij hem zijn te vinden." „IJ kunt gelijk hebben," zei Albert, „ofschoon, het is toch vreemd, dat een aftredend ambtenaar zijn stukken 121 niet overgeeft." „Nu, ja, u weet zelf het beste, mijnbeer Van Strien, hoe suel dat alles in zijn werk is gegaan. Neen, dat vind ik niets, 't Is best te begrijpen, dat bij dat plotselinge ontslag van Hardijk, hij noch iemand anders er aan heeft gedacht, dat er nog stukken onder zijne berusting konden zijn." Albert knikte, meer en meer overtuigd. „Maar in ieder geval," ging de referendaris voort, „is daar gemakkelijk achter te komen. Als u even naar den heer Van Andel gaat, kan die het dadelijk onderzoeken. Ik moet, zooals u weet, vanmiddag eene conferentie bijwonen, anders ging ik zelf, maar daar de minister haast heeft met die stukken, kunnen we hem toch niet laten wachten. Vindt u ook niet?" Albert knikte werktuigelijk. „Dus, dat blijft afgesproken. In orde dus." En de referendaris zette zich, verheugd dat hij die ont dekking had gedaan, voor zijn schrijfbureau, terwijl Albert het vertrek verliet. Op zijn kamer gekomen, bleet hij echter in gedachten verzonken zitten. Hij kon het zich niet ontveinzen, dat die gang naar den heer Van Andel hem zeer onaangenaam was. En toch had hij het den referendaris niet kunnen weigeren. Wel speet het hem, dat deze hem, kieschlieidshalve, dien gang niet bespaard had, maar hij begreep, dat men geen bode kon zenden in eene zaak van zooveel belang. Toch, ondanks hij het billijke van de hem opgedragen taak inzag, kon hij er geen vrede mede vinden. Ongaarne zou hij n aanraking komen met d familie, die door dezelfde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 2