NIEU WEDIEPER 3Ë. COURANT. HELDERSCHE- M. 16. Zondag 5 Februari 1893. Jaargang 51. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. GMIDUFECCOTRtL, WIS HOLUID, EN A. Adriiinse. J. H. VAN BALEN. KRIJGSTOCHTEN Indisch Officier, NEDERLAND. Kanaalweg 84, Helder. RMUurant op alle uren van deu dag. 5 BILLARDS, VERGADERZALEN, etc., etc. Geïllustreerd Weekblad VOOE JONGELUI. f 1.25 per kwartaal. Bij alle boekhandelaren verkrügbaar. Het boeiendste en goed koopste jongensboek Is VISSCHERIJ, Weekblad voor Zee- en Zoetwatervis «h erij Vlscbteelt, VUehborel- dlng en Vlsclibandel. 1.25 per kwartaal. Bij alle boelzhandelar o n verkry'gbaar. KONINGSTRAAT 31. 80NNE CHADSSDRE.i BFÏOUAL ADBI8 VOOH I SCHOENEN NAAR MAAT. I Het Vndcrlonlt jfbetronwe Blijf ick tot in den doot. WUMmutlied. VersobUnt lederen Dinsdag, Donderdag öh Zaterdag. Abo ntaprija per 3 mn Voor de conrnnt binnen de gemeeentef 0.70, raet Jong Holland/ 1.20 0 j nanr de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.40 alle landen, die ia bet postverdrag rijn opgenomen (inbegrepen Ooet-Indiö en Amerika). 1.75, 2.60 000 Zuid-Afrika0 2.50, 0*0 4. REDACTEUR-UITGEVER Molenplein.Helder. PJrij» dor Advertentiéa'i Van 15 regels 50 cents, elke regel]meer 10 cent. Bij abonnement, naar gelaag van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Advertentiën voor liefdadige doeleindenP*r ut- Dienstaanbiedingen voor den werkenden itand5 De Advertentiën kunnen overal worden qeplaatst tnsschen den tekst. van een door JE. Vort Barfus. Na verloop van een uur deelde ka pitein Hewet ons mede, dat wij de Solo-eilanden gelukkig achter ons hadden en dat wij ons nu in de Soelo-zee be vonden, zoodat wij bij gunstigen wind binnen drie dagen van elke vervolging verlost zouden zijn. Wij waren te verheugd om aan slapen te denken en brachten dus den nacht onder een vroolijk gesprek, op de banken der boot zittend, door. Toen de zon opging, was er nergens meer land te ontdekken en bespeurden wij ook geen enkel zeil aan den horizon. De kapitein oriënteerde zich naar de zon en veranderde de koers een weinig, daar wij oostelijk afgedreven waren. Vervolgens gaf hij mij bet ro°" o"°- en ging mët Töm-en de beide Javanen aan bet werk, om voor in de boot een soort dek te maken, waarvoor bij de rest onzer matten gebruikte. Dit dek moest dienen om bet water, dat bij den geringsten golfslag over boord kwam, tegen te houden, want anders waren wij steeds verplicht bet water met kokosschalen uit te bozen. Bovendien boodt dit dek een schuilplaats aan tegen de zon, voor ongeveer drie personen. Nadat wij on3 met den meegenomen mondvoorraad versterkt hadden, waren wij genoodzaakt de riemen ter hand te nemen, daar de wind langzamerhand minder geworden was. Elk uur moesten wij eens uitrusten, daar het ongewone werk, onder de brandende stralen der zon, ons buitengemeen vermoeide; maar daar wij begrepen, dat elke riemslag ons nader bij ons doel bracht en ons verder van onze vijanden verwijderde, getroostten wij ons gaarne dezen ver- moeienden arbeid. Naar schatting van den kapitein, waren wij tegen den avond op ongeveer twintig geographische mijlen afstand van de Soelo-eilanden. Bij zonsonder gang stak er een frissehe westenwind op, waarop spoedig een hevige regen volgde, zoodat wij gedurende den nacht weer een flink eind vooruit kwamen. Op deze wijze, afwisselend roeiend en zeilend, waren wij pa drie dagen en vier nachten in volle zee. Behalve de beide zeelieden waren wij toen ook allen te vermoeid om nog iets te kunnen doen bet zware roeien, bet zitten op de smalle banken, de vreese- lijke hitte op den dag, en de koude des nachts, dat alles bij elkaar geno men, maakte ons meer vatbaar in onze dunne en doornatte kleeding. Slechts Jo l.OOf -J. ~W.1V- oj.uwAijjw gaf ons-kracht zooveel mogelijk volte houden. Daarbij kwam nog dat onze rijstvoorraad door de hitte geheel be dorven was; wij moesten ons dus per dag met twee bananen en een slok water, dat gelukkig nog niets van zijne frischheid verloren had, tevreden stellen. Op den morgen van den vijfden dag trokken wij allen zeer bedenkelijke gezichten, toen de kapitein ons elk één banaan gaf, met de opmerking, dat dit de laatste warenintusschen troostte hij ons, dat wij tegen den p.vond wel de kust van Celebes zouden bereiken. De dag ging echter zeer langzaam voorbij en het roeien bij die groote hitte vermoeide ons temeer* daar de honger ons kwelde slechts onze goede dokter scheen goed gestemd te zijn en had onder onze omstandigheden een zeer zonderlinge manier om den tijd te verdrijven. Ilij gaf ons namelijk eene uitgebreide beschrijving van eenige uit muntende diners, die hij te Weltevre den bijgewoond bad, en schilderde ons toen een diner, waaraan hij te Menado deel zou nemen, met zulke levendige kleuren, dat wij, bongerigen, bet water in den mond kregen en wij hem onder een schaterlach verzochten, toch maar op te houden. In den morgen van den zesden dag na onzen vlucht bemerkten wij voor ons uit een steile, rotsachtige kust, die wij 11a twee uren gelukkig be reikten. Wij gingen aan land en trokken onze boot op het steile strandvervol gens namen wij op Schelhoven's aan raden een frisch bad en wreven onze verstijfde ledematen met zeewater, om het bloed weer in zijn loop te her stellen. Toen wij hierdoor in staat waren ken, begaven wij ons op weg langs het strand om een kampong te bereiken, die ongeveer een uur het land inlag. De dorpsbewoners ontvingen ons met groote verwondering, want nooit hadden zij zes Europeanen in zulk een deer- niswaardigen toestand gezien. Wij wer den op ons verzoek bij het Kampong hoofd gebracht, met wien de heer Hooft spoedig goede vrienden werd, en be werkte, dat wij van goede kleederen werden voorzien en ons een goede maaltijd werd aangeboden. Vervolgens begaven wij ons in een frisch, koel vertrek, waar wij ons te slapen legden. Eerst tegen den avond werden wij door onzen gastheer gewekt, om ons uit te noodigen aan het avondmaal, dat wij allen eer aandeden. Den volgenden morgen bracht het oude hoofd ons in zijn eigen prauw naar Menado, waar hij ons naar den resident bracht, in wien Hooft, tot onze groote vreugde, een voormaligen vriend en collega herkende. Dadelijk werden wij dus uitgenoodigd in diens huis onzen intrek te nemen. Nadat wij onze avonturen verteld hadden, werden wij door den resident rijkelijk van geld voorzien 0111 in de stad kleeren en toiletartikelen te koopen, zoodat wij er spoedig weer netjes uit zagen en in de talrijke gezelschappen en feestjes konden verschijnen, die de rijke kooplieden en ambtenaren te onzer eere gaven, daar wij natuurlijk de helden van den dag waren. Meer dan twee weken bleven wij in het schoone Menado toen bracht ons een regeeringsschip naar Makassar, vanwaar wij met een stoomboot naar Batavia vertrokken. Ik bleef te Weltevreden, daar mijn diensttijd op Borneo afgeloopen was. Lcu'r^lewet nïet zijiiTroifwen"bö5ts1man, zoowel als dokter Scbelhoven, gingen per stoomboot, de een naar Pontianak en de anderen naar Sarawak. Wij bleven, zoolang ik in Indië ver toefde, in briefwisseling met elkaar, daar er geen trouwer vriendschap bestaat dan tusschen personen, die gemeen schappelijk groote gevaren hebben gedeeld. Zooals ik later vernam, heeft de gouverneur-generaal van Neêrlandsch- Indiê een oorlogsschip naar Jolo gezon den om de wreede zeeroovers te straffen wegens de gewelddaden, die zij ons aangedaan haddende dessa van den Radjah Ali-ben-hamet, evenals de groo te kampong op Jolo, werden in brand j gestoken en een groot aantal prauwen vernietigd; de Maleiers zei ven ontkwa men, door een snelle vlucht naar hunne wouden en het onbereikbare gebergte, aan eiken straf. daarom stellen wij elke aanwinst op prijs en hopen dus dat u, ook al bezitten wij geen stukken meer, ons nog wel eens zult komen opzoeken." Albert kreeg een kleur van blijdschap. «Als u mij dat vergunt, ik.... met het meeste genoegen..." stotterde hij. «Bestdat is dus afgesproken. Offlcieele partijen geven wij weinig. Ge komt ons dus maar eens opzoeken." Overgelukkig kwam Albert dien avond tehuis. Van dien dag af hoorde hij tot de weinige huisvrienden van de familie. Hij ontving geregeld zijne invitatie en sloeg nooit eene gelegenheid over om de familie te bezoeken. Toen zij dan ook in den zomer naar buiten vertrokken, had hij vast moeten beloven hen daar op te zoeken. Dat vertrek der familie deed hem eerst recht inzien wat hij door hunne afwezigheid verloor. Het oude, neerdruk kende gevoel kwam weer over hem. Hij gevoelde, dat hij iets verloren had dat een deel van zichzelf was en dat hij niet meer buiten Louise kon. Slechts de hoop haar spoe dig weer te zien schonk hem den lust tot werkeu en daar om ai'beidde hij met koortsachtigen ijver, ten einde de drukkende leegte minder te gevoelen. Ja, hij had het zichzelf al lang bekend, dat hij Louise beminde. Niet langzaam was dat gevoel zijn hart binnen geslopen, neen, van den eersten dag af dat hij haar ont moette was het zoo geweest. Dat zag hij nu zeer goed in. Maar welk een verschil ondervond hij nu bij vroeger Zon derling, toen had hij toch ook gemeend dat het bezit van haar die hij zocht te winnen het geluk van zijn leven wasalleen nu hij het zich goed herinnerde, was het gevoel dat hij toen had niet zoo overweldigend, niet zoo machtig En nu stond hij opeens van aangezicht tot aangezicht tegenover haar, die door Aafje zooveel geleden had, de verguisde, versmade vrouw. Alles was zoo onvoorbereid geschied, dat Albert geheel in de war was. Hij herinnerde zich later, dat hij een paar buigingen had gemaakt en dat hij do oogen bijna niet had kunnen afwenden van die vrouw, die door Hardijk versmaad wasdat hij moeite had gehad niet onbescheiden te zijn en dat hare vriendelijkheid hem een hart onder den riem had gestoken. Hij nam den indruk mede van dat lieftallige, schoone, bleeke gelaat, dat hem zoo meewarig had aange keken en het was hem alsof hij opeens eene lotgenoote in het lijden had gevonden. Toen hij een uur later met de gezochte stukken in zijn zak de familie verliet, liep hij als een droomer langs de straat en van dat oogenblik af week het beeld van die bleeke jonge vrouw niet uit zijn hoofd. XX. Een paar dagen lang werkte Albert bijzonder weinig. Hij wist zelf niet hoe het kwam, maar hij kon niet tot werken komen. Enkele collega's, die het meest met hem in aanraking kwamen en hem in tegenstelling met zijne gewoonte zoo zonderling stil en peinzend zagen zitten, meenden dat hij ziek was, maar Albert wist te goed, dat hem niets scheelde. Hetgeen hem zoo bezig hield, wat zijne gedachten zoo HELDER, 4 Februari. Door de Katholieke Kiesvereenigingen in het hoofdkiesdistrict Leeuwarden is besloten bij de aanstaande herstemming voor een lid der Tweede Kamer zich van elke aanbe veling te onthouden. Het „Friesch Volksblad", orgaan van de Friesche Volkspartij, beveelt uit volle over tuiging den heer Gerritsen voor de herstem ming aan. Ook de afdecling van Algem. Kies- en Stemrecht te Leeuwarden stelde voor elft 2A.TWtOJJ-al" in" Amsterdam. Mr. Troelstra, uit Leeuwarden, die 1 te Appelscha als spreker optrad, ontving na de vergadering de aanzegging, dat tegen hem was geverbaliseerd wegens beleediging van het openbaar gezag. De toestand van H. M. de Koningin- Regentes is vooruitgaande. Ofschoon H. M. gisteren nog niet uitgegaan is, was de lichte ongesteldheid grootendcels geweken. Het diner van de hoofdofficieren van land en zeemacht ten paleize is nu vastgesteld op Maandag a. s. De Christelijke Vereeniging van pa- j troons „Boas" heeft in een adres den Minister van Marine gewezen op de wen- schelijkheid, het bouwen der oorlogssche pen in Nederland te doen plaats hebben. Binnenland8oh nieuws. I Helder. De Gymnastiek en Exer- citie-Vereeniging „Pro Patria" zal, met i medewerking van de heeren Polak en een 1 paar jonge dames, op 23 dezer eene bui tengewone feestelijke vergadering houden. Schagen. Dr. P. de Boer, plaatselijk geneesheer alhier, is als zoodanig benoemd te Gouda. Schagen. Jl. Woensdag hield de Lib. Kiesvcreeniging alhier hare verplichte jaar vergadering. De rekening en verantwoording van den penningm., den lieer C. Asjes, werd door de heeren Winkel en Roep onderzocht en, na uitgebracht rapport, onder dankbetui ging voor bet richtig beheer door den Voor zitter, goedgekeurd. Zij sloot met een voor- deelig saldo van f 74. In plaats van den heer J. Stammes, die voor het lidmaatschap dezer Vereeniging had bedankt, werd als be stuurslid verkozen de heer Ph. de Heer. Als afgevaardigden naar de Algemeene vergade ring van den Bond, werden bij herstemming aangewezen de heeren A. W. van Kluijve en W. Vnder. Naar aanleiding van punt 4 op het pro gramma, ontwikkelde zich onverwacht een hoogst belangrijk debat, waarbij de meer conservatieve en meer vooruitstrevende ele menten, met elkaar in botsing kwamen en dat in hare gevolgen hoogst belangrijk belooft te worden. Hoe de kwestie ontstond? Voortdurend heeft de Voorzitter de zooge naamde radicalen beschouwd nis te behooren tot «de onzen". Waar 't reglement in art. 8 zegt, «het bestuur tracht voor de winter- bijeenkomstcn de medewerking te verkrijgen van invloedrijke personen der liberale partij," daar kon men, volgens 's voorzitters oordeel, zoowel de heeren Kerdijk als jhr. de Beau fort, zoowel Treub als jhr. Boreei van Hoge- landen, uitnoodigen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 1