bij de bouwvakken, als verzekering van
werklieden tegen geldelijke gevolgen van
ongelukken enz., waarbij de opinies ver
deeld bleken, werd besloten, aan het hoofd-
bestuur op te dragen, een commissie van I
onderzoek te benoemen.
Men herinnert zich waarschijnlijk de
zaak van den gewezen O.-I. militair Bos-
sart, aan wien, tem gevolge eener adminis
tratieve vergissing, pensioen werd onthouden
en voor wien de Tweede Kamer, toen hij
zich tot haar wendde, krachtig redenen van
billijkheid pleitte, maar die juist overleden
was, toen zijn recht werd erkend en het
onrecht hersteld.
Naar wij met groot genoegen vernemen
heeft het departement van Koloniën het ge
beurde nu schitterend goedgemaakt. Aan de
weduwe B. is nl., op haar verzoek om een
gratificatie, toegekend de som van
f1925, d. 1. het volle bedrag van het pen
sioen, dat haar man heeft moeten missen.
Aan den minister van Dedum onze hulde
voor deze royale erkenning van de onjuist
heid zijner aanvankelijke opvatting.
(H. Ct.)
Blnnenlandsch nieuws.
Helder. In de Marine machinisten
Club werd Zaterdagavond jl. door den heer
J. van Berk, Marine-apotheker 2 de kl.
eene voordracht gehouden over verschil
lende onderwerpen van belang voor het
stoomwezen.
Het eerst werden ingeleid.
Caoutchouc en guttapercha.
Door een uitstapje in de botanie toonde
spreker, oorsprong en verschillen van beiden
aan. De caoutchouc, het eerst in Zuid-
Amerika bekend geworden, werd in hare
geschiedenis gevolgd tot in het jaar 1832,
toen Ltlderdorp de merkwaardige verhou
ding tot zwavel daarvan opmerkten, en
werd de naam India-Rubber verklaard
waaronder caoutchouc in 1770, op aan
raden van Priestly in den handel kwam
tot hel uitvegen van potloodstrepen.
Daarna aantoonende op welke wijzen en
uit welke landen de enorme productie van
den tegenwoordigen tijd wordt verkregen,
werden de eigenschappen bij verschillende
temperatuuren aangetoond, en de merk-
waardigen verhouding tot zwavel, dienst
baar gemaakt tot vulcaniseeren, behandeld.
Dit laatste in de geheele fabricatie uit
voerig volgende n.1.. van het in den handel
bekende gevulcaniseerde caoutchouc, ging
spreker over tot vergelijking daarvan met
guttapercha welke bij distillatie dezelfde
producten gevende, aan het gebruik geheel
andere eischen stelt, als zijnde caoutchouc
meer elastisch en guttapercha beter tot
vormen en kneden geschikt.
Om zich door een eenvoudige proef van
de deugdelijkheid dezer artikelen te kunnen
overtuigen, scheen volgens den spreker nog
niet bereikbaar, en zijn practische ervaring,
en de naam van den fabrikant hierin tot
heden de beste gidsen.
Na de pauze kwamen aan de orde
Loodwit en Menie.
Na behandeling van verschillende eigen
schappen dezer verfstoffen, werden op een
voudige- en aan boord uitvoerbare wijze
eenige der in den handel, meest voorko
mende vervalschingen chemisch ontleed,
waaronder behooren loodwit met krijt,
en menie met gemalen steen vermengd.
Ook het verschil in oplossing van ca
outchouc, al- of niet gevulcaniseerd, in
Benzin, werd aanschouwelijk voorgesteld.
Tot laat in den avond door een talrijk
gehoor van officieren en machinisten van
stoomvaartdienst met aandacht gevolgd,
mocht spreker alle waardeering ver
nemen door een flink applaus, en voegde
de President aan zijne dankbetuiging den
wensch toe, dat de heer van Berk lust
moge gevoelen voor den vervolge meer
zulke leerrijke onderwerpen in de Club te
behandelingen.
Helder. De vroeger aangekondigde
voordrachten van de heer G. Dahne over-
licht en electrisciteit, die overal elders den
meesten bijval hebben weggedragen, zullen
alhier gehouden worden den 26 en 27
April a. s. De gelegenheid tot inteekenen
(voor beide avonden f 2) bestaat nog.
Helder. Iedereen hier ter plaatseen
meer bepaaldelijk ieder zeeofficier, zal
zeker met belangstelling vernemen dat het
H. M. behaagd heeft met ingang van 1
April a. s. de officier van administratie
iste klasse, P. F. van Wage, boven de for
matie tc benoemen tot Inspecteur bij dien
tak van dienst, buiten bezwaar van den
lande.
Deze officier, die gedurende ruim 12
jaren aan boord van het wachtschip alhier
de functiën vervuld heeft van Fiscaal bij
den Zeekrijgsraad en Instructeur bij de
opleiding van adsprirant-administrateurs,
heeft zich in al dien tijd, zoowel in als 1
buiten zijne betrekking, bij ieder, die met
hem in aanraking kwam, gefierd en be
mind weten te maken, en het is daarom,
dat deze bijzondere onderscheiding voor
voor zoover wij welen, tot nu toe eenig
bij het korps officieren van Administratie
zeker algemeen met ingenomenheid zal
begroet worden.
Schagen. Jl. Donderdag werden 5 J
aandeelen in de West-Friesche bank (Tim- j
merman, Koelman Co.) te Schagen, in
het lokaal van den heer Blauw, in het open- j
baar, met inbegrip der onkosten, voor het
enorme bedrag van 254 en een tiende
pet. verkocht. Op elk aandeel, groot f 1000, 1
is f 100 gestort.
Bovenkarspel. Aan den heer K.
Kooiman alhier, is diploma A verstrekt,
voor stenografie, systeen Stolze-Wery.
Andijk. Alhier is de vorige week de
7de algemeene vergadering gehouden var.
de Vereeniging ter bestrijding van 't school
verzuim. Van de 133 leden waren er slechts
17 tegenwoordig. De aftredende vice-presi-
dent, de heer R. Kool, werd als zoodanig
herkozen.
Andijk. In het laatst des vorigen
jaars besloot het alhier gevestigde de
partement der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen, om hun die zich daartoe
aanmeldden de gelegenheid te geven
het mandenmaken te leeren. Het depar
tement stelde eene flinke som beschikbaar,
eene commissie van uitvoering werd be
noemd, en, in de laatste dagen van het
jaar, werd een aanvang gemaakt met het
onderwijs. Zes weken duurde de curcus,
die door 35 42 leerlingen werd gevolgd.
De meesten van hen die de lessen volgden,
zijn in staat eene mand te maken, de
anderen zullen het bij eenige oefening ge
makkelijk zoover kunnen brengen.
Alkmaar. Te Oudorp, nabij deze
gemeente, overleed gisteren de heer Willem
Bos, gedurende 33 jaar Burgemeester dier
gemeente en van af 1871 lid der Staten
van Noordholland. Zijn humaan karakten,
zijn helder hoofd en uitgebreide kennis van
polder- en gemeentezaken, maakten hem
tot raadsman en vraagbaak van velen.
Zijne ingezetenen verliezen in hem een
Burgemeester die steeds hunne belangen
en die den gemeente met den meesten
ijver voorstond.
Marine en Leger.
Ingevolge machtiging van H. M. de
Koningin-Weduwe, Regentes, is aan de
pantserschepen, waarvan de bouw is opge
dragen aan de Kon. Maatsch. „de Schelde
te Vlissingen, de Ned. Stoombootmaatsch
te Rotterdam, en aan 's Rijks werf te Am
sterdam, respect, de naam gegeven van
„Evertsen", „Piet Hein" en „Kortenaer",
en is de naam van het tegenwoordige
fregat „Evertsen" veranderd in „Neptunis".
Aan boord van Hr. Ms. „Admiraal van
Wassenaer" zijn jl. Zaterdag r49 jongens
tot lichtmatroos bevorderd. Twintig hunner
worden opgenomen in het vaste corps
Den 1 April a. s. wordt een gedeelte
der jongens van Hr. Ms. opleidingsschip
„Admiraal var Wassenaer", te Amsterdam,
geplaatst bij de opleiding van bootsmans
leerlingen aan boord van Hr. Ms. instruc
tie-korvet „Nautilus", te Hellevoetsluis
Zaterdag werden zij aangewezen.
Met het lanceeren van vischtorpedo's met
keisteenbuskruit worden op 's Rijkswerf
te Amsterdam aan boord van Hr. Ms.
„Empong" proeven genomen.
Naar de „H. Gt". verneemt, is bij Kon.
besluit bepaald, dat de borduursels van de
overjassen der officieren moeten verdwijnen
en de glimmende knoopen worden vervan
gen door 0vertrokkene, terwijl op de kraag
sterren zullen worden geborduurd, overeen
komende met die op de kraag van de
uniformjas.
De laatste jaren konden er bij de oplei
ding van machinist-leerlingen te Hellevoet-
sluis telkens 20 jongelui geplaatst worden;
ditmaal maar 15.
Het eeretecken voor belangrijke krijgsver
richtingen met de gesp Atjeh 18731890
is te Amsterdam uitgereikt aan den kapt.-
luit. ter zee C. Hoffmau, de luits. ter zee
2de kl. F. C. Sckaalj e en H. H. Del Court
van Krimpen, dienende aan boord van Hr.
Ms. monitor „Tijger", idem G. A. Rietberg,
C. M. van Reijn en M. J. Reijnvaan, aan
boord van Hr. Ms. wachtschip, idem A. Pie
ren, E. Maas, C. Hooft Graafland en den
off. van gez. dr. B. Snellen, aan boord van
Ilr. Ms. opleidingsschip „Admiraal van Was
senaer" en idem H. C. A. Schliitcr, gedeta
cheerd op 's Rijkswerf.
Departement van Marine in Oost-Indië.
Vergund om Daar Nederland terug te keeren,
aan den luit. ter zee 1ste kl. L. E. van
Diggelen, van Hr. Ms. ramtorenschip „Prins
Hendrik der Nederlanden".
Overgeplaatst: van „Gedeii" naar „Batavia",
de off. van adm. 2de kl. W. F. van Gras-
stekvan „Batavia" naar „Kon. der Ned.",
de adj.-adm. P. Gaade; van „Atjeh" naar
„Prins Hendrik der Ned.", de luit. ter zee
lste kl. L. E. van Diggelen van „Prins
Hendrik der Ned." naar „Aijeh", op folio
van luit. ter zee lste kl., de luit. ter zee
2de kl. F. Bauduin.
Ingetrokken De detacheering bij het ma-
rine-etabl. te Soerabaja van den luit. ter zee
lste kl. jhr. J. F. Coertzen de Koék, en eerv.
onth. van de verv. der betr. van equipagem.
bij gen. etabl.
Tijdelijk gedetacheerdTen einde aldaar
de betr. te vervullen van equigage-meester,
de luit. ter zee l3te kl. H. G. J. Wolterbeek.
Benoemd Tot magazijnm. bij het marine-
etnbl. te Soerabaja B. F. Meijboom, thans met
de waarn. dier betr. belast.
OvergeplaatstLuit. ter zee 2de kl. E. W.
Pfeiffer, van „Van Gaien" op „Gedeh" id.
L. J. Ginjoolen, van id. op id.id. J. Des
Amorie v. d. Hoeven, van „Sambas" op „Ko
ning der Nederl." lste luit. der mariniers
G. K. baron van Asbeck, van „Gcdeh" op
„Pzins Hendrik der Nederl." Off. van adm.
2de kl. J. Lombaard, van „Van Galen" op
„Oenarang" id. C. P. Soutendam, van „Oena-
rang" op „Brorao" Off. van gez. lste kl.
J. R. Berghuis, van „Gedeh" op id.id. J.
J. Sterk, van id. op „Sambas" id. O. Engel
ken, van id. op „Batavia" id. dr. C. Alers,
van „Bromo" op „Gedeh" id. A. W. Pulle,
van „Van Galen" op „Makasser" id. dr. C.
F. Humme, van „Makasser" op „Merapi"
id. dr. A. W. M. van Deventer, van „Merapi"
op „Koning der Nederl id. W. Meijboom,
van „Koning der Nederlanden" op „Gedeh";
id. J, D. Kaijser van „Samhae" op „Prins
Hendrik d. Nederl." off. v. gez. 2de kl. II.
J. Groot, van „Batavia" op „Gedeh" kapt.
luit. ter zee H. van den Pauvert, van „Prins
Hendrik der Nederl." op „Merapi"luit. ter
zee lste kl. W. A. Cambier, van „Gedeh"
op „Prins Hendrik d. Nederl."; id. O. H.
Kuijck, van „Gedeh" op „Cerberus" id. A.
Seret, vsn „Cerberus" op „Flores" id. J.
Wentholt, van „Flores" op „Gedeh" id. D.
A. Mensert, van „Gedeh" op „Madura"id.
P. S. R. Wolterbeek, van „Madura" op „Me
rapi" id. E. T. Bik, van „Merapi" op „Java";
id. 2de kl. C. H. van Asperen, van „Java"
op „Prins Hendrik d. Ned." id. G. K. Su-
ric, van id. op „Bromo" adelborst lste kl.
L. J. C. L. de Vriese, van „Koningin Emma
der Ned." op „Java" luit. ter zee 2de kl.
C. W. Broens, van „Gedeh" op „Sambas"
id. J. A. van der Star, van id. op „Benkoe-
len"; J. R. van Osselen, van „Benkoelen" op
„Gedeh"; offic.-mach. 2de kl. L. W. Wek-
kesser, van „Koningin Emma der Nederl."
op „Bromo" off. van gez. lste kl. P. L. v.
1 d. Harst, van „Van Galen" op „Sumatra"
I offic. van adm. 2de kl. W. F. van Graastek,
van „Gedeh" op „Batavia" adj.-admin. P.
Gaade, van „Batavia" op „Koning d. Ned.";
j luit. ter zee lste kl. L. E. van Diggelen van
„Atjeh" op „Prins Hendrik d. Nederl." id.
2de kl. F. Bauduin van „Prins Hendrik der
Nederl." op „Atjeh" id. lste kl. H. G. J
Wolterbeek, van „Gedeh" op "Bromo-"
Vergunning verleend om te repatriëeren
wegens langdurig verblijfOff. van adm. 2de
kl. C. P. Soutendam off. van gez. lste kl.
W. Scboondermarkid. W. Meijboom id.
2de kl. H, J. Grootidem W. H. C. G.
Keijzerluit. ter zee lste kl. J. Wentholt
id. 2de kl. H, G. Surieid. M. Schoo id.
J. R. van Osselen. Op verzoek en op eigen
kosten luit. ter zee lste kl. L. E. van Dig
gelen.
Benoemingen, enz.
Tot provinciaal opzichter over de duinen
in Noordholland, stnndplaats Wijk aan Zee,
is benoemd de heer J. van der Mije Pzn.
Onderwijs en examens.
De heer W. Stroo, onderwijzer aan de
school met den Bijbel alhier, is benoemd tot
onderwijzer te Wijk bij Duurstede.
Benoemd tot onderwijzer te Alkmaar, de
heer A. Plaat, te Zuidscharwoude.
Landbouw en Veeteolt.
Vanwege de Staatscommissie voor de han
delspolitiek is het volgend schrijven gezonden
aan de landbouw-maatschappijen hier te lande
„De aandacht van de commissie voor de
handelspolitiek is gevestigd op het feit, dat
jaarlijks in Spanje niet onbelangrijke hoeveel
heden natuurboter worden ingevoerd, zonder
dat Nederland daarin eenig aandeel van be-
teekenis heeft.
„Volgens de Spaansche statistiek werden
in het jaar 1891 in Spanje ingevoerd uit
Duitschland 94,482 Kgr. boter, uit België
1283 Kgr., uit Denemarken 69.497 Kgr., uit
Frankrijk 45.544 Kgr., uit Engeland 4918
Kgr., terwijl als afkomstig uit Nederland slechts
401 Kgr., uit Italië 210 Kgr., en uit Noor
wegen 283 Kgr. vermeld zijn. Dat de uitvoer
van boter van hier naar Spanje gering is,
wordt door andere, aan de commissie ver
schafte mededeclingen bevestigd. De uitvoer
uit Denemarken, die grooter is dan de boven
vermelde cijfers aangeven, omdat een deel
van de uit Duitschland aangevoerde boter van
Deenschen oorsprong is, heeft te meer be-
teekenis, omdat tot voor korten tijd (10 Dec.
1892) Denemarken in Spanje geen aanspraak
had op toepassing der laagste rechten. Ter
wijl vóór 1 Febr. 1892 bij invoer van boter
in Spanje uit de meeste Europeesche lan
den, waaronder Nederland 52,50 paset as
per 100 Kgr. invoerrecht betaald moest wor
den, was de Deenschc boter onderworpen aan
een reoht van 56 pesetas per 100 Kgr. Nog
ongunstiger werd de verhouding voor Deensche
boter na 1 Februari 1892, toen, volgens het
Dieuwe Spaansche tarief, boter, aangevoerd
uit landen, welke aanspraak hadden op be
taling der rechten volgens het laagste tarief
waaronder Nederland met 60 pesetas
per 100 Kgr. belast werd, terwijl de Deensche
boter 72 pesetas per 100 Kgr. te betalen had.
Deze ongunstige behandeling duurde tot 10
December jl., toen tengevolge eener tusschen
Denemarken en Spanje getroffen schikking
aan de dilferentieele behandeling van het
Deensche product een einde kwam. De boter
uit Denemarken betaalt thans hetzelfde recht
als die uit Nederland, namelijk 60 pesetas
1 per 100 Kgr. Het is echter een opmerkelijk
feit, dat, niettegenstaande de ongunstige be-
handeling, waaraan het Deensche product
langen tijd in Spanje heeft blootgestaan, dit
zich op de Spaansche markt heeft weten te
handhaven, en dat men zich ook in 1892
j in Spanje allerwegen Deensche boter in
blikken verschaffen kon. Hieruit zou mogen
J worden afgeleid, dat aan de Deensche boter,
hetzij wegens qualiteit, wijze van bereiding of
I verpakking, in niet geringe mate boven andere
soorten de voorkeur wordt gegeven.
„De commissie heeft gemeend uw aandacht
op het bovenstaande te mogen vestigen, om
dat daarvan wellicht in het belang van den
afzet van Nederlandsche boter gebruik zou
kunnen worden gemaakt."
In de Streek en te Andijk zijn de ver
bouwers thans druk bezig met het uitzaaien
van de bekende Andijker en Streeker aard
appelen, benevens de overbekende Meirapen
De jonge bloemkoolplantjes vertoonen zich
in de broeikassen reeds boven den grond.
In Hollands Noorderkwartier staan de
weilanden zóó gunstig, als misschien om
dezen lijd des jaars in geen 25 jaar is
gebeurd. Te Bovenkarspel zijn de eerste
aardappelen reeds gepoot.
Kerknieuw 8.
Echt v r ij zinnig! Door predi
kanten en den kerkeraad der Ned. Herv. gem.
te Naarden i3 gunstig beschikt op een ver-
1 zoekschrift van een veertigtal ingezetenen,
I om een twaalftal predikbeurten per jaar te
laten vervullen door predikanten van niet-
moderne richting. De eerste predikbeurt is
nu vervuld door dr. W. J. Gezelschap, van
Am sterdam
Rechtszaken.
Kantongerecht te Helder. Uitspraken
van 8 Maart 1893.
W. K., te Helder, op den openbaren weg
een wapen bij zich hebben, f 0.50 boete of
1 dag hecht.
J. W., te Helder, zonder schriftelijk ver
gunning van den bevelvoerenden officier een
mariniers-tuniek verkoopen, f 3 boete of 3
dagen hecht.
I K. L., te Texel, straatschenderij, f 0.50
I boete of 1 dag hecht.
S. K. en J. B., beiden te Helder, straat-
1 schenderij, ieder f 0.50 boete of 1 dag hecht.
H. W., G. B. en A. van S. allen te Hel
der, K. P., te Texel, D., te Anna Pau-
lowna en S. B. te Groningen, dronkenschap,
ieder f 1 boete of 2 dagen hecht.
H. R. en J. W., te Helder, dronkenschap,
bij eerste herhaling, ieder f 3 boete of 3
dagen hecht.
In eeue vroeger vermelde zaak, betref
fende een vonnis van den kantonrechter al
hier, heeft de Hooge Raad, zich eveneens
met de uitspraak van dien kantonrechter
vereenigende, beslist, dat de overtreding van
I eene bepaling, volgens welke houders van
honden moeten toezien dat die dieren zich
niet op den openbaren weg bevinden zonder
I voorzien te zijn vud een belastingpenning, is
te beschouwen ais eene overtreding ter zake
1 van de belasting, zoodat de kantonrechter
zich terecht onbevoegd heeft verklaard, om
van eene vervolging wegens de hierbedoelde
overtreding kennis te nemen.
36
verhief, vervolgens vernam ik door de plotseling ingevallen
stilte een koor van hemelsche stemmen, die een liefelijk
gezang zongen, dat op mij betrekking had „Slechts aan
de voeten des Heeren zult gij rust en vrede vinden, ver
van de stormen en ongerechtigheden der wereld. Daar
wachten u verademing en rust voor uwe gefolterde ziel en
het leed dat men u aandeed, zal daar geheel vergeten
worden."
Het jonge meisje keek ernstig naar Raimond op, en zei
„Geloof mij, beste vriend, ik heb mij veel" moeite ge
geven deze droomen te vergeten en mij aan dien invloed te
onttrekken, maar eiken nacht kwamen zij weer terug. Steeds
met hetzelfde akelige begin, en het vredige einde. Zoo
kwam het dus, dat mijne gedachten die richting aannamen
en dat ik vrede en geluk niet meer op aarde verwacht.
„Waar komt toch uwe vooringenomenheid tegen die
vr ouwen vandaan vroeg Raimond, „gij kent haar niet
eens, en het kan zeer goed zijn dat zij alles voor u willen
doen, om u uw leed te doen vergeten."
„Ik weet het niet, het is zoo, en ik kan dat verschijnsel
niet verklaren."
„Geeft bijgeval de toon der brieven uwer tante u reden
om zoo over haar te denken? Of heeft men misschien iets
ten nadeele van haar verteld? Want het is niets meer dan
verbeelding, mijn kind, anders niets."
„Dat kan wel zijn, maar er is niets, dat tot grond voor
mijne verdenkingen dienen kan. Mijne tante heeft mij
slechts één maal geschreven, en toen was haar brief vol
goedheid en vriendelijkheid jegens mij. Nooit heb ik iets
over hare dochter gehoord en toch heb ik angst voor
haar. Ik herhaal het u, die waarschuwing komt van
boven
„Kind, later kunt ge doen wat ge wilt, maar op het
oogenblik staat ge onder mijne hoede. Uwe moeder heeft
u aan mij toevertrouwd en ik wil niet, dat er iets ver
andert vóór uwe tante hier gekomen is. Gij kunt uw
woord goed houden, wilt ge mij dus beloven voor dien
tijd niets te zullen doen?"
„Ik beloof het u
„Dat is goed; laten wij nu echter gaan eten, men heeft
37
ons zooeven geroepen!"
Zij keerden tezamen naar huis terug en over dit onder
werp werd niet meer gesproken. Reeds de volgende week
kwam mevrouw de Saint-Maurice met haar dochter en de
Mulattin te Parijs aan. Geen enkel ongelukkig voorteeken
ging hare aankomst voorafde landauer, waarin zij kwamen,
was niet zwart en de paarden hadden niets geheimzinnigs
over zich. Lydia omarmde hare nicht met de grootste
hartelijkheid en de gravin sloot de jonge wees weenend
in hare armen. Leïla, met haar bronskleurig gelaat, toonde
hare witte, scherpe tanden, maar haar lach was zoo goedig,
dat men zich daarover onmogelijk angstig kon maken. Van
het eerste oogenblik af, gevoelde Therese dat zij hare
bloedverwanten beminnen zou en hare droomen kwamen
haar nu dwaas en overspannen voor. Dit laatste vertelde
zij nog dienzelfden avond aan Raimond, toen deze mevrouw
de Saint-Maurice zijne opwachting maakte.
De beide jonge meisjes zaten tezamen in den salon, terwijl
mevrouw de Saint-Maurice achteloos in een leunstoel lag.
Geen oogenblik was er sinds de afreis voorbijgegaan, waarop
de gravin zich niet over het een of ander had te bekla
gen. Zij ontving den luitenant met eene vertrouwelijkheid,
alsof zij hem haar geheele leven lang gekend had.
„Weest welkom, lieve neef. Neem mij niet kwalijk,
dat ik blijf zitten, maar ik ben sedert eenige weken ge
durig uit mijn evenwicht geweest. Uwe ontzettende schepen
hebben mij zoo door elkaar geschud, dat ik nog niet op
adem gekomen ben en alles als het ware rond mij heen-
draait Ik zie uw vader nog, toen hij zoo groot was
als gij Mag ik u mijne dochter, uwe nicht Lydia, voor
stellen
Raimond wendde zich om naar de kant, waar juffrouw
de Saint-Maurice zat en staarde het jonge meisje bijna
onafgebroken aan, zoo getroffen als hij was door hare
schoonheid. Alles vergat hij om zich keen en staarde
haar met verterende blikken aan. Zij was groot met hare
gazellenachtige slankheid en breed geschouderd en goed
ontwikkeld; eene vrucht, door de tropische zon vroeg tot
rijpheid gebracht. In haar blank gdlaat, dat aan eene
camelia deed denken, fonkelden een paar gitzwarte oogen,